De paniek was onlangs groot toen bleek dat de Britten in meerderheid, hoe klein die dan ook was, stemden voor het uit de EU stappen. Op het vasteland van Europa werd met een soort (gespeelde) verbijstering gekeken naar die uitslag. Men gaf direct als stoer commentaar dat als die Britten dan ‘zo graag wilden, ze ook maar snel moesten vertrekken’. Maling aan die andere helft van de mensen in dat grote land die hun best hadden gedaan om het Verenigd Koninkrijk in de EU te houden. Denk aan de Schotten, de Noord-Ieren en een deel van de Welshmen. De Engelse jeugd wil bij Europa behoren, die ziet de toekomst voor een eiland als het Britse minder rooskleurig dan een zelfde in een grotere omgeving als het Verenigde Europa. Maar het past bij de Britse sentimenten ten aanzien van de Brusselse beleidsmakers. Men zoekt naar zaken en argumenten die de ‘onafhankelijkheid van het land’ ondermijnen. De Britten hebben net als wij te maken met veel werkloosheid, met de gevolgen van massa-immigratie, met een teruglopende economie en een veranderende wereld waarin het Britse Imperium van vroeger achter de horizon is verdwenen.
De Britten hebben aan eigen wetgeving vastgehouden, ze doen de dingen al die jaren op hun eigen houtje, trekken zich niets aan van ‘Brussel’ maar de sentimenten bij de tegenstanders zijn en kleuren toch anders. Laten we wel zijn, Engeland is een natie die volkomen anders is dan wat je zoal op het vasteland van Europa tegenkomt aan naaste of verdere buren. Men rijdt nog steeds aan de verkeerde kant van de weg, drinkt in de pubs liters bocht die ze daar als bier omschrijven, ze nodigen je als vreemde zeker niet thuis uit, ze eten er beroerd (al zijn de ontbijten niet te versmaden)en het land is in de afgelopen decennia overlopen door mensen uit de eigen vroegere Gemenebestlanden voordat er überhaupt sprake was van immigratie in de moderne zin van het woord. Britten zijn zuipschuiten als ze hier te gast zijn. Ze zijn dol op onze Coffeeshops. Niet voor de koffie maar omdat ze hier kunnen blowen wat in hun land niet kan en strafbaar is bovendien. Over eigen wetgeving gesproken! De meest verschrikkelijke gedragingen van voetbalsupporters maakten hen niet geliefd en als ze eenmaal aan zee verkeren blijven ze het liefst een beetje hangen rond hun eigen all-in-resorts.
Het land bestaat uit een lappendeken van volken die samen het Verenigde Koninkrijk vormen. Ik noemde de Schotten al. Totaal ander volk dan de Britten. De Welshmen en Noord-Ieren net zo. Lijken net zoveel op Londenaren als Tukkers hier bij ons op Amsterdammers. Kortom, al die emoties zijn in feite gebakken lucht die is opgediend door de tegenstanders van de EU. Populisme ten top. Al is er veel af te doen aan de toegevoegde waarde van die Brusselse bestuurdersclub die vooral bestaat uit bureaucraten die zichzelf kiezen en ook nog eens goed voor het eigen inkomen zorgen. Met 28 landen gaan de dingen anders dan zonder die besluitvorming. Natuurlijk. Het compromis is dan uitgangspunt. Maar daar houden de Brexit-kiezers niet van. Die willen weer de vrijheid die ze voor 1979 gewend waren. Die krijgen ze nu terug. Eens zien hoe lang het ze goed gaat. Ik gun het ze van harte. Maar reken maar dat het niet zo mee zal vallen. Voor ons verandert er echt niet zo veel. En met een dalend Pond is het weer een aardiger vakantiebestemming. Nu dat weertype nog. Want dat is best een lastige in het V.K. Zal ook wel de schuld zijn van Brussel. Zoals alles. We’ll meet again, don’t know how, don’t know when…….

De tijd vliegt, ik roerde het wel eens eerder aan. Zeker als je voorbij de 50 bent lijkt het wel of je van een glijbaan af vliegt in de richting van het einde van je leven. Nu bedoel ik dat niet zo als het wellicht leest, maar het lijkt wel zo te zijn dat naarmate je ouder wordt de dagen geen 24 maar slechts twaalf uren kennen. Even terugkijkend in een archief kwam ik er achter dat ik in juni dit jaar precies tien jaar lang mijn wetenswaardigheden en meningen deel met de wereldwijde weblezers en medesocials. Aangestoken door iemand die ik had leren kennen op een Webforum startte ik indertijd schoorvoetend met een weblog waarin ik korte en op dat moment nauwelijks relevante informatie deelde. Dat werd al snel anders. Medebloggers werden ‘aangesloten’ en omgekeerd keek ik regelmatig wat anderen zoal oreerden. Dat kon gaan over de kat van de buren of de verkeerssituatie in Gent. Soms kwam er iemand voorbij met een ondeugend verhaal, dan weer iemand die een compleet ziekteproces tot in detail beschreef.

Ja beste lezers, na dat verhaal over het hebben van vooroordelen van een paar dagen geleden was er nog een feit dat hier de aandacht behoeft. Wie mij na tien jaar bloggen en invullen van socials nog niet kent heeft niet goed gelezen of opgelet. Maar je zou dan hebben kunnen weten dat ik een deel van het politieke spectrum niet in het hart heb gesloten. Zeker zij die menen dat ze buskruit, dan wel wit garen, maar zeker het schone milieu of politieke correctheid hebben uitgevonden komen wat mijn mening betreft van een koude kermis thuis. Mijn blogserie heeft niet voor niets die titel rond mijn persoonlijke mening. Ik moet dus niets hebben van mensen die constant anderen de maat nemen maar zelf inconsequent zijn qua principes of gedrag. Denk aan de mensen bij de stroming D66 die altijd bezig zijn anderen onderuit te schoffelen maar als het er op aankomt elk principe van de partij overboord mikken omwille van de politieke of persoonlijke macht. Dat geldt ook voor GroenLinks, een stroming die ooit ontstond door samenvoegen van de enige echte socialistische partij die Nederland vroeger kende, de CPN, de pacifistische PSP en het PPR dat ooit werd opgezet door Bas de Gaaij-Fortman. Dat GroenLinks is tegenwoordig echter vooral groen.
Het linkse aspect moet je denk ik vooral zoeken in hun vluchtelingen(lees grenzeloze immigratie)agenda. Met mensen van buiten ons land moeten we volgens de groen stroming loyaal en sociaal zijn, maar voor de geboren Nederlanders geldt kennelijk slechts de milieuaccijns, tolheffing of het aankijken tegen windmolens en vechten tegen de armoedegrens. Mijn afkeer van die partij kwam deels door de opstelling van een van haar voorvrouwen, Femke Halsema. Haar manier van in het debat staan was mij een doorn in het oog. Kom me nu niet aan met Wilders of zo, deze dame vond het scherpe debat uit. Ze wist naar mijn waarneming soms helemaal niet waar het over ging, maar wilde hoe dan ook haar politieke of persoonlijke punt maken. Ik was blij dat ze weg ging. Helaas voor GL was haar opvolgster, Jolande Sap, vooral een lieve brekebeen. Qua optreden een verademing met kennis van zaken, maar geen vertrouwen van de partij- of fractieleden. De eigen partijgenoten staken haar zoals dat gaat een mes in de rug en het lieve kind koos ook nog eens verkeerd toen het over een omstreden militaire missie naar Kunduz ging. Terecht werd GroenLinks afgestraft bij de verkiezingen en kwam de Partij voor de Dieren over links om nog even dat deel van de GL-kiezers binnen te hengelen die echt wilden dat er iets gebeurde aan bijvoorbeeld het altijd aanwezige dierenleed. GroenLinks groeit nu weer iets. Mede dankzij een ineenstortende PvdA. Maar waarom hier en nu zoveel aandacht voor een stroming die ik uit mijn genen verafschuw.?
Wel, los van het feit dat deze stroming staat voor afbouw van economische sectoren waarin ik mijn geld verdien(de) is het ook een partij die in haar bestaan bijna meer schandalen kende dan de op dit punt vermaarde VVD of PVV. En dan een moreel uitgestreken gezicht overeind houden. Onlangs gaf ik op Twitter mijn ongezouten mening over die vroegere voorvrouw, Halsema, die een of ander boekwerk heeft uitgebracht om haar gelijk te halen. Mijn scherpe afwijzing kon rekenen op veel kritiek. Niet alleen van de dame zelf, zij vond mij ‘minderwaardig’ zelfs, maar ook van een oude zakenrelatie. Iemand die vond dat hij ‘uit fatsoen’ mijn recht op een eigen mening moest afdoen als ‘Tokkiegedrag’. Einde oefening samenwerking natuurlijk. Mijn mening laat ik me echt niet afnemen. En scherpte hoort bij dat debat. Ook in de sociale media. Overigens heb ik haar daar toen ook inhoudelijk beoordeeld, geen nood. En omwille van haar persoonlijke gemoedsrust ook nog excuus gemaakt over de evt. persoonlijke noten. Maar of ik daarmee mijn mening over die stroming zal veranderen? Nee! Want ook daar zie ik niets terug waarin ik ook maar een moment zou kunnen geloven. Te veel aannames, leugens, dat tolbeleid en zo meer. Een stroming om te mijden. Nog liever stem ik op de PvdD. Daar zijn ze even scherp als ik zelf ben. Maar ook met een zekere charme en absoluut een echte passie voor dieren. En dat maakt veel verschil.
Heb ik last van vooroordelen? Ja! Zeker. Ik ben van de observaties en neem als een spons in me op wat de media me melden of juist wat ze menen schoon te moeten poetsen. Dus ik ben vrij zeker van mening dat onder de nieuwe Europeanen een deel niet wil deugen. En dat ik dat deel liever niet zal opzoeken als het even kan. Een all-in-vakantie naar Molenbeek in België lijkt me geen waar genoegen. Net zomin als een verrassingstocht door nachtelijk Slotermeer. Ik heb in wijken gewoond en gewerkt waar je al snel de ervaringen van anderen kon verzamelen als ijkpunt en daardoor gewaarschuwd werd op dusdanige wijze dat je het avontuur niet zelf moet opzoeken. Als je daar niet van houdt uiteraard. Ik ben dus voorzichtig. En als ik denk dat iemand met een buitenlands of apart uiterlijk wellicht iets in de zin heeft dat nadelig voor mij of mijn gezin kan uitpakken bewapen ik me ertegen of loop er omheen. Buiten de problemen blijven is dan de theorie. Bij de al eerder gemelde treinreis kwamen vooroordeel en die voorzichtigheid goed samen. Kennelijk is het op die treinen goede gewoonte om na het controleren van de (digitale) kaartjes reizigers te trakteren op een of andere versnapering. Tegen betaling, maar toch.
Vaak wordt dit uitventen gedaan door jonge mensen. De een kondigt zijn/haar komst aan via de omroepinstallatie waarbij je dan een opsomming krijgt van de te verkopen eet/drinkwaar. Niet in dit geval. Plotseling ging de deur van onze sectie in de wagon open en stapte een moslima binnen. Stevig van postuur, qua hoofddoek en verder uitgedost zoals je dat van deze dames verwacht, maar ook met een rugzak op de schouder en iets aan de zijkant van haar broek waar draden aan vast zaten. Mijn hart stond toch even stil. Elke vezel in mijn lijf was gespannen., Maar toen ik haar stem hoorde wist ik dat de seinen in het lijf weer op groen konden. Vlekkeloos Nederlands, respect- en humorvol verkocht ze haar koffie/thee/limonades en gevulde koeken. En ze deed dat efficiënt. Werkte de hele treinwagon in een flits af. Daarna verdween ze naar de volgende sectie. Later, op station Eindhoven zag ik haar buiten rondlopen. Ze dolde met het NS-personeel en keek op haar zakcomputer naar welke trein ze nu weer moest bedienen. En ik kreeg ineens veel sympathie voor haar en haar job en schaamde mij voor mijzelf. Een momentje slechts. Want ik blijf dat vooroordeel natuurlijk toch koesteren. Al was het maar omdat ik anders een deel van mijn meninggeverij zou verliezen….
We zouden onlangs weer eens voordelig gaan treinen. Niets zo leuk als je laten rijden en dan nog naar een plek waar het leuk toeven is en je nog gastvrij wordt ontvangen. Voor ons zijn veel van die plaatsen in het zuiden van ons land te vinden. Dus op naar het station waar we de rechtstreekse trein naar Maastricht/Heerlen konden nemen. Op zich ging dat prima, ware het niet dat de trein te laat arriveerde. Net als de treinen naar Nijmegen/Arnhem, ons alternatief qua bestemmingen. Als de een te laat is komt de volgende in het NS-schema er achteraan en loopt dus ook vertraging op. Het treintype dat ons uiteindelijk vervoerde was een zgn. koploper. Dat zijn wat oudere treinen met enkele etage, waardoor je al snel het gevoel hebt dat je het warm krijgt en dat die gele rups wel erg over de rails heen en weer slingert. Bij een auto zou ik denken aan doorgesleten spoorstangen of slechte schokdempers. Vanaf Utrecht reden we intussen soms stapvoets naar Den Bosch. Geen uitleg van het personeel, maar we stopten zelfs op het station Culemborg, waar de deuren dicht bleven, dus dat was vast niet gepland. Wat we wel hoorden was dat het achterste deel van de trein in Eindhoven zou blijven staan, de voorste rijtuigen gingen door naar Heerlen.
Voor ons geen probleem. Wij zaten voorin, en dat bewuste treindeel passeerde onze bestemming, Roermond. Maar niet ver van Eindhoven kwam via de intercom een akelige mededeling. De hele trein bleef voorlopig hangen in Eindhoven. Er was een aanrijding geweest achter of net voor Weert en dat hield in, geen treinverkeer voorlopig. Tja. Wat dan? Bussen? Ook niks! Dus uitstappen dan maar. Eindhoven bekijken. Gelukkig was er markt, anders is het daar toch een kale toestand voor het station. De Bijenkorf bood soelaas. Een lelijk gebouw van buiten, maar prachtig vanbinnen en een geweldig aardig team. Zelden zo meegemaakt. Heerlijk gezeten met een keur aan bladen en kranten en een heerlijk stukje gebak bij de koffie/thee. Maar verder is dat Eindhoven toch niet onze stad. Terug naar Den Bosch dan maar. Gezelliger, warmer (ook letterlijk) en met een leuk centrum.
We gebruikten er de lunch op een gezellig terras, ik bezocht er een van mijn lokale favoriete winkels en we zagen dat de St. Jan nog steeds in de steigers staat. Na een paar uurtjes daar, toch maar weer op weg. Voor de spits in de trein. Ervaring leert dat je dan tot de hoofdstad kunt blijven zitten. Nou dat ging maar net aan goed. Volle en vooral korte trein stond ter beschikking op de lijn naar Schiphol. Mensen met koffers versperden overal in- en uitgangen en ook zitplekken. Handig! Hoe dan ook, we zaten en boemelden (anders kan ik het niet noemen als je soms 5km/uur rijdt) richting Utrecht. Daar stonden zoveel mensen te wachten dat het leek of we alsnog in de spits aan kwamen. Maar dat was toch echt niet zo. Alles vulde zich als een sardienenblik. Staande mensen, half op leuningen zittend, de portalen propvol. Japanse toestanden! Het werd een benauwd ritje in die Intercity. Bij het uitstappen was het een genot om de geur van de buitenlucht in te kunnen ademen. Wat een gebrek aan comfort bij die NS. Als je forens bent hou je het vast snel voor gezien. Nee, dit was niet het meest succesvolle tripje dat we ooit maakten. De bestemming niet bereikt, opgepropt in een te kleine trein en ook nog vertraging. Volgende keer gaan we toch maar weer met de auto. Dan maar een glas wijn minder…..
Stom toevallig besloten we om die nieuwe boekwinkel in Weesp eens te gebruiken om niet alleen de culturele behoeften, maar ook het verlangen naar een ‘bakkie’ te bevredigen. Die winkel is relatief nieuw en kwam in de plaats van een ouderwetse zaak die een paar jaar terug failliet ging. Deze nieuwe winkel zit heel anders in elkaar en heeft zoals vaak tegenwoordig, ook een koffiehoekje waar men even lekker kan vertoeven. Aardig mensen ook. Gezellig druk. Tussen alle bezoekers en teamleden die we niet kenden een bekend gezicht. ‘Verhip…dat is toch die commissaris’ zei ik nog. Namen ben ik zo slecht in, maar gezichten vergeet ik nooit. ‘Ja, van Riessen’ zei mijn vrouw stellig en die heeft een ijzeren pot qua geheugen. Verdraaid ja, dat was hem. Zou die ook in Weesp wonen als ‘Amsterdammer’? We filosofeerden wat. De hoofdpersoon in ons raadsel kwam even later ook de koffiehoek inlopen. Kreeg een lekkere espresso en wat water. Spontaan ontstond er een gesprek tussen ons drie. Hij schoof aan bij onze tafel. Binnen de kortste keren werd het een geweldig leuk gesprek.
We begrepen dat hij hier niet woonde maar zijn boeken kwam promoten. De winkel had een hoekje ingericht voor dat evenement. Joop van Riessen is auteur van inmiddels acht boeken met Anne Kramer als hoofdpersoon. Die Anne Kramer is, niet verbazingwekkend, commissaris van politie in de drukste stad van ons land, Amsterdam. En Joop van Riessen gaf haar een stukje van zijn eigen (spontane) karakter mee, maar modelleerde haar verder op zijn dochter. Zelfde leeftijd en een echte vrouw. Hij rolde na zijn pensionering eigenlijk bij toeval in het schrijversvak. Baantjer was op leeftijd en de behoefte aan de menselijke maat binnen dit soort lectuur trekt nog steeds veel lezers. De uitgever zat hem echt achterna om er mee te starten en toen hij eenmaal bezig was kon hij zelf eigenlijk niet meer stoppen. De verhalen komen uit zijn laptop zoals hij ze vertelt. Vlot, soms indringend, spannend! Als je in een jaar of acht/negen tijd acht boeken op de markt brengt heb je talent. En juist omdat Joop van Riessen zoveel heeft meegemaakt als echte Amsterdamse misdaadbestrijder, want dat is hij toch geworden in die 45 dienstjaren, is het zoeken naar onderwerpen geen grote moeite voor hem.
Tijdens de presentatie in die boekhandel daar in Weesp bleek ook dat de man breder kijkt naar de maatschappij dan in simpele termen van ‘zwart’ of ‘wit’, maar de ogen niet sluit voor de kwaden die woekeren in de moderne maatschappij. Een link tussen het familieverleden (in zijn laatste boek ‘Moord op de Tramhalte’ trekt hij al een sluier weg van die persoonlijke geschiedenis) maakt zijn boeken nog intrigerender. Zelf is hij geboren in Overveen, niet ver van Haarlem. Woont nu deels in zijn oude omgeving en werkt een ander deel vanuit een leuk appartement onder de schaduw van de Westertoren. Het was geweldig om deze toevallige ontmoeting mee te maken. Natuurlijk kochten we een boek, hij signeerde het persoonlijk en ik gaf hem mijn kaartje. Want ja, auteurs onder mekaar…moet kunnen. Alleen snap ik wel dat ik niet in de schaduw kan staan van een man die elk jaar een boek op de markt brengt. Ik ben al blij als het mij dit jaar nog lukt om nummer drie uit te brengen. In een even lange periode! Met een beetje extra inspiratie moet dat lukken. En dat kreeg ik toch ook van Joop van Riessen. Al was het maar om de manier waarop hij naar dat schrijven kijkt. Geen last maar lust. En dat scheelt veel denk ik. Aanrader mensen! Anne Kramer als hoofdpersoon, Joop van Riessen als schrijver. Bij de betere boekhandel te koop! Zoals die in Weesp! Of te bestellen bij uitgeverij De Kring! Voor E.18,50 een hoop plezier!
Wat doe je met een hond die je van pup af aan hebt opgevangen en gevoed en die je als hij jongvolwassen is uit dank fiks in je handen bijt? Of een kat die je constant blijft krabben en bijten? Blijf je die aaien en belonen? Of komt er een moment dat je een straf wilt uitdelen? Zo gaat het ook met mensen die je, ondanks dat je er toch behoorlijk fatsoenlijk en barmhartig mee bent omgesprongen, na een aantal jaren ineens in de rug aanvallen en jou om je zijn wie je bent onderuit trachten te schoffelen met allerlei oneigenlijke argumenten. Zo voelt het als ik op de tv een dame zie passeren die mij altijd om haar gebrek aan talent opviel, maar bij de VARA als intelligente heldin werd binnengehaald om haar bijtafeldamerol, nu ook plotseling politieke ambities denkt te hebben. En die zich dan aansluit bij een stroming die zelf stelt te willen ‘verbinden’ maar intussen de haat tegen Nederlanders die niks moeten hebben van al te enthousiaste verhalen over multicultureel samenleven of de voordelen van de islam, opzweept. Een stroming ook die de Turkse dictator aanbidt en de Armeense genocide ontkent. Die stroming is een per definitie een foute.
Ook al verpakt men het dan met een sausje van ‘verbinden’ en positiviteit. Laten we wel zijn, wie zich afzet tegen het Nederlandse verleden op het gebied van het slavenvervoer en uitbuiting van een paar eeuwen geleden, zich druk maakt over de frustraties van enkele donkere Medelanders rond de figuur van Zwarte Piet, zou toch drie keer moeten nadenken voor zij zich zou aansluiten bij een stroming als deze. Immers, het Ottomaanse Rijk heeft een geschiedenis van bloed en geweld. Moord en doodslag hangen aan de kromzwaarden van de voorvaderen van de Turken en de wijze waarop men daar omgaat met de Koerden doet ook denken aan het oprollen van het Armeense volk. Wat slavernij betreft zijn die oer-Turken ook voorbeelden van hoe het niet moet en de positie van de vrouw is nu ook niet direct iets om trots op te zijn. Zeker niet nu de akelige AK-Partij alles naar Iraans model wil veranderen in dat ooit zo mooie land. Maar de frustraties van de dame zonder talent zijn zo groot dat ze bij Vara en RTL een platform zocht en vond voor die afkeer van de Nederlandse samenleving.
Volgens haar gefrustreerde mening zit de gemiddelde Nederlander vol met racisme, discriminatie en zo meer. En natuurlijk krijgt ze met die verhalen straks ook een platform in de Tweede Kamer. Als ze al wordt gekozen. Laten we hopen van niet. Want een hond die in de hand van de baas bijt die haar voedde heeft daar niets te zoeken. Gelukkig wijst alles erop dat ze geen kans maakt op een verkiesbare plek. Dat past immers bij een stroming waar de vrouw geen rol van betekenis mag spelen. En zo zit ze straks weer gefrustreerd thuis. Waar ze naar mijn idee ook hoort. En oh ja, al die bagger die ze over zich heen kreeg onderschrijf ik niet. Past niet bij een beschaafd volk. Wij zouden ons daarboven verheven moeten voelen. En het wicht met de tien pruiken compleet moeten negeren. Net als de omroepen die haar constant op het schild tillen. Tijd om daar ook eens mee te beginnen….Dan pas denken we allemaal na. Dat is pas echte verbinding!
Er was een tijdperk dat zelfs ik iets had met voetballen. Niet omdat ik die sport nu zo goed kon beoefenen, als we het ‘putten’ in de straat even vergeten voor het gemak. Als ik in clubverband speelde was dat vaak als keeper of als halfspeler. Niks in de voorhoede. Maar wel effectief. Zeker als een tegenstander me voorbij wilde en ik dan de van Co Prins overgenomen ‘schoffel’ toepaste was ik lastig te passeren. Co Prins zegt ie? Wie? Nou, van de vele fenomenen die het Amsterdamse voetbal ooit kenmerkten was dit een grote. Geboren in 1938 en gevoetbald voor god en de duivel was hij als gevolg daarvan voor niemand bang. Zeker niet voor scheidsrechters of spelers van de tegenpartij. Het onderuit halen van een tegenstander deed hij effectief. Hij speelde jarenlang bij Ajax, Oranje, maar ook in Duitsland en Amerika. In België werkte hij jarenlang als trainer. Man van een grote mond en ik denk een klein hartje. Typische Amsterdammer. Minder begaafd als de alom betreurde maar ook bejubelde Johan uit Betondorp.
Zijn karakter was een ding om rekening mee te houden. Ik maakte hem eens mee in een kroeg aan de Amsterdamse Amstelstraat waar mijn lease pa regelmatig zat voor de ‘autohandel’ in die jaren. Cootje Prins zat daar ook regelmatig. En dat was goed te merken. Een jaar later zag ik hem spelen in het Olympisch Stadion. Hij speelde zoals hij sprak. Zoals later Hazes zong of zoals die volkszanger in Vinkeveen in diens stamkroeg lachte. Amsterdammers van toen waar je nu met een lampje naar moet zoeken in de hoofdstad. Co Prins’ manier van spelen sprak mij als jeugdig talent (..) op het voetbalveld zeer aan. Het maakte me overigens ook niet geliefd als speelgenoot op de velden. Men voetbalde het liefst aan de andere kant van het veld als ik was opgesteld. De Prinstechniek leidde niet tot veel applaus.
Het gestrekte been en zo. Gelukkig kreeg je toen nog geen gele kaarten. Co Prins intussen verhuisde na zijn Amerikaanse avontuur naar clubs als MVV, Vitesse en Helmond Sport. Effectief, maar ook niet geliefd. Zijn carrière kreeg nog een extra impuls toen hij meespeelde in de film Escape to Victory die ging over een voetbalelftal in WO2. Hij was te zien op tv bij de NCRV en speelde fanatiek zaalvoetbal. Een man met een karakter, zoveel was wel duidelijk. Hij overleed plotseling aan hartfalen tijdens een partijtje voetballen in Antwerpen. Werd maar 49 jaar oud. En is bij veel mensen allang vergeten. Maar niet bij mij. Te lang als voorbeeld gediend. Maar of dat nu zo’n goed voorbeeld was achteraf bezien? Ach, ik ben nooit een echt talent geweest in dat voetbalwereldje. Hij wel! Onbegrepen vaak, maar toch! (Beelden: Internet)


Die bootjes waren relatief snel, je had er binnen- en buiten zit- of staanplaatsen en de cabine voor de kapitein/stuurman was een beetje hoger gelegen dan de plek waar de (Vaak vele)passagiers werden ondergebracht. Regelmatig voeren die bootjes over het IJ heen en weer, vaak op volle kracht en zo ontweken ze behendig de grote vaart. Maar niet de golven en dat wilde nog wel eens uitpakken in een aardig nat pak door overkomend water voor hen die op het open dek vooraan waren gaan staan. De bootjes kregen de (bij)naam van de rederij, Bergmann. Intussen allang geleden overgenomen door Mokumse rondvaartgrootheid Kooy, maar indertijd een bedrijf met een aardige vloot schepen. Het aardige van die bootjes was ook dat je er mee werd afgezet bij de begin/eindhalte van de trammetjes naar/door Waterland naar Volendam. Dat was handig voor hen die bijvoorbeeld in Ilpendam woonden en in Amsterdam werkten, maar ook voor de nodige toeristen.
Een uitstapje naar Volendam was best een heel dagje. En nog leuk ook. Mijn moeder nam ons als kinderen nog wel eens mee. Het meest spannende toch het varen met dat bootje van Bergmann. Vanwege die golfslag. En je hoorde dan ineens tot die schepen die daar allemaal voorbij voeren. Hetzelfde gevoel had ik vorig jaar toen we met een veerpontje overstaken van Noord naar het CS tijdens Sail. Tussen die enorme drukte van passerende jachtjes en af en toe toeteren als er weer een kano of half gezonken plezierscheepje voor die grote pont langs trachtte te komen. Maar toch wel heel anders dan in mijn jeugdjaren en aan boord van die Bergmannbootjes. Al was het maar door die golven. Of zijn die in je jeugd gewoon hoger omdat je zelf kleiner bent? Zou zo maar kunnen. Maar het is een herinnering die me niet zo snel los laat. En dat is voor mij al heel bijzonder…net als die bootjes zelf! (Beelden: Historisch archief/Bakker archief/Binnenvaart)