Liefdesblindheid…

Liefdesblindheid…

Ik deed me de afgelopen maanden af en toe te goed aan Reality-TV-series waarin het betere datewerk centraal stond. Mensen die partners voor het leven of het plezier zochten en om daarmee een nieuwe toekomst op te bouwen. De een na een periode van jaren eenzaamheid, anderen na slechts een paar maanden gescheiden zijn. Soms jong, dan weer ouder, maar allemaal op zoek naar die ene bijzondere nieuwe partner. Maar ik kijk altijd met andere ogen en let op het spel tussen mensen. Want wat is het dan dat je zoekt in een partner? Nou dat is natuurlijk meer dan een leuk gesprek, samen tv kijken of dat lekkere drankje drinken.

Mannen en vrouwen kennen zo hun voorkeuren en verlangens, de een daarbij hongeriger dan de ander. Maar als ik mijzelf als N=1 voorbeeld mag geven zocht ik geen spiritualiteit of alleen maar tantraliefde. Het fysieke wilde ook wat en dat zal zich dan niet beperken tot een aai over de bol. Maar als ik veel van die partners uit die series volgde was ik daarin de uitzondering. Het platonische overheerste en dus kon klein met groot, dik met mager, Nederlands met Colombiaans of oud met jong door een deur, mits dat bed maar niet werd besproken. Nu waren daar wel uitzonderingen op, maar de kandidaten die dat zochten waren meestal de volgende dag met koffer en al snel op weg terug naar huis.

Daarbij viel me ook op dat mensen die naar eigen verklaring eenzaam waren of zijn bij de gedachte aan ‘samen’ vooral denken aan LAT op afstand, liefst zonder te consumeren benefits. Tja, dan weet ik niet meer als oude Meninggever waar het in het leven over gaat. Wie liefde voelt wil elkaar aanraken toch, of tenminste de warmte van de ander ervaren? Of gaat het alleen om kookkunsten, klusvermogens dan wel voldoende geld op de bank om af en toe een verre reis te maken? Ik werd er aardig cynisch door. Ook jonge mensen hebben moeite om aan de partner te komen zo lijkt het omdat ze niet open staan voor dat wat het leven nu juist zo leuk maakt. Daarbij blijkt strakke kleding of een laag decollete geen garantie op die eerder genoemde consumptie van de uitgestalde waren. Integendeel. Ook het uitbundig laten zien van tattoo’s is geen garantie voor naakte verkenningstochten. Raadsel waarom je die rommel dan op je lijf laat zetten.

Nee, ik ben best geschrokken van de vaak voorkomende passiviteit onder die kandidaten. Ook over het gebrek aan empathie voor de ander, het totaal negeren van door anderen afgegeven signalen en al helemaal door het niet luisteren naar wat de ander te vertellen heeft. Ikke ikke en de rest kan stikken. Geen wonder dan die lui geen relatie hadden of hebben dan wel gescheiden zijn geraakt. Gewoon eigen schuld, dikke bult. Een basiscursus omgaan met het andere (of gelijke) geslacht kan soelaas bieden. Waarbij je wellicht ook let op wat een ander op fysiek gebied kan toevoegen aan wat jij aan je zelf kunt schenken. Pas dan komt het goed met derden. Voordien…niet mee doen aan dit soort shows en zeker niet Tinderen. Want naar wat ik daarvan begrijp gaat het daar nou juist maar om een ding…en dat wil(d)len deze kandidaten nu net niet….. Maar vermakelijke TV was en is het wel. Ik smulde er in ieder geval van…(beelden: archief/prive/internet)

De wereld van Matchbox…

De wereld van Matchbox…

Ik was nog maar een heel klein ventje toen ik de eerste Matchbox modelauto in handen kreeg. Nou ja, auto, zeg maar een autootje. Ging om een Bedford vrachtwagentje van net 5cm lang en 2 breed. Prachtig verpakt in een doosje dat leek op dat voor lucifers en derhalve de Britse naam daarvan vertegenwoordigt. Dat Matchbox was iets dat stamde uit de jaren veertig van de vorige eeuw toen het bedrijf Lesley Products werd opgericht en aan de slag ging met metalen schaalmodellen waarvan de prijs en omvang zou moeten liggen onder die van het bekende Dinky Toys.

De gegoten modellen werden in eerste instantie zodanig gefabriceerd dat ze pasten in die bijzondere verpakkingen. Dus, een truck kon kleiner uitpakken dan een vergelijkbare luxe auto, maar voor de kindermarkt was dat verder minder van belang. De eerste modellen waren van grote charme. Ze waren stevig gemaakt, hadden nog geen raampjes of zo en de wieltjes en assen waren van metaal waardoor ze tegen een stootje konden.

De lak leed wel onder het geweld dat kinderen nu eenmaal vaak uitoefenen op dat spul. Later kwam Matchbox met meer volwassen modellen op grotere schaal en werd de luciferdoos wel van een omvang gezinsverpakking en stegen de prijzen naar het niveau van de concurrentie. Matchbox Models of Yesteryear werden geintroduceerd, een lijn auto’s en andere voertuigen uit een ver verleden.

Voor het zwaardere werk verscheen de KingSize-reeks waar soms pareltjes tussen zaten die net als die oudere kleine serie driftig werden of worden gespaard. Breder en breder werd het aanbod bij het oer-Britse merk, maar al snel groeiden ook de financiele problemen boven de bol van de oorspronkelijke oprichters. En werden er financiers van elders binnengehaald om de zaak op de been te houden.

Vaak werd in latere jaren ook de productie uitbesteed richting goedkopere landen als Macau of China. Dat weerhield de fabrikant er niet van vol verve nieuwe modellen uit te brengen waarbij het nummersysteem van bijvoorbeeld die eerste reeks kleine voertuigen (1-75) gewoon werd herhaald maar dan met een toegevoegde letter. Zo kwam je dan nummer 31 uit die reeks zo maar drie keer tegen als 31A, B of C en met een totaal ander model in de verpakking. Voor verzamelaars nog steeds smullen om dat allemaal compleet te krijgen.

Tegenwoordig is Matchbox een van de merken van het grote Mattell-concern waar ook het concurrerende HotWheels toe behoort. Matchbox is wereldwijd een begrip en succes. De reeksen zo breed en onderscheidend dat je wel een eigen pakhuis mag bezitten om alles wat onder die naam is verschenen een opbergplek te verschaffen. Alleen al in mijn persoonlijke collectie is Matchbox het meest voorkomende modelmerk en ik koop ze nog steeds bij als het onderwerp me bevalt. Dat zaadje wat ooit is geplant is dus aardig uitgegroeid. Met dank aan de heren Leslie Smith, Rodney Smith en John Odell die dat aloude Matchbox toch maar mooi op de kaart zetten….En dat eerste Bedfordje? Dat kreeg binnen de familie heel wat eigenaren die het op eigen wijze afbeulden. Maar uiteindelijk kreeg het een met het uit het verleden origineel vergelijkbare laklaag terug en staat het nu weer in mijn collectie. Zo hoort dat… (beelden: Prive)

Action-plezier…

Action-plezier…

Ik geef toe dat ik in de jaren dat deze Noord-Hollandse retailketen bestaat regelmatig een van hun filialen ben binnengelopen om te zien of er nog iets van de gading te vinden was of is. Niet dat ik nou meteen het hele gamma artikelen naloop hoor, nee, ik kijk meer specifiek. Want in de speelgoedhoek waren en zijn soms zeer interessante artikelen te kopen die mijn collectie aardig hebben verrijkt zonder dat ik als koper er door werd verarmd.

Want los van het veelal Chinese spul dat je elders bij hen aantreft, kiest men soms ook voor een slimme inkoopstrategie waarbij restpartijen die wellicht naar andere landen moesten worden verkocht maar ergens in een pakhuis of stapel containers zijn blijven hangen, over te nemen en tegen spotprijzen in de markt te zetten. In mijn hobbyterrein leverde dat heel wat bijzonder vliegtuigen of auto’s op die ik net zo koester als veel duurdere exemplaren van elders. Niks mis met het principe en ik deel deze Actionpassie met heel wat andere normaal uitziende of denkende dames en heren.

Nog even los van wat ik hiervoor beschreef biedt die Action natuurlijk ook de huisklusser de nodige zaken die van goede kwaliteit zijn voor weinig geld. Maar ook als je de auto of fiets een beetje wilt vertroetelen hebben zij alles in huis om dat goed te kunnen doen. Het zal niet verbazen dat ik als regelmatige bezoeker soms de verleiding niet kon weerstaan en meer mee nam dan ik van plan was te doen. Ooit, lang geleden alweer, kwam ik op aanraden van een toenmalige werkcollega voor het eerst in een vestiging van de Action in Zaandam. Gevestigd in een wat achteraf straatje en binnen in die zaak een aardige puinhoop door over de vloer heen gegooide spullen en gevuld met heel wat klanten van een bepaalde statuur.

Ik vond het toen niet veel. Maar dat veranderde in de jaren daarna toch al snel. Intussen kom je filialen van hen ook tegen in Duitsland en Belgie. De expansie ging snel en in Nederland moet je wel een heel kleine gemeente of woongemeenschap om je heen weten wil er geen winkel van Action te vinden zijn. Dat zorgt ook voor herkenning. Veel voor weinig, de door hoge lasten geplaagde gemiddelde Nederlandse burger is er gek op. En bedenk ook maar dat dit flink helpt bij het imago van de keten. Tuurlijk zijn er mensen die bezwaren hebben tegen de overmatige consumptie van al die goederen die op een of andere manier toch hier zijn beland. Maar dat zijn de types met boter op het hoofd. Die kiezen voor zelf gebreid ondergoed of wonen in hutten gemaakt van takkenbossen, maar de normale mens laat zich graag verwennen bij de Action. En terecht. Net als ik. Intussen poets ik even mijn daar gekochte deel van de collectie wat op…. En bedenk me dat een schaalmodel dat nog geen euro kostte een jaar of tien geleden intussen met dank aan de Kaag-inflatie al snel 2 euro waard is geworden. Probeer dat maar eens met andere spullen…. (beelden: prive)

Timmerfrans…

Timmerfrans…

Wie mij kent weet dat ik geen fan ben van de #klimaatreligie of de daarbij behorende extreemlinkse of anarchistische figuren. Binnen Europa is een specifieke man wel de meest abjecte figuur om dat soort enge angstscenario’s uit te venten, Frenkse Timmermans. Een man die straks namens de extreemlinksen het revolutionaire blok wil gaan aanvoeren omdat hij meent dat hij recht heeft op de premiertitel. God helpe dan ons de handbediende brug over, want deze man is niet in de eerste leugen gestikt en zal alles doen om kiezers aan zich te binden die menen dat hij de klimaat-Christus op Aarde is.

Jammer alleen dat hij anders dan zijn religieuze voorbeeld uit de Bijbel niet in armoede zijn geloof verkondigt maar aardig vol gegeten en met een dedain waar zelfs die akelige mevrouw Kaag nog een puntje aan kan zuigen. Frenske is ook iemand die niet houdt van tegenspraak. Dan wordt hij net als de Dikke Deur bij Pipo de Clown boos en slaat om zich heen. Mensen die met hem hebben gewerkt kennen dat gedrag al. Frenkse wilde ook graag voorzitter worden van het EU-bestuur maar dat wilde niet lukken. Dus werd hij vice-voorzitter en nam demagoog Samsom mee om het eigen geloof in omvorming van de economie te bewerkstelligen door doemscenario’s over een klimaatverandering die alleen maar door nog hogere lasten voor ons burgers kon worden afgewend.

Frenske en zijn vaak abjecte achterban willen graag dat wij onze huizen inleveren of zodanig isoleren dat we er aan kapot gaan. We mogen niet meer reizen, vliegen, vettig eten, kinderen krijgen etc. Maar dat geldt niet voor hem zelf. Want uiteraard woont deze linkse Paus in een schitterend landhuis (zonder zonnecellen..) en laat hij er echt niets voor staan. Hij was ook gewend om overal heen te rijden en te vliegen. Niet dat ik de man nu net dat verwijt, want is prima, maar dan ook niet normale burgers op dat punt de maat nemen s.v.p. Ik neem al zijn uitspraken en stellingen dus als een vorm van propaganda en indoctrinatie richting de vermaledijde klimaatreligie waarvan ik zelf geen lid zal worden. En wiens kerken ik absoluut zal mijden. Leugens genoeg gehoord in het verleden en wat ik nu voorbij zie komen onder de gelovigen van deze religie zegt me alles. Kortom, ik stem niet op de man of zijn stroming en raad iedereen die houdt van een normaal leven en genoegens die passen bij hard werken, sparen en nu af en toe even nog iets leuks doen, hetzelfde te doen. Links liegt. Altijd en over alles. En deze klimaatpaus helemaal….(beelden: Archief)

Relatief jong, wel enorm groot; VW. – deel 2

Relatief jong, wel enorm groot; VW. – deel 2

Beschreef ik in het eerste deel van het verhaal over VW de opbouwfase vanaf de periode rond WO2 tot pakweg eind jaren zestig, ik ga trachten nu het vervolg (opgesplitst in nog meer delen) te dichten. Zonder de illusie mee te geven dat ik helemaal compleet dit verhaal kan vertellen in de beperkte ruimte die blogs nu eenmaal leesbaar houden.

Hoe dan ook, VW besloot op enig moment om een echte middenklasser te bouwen zodat mensen binnen het merk konden ‘doorgroeien’. Maar men week bij die nieuwe wagen, de VW411, niet af van haar basisprincipes. Dus de motor bleef achterin, boxer, luchtgekoeld. De vormgeving was een beetje zoals bij de 1500/1600 reeks maar dan meer opgeblazen. Technisch prima auto, maar o wee wat was hij intussen qua constructie achterhaald geraakt.

Toch ging VW er vrolijk mee door en ontwikkelde zelfs nog een verbeterde (..) versie met elektronisch benzine-inspuitsysteem. Het hielp de verkopen niet. En VW kwam in de problemen. Men moest iets anders bedenken en bij toeval kreeg men dat in handen door de fusie met Auto Union, een Duitse merkcluster waartoe naast DKW en Audi ook NSU behoorde. Van dat laatste merk nam men een al bestaande reeks middenklassers over die als VW K70 alsnog naar de showroom van de dealers werd gestuurd.

Die auto had voorwielaandrijving, een ruime kofferbak, prima rijeigenschappen en een watergekoelde lijnmotor voorin. Dat was even wennen voor het VW-publiek. En dus werd die wagen niet zo populair. Maar men leerde er wel veel van. Via concernzuster Audi, dat op haar beurt weer veel dankte aan DKW, kwam de VW Polo in het gamma. Een kleine compacte wagen met modern concept van aandrijving en prestaties die er mochten zijn gekoppeld aan een prima prijsstelling.

Maar de grote slag maakte VW met de introductie van de Golf. Een soort vierkante doos op wielen, prettig uitgerust, goede wegligging en waardige opvolger van de Kevers. Die laatsten werden nog wel geproduceerd in andere landen, niet meer in Duitsland. De Golf wel en die werd een begrip. Met de GTi als ultieme variant. De Golf is tot op heden een auto die de toon zet in zijn klasse. Ook al groeide hij generatie na generatie, net als de Polo trouwens. De Scirocco was een geweldig leuke sportieve VW, ontworpen door Giugiaro en gebouwd door Karmann.

De Passat verscheen, een afgeleide van de Audi 80, maar dan met een grote achterklep en tegen lagere prijzen. De Transporters kregen ook steeds nieuwe aanzichten, de T1 werd afgelost door de al moderner ogende T2, maar die maakte in de jaren zeventig plaats voor de hoekige T3 en deze kreeg weer een zusje in de vorm van de grotere LT, uitgerust met VW of Audi motoren. VW groeide en groeide. Overal in de wereld zette men productielijnen op, waar soms wagens werden gebouwd voor een specifiek werelddeel, maar zeker ook voor Europa.

Medio jaren tachtig lijfde VW Seat uit Spanje in, begin jaren 90 Skoda uit Tsjechie, maar ook Lamborghini uit Italie (via Audi). Later zou ook Bentley worden overgenomen. Het modellengamma werd groter en breder, platformstrategie maakte dat alle merken van elkaars technologie konden profiteren. Dat maakte ook kwetsbaar, zoals bleek toen de software op dieselmotoren van de VW-merken elektronisch simpel te besturen viel waardoor men kon rommelen met uitstootcijfers…En dat was tegen het zere been van met name de milieuorganisaties die graag te hoop lopen tegen vermeend onrecht dan wel dollartekens in de ogen krijgen bij het idee een bedrijf aan te kunnen pakken. Later bleek dat veel automerken met hun diesel-software hadden geknoeid maar VW had de naam en kwam daar lastiger vanaf dan een aantal van haar concurrenten. In deel 3 gaan we even naar het nu kijken… (Beelden: Archief)

Zingen over laarzen…

Zingen over laarzen…

Toen haar grootste hit uitkwam was ik lang geleden alweer net bezig met de overgang van een baan bij een bankinstelling naar een nieuwe in de luchtvaart. Nancy Sinatra de zangeres en ‘These boots are made for walking’ het nummer.

https://www.youtube.com/watch?v=SbyAZQ45uww

Het werd indertijd een symbolisch lijflied voor me. Die overstap had wat voeten in de aarde gehad, maar ik nam die stap toch. Gemaakt om te lopen, en het liefst heuvels op met obstakels, als het maar leidde tot de door mij gewenste top. Later zou ik het nummer altijd kunnen meezingen (op mijn eigen wijze) maar het verdween toch wat naar de achtergrond. Die Nancy Sinatra was de dochter van die bekende vader die natuurlijk geweldig kon zingen en acteren. Zij zelf had dat talent toch iets minder. Tuurlijk scoorde ze diverse malen nog wat meer nummers in diverse hitparades, maar dat laarzennummer zou nooit meer overtroffen worden.

Nancy Sinatra heeft diverse huwelijken en relaties achter de rug en de kinderen uit die relaties kwamen zelf ook in het creatieve werk terecht. Haar achternaam zorgde er ook voor dat ze met veel bekende lieden kon samenwerken bij haar muziek of in filmrollen. Elvis Presley wel een grote daarvan, maar zeker ook Dean Martin. Ze speelde met Peter Fonda en Bruce Dern, maar was ook te horen en te zien samen met Cher. Nancy Sinatra is intussen 84 jaar oud. Wellicht nauwelijks bekend bij de meeste mensen, maar dat ene nummer zal toch beklijven. Doet het zeker bij mij. Al was het maar om die alles bepalende overstap indertijd… (Beelden: Internet)

Naaktheid….

Naaktheid….

De mens is het meest kwetsbaar als hij volkomen naakt door het leven gaat. Dan is er optisch niets meer te verbergen, is elke pukkel of afwijkende bult dan wel uitbundige of beperkte haar- of buikgroei zichtbaar. Het zal om die reden zijn dat ooit, lang geleden, een slang een appel gaf aan een zekere Eva waardoor zij zich moest verantwoorden bij haar hoogste chef die haar daarop beval uit het naakte paradijs te vertrekken en voortaan de kleding der schaamte te dragen. Alleen al door dit en daaropvolgende geloven werd de naaktheid verbannen en dekten hele volksstammen zich af met kleding van wol, riet of wat voor materiaal ook.

Soms waren of zijn er oplevingen terug naar het blote lijf. Zoals wij met zijn allen meemaakten vanaf pakweg de jaren zestig tot en met de jaren 2000. Het strand de vrijplaats voor hen die gewoon streeploos wilden bruinen maar meteen ook genoten van dat bevrijdende gevoel van geen kleding meer hoeven dragen. Tuurlijk zat de ingebakken schaamte nog wel eens in de weg, maar op enig moment zag je op veel stranden dat topless bij vrouwen geen echt issue meer was maar meer in de breedte normaal.

Wie mooi gevormd was liet dat graag zien, wie minder gebakken was draaide de rug naar de zon en duwde de borsten (of andere onderdelen) in een al dan niet op maat gegraven kuil(tje) in het zand. De westerse maatschappij bevrijdde zich in ieder geval van een last. Het geloof daarbij verbannen. Maar dat is nu, anno 2023, heel anders geworden. Ik beschreef al eerder de klachten vanuit vooral kringen van linkse mensen (de eersten die overigens ooit de eigen beha uitlieten of symbolisch verbrandden) dat bloot zo confronterend kon zijn voor hen die hier niet aan gewend waren of dat zelfs afstotelijk vonden. Wie dat dan waren hoeven we hier niet te benoemen, maar die groepen grepen wel de gelegenheid aan om tegenwoordig te verlangen dat er voor hun volkomen van onder tot boven verpakte vrouwen eigen stukken strand komen met afscherming aan de flanken daarvan zodat ze al dat bloot van verdorven westerse mensen niet hoeven zien. Ik denk dan als ik dat lees of hoor dat we de wereld met dank aan linkse vertrutters wel erg op de kop zetten.

Gelukkig loopt er in de zomermaanden ieder jaar een ingetogen campagne via de STER waarin wordt aangegeven dat mensen die pure naaktheid wel plezierig vinden, en regelmatig in groot gezelschap verkeren. Meer dan 2.5 miljoen mensen recreeren nl.(volgens dat spotje) regelmatig of soms bloot. Zegt veel, want als die getallen kloppen zijn dat er meer dan al die lui die nu te hoop lopen tegen datzelfde (semi)naakt. We moeten ons niet laten remmen door derden. En helemaal niet als vrouw. Want voor je het weet mag je zelf ook niet meer in bikini of badpak het zwembad in of het strand op. Glijdende schalen neigen nogal snel tot negatieve escalatie. Ik wens iedereen dus een streeploze nazomer toe. En laat je niets verbieden door die schijnheilige vertrutters. En o ja, ik zelf ben voorstander zonder zelf deel te nemen aan hoor…. Maar dat is dan weer omdat ik als Steenbok met een lichte huid snel dreig te transformeren naar het sterrenbeeld Kreeft….rood, doorgebakken…maar toch.. (Beelden: Archief/Internet)

Douglas’ laatste propliners…

Douglas’ laatste propliners…

Was ik de vorige keer (16-7) gekomen tot de DC-3 die wij allemaal wel kennen als de Dakota, Douglas zette al voor WO2 in op vliegtuigen met nog veel grotere mogelijkheden. Zoals de enorm grote DC-4E. Een voor die tijd mastodont met vier motoren, enorme vleugels, een neuslandingsgestel en drie staarten. De machine bleek te zwaar voor de toenmalige luchtvaartbedrijven. Dus schaalde Douglas het ontwerp naar beneden bij en ontstond de DC-4 verkeersmachine. Ook viermotorig, simpeler van opzet, nog steeds met een neuswielonderstel en in staat enorme afstanden (voor toen) af te leggen.

De machine had nog geen drukcabine dus vloog op lagere hoogten dan concurrenten van o.a. Boeing of Lockheed. Maar de DC-4 bleek een geweldig succes. Door de oorlog ontstond er behoefte aan de vrachtmachine die lange afstanden kon afleggen en zo werd de DC-4 de C54 Skymaster. Een toestel dat bij de bevoorrading van o.a. de burgers in en rond Berlijn na de oorlog een heel grote rol zou spelen. Maar ook na de oorlog zorgde dat er middels levering aan de snelle beslissers uit de civiele luchtvaart zoals o.a. KLM weer kon worden gevlogen naar o.a. Nederlands-Indie. Douglas had echter nog meer noten op de zang.

De DC-5 hoogdekker, bedoeld als opvolger voor de DC-3 werd alleen nooit echt een succes. De machine kwam op het verkeerde moment uit. Maar KLM kocht ook deze Douglas en benutte die vooral in het Caraibisch gebied toen Nederland was bezet door de Duitsers en Indie door de Jappen. De DC-6 uit de jaren veertig was een uitvergrote DC-4. De machine had vierkante cabineramen, een langere romp, krachtiger motoren en kon meer passagiers vervoeren. Binnen dit type ontstonden diverse subtypes zoals de DC-6A met versterkte vloer en een vrachtdeur. Intussen hadden ook deze Douglassen een drukcabine waardoor je hoger kon vliegen.

Ook die machine werd bij de Amerikaanse Luchtmacht een groot succes als C118 Liftmaster. KLM benutte uiteraard ook diverse DC-6 toestellen en deed met een daarvan mee aan de revival van de vooroorlogse luchtrace tussen Europa en Australie. Daarover is nog eens een film gemaakt….Bruidsvlucht. Na de DC-6 kwam Douglas met de DC-7-series die ook weer een uitvergroting bleek van de eerdere machines met vier motoren.

De eerste DC-7 kon je simpel herkennen aan de vierbladige propellers (DC-6 had driebladige). De eerste machines van dit type kwamen begin jaren vijftig in gebruik, vooral bij Amerikaanse maatschappijen. Bedrijven als KLM vroegen Douglas om die DC-7 verder te ontwikkelen zodat zij er mee tussen Schiphol en New York konden vliegen. Aldus geschiedde. De DC-7C kwam op de markt. Deze versie kende een langere romp, flink bredere vleugels, een andere staart maar vooral de meest krachtige propellermotoren uit dat tijdperk, die elk 3.500pk leverden en de DC-7C opstuwden naar 653km/u. Het was een van de ultieme propliners uit die periode. KLM nam er een serie van in gebruik, maar die deden maar relatief kort dienst. Douglas had intussen ook de DC-8 straalmachine in ontwikkeling en elke luchtvaartmaatschappij die de boot (..) niet wilde missen kocht ook die vliegtuigen voor de lange afstanden.

Toen de eerste DC-8 bij KLM arriveerde verdwenen de DC-7C’s al ras uit de passagiersvloot al werden er wel nog vier omgebouwd tot vrachtvliegtuig waardoor ze nog een jaar of tien vooruit konden. Later kwamen er ook 7C’s in gebruik bij Martinair en Schreiner Airways waar ze ideaal bleken voor chartervluchten naar wat verder af gelegen vakantiebestemmingen. Douglas bouwde nog 120 DC-7C’s voor de productie stopte. Daarna zou het bedrijf alleen nog maar straalvliegtuigen bouwen voor de civiele markt. De Nederlandse luchtvaartgeschiedenis is nauw met deze vliegtuigfabriek verbonden geraakt. Want KLM bleef Douglas trouw. Kocht de DC-8, 9 en 10 en ook de latere MD-11. Toen Douglas via allerlei fusies opging in Boeing, bleef men daar ook weer trouw klant. Maar de tijden van de oude propliners waren toen allang voorbij. Van de vliegende Douglashistorie bij KLM is anno 2023 niet zoveel overgebleven. Er staan wat DC-3/C47’s in musea. Op Lelystad staat nog een DC-2 uitgestald, en een DC-4/C54. Maar van de overige toestellen is niets meer terug te vinden. Nou ja, via mijn verhalen nog wel natuurlijk….Maar dat telt eigenlijk niet echt… (Beelden: Archief)

Toespraak….

Toespraak….

Bevlogen sprekers zijn er niet zo veel. Het viel me onlangs weer op bij het bekijken van beelden uit de Tweede Kamer waar zoveel te doen was in de afgelopen weken en maanden. Mensen zijn er soms niet voor in de wieg gelegd. Ze spreken vanaf vooraf (al dan niet zelf..) geschreven stukken papier, kennen niet of nauwelijks vormen van humor en verpakken in veel zinnen of woorden vooral verwijten, afkeer of gewoon haatzaaierij.

En echt, dat is niet iets van een enkele stroming. Vrijwel elke politicus maakt zich er aan schuldig. Maar mij valt op dat zelfs lijsttrekkers vaak slecht kunnen speechen. Het is ook niet ieder mens gegeven. De een heeft meer flair dan de ander en de meeste mensen die voor het eerst een maidenspeech moeten houden slapen soms een of meerdere nachten slecht voorafgaand aan het evenement.

Anderen doen het spontaan en los uit de pols en gebruiken dan ook nog eens de juiste woorden of zinnen. We kennen vast voorbeelden hiervan uit onze eigen omgeving. Ik heb zelf vaak ‘voor de klas’ gestaan, voor universiteit of een zaal vol kritische zakenrelaties. Viel me soms mee, in andere gevallen tegen. Veelal kwam het door de te brengen boodschap. Was die positief ging dat me veel beter af dan een negatieve waarvan ik wist dat het tot veel commentaar zou leiden of zelfs persoonlijke kritiek. Immers de brenger van een boodschap moet vaak persoonlijk lijden. Zeker tegenwoordig. Dat zal de reden zijn dat sommige politici ook zo stuntelen. Want het is natuurlijk veel leuker om het volk brood en spelen te beloven dan achteruitgang en nog meer ellende.

Uitzonderingen zijn er altijd op die regel. Want de nu min of meer opgestapte premier Rutte is iemand die met een zeker gemak de meest vreselijke boodschappen kon of kan brengen. Hij is een bevlogen spreker en in een debat zelden uit het veld te slaan. En als hij het even niet meer weet roept hij om ‘Carolien’ zijn assistente. De meeste sprekers kennen die luxe niet, die moeten hun speeches uit het hoofd kennen en in een debat goed onderbouwd met feiten de confrontatie aan gaan. In feite is een mens die goed kan speechen vaak ook goed in verhalen vertellen of zelfs moppen tappen. Die houdt van het publiek, de aandacht en voelt zich tussen mensen volkomen thuis. Daarbij moet je ook een zekere autoriteit bezitten, veelal opgebouwd via kennis en ervaring die jou net even boven de gemiddelde toehoorder doet uitstijgen. De informatie die jij dan uitdraagt is nieuw(s) en komt dan goed binnen. Wie al staat te bazelen over wat het publiek allang weet zal prediken voor de heidenen. Met alle gevolgen van dien. Nou, ik leerde het vak al doende. De eerste speeches al weer lang geleden, intussen vind ik het nog wel eens leuk ook om te doen. Was wel eens anders. Maar ik heb de feiten en kennis dan ook altijd paraat. Dat maakt me ook ongeschikt voor links-anarchistische partijcongressen. Immers, feiten spelen daar niet. Wel een doctrine…. En dat ligt mij meteen een stuk minder…. (Beelden: Internet)

Lesrijden…

Lesrijden…

Als een wat oudere (potentiele) klant in het dealerbedrijf waar ik vroeger beroepsmatig acteerde me vertelde dat hij al tiggggg jaren zijn rijbewijs bezat wist ik al dat ik bij een proefrit in een van onze demowagens altijd voorzichtig moest zijn. Want het bezit van een rijbewijs over een lengte van jaren was zeker geen garantie voor bijpassende rij-ervaring. Sommige van die lieden uit die jaren hadden soms een jaarkilometrage van 1000-5000 op hun naam staan en dat zei vrij weinig over inzicht en rijaardigheid. Intussen behoor ik zelf tot de generatie die kan stellen dat hij tigg jaren zijn rijbewijs bezit.

Onlangs weer vernieuwd en toen realiseerde ik me dat ik sinds mijn 18e levensjaar, toen ik dat roze papiertje behaalde, opgeteld en vermenigvuldigd een dikke 2.5 miljoen+ kilometers achter de rug te hebben. Ik reed in kleine en grote wagens, bestellers, kleine 4-tonners, handbakken, automaten, benzine, LPG, diesel en zelfs elektrisch in binnen of buitenland. En nog steeds komen we wel aan de 20.000km per jaar met allerlei zaken die ons bekoren of verleiden.

Terugdenkend aan die beginjaren weet ik nog goed hoe dat toen ging. Wij reden soms hoogst illegaal in een van LeasePa’s handel-Skoda’s, toen ik ging werken op Schiphol stond daar een Ford Taunus Combi van chef Ruud die me de juiste handelingen leerden om met die wagen op het Schiphol-terrein rond te rijden. Handig voor ritjes naar de douane of zo. Maar ik moest voor buiten die toenmalige luchthavenbubbel wel snel een echt rijbewijs behalen vond hij toen.

En dus kwam er een bijklussende collega op mijn pad van het Amsterdamse kantoor waarvoor ik op Schiphol actief was. Bij de toen bekende Mokumse rijschool Kemme (leert je rijden en remmen..) in een VW Kever. Dat bleek een ideale leswagen te zijn. Met veel flair beheerste ik dat ding heel snel en na 9 lessen deed ik examen. Rijbewijs! Met de opdracht van de examinator om iets minder snel door het verkeer te bewegen dan ik toen al deed. Daarna ging het pas echt los.

Met twee man op kantoor en veel klanten die van alles en nog wat op te halen of af te leveren vroegen was het voor ons beiden om en om rijden en op kantoor papieren klaarmaken. Later kwam er een VW bus in dienst met een bijpassende chauffeur. Die bus mocht ik dan als verst van de luchthaven wonend weer ‘s-avonds meenemen naar huis mits ik voor spoedklussen in de avonduren maar wilde uitrukken. Gebeurde wel eens.

En dat busje beheerste ik al net zo snel als die les-Kever, al maakte ik er op een matig moment na 9 dagen rijden (busje was splinternieuw) al schade mee in de drukke Warmoesstraat.. Daar zat toen een grote klant van ons bedrijf, later verhuisd naar Weesp. Hoe dan ook, vanaf 1971 mijn eerste eigen nieuwe auto gekocht en daarna nooit meer zonder gezeten. Van rijder naar dealer, van dealer naar importeur, adviseur, auteur, interviewer en trainer. En altijd maar rijden. Nog steeds met genoegen, al wordt het steeds drukker en zeker asocialer in het verkeer. Kevers zie je onderweg vrijwel niet veel meer….Bijna jammer. Maar ik haal het af en toe wel terug in de herinnering of schrijf er hier wat over. Blijft dat bijzondere ding toch in de spotlights van het heden….. Wie er ook ervaring mee heeft mag het zeggen…. En ook andere verhalen, zoals wanneer je jouw rijbevoegdheid behaalde, na hoeveel lessen en wat je er mee deed, zijn zeer welkom…. (beelden: Archief)