Onlangs maakten we iets mee waardoor het begrip hondentrouw een andere betekenis kreeg. Honden zijn van nature trouw aan hun baasje. Ze vormen samen een goed span en als je dan ziet hoe sommige mensen omgaan met hun honden snap je wel dat die viervoeters trouw blijven aan hun baasje. Maar bij een lieve en meer dan goed voor haar huisdieren zorgende vriendin nam onlangs haar kameraad van net twee jaar de benen. Ze liet hem even los in het terrein zoals ze wel vaker had gedaan. De hond nam de renner en verdween. Alsof hij van de aardbodem was opgetild door een of andere alien. Zoekacties van urenlang in het gebied en ver daarbuiten boden geen soelaas. Posteracties, speurhonden, niets kon het raadsel oplossen. Weg hond! En dus veel verdriet bij de betrokkenen die toch echt als een kind zo goed voor hem hadden gezorgd. En ja, we keken in konijnenholen, sloten, vaarten, etcetc. Er bestaan in Nederland ook een club van mensen die zo gek zijn op honden dat ze in soortgelijke situaties uitrukken om te helpen zoeken. Wat ze met verve deden. In een heel brede cirkel, die naarmate de tijd verstreek steeds groter werd. Maar zonder resultaat. De sociale media boden ook al geen soelaas, al waren er wel berichten dat het diertje in Zwolle zou verkeren, wat zo’n 150 km van de plek van verlies af ligt. Maar dat was wel wat erg drastisch allemaal. En toch is en blijft het diertje weg. Een schat van een grof harige teckel, voorzien van tuigje en chip.

Alles op orde. Beestje werd thuis verwend, goed verzorgd, maar nam toch de benen. Hoezo hondentrouw? Met onze Purdy, een boeren fox die we in ons verleden koesterden als een familielid, maakten we ook wel eens bijzondere dingen mee die deden twijfelen aan die veel geroemde hondentrouw. Op het strand was zij vaak niet te houden en ging haar eigen weg. Wat je ook deed, of riep, er werd van alles en nog wat opgezocht en gevreten. Liefst zo ver mogelijk van ons vandaan. Ooit in het Amsterdamse Bos nam ze de benen en verdween ergens in het groen. Niet onze normale omgeving, dus als zo’n dier dan ondanks roepen en fluiten (speciale hondenfluit met andere frequenties) niet terugkomt, neem je eigenlijk al afscheid. Wij renden zo snel we konden achter haar aan. Maar ons rentempo was veel lager dan dat van de buitengewoon snelle viervoeter. Die uiteindelijk door een toevallige passante werd tegengehouden met een hondenkoekje. Zij hoorde ons roepen en dacht wel dat dit witte hond met zwarte vlekken bij ons zou kunnen horen. Dat was een gelukje. En o jee, wat zouden we verdrietig zijn geweest als die sukkel uit ons leven was verdwenen op deze manier. Nu kwam ze terug en bleef bij ons. 16,5 jaar lang. Noem dat achteraf maar geen hondentrouw dan… Voor de lieve vriendin hoop ik dat er nog een keer goed nieuws komt en iemand haar Sjakie terugvindt. En wellicht dat iemand anders zich over het diertje ontfermt en hem ook zo goed verzorgt. Dat is beter dan dat hij in een of ander stinkend hol zijn einde vond. Te leuk dat dier. En zo gemist.

Als ik haar tijdens een party, receptie of in een kroeg zou zijn tegengekomen, had ik haar door haar goed verzorgde uiterlijk en redelijk strakke kleding vermoedelijk zelfs als leuk en vrouwelijk omschreven, maar dat beeld werd nu direct geweld aan gedaan door haar gedrag. Locatie; een restaurant waar we ergens theedronken en een broodje aten. De vrouw zat schuin naast me, aan een belendende tafel en koesterde met alles wat ze in zich had aan liefde een klein kleutermeisje. Al snel wist ik dat het kind 2,5 jaar oud was. Erg bewegelijk en luidruchtig. Van wie ze dat had bleek al snel. Van haar oma volgens mijn inschatting. Want die vertelde alles net even te luid voor alle andere mensen in dit restaurant. Sprak met een jonge vrouw aan weer een andere tafel met een soortgelijk kind, maar vooral toch tegen zichzelf. Op een toon die je ook wel eens hoort bij mensen die menen dat alleen hun hond een vorm van intelligentie heeft die zelfs Midas Dekkers nog zou verwonderen. Hele gesprekken met het kleine meisje, maar weinig correctie. Al snel wist het restaurant dat oma zo trots was op haar kleine ‘baby’ en ook zo blij dat ze een paar dagen per week op die kleine mocht passen.
Het gaf haar telkens weer een goed gevoel. Omdat die kleine zo slim was en zo lief. Slim was de kleine zeker, want ze wond oma zo om haar vingertje. Lief was een tweede. Maar ja, leeftijd en zo meer. Oma bleef maar oreren. Haar hele dagelijkse leven kwam voorbij. Toen ze in dat restaurant ook nog eens iemand ontdekte die ze van het werk kende was het hek helemaal van de dam. Hele verhalen en intussen de kleine meid behandelend als een volwassene. Ik dacht er het mijne van. Net zoals ik dat doe bij mensen die zoals ik al beschreef in gezelschap constant met hun hond aan het kakelen zijn. Dat ze zoiets thuis doen, het zal me roesten. Moet je zelf weten en ook ik wil wel eens praten met de poezen hier, maar dan vooral om complimenten uit te delen voor hun grote mensenliefde en bereidheid ons gezelschap te dulden. Als personeel ken ik mijn plek. Maar in het openbaar? Never-nooit. Ook nooit gedaan.
Daarbij, pochen is me vreemd. Dus dat deed ik in het verleden ook niet. Ons kind was weliswaar het mooiste, slimste, snelste, liefste en intelligentste, maar dat ging ik echt niet luidkeels in de Hema of Bijenkorf staan of zitten verkondigen. Nee hoor, niks voor mij. Maar deze dame die ik moest dulden aan een belendende tafel had geen enkele schaamte op dit punt. Haar kleinkind was het centrale draaipunt in haar wereld. Om dat kleine meisje ging het, de rest telde niet. Nou ja, wel om oma zelf die graag de aandacht op zich vestigde. Gelukkig ging ze halverwege het door mij te consumeren broodje weer op stap. Vertelde precies en tot in detail dat ze nu haar jas aan deed en die van de kleine. Dat ze nu het wagentje pakte en de kleine spontaan geacht werd daarin te stappen. Wat de kleine nog deed ook. Slimme meid! Toen ze wegliep keek ze nog eens om zich heen. Oma dan. Of iedereen wel zag dat zij het wel erg getroffen had met haar kleinkind. Van dat beeld wat ik in eerste instantie van haar had gekregen bleef maar weinig over. Deed de bruine glimmende en strak zittende (semi)leren broek niets aan af. Gewoon een selfietut. Op leeftijd! En thuis weinig tot geen aandacht vermoed ik…
Het is opmerkelijk hoe snel alles lijkt te wennen in een mensenleven. En dan bedoel ik vooral dat waar je wellicht vooraf weleens tegen aan hikt, in de praktijk van alle dag, ineens helemaal niet meer als vervelend of akelig hoeft te worden gezien. Een verhuizing, wisseling in de vriendenkring, andere meubels, een nieuwe auto, bedenk het maar en wij normale mensen moeten gewoon even wennen. Maar eenmaal door die eerste fase heen weten we na korte tijd nauwelijks meer hoe het ‘daarvoor’ ook al weer was of schrijven die herinneringen bij in het grote boek met levenservaring en lessen. Ik keek onlangs eens terug naar de afgelopen tien jaar. En dan met name naar de wisseling in onze dierenstal die deze periode heeft plaatsgevonden. Tien jaar geleden nog maar hadden wij drie poezen in huis (nou ja, twee poezen en een kater) die toen nog aardig in de bloei van hun leven waren.
Een nog bescheiden zwarte kitten met een fluwelen huid die ons volledig inpakte. Maar intussen zo aan ons hangt dat een dagje weg wederom zorgt voor veel verdriet. Want als we dan wegrijden zit hij steevast voor het raam en kijkt ons na met een blik van ‘’waarom…….???’. Dat breekt je hart bijna. Dus eind vorig jaar maar een tweede minipoes gehaald. Uit het asiel, met een heel verhaal, ik heb het hier al verteld. De poes bleek uiteindelijk, bij controle door de aangewezen dierenarts, ook een katertje en die noemden we dan maar Punkie. Groeien doet die kleine vooral door veel te eten. Schransen als een bootwerker, maar nog steeds zo slank als een den. Slungelig, maar ook al zo’n lieverd die graag op schoot ligt of anders in zijn klimpaal voor het raam. Zo kan hij dan de vogels in de tuin bespieden die hier altijd komen bunkeren.
Pixel is nu de jongvolwassene en leert de kleine trucjes. Samen hebben ze lol. Soms wat minder. Dan is Pixel het gedoe zat en spring te kleine in zijn nek om hem met wat stevige beten bij te brengen dat respect ook hoort bij het ouder zijn. Maar wat een plezier hebben we aan die twee, beste lezers…..De overige veranderingen die we sinds 2006 over ons heen kregen zal ik u in het kader van het verhaal nog maar even onthouden. Maar neem van mij aan dat het er veel waren. Tien jaren is niet niks. Het is een hele periode en soms kom je dan heftige zaken tegen, in andere gevallen ook emotionele. Een mens wordt nu eenmaal als alles goed gaat ouder, maar ook wat wijzer. En in die wijsheid vervangen we nu de nodige meubels en ruimen wat overbodige zaken op. En nu geef ik mijn aandacht even aan de poezen. Er wordt uitgebreid gesnord naast me….


















