Uniek aanbod..

Uniek aanbod..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: seat-point-occasions.jpg

Vroeger was er een gezegde in autoland dat als je het merk kon verkopen waar ik voor stond, je daarna ‘alles kon verkopen’. Dan was ik dus geweldig geschikt geweest voor alle unieke producten, diensten, uitvindingen etc die mijn pad niet kruisten of die ik bewust heb genegeerd. OK, ik was succesvol in wat ik deed, had een soort natuurlijk talent en kan ook aardig babbelen, maar ik twijfel toch wel of dat gezegde enige waarheid bezat. Maar ik zie op het platform Linkedin bijna dagelijks dat daar mensen voorbij komen die voor lieden zoals ik de ultieme uitdaging zo maar op tafel weten te leggen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ballpoint-6.jpg

Zij vonden namelijk recent het buskruit of het witte garen uit, hun training is zo uniek dat die gewoon zo te verkopen is, of ze venten een product uit waaraan een beetje B-to-B klant geen weerstand kan bieden. Althans dat is vaak de wonderlijke theorie van de lieden achter die oproepen. Altijd op zoek naar ‘Accountmanagers’ Fleetsalestypes, Rayon Managers of wat ook. Tegen een aardig salaris en met een auto van de zaak lekker het land rondrijden en al dat unieke spul aan de man/vrouw brengen. Ik heb er in mijn zakelijke jaren heel wat aan mijn bureau gehad.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: mattoni-2.jpg

De echte goede konden nog wel eens iets slijten. Vaak omdat je sommige mensen iets gunde, maar er zaten er ook tussen waar je echt moe van werd. Blijven proberen, maar dat unieke niet over kunnen brengen aan mij of mijn collega’s. Toch zaten er kanjers tussen. Ook op Schiphol maakte ik die mee. Beetje slijmen, wat pamperen, hapje hier, aanbiedinkje daar, vluchtje, uitstapje en ze kregen los wat ze bij jou zochten.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: praatje-pot-1.jpg

Maar als ik die aanbieders van al die unieke spullen of trainingen op Linkedin volg heb ik soms geen idee wat ze nou eigenlijk aan toegevoegde waarde te bieden hebben. Als Account-Manager is dat toch wel essentieel. Immers niet de afzender van dat unieke moet centraal staan, juist de koper wel. Die moet vanuit de WIIFM denken (What’s in it for me?) toehappen en dan moet je volgens mij met al dat unieke van die aanbieders wel sterk in je schoenen staan. Komt bij dat Engels tegenwoordig de voertaal lijkt te zijn geworden in veel branches. Je spreekt weliswaar in Nederland met elkaar maar de Engelse termen vliegen over en weer bij zo’n ‘Salestalk’. Ik sprak en spreek die taal ook best aardig, maar liefst toch over de grens waar het nodig is om met buitenlandse relaties te OH-en. In ons land was en is de voertaal nog steeds Nederlands. Het waarom van al die buitenlandse termen ontgaat me dus vaak.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: riekers-2-.jpg

Maar ja, UITVERKOOP is tegenwoordig FINAL SALE, dus ook de gemiddelde consument gaat mee in die gekte… Vooralsnog zie ik weinig verbetering in uitvindersland qua marktgericht denken en vakbekwaam handelen. Het witte garen en buskruit (gun powder) moet nog steeds worden verkocht door anderen, en de uitvinder zelf blijft thuis. Wachtend op de resultaten die anderen voor hen behalen. De uitvinder met de kennis van zaken rond het aan de man/vrouw brengen is zeldzaam. Maar als…dan vaak heel succesvol. Misschien toch eens wat training daar op los laten…..? Wie kan dat voor me verkopen dan? (Beelden: Internet/archief)

Afkatten…

Afkatten…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ntm8.jpg

En zo zat ik onlangs weer eens te kijken naar dat erg aardige MAX-programma ‘Van onschatbare waarde’. Daarin wordt op een leuke locatie door semi-professionele verkopers getracht dat bijzondere item vanuit een erfenis of verzameling te verkopen aan handelaren in antiek of andere spullen die kennelijk beschikken over een aardig gevulde binnenzak of nooit uitgeput chequeboek. Het spel van verkoop/koop is aantrekkelijk omdat er tussen die professionals lieden zitten die het vak van inkoper goed verstaan terwijl er ook tussen zitten die elke fout uit het boek ‘de goede verkoper’ kennelijk graag maken om hun doel te bereiken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: sales-1.jpg

En dat doel is om het vermeende goud van de verkoper af te doen als schroot en het daarna in de eigen handel weer voor de prijs van 20-karaats diamant aan een of andere rijke onnozelaar te slijten. Immers, iets is het geld waard of niet. En iedere Jan Doedel kan op internet een beetje een beeld vormen van wat dat ‘unieke object’ waard is of niet. Hoe dan ook, dat afkatten is een fout die ook in de autowereld regelmatig wordt gebruikt. Bij inruil. Men bekijkt een in te ruilen object met een blik van ‘o jee, dat is weer zo’n gebakje’, schopt eens tegen de banden en begint dan een verhaal over dat juist deze auto zijn geld niet zal opbrengen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: voorraad-autos.jpg

Immers ‘verkeerde uitvoering, kleur, bouwjaar, dat ene deukje, kilometerstand..etc.’. Dat alles om de inkoopprijs zo laag mogelijk te maken. Grove fout als je bedenkt dat met name auto’s in het leven van veel mensen heel belangrijk zijn. Ze maken er allerlei zaken in mee. Er zijn persoonlijke herinneringen aan die of die persoon, dan wel die leuke vakantie helemaal naar zuid-Luxemburg of zo. Als mensen echt gek waren op die eigen auto zie je dat terug aan de staat waarin hij wordt aangeboden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p4163772.jpg

Glimt die auto, kloppen alle onderhoudspapieren, weet je dat men serieus is geweest met het eigen bezit. Is het een vuilnisbak en klopt van het onderhoud weinig tot niets (‘ik doe altijd alles zelf…’) valt er veel af te dingen op de restwaarde. Maar dan nog… Tegenwoordig stoten veel autodealers inruilers door naar de ‘handel’ als het niet hun eigen merk(cluster) betreft. Sommige wat oudere auto’s gaan door naar de export. Ook dat moet je wel met enig beleid brengen bij de nog steeds eigenaar. Immers, het idee dat jouw met zoveel liefde gewassen en gepoetste karretje straks rondrijdt in de derde wereld en daar wordt afgereden door een of andere simpele ziel die er 8 mensen en een koe in gaat vervoeren doet sommige mensen echt pijn. Dus hou dat liever maar even buiten beeld. Gaat om het bijbetalingsbedrag…toch? Nou dan… Kortom, dit gaat ook op in de handel waarover dat programma gaat. Schilderijen waren ooit heel veel geld waard, maar nu ineens niet meer, beelden zijn niet te verpatsen, een unieke collectie parfumflesjes de helft waard van wat de verkoper verwachtte en ga maar door. Soms werkt deze truc, vaak niet. Het gat tussen vraagprijs (zeg even 10 mille) en de aangeboden inkoopprijs van 1000 euro is wel erg groot. En zegt veel over die inkopers die voor dat dubbeltje op de eerste rij willen zitten. Het is en blijft business, maar naar mijn idee moet er nog veel getraind worden om altijd het juiste te doen in elke handel…. (Beeld: archief)

(On)bewuste keuzes..

(On)bewuste keuzes..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-nieuwe-amstelbrug-met-ovd-huis-img_2159.jpg

Ik stel me wel eens voor dat ik in mijn jeugdjaren een ouderpaar had gehad dat streng in de leer was (waren ze niet), een kruidenierswinkel hadden bestierd (deden ze niet) of pakweg gek op tennissen waren geweest (niet sportief), hoe zou mijn eigen leven dan zijn verlopen? Totaal anders dan nu vrees ik. Immers veel kinderen hebben hun ouders als richtpunt voor hun eigen carriere of toekomst en beoefenen vaak het zelfde beroep als de ouders of streven een zelfde sportieve invulling van de vrije tijd na.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ostadestraat-img_5802.jpg

In mijn toenmalige gecompliceerde jeugdsituatie was een gemene deler wel heel dominant, auto’s en alles wat daarmee van doen had. Naamgevende vader zat in dat vak, mijn stiefpa ook actief in de vierwielers, de vrienden waar ik mee omging hadden ook vaders die met vierwielers hun brood verdienden en onze straat vergeven van de verwante automobiele bedrijven. Is het dan gek dat je die richting bijna krijgt opgedrongen? Toch koos ik in eerste instantie voor de financiele wereld van de banken, later de luchtvaart (waar ook weer veel te doen was met/voor auto’s..) en pas na een jaar of 15 voor het autodealerschap waar ik vele jaren zou vertoeven. Daarbij speelde natuurlijk dat ene Tsjechische merk een rol dat ik in mijn jeugd zo goed had leren kennen, dus die lijm zat al in de bol en verbond losse eindjes aan elkaar.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 30851-martinair-vloot-1961-2-lpac-collectie-scan10045.jpg

De optelsom van ervaringen maakte dat ik in dat autoland op mijn eigen specifieke manier rondliep. Wat ik elders had geleerd aan theoretische en praktische kennis paste ik toe tijdens mijn dealerjaren. Het bedrijf werd er niet slechter van. Later als stafmedewerker bij een importeur en weer later in mijn eigen adviesbedrijf speelden al die opgedane ervaring een dominante rol. Je bent immers niet zo maar een twee drie al je vroegere kennis kwijt.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 1-s-100-77-33-pt-gescand-02.jpg

Was het altijd goed? Vast niet. Mensen moeten ook fouten maken in hun (bedrijfsmatige) leven. Zo verging het mij, maar dat gold ook voor anderen die weer andere keuzes maakten. Wat wel bleef was die liefde en voorkeur voor dat Tsjechische merk dat tegenwoordig zo dominant is op onze straten. In Duitsland in de top 3 van best verkochte merken intussen en ook in Nederland niet meer uit de top 10 weg te denken. Ik verbeeld me dan maar dat ik daaraan toch mijn steentjes heb bijgedragen. Waren mijn ouders dus kruideniers geweest en was dat vak aantrekkelijk voor me geworden zou ik nu vermoedelijk trots een grote keten van winkels hebben overgedragen aan het nageslacht. Je weet maar nooit waar een harde kop, trots, eigenzinnigheid, klantvriendelijkheid en een goed inzicht in de materie toe zouden hebben geleid. Het blijft gissen. Het blijft dromen. Als ik dan in de file sta (rondom Amsterdam een constante factor) komt ook wel eens in me op dat ik wellicht ook wel goed terecht was gekomen als de ouders politiek actief waren geweest. Maar wellicht dat stad of land blij zijn dat ik dan toch maar in de sectoren bleef waar ik nu mijn successen koester…. (beelden: archief)

Trainers en leiders…

Trainers en leiders…

Al een tijdlang worden reclamedragers als de STER door bepaalde instituten uit het ‘trainingswezen’ benut om hun geweldige cursussen en trainingen aan de man of vrouw te brengen. Veelal trainingen die mensen menen nodig te hebben om goed dan wel beter te kunnen functioneren in een of andere bedrijfstak. Dat kan. Ik ben zelf als zodanig nog wel eens actief geweest en deed dit dan vaak vanuit vakkennis en ervaring. Door schade en schande wijs geworden bracht ik dan kennis over bij hen die nog aan het begin van een carriere stonden of ambieerden om daarin beter te worden. Soms lukte dat beter dan andere keren. Niet iedere boodschap komt bij iedereen hetzelfde aan en wie te eigenwijs is om aangedragen adviezen of lesstof tot zich te nemen dan wel meent dat het ‘bij ons’ heel anders toegaat ontdekt(e) vanzelf dat de realiteit van alle dag best confronterend kan of kon zijn.

Maar ik wil het nu even hebben over cursussen ‘succesvol leiderschap’ of welke term men bij de genoemde reclamemakers bij die reclame makende instituten wil benutten. Een ‘leider’ kan niet iedereen zijn, want voor je het weet heb je ‘arbeiders zelfbestuur’ in je tent omdat iedereen zich als leider wil ontpoppen. Een geboren leider is iets anders dan iemand die via een training meent door God gezonden te zijn. Het aantal ‘volgers’ is in onze maatschappij al eeuwen lang zo’n beetje 99% van de bevolking. Even nuttig als die leiders, maar dat geldt ook voor honingbijen die werken voor hun almachtige koningin. Het is mij dus een raadsel hoe je van volgers leiders gaat maken via een training. Als ik dan toch nog even teruggrijp op mijn trainersgeschiedenis, ik kon met de beste wil van de wereld van een in kostuum verpakte kamerplant geen echte verkoper maken en van iemand met een ambtenarenmentaliteit (sorry voor hen die dat vak uitoefenen)geen creatief bij een reclamebureau.

Het zijn namelijk specifieke talenten, je moet dat in je hebben en als dat niet zo is, en dat is in de meeste gevallen zo, geen nood, maar droom er dan ook niet langer van. Ben je een slechte minnaar/nares valt er wellicht nog iets bij te spijkeren, maar een leider worden via een training, ik geloof er niet in. Toch moet het wel goed betalen, anders maakt men er bij diverse bureau’s niet zoveel reclame voor. De illusie van het kunnen, aangedragen door trainers die meestal zelf nog nooit een echte leider zijn geworden. Dat was dan toch anders in mijn actieve jaren. Ervaring is best van belang….. Dus wie nog iets wil bijspijkeren op dat gebied….prima. Ik maak graag betaalde tijd vrij. Tegen mijn uurtarieven kan je geen builen vallen…. Vertel maar wat je wilt….:) (Beelden: Internet)

Verkopen blijft een vak…

Verkopen blijft een vak…

En reken maar dat ik mij op dat gebied iemand met ervaring noem. Toch een paar decennia dat vak uitgeoefend dan wel aangestuurd en later zelfs anderen er in getraind. Verkopen valt vrijwel niet te leren aan hen die er geen talent of interesse voor bezitten. Je moet er ook plezier in hebben en zij die het talent bezitten kunnen alles verkopen. Ook dingen die niet echt makkelijk zijn te slijten. En in mijn carriere heb ik voldoende jonge lieden gezien die meenden dat ze door God gezonden waren om dit vak uit te oefenen maar al snel door gebrek aan inzicht of aanpak door de mand vielen. Nee, niet makkelijk en dus echt een vak.

Ook al heet dat tegenwoordig dan al snel ‘manager dit of dat’, het blijft gaan om het aan de man/vrouw brengen van artikelen, services of diensten. En onlangs waren wij weer eens aan de klantzijde van dat vakgebied actief. Meubels vroegen om vervanging vonden wij, dus ‘laten we eens rondkijken wat er zoal te koop is…’. Met een redelijk idee van wat we zochten, een lijstje dat voor ons van belang is, gingen we in de omgeving van de hoofdstad onderweg.

De eerste winkel die we bezochten was een grote in zijn soort. Bekend in en buiten de regio, met een aanbod wat je al snel duizelt. Los van de dame aan de balie die ons welkom heette bij de receptie van die firma werden we tijdens onze tocht door die enorme zaak heen verder compleet genegeerd. We kwamen heel wat ‘verkopers’ tegen. Jong, fris, kakelend met elkaar over het weekend of zo, leuk in een bedrijfs-outfitje gestoken, maar nul interesse in ons. Dan maar eens kijken aan de overkant. Zit een kleiner bedrijf waar we ooit jaren terug al eens eetkamerstoelen kochten. Meteen na betreden van die zaak welkom geheten door een verkoopster. Bezig met andere gasten, maar hield ook ons in het oog. Van het totale aanbod daar (al meer in ons straatje dan in die grote winkel van de buren..) vonden we twee meubels de moeite van het nader bekijken waard.

De verkoopster kwam ons achterop en vroeg wat we zochten. Liep mee, legde uit, vertelde wat allemaal kon en dat ‘we als we zeker wisten wat we zochten nog eens terug moesten komen’. OK…dus vroeg ik om een visitekaartje. Dat kreeg ik. Ze vergat wel haar naam er op te zetten, maar keek en vond ons wel in haar klantenbestand van een aantal jaren terug. Via via werden we later door een lieve vriendin getipt over een ketenwinkel die in heel Nederland te vinden was en waar de tipgeefster vanuit haar familie goede ervaringen mee had. Opgezocht. In de Bollenstreek zat er een filiaal. Dan maar een dagje die kant op. Leuke en smaakvol ingerichte winkel waar je naast keukens ook je hele huis verder kon (doen) inrichten. Door diverse mensen welkom geheten. ‘Kijk maar lekker rond en wij zijn er als…’. Dat deden we. Al snel hadden we een meubel of 6-7 gevonden die ons wel bevielen. De dame die de verkoop deed kwam naar ons toe, vroeg wat wij voor persoonlijk wensenlijstje hadden, vulde daarna in wat qua kleur en stof bij ons zou passen, liet ons overal twee, drie keer op proefzitten en gaf duidelijke adviezen. ‘Doe dit en wij bieden dat…, wij kunnen ook dit en dat voor u organiseren’. Met koffie en thee plus een koekje. In alle rust, en dus uiteindelijk daar de order laten opschrijven. Wat wij impulsief ook deden was dat we ook meteen een lekkere qua kleur bijpassende stoel met een goede prijs kochten die we zelf hebben meegenomen. Was in de aanbieding maar moest je dan wel zelf transporteren. Nou, met een beetje Tsjechische stationcar geen probleem natuurlijk. Kortom, een verkoopster die het snapte. Haar vak, ons genoegen. Nu maar hopen dat de levering net zo gaat als dat verkooptraject. Maar gek genoeg heb ik daar wel vertrouwen in. En dat laatste geeft mij bepaald niet elke ‘adviseur’. Integendeel. Verkopen is dus een echt vak en als je goed oplet zie je vaker hoe het niet moet dan wel. Hoe zijn jullie ervaringen op dat punt? Tevredenheid of ook verhalen over hoe mensen hun vak echt niet verstonden?? Ben benieuwd…. (Beelden: Archief/internet)

Leven met de Vliegende Pijl – hoofdstuk 60 – Coaching en training!

Aan het einde van het jaar 2000 begon zo de nieuwe fase in de professionele aanpak van mijn werkzaamheden. Ik kreeg uiteindelijk na lang onderhandelen met Hoekstra een contract om via LEX- en communicatietrainingen de organisatie van Skoda in ons land verder te optimaliseren. Als externe adviseur. Ik had al sinds 1991 immers dat eigen communicatie-adviesbureau, keurig ingeschreven bij de KvK, dus dat paste mooi. De regeling zette me als professional goed op de been, en ik kon mijn werk voor het zo geliefde merk blijven doen. Want samen met Hans Bovee ging ik nu een paar dagen per week het land in om coachings en trainingen te geven op het gebied van LEX-denken. Maar ook hoe dealers om zouden kunnen gaan met een meer eigen publiciteitscampagne en klantenwerving. Daarnaast was het de bedoeling om een nieuw dealer-automatiseringsprogramma, WinCar geheten, uit te rollen waaraan Skoda op dat moment de voorkeur gaf en waarmee de toenmalige verkopers veel sterker dan voorheen pro-actief nieuwe kopers konden (en moesten)werven. Die begeleidingssessies waren vaak heel intensief.

Hans Bovee en ik reden bij nacht en ontij heel wat kilometers in die periode en ook vaak tot in de late uurtjes om de boodschap van het nieuwe Skoda te brengen. Intussen werd de nieuwe en grote Superb geintroduceerd en was men bij de Tsjechen alweer bezig met het volgende model, de Roomster! De organisatie moest daartoe dus steeds sterker worden. Kaf en koren strikter gescheiden, de opdrachten waren duidelijk. Een jaar na mijn vertrek verliet ook Hoekstra Skoda. Hij kreeg een conflict met het management van het merk in Tsjechie en werd niet meer gezien als ‘acceptabel’. Omdat men bij Pon niet zo snel een opvolger kon vinden werd Seat-baas Van der Nat aangesteld om ‘orde op zaken te stellen’. Voor de externe werkzaamheden maakte dat vooralsnog niet veel uit, maar het sloeg wel een gat in de organisatie. Want in het kielzog van Hoekstra verdwenen meer mensen uit het voormalige MT en rest van de organisatie en al snel zat ik soms voor overleg tegenover mij compleet nieuwe en vreemde gezichten. Ergens in 2003 kwam de echte opvolger van Hoekstra in dienst.

Dick de Rooy, voormalig marketeer bij Seat werd door v.d. Nat naar voren geschoven en zowel door Pon als Skoda geaccepteerd. Ik kende hem nog wel uit de tijd dat we als collega’s bezig waren geweest ‘onze’ merken te promoten. Het gaf wat rust in de organisatie, maar veel gedenkstenen voor revolutionair denken zijn er niet voor hem geplaatst. Intussen kreeg Skoda steeds meer vat op de gang der dingen in ons land. En werd ook duidelijk dat het nuttige LEX plaats ging maken voor het abstractere ISO. Klantvriendelijkheid werd ook bij Skoda ingeruild voor administratieve procedures. Het hield in dat mijn werk en dat van Hans Bovee enorm uit elkaar zouden gaan lopen. Hans moest met interne collega’s gaan ‘schouwen’ om dealers naar ISO te krijgen, ik trachtte nog steeds die dealers te leren zelfstandigheid bij de communicatie vast te houden en op eigen naam en faam imago een omzet op te bouwen. In 2003 werd dat werk echter steeds lastiger. Ik zwierf intussen wat tussen importeur en dealers en kreeg te weinig input vanuit Leusden om echt te snappen wat er op dat moment allemaal speelde. Dat had men bij Pon ook wel door en de Rooy wilde wel van het contract met mij af. Dat paste mij eigenlijk ook wel omdat ik intussen ook was gaan werken voor een uitgeverij die interim-hoofdredacteuren zocht voor diverse bladtitels in het B-to-B segment. Daarnaast ontwikkelde zich mijn advieswerk aan andere klanten redelijk rap. Mijn ‘leenauto’, een Fabia Combi TDi in de meest luxe uitvoering nam ik dus zelf maar over en eind 2013 was mijn status compleet onafhankelijk. Met een aantal dealers van toen bleef het contact overigens ronduit goed en daar heb ik tot vele jaren later nog steeds baat bij gehad. Pon zelf bleef intussen bezig met reorganiseren. Men verjongde de organisatie, zette steeds meer in op integratie met Pon’s Automobielhandel en deed dit ook bij de Skoda-dealers. Dealers en mensen uit de opbouwperiode werden massaal ingeruild voor VW-dealers die Skoda erbij gingen doen, en alleen daarmee al in staat waren om de landelijke omzet op te krikken. De Amsterdamse dealer S-Point, lid van het A-Pointteam wat op zich weer een onderdeel is van het holdingbedrijf Pon-dealer, zette in een jaar tijd net zoveel Skoda’s om in de Amsterdamse regio als alle 80 Skodadealers landelijk deden in een jaar als 1992 toen ik bij Pon binnenstapte. De Utrechtse Pon-vestiging deed daar trouwens niet zo veel voor onder. En zo ging dat maar door. Met een mooi gamma en een steeds sterkere organisatie bleek het merk ineens flink volwassen te kunnen worden en mee te tellen bij vooral zakelijke rijders. Vervangende trots was nog steeds mijn deel toen ik in 2004 overging tot een andere orde van de dag. (Fotos: Yellowbird/Skoda/Internet)

 

Leven met de Vliegende Pijl – 59 – LEX!

In de jaren dat we ons hadden geconfirmeerd met de wensen en verlangens van het Skoda-management was een (eerder al eens besproken) programma aan ons als importeur opgelegd waar we uiteindelijk in de hele organisatie veel baat bij hadden. LEX! Bedoeld om de Skoda-organisatie in elk land naar een flink professioneel niveau te brengen en de uitstraling van de dealerbedrijven stevig op te poetsen. Het programma werd bij ons geintroduceerd door een contractpartner van Skoda uit Mainz, Intercom geheten, waar ook de VW-organisatie veel baat bij had gehad. De mensen die verantwoordelijk werden voor implementatie van dat geheel, zoals ik, moesten bij die Duitse organisatie in de leer.

Certificering moest behaald, en dat lukte mij relatief simpel. Klantgericht denken zit me kennelijk redelijk in de genen dus dit LEX-denken, in feite stelde dat de klant centraal in het denken van de professionele organisaties, vroeg niet te veel omschakeling. Wel moest je Duits Grundlich omgaan met de organisatie in eigen land. De dealers werden gescreend, kregen een ‘Ist’(nul)-beoordeling en daarna een rapportage waarin werd aangegeven wat ze allemaal zouden moeten doen om de LEX-normering te behalen. Hadden ze LEX-1, bleven ze in de organisatie, zij die het niet haalden mochten alsnog omkijken naar een ander merk.

We startten het programma in 1999 op en gingen er vol tegen aan. Waar mogelijk deed ik mijn taak als verantwoordelijk manager voor dat geheel, in het veld hadden we een specialist ingehuurd, Hans Bovee, die als een terrier aan de slag ging om het LEX-denken aan de dealers over te brengen. Dat had heel wat voeten in de aarde, want de dealers ‘werden (naar eigen zeggen)al zo onder druk gezet‘. Ze moesten investeren, pro-actief marktbewerken, automatiseren en nu ook nog eens professionaliseren‘.

We hadden intussen het kwaliteitsprogramma al snel goed op poten, inclusief een compleet eigen lijn handboeken, stickers, en andere materialen, waarmee een dealer zijn zaak aardig kon oppoetsen. Net als indertijd toen we de Quality Standards voor de Nineties toepasten, bleek een klantentoilet een erg lastige optie te zijn. Het omdenken van dealer-ondernemers was een tweede.

Liefst stelden zij zich zelf centraal bij de benadering van hun klanten en er waren er bij die meenden dat zij voor de eigen bedrijven de zaakjes aardig voor de bakker hadden, terwijl ‘die klanten behoorlijk in de weg liepen‘. Met behulp van de Duitsers kregen we echter met LEX toch voet aan de grond en groeide het vertrouwen dat we als de grote Superb er eenmaal was een veel betere, schonere en professionelere organisatie zouden hebben om ook een ander soort klanten te kunnen bedienen. Vanuit de verkoop was dit ook nodig. Skoda vond steeds meer klanten in de fleetsales- en leasewereld en die rijders waren echt heel kritisch. Een rommelige dealer paste hen niet en vuile overalls of dito stofjassen waren deze lieden een doorn in het oog. Door het overleg met de Duitsers, kwamen we dus ook veel in Mainz, over het algemeen per auto, vaak reden Hans Bovee en ik ‘even op en neer’. Soms gingen ook andere leden van het MT even mee om zich door de Duitsers te laten overtuigen dat LEX geen secondair programma was, maar een primair onderdeel van de nieuwe organisatie in een land. Ik moet zeggen dat we bij het LEX-programma ook intern veel steun kregen. Tot….we op basis van wat we zoal inventariseerden bij de audits bij/met dealers te horen kregen dat Pon Mobiel zelf ook best eens wat aan LEX kon gaan doen. Veel vooral nieuwe medewerkers waren volgens de dealers niet klantvriendelijk genoeg en konden wel een coaching gebruiken. Dus toen we binnen het MT over een interne LEX-programmering begonnen waren de Duitsers over-enthousiast, we waren immers de eerste importeur die zo ver wilde gaan, maar een deel van het MT bij Pon Mobiel ging direct dwars liggen. Niks LEX voor de importeur, het moest niet overdreven worden! Principes kenden zo hun grenzen in die jaren. En dus ging dat eigen LEX-denken bij Pon Mobiel snel overboord. Wordt vervolgd! (Beelden: Skoda/Yellowbird/internet)

 

Pannenkoekenhuis Hop in Ermelo – Blijven oefenen!

Wij waren voor een afspraak op een vooraf vastgelegde tijd in het Veluwse plaatsje Ermelo. En ontdekten dat daar in het centrum naast een hele reeks bekende ketenwinkels ook de nodige horeca-gelegenheden te vinden zijn. Niet dat we dit niet (meer)wisten, want bij vorige bezoeken een paar jaar geleden maakten we daar ook al eens gebruik van. Opvallend alleen, er wordt in dat centrum momenteel flink gesloopt en sommige oude adressen hadden daar onder te lijden gehad. Hoe dan ook, met een uurtje reservetijd op de klok namen we de gelegenheid te baat om even ‘iets kleins’ te eten bij het naar we later begrepen recent geopende pannenkoekenrestaurant Hop. Anders dan de naam doet vermoeden had men veel meer in de aanbieding. En het was daardoor best aardig gevuld. Maar nu ook weer niet zo dat je dit met meer dan een persoon in de bediening en nog een achter de counter nauwelijks zou kunnen verwerken. Het interieur van deze industrieel modern ingerichte zaak oogt overigens bij de tijd, men heeft links en rechts sfeervolle zitjes aangebracht en de temperatuur was er op de gure januari-dag dat wij hen bezochten goed op orde. Wat toch minder funtioneerde was de bediening. Het ging allemaal met horten en stoten en als ik dat als mens met een scherpe blik op efficiency en klantvriendelijkheid bekeek mankeerde er links en rechts wel iets aan. De man, later bleek de ondernemer die de tent runt, kwam weliswaar onze bestelling opnemen voor de drankjes, maar de gevraagde menukaart liet op zich wachten. Die kwam pas na een tweede verzoek aan een ook rond lopende jonge dame. Die nam ook onze bestelling op. Wij hoopten dat ze het snel kon regelen allemaal. Gelukkig lukte dat. De ondernemer was intussen bij een ‘bekende’ neergestreken en keek niet meer op of om. De bestelde tosti’s waren van een goede kwaliteit, mooi aangevuld met een tritsje chips en wat groenvoer. Ook een soort zelf gemaakte tomatensaus voor de dip. Best een aardig hapje en een leuk opgemaakt bord. De thee was van de biologisch verantwoorde soort. Wat er toch mis is met gewone ontbijtthee is mij een raadsel. In veel horecazaken krijg je ongevraagd hele vrachten theeverpakkingen voor je neus, zo ook hier, maar niet het bestelde. Uiteindelijk na lang zoeken toch gevonden. Kan allemaal beter…. Ik keek ook mee naar wat er zich aan de counter afspeelde. ‘Inefficient’ was mijn beeld. En dat viel me toch wat tegen. Want men heeft hier veel zo niet alles in huis om er een succes van te maken. Mits iets meer aandacht voor de klanten en wat minder voor organisatorische zaken als kassa opmaken o.i.d. Aan de geleverde spullen ligt het niet. Wel aan de training van de medewerkers. En toch..en toch…ik zou het hier best nog een keer proberen als ik in Ermelo te gast zou zijn. Maar wel een jaartje wachten. Tot men getraind is geraakt. Daardoor alleen al een iets lager rapportcijfer van 7,5. Met wat moeite en aandacht had dit een 9.0 kunnen zijn. (Beelden: Hop Pannenkoekenrestaurant/internet)

Beroepsdeformatie en negeren van klanten…

wp_20151014_006Het is een vorm van beroepsdeformatie. Ik geef dat direct toe. Maar als je je leven lang gewerkt hebt in branches waar de klant centraal stond (staat) en jij als aanbieder van goederen of diensten moe(s)t zorgen dat jij jouw doelstellingen behaalt door vanuit dat klantgerichte denken rendement te verzorgen, valt het op dat nog steeds veel mensen kennelijk voor dat fenomeen zijn geroepen,  maar slechts weinigen echt uitverkoren. Ze werken bij bedrijven die juist vanuit dat denken hun personeel zouden moeten screenen op geschiktheid. Maar het tegenovergestelde lijkt het geval. Een voorbeeld illustreert wellicht wat ik bedoel. Op de rand van zomer en winter knakte er iets in een van onze raambedekkers. Een mechaniekje, binnen in dat ding,  vertoonde metaalmoeheid, het hele geval kon worden afgeschreven. De totale oude balk was twee meter breed, het betrokken raam qua bedekking asymmetrisch in twee delen opgesplitst. We moesten dus aan de vervanging. Nou, dat viel me niet mee. Niet doordat het spul wellicht niet leverbaar is hoor, nee, het zat hem meer in de wijze waarop je geholpen wordt (of niet) bij de diverse zaken die we bezochten. Bij sommige daarvan wordt je gewoon helemaal niet opgemerkt.wp_20151212_005Lastig als blijkt dat ze jouw raambedekker niet hebben in de gewenste maat of kleur! Nee, men heeft wel iets anders. Maar dat was net niet de bedoeling. Bij goedkopere zaken (je wilt koste wat het kost slagen als je met een dergelijk pechgeval zit) is die servicegevoeligheid nog wat slechter dan bij de iets hoger gepositioneerde, maar de verschillen zijn minimaal. Na nog even nagedacht te hebben over een plan B, je moet kiezen of kabelen als blijkt dat Plan A toch een doodlopende weg is, besluiten we om dan maar twee balken van ieder 1.60mtr te kopen. Dan moest ik wel de hele boel qua ophanging ombouwen, maar dan werkt het tenminste weer. Ook dat viel nog niet zo mee. En ik moet zeggen, het was zeker niet met dank aan de medewerk(st)ers van die keten waar we uiteindelijk slaagden dat we onze keuze daar toch maar lieten vallen. Nee, je moest overal op zoek naar die mensen, ze kwamen soms steunend en klagend van hun werkplek (ze waren meestal ‘iets’ aan het uitpakken of neerzetten) en de kennis van zaken was matig tot slecht. Met dank aan de vestiging in Amstelveen waar we uiteindelijk deels slaagden, kregen we het voor elkaar dat in een Amsterdams filiaal een tweede balk werd gereserveerd.

wp_20160129_009En kon ik aan de slag. Het was net zo lastig als vooraf verwacht, maar daar konden die mensen in de winkels niets aan doen. Ik geef toe, het is klein ongemak in vergelijking met wat er zoal in de wereld speelt, maar toch. Werk je eenmaal in een winkel, doe dan je best om er een feestje van te maken. Dat helpt bij de verkoop, je dag verloopt er sneller door en klanten reageren domweg aardiger. Chagrijn, onwil, gebrek aan kennis, en (ik moet het toch stellen) geen benul van de Nederlandse taal soms, helpt niet bij het bereiken van persoonlijke of zakelijke doelstellingen. Daar mag best wat op getraind worden. Zoals men doet bij ketens als WoonXL. Daar krijg je antwoord, begeleiding en wil een verkoper er alles aan doen om je te helpen aan het gevraagde. Voor de rest zag ik alleen maar dat er nog veel werk is voor motivatietrainers en verkoopcoaches.