Meer dan een oude naam: Skoda!

Meer dan een oude naam: Skoda!

Ook al beschreef ik de geschiedenis van dit merk al gedurende mijn reeks over ‘Leven met de Vliegende Pijl’ van een tijdje terug, ik kan niet heen om de historie van een mij na aan het hart liggend automerk. Immers, Skoda behoort tot de oudste merken in autoland en heeft een zeer bewogen geschiedenis. Die start al in de 19e eeuw als het dan al bekende staal- en wapenconcern Skoda uit het Tsjechische Plzn trucks en pantserwagens maakt voor de Oostenrijks-Hongaarse dynastie.

Later zou het merk in de jaren twintig van de vorige eeuw ook extra luxe personenwagens maken met de techniek van Hispano-Suiza. Elders in het thuisland zetten Laurin & Klement in 1905 hun eerste vierwieler op straat nadat ze daarvoor tien jaar lang tweewielers hadden gebouwd. Die L & K 01A bleek een goed ding en werd ook succesvol verkocht. Het merk expandeerde en bouwde auto’s voor kopers in het midden- en hoger marktsegment.

In de jaren twintig van de vorige eeuw kwamen de twee Tsjechische bedrijven tot elkaar en werden de daarna gebouwde wagens Skoda’s. En ging men door met het bedienen van heel wat klanten. Van kleine wagens (Popular) tot de grote Superb waarmee o.a. de regering in Praag zich liet verplaatsen. Na WO2 was Skoda snel in staat om in beschadigde fabrieksgebouwen de Popular van voor de oorlog weer snel te produceren.

Die auto werd in 1946 alweer opgevolgd door de fraai uitziende 1100-serie. Wagens met een Amerikaanse look, maar de techniek van de Popular. Door de onderstel-constructie was de 1100 een comfortabele wagen en ook robuust gebouwd. In Nederland zo populair dat Skoda al snel in de top 10 van automerken te vinden was. Naast een sedan was er een stationcar, bestelwagen, Coupe/Cabriolet en een pickup van de 1100 te koop.

In 1952 kwam de 1200 de 1100 aflossen. Een totaal andere wagen met een volledig stalen carrosserie, alles aan dit type was bol en rond. Je kreeg een 1200cc motor, veel ruimte, maar ook een hogere prijs. Ook hier weer die hele reeks aan varianten beschikbaar om veel klanten te bedienen. Intussen was Tsjecho-Slowakije onder invloed gekomen van een communistisch regime en kwam de productie van consumentengoederen redelijk onder druk te staan.

Toch lukte het Skoda om in 1955 een nieuwe reeks uit te brengen (440-serie) die we later als Octavia en Felicia zouden leren kennen. Ook in ons land populaire wagens, want veel auto voor je geld. En door de jaren heen 1955-1963 steeds gemoderniseerd en technisch opgewaardeerd. In 1964 besloot Skoda te komen met een opvolger die helemaal bij de tijd was.

De 1000MB. Zoals bij veel andere merken had de 1000MB zijn motor achterin, een erg aardig vorm gegeven carrosserie en rondom onafhankelijke wielophanging. Het principe van deze wagens bleef vele jaren gehandhaafd. De regering in Praag stelde geen grote bedragen ter beschikking van de verder best creatieve technici in Mlada Boleslav waar de personenwagendivisie van Skoda zich bevond. (Skoda bouwde ook trucks en bestelwagens, naast trams, treinen en zo meer…)

Na de 1000MB volgde in 1970 de S100/110 reeks en vanaf 1976 de S105/120/130-serie. Intussen was dat principe van die motor achterin wel wat gedateerd geraakt. En moest er iets gebeuren. Want bij de fabriek had men diverse pogingen gedaan om moderne wagens te ontwikkelen en te testen, die helaas nooit genade vonden bij de hoge communistische heren in Praag. Halverwege de jaren tachtig veranderde er iets en kreeg Bertone de opdracht een nieuwe hatchback te bouwen met de potentie om daarop een hele serie wagens te bouwen.

Dat mondde uit in de Favorit die in 1989 tijdens de AutoRAI zijn Europese primeur beleefde. Motor en aandrijving zaten nu voor, vijf deuren, deels Duitse techniek en al snel ook een stationcar en lijn bedrijfswagens. De auto reed goed, werd relatief populair maar miste net dass gewissene etwass voor veel westerse kopers.

Toen in 1989 het communistische regime plaats maakte voor de meer normale markteconomie kreeg Skoda het zwaar. Men zocht investeerders. En vond Volkswagen. Begin 1992 nam dat bedrijf de touwtjes bij de personenwagendivisie in handen. De Favorit werd als snel verwesterd. Op meer dan 700 punten verbeterd t.o.v. het origineel. In 1994 loste de Felicia de Favorit af. Nu ook met Duitse motoren en een totaal andere look and feel.

De grote Octavia kwam in 1996 uit. Een revolutie. Prachtige en ruime wagen die o.a. ook als Combi hoge ogen gooide bij leaserijders. Het gamma motoren gelijk aan de VW Golf of Passat. Na die wagen volgde de Fabia die de Felicia in 1999 afloste. Net als de Octavia ‘Vollverzinkt’ tegen roestvorming en helemaal bij de tijd qua techniek en ontwerp. De auto werd een enorm succes. Zeker toen ook nog eens de ruime Combi werd toegevoegd.

Een jaar lager volgde de eerste Superb. Een soort Passat met de ruimte van een dikke Audi en de motoren ook uit die stal. En zo ging het daarna verder. Naast opvolgers voor de goed lopende Octavia, Fabia en Superb voegde Skoda ook de leuke Roomster toe, de stoere Yeti, en is er ook voor de ‘prijskoper’ een Citigo gekomen die later ook al een elektrische variant kende.

In het moderne gamma zien we naast de van oudsher bekende namen ook de SUV’s Kodiaq, Karoq en de zeer succesvolle Enyaq die volledig elektrisch wordt aangedreven en met name de leasemarkt bedient. Van prijstrekker naar volwaardig merk op niveau. Skoda heeft een transformatie ondergaan en wordt gewoon gezien als een van de topmerken in de wereld.

Want bijna 100 landen kennen nu een markt voor Skoda. Licentiebouw vindt plaats in China, India, Slowakije, Spanje en zelfs Rusland al is die laatste lijn door de recente gebeurtenissen wel wat afgebouwd. Zonder Corona-crisis was het merk opgestoten naar 1.8 miljoen auto’s per jaar, men staat nu ergens boven de miljoen wagens en is nog steeds een belangrijke peiler onder het VW-concern. Nieuwe modellen staan op stapel, een deel daarvan met elektrische aandrijving. Wie had dit kunnen denken in de jaren dat zoveel ‘kenners’ zo moesten lachen om de ‘oostblokbakkies’. Want zeker bij Skoda geldt en gold dat men meende ‘alles over het merk te weten zonder het echt te kennen’…..Gelukkig is dat nu wel zeer veranderd….(Beelden: Archief)

Leven met de Vliegende Pijl – hoofdstuk 50 – Goede Tijden….

Alsof het zo moest zijn kregen we na de Miss-Nederland organisatie ook ineens BN-ers in ons bestand. Dit had ook wat te maken met het feit dat het toen zeer sterk aan de weg timmerende Koreaanse merk Daewoo zo ongeveer elke ‘bekende’ of nog niet zo bekende Nederlander een van haar rijdende en oude Opel-klonen aanbood. Daar mochten die lui dan een jaartje in rijden en een aantal contracten daartoe liep intussen af. En dan gingen die toch wat uit de media bekende mensen zoeken naar een alternatief. Dat alternatief hadden wij met de Octavia meer dan in huis. Een Octavia was een luxe slee I.v.m. die wonderlijke Koreaanse Opelmodellen van een decennium eerder. Zo was onze mening in ieder geval toen zeker. En zo zaten we al snel met een aantal mensen aan tafel die we zelf toch ook vooral kenden van radio en/of tv. Zo was Baantjer (en nu Flikken)-acteur Victor Reinier een uitdaging. Een jonge vent, met een geweldige uitstraling en stopten we die in een zwarte Skoda Octavia SLX. Dat zou gaan werken, en we sloten hem om meerdere redenen graag in het hart. Het bleek een prima ambassadeur voor ons merk en hij was ook oprecht enthousiast over de kwaliteiten van zijn zwarte Tsjechische middenklasser.

Daarna kregen we de charmante en erg aardige actrice Renee Soutendijk in een Octavia Automaat, de vrolijke zangeres en buhne-actrice Jenny Arean in een Hatchback met Tdi-motor, lieten we presentatrice Paulien Huizinga wat later kennis maken met een Skoda Fabia, net als de intussen zo tragisch overleden Ariane Spier en mocht de Zeehondenopvang in Pieterburen een Felicia Fun Pickup komen halen. Intussen reed de verkozen Miss Nederland in een Felicia van de meest luxe soort. Al die BN-ers maakten dat we steeds weer positief in het nieuws kwamen en dat het gerucht dat wij vrijgevig omgingen met sponsorauto’s ook in het sterrenwereldje rond ging als een goede roddel. Acteurs bij ‘Goede tijden – Slechte tijden’ meldden zich. Niet allemaal waren ze overigens voor ons promotioneel doel geschikt. Je wilt als merk ook iets bepaalds uitstralen.

Maar we namen wel presentatrice Maya Eksteen op in de vloot, al was het maar omdat die dame zo vreselijk lief bleek in de omgang. Later nam ze die auto gewoon zelf over, de Skoda Octavia had haar oprecht door zijn kwaliteiten bekoord! Maar ik was zelf overigens niet afkerig van voorkeur of vooroordeel. Zo waren er echt ‘BN-ers’ die ik niet voor het merk zag zitten, maar die in gedrag ook echt zodanig wonderlijk waren in hun benadering dat we geen overeenkomst met hen sloten. Daar zaten zeker ook mensen bij uit GTST, maar ook iemand als voormalig zangeres Jerney Kaagman, de dame die ooit in Earth and Fire had gezongen en later bij Idols zo’n belangrijke rol zou spelen als jurylid. Zo’n vreemd gesprek met haar gehad dat ik domweg niet kon besluiten haar met een Skoda te laten rijden als ze zelf telkens een enorme voorkeur uitsprak voor het merk Citroen!

Overigens gingen niet alle gesprekken even gemakkelijk hoor. Soms bemoeiden zich ineens ‘managers’ met de onderhandelingen en dan ging het al snel fout. Ons de wet voorschrijven rond hoe men om wenste te gaan met promotionele zaken was mij al snel te gortig. Het was graag of niet, die Skoda Octavia kostte indertijd ook al een best bedrag en men hoefde een jaar lang slechts benzine of diesel in de tank te mikken in ruil voor de nodige PR-momentjes. Toch bleek dat de meeste van deze ’BN-ers’ tijdens het vervolgtraject gewoon heel plezierig waren in de omgang en eerder met dit bijltje hadden gehakt. Skoda bleek een merk met allure geworden en dat vertaalde zich in een grotere lijst aanmelders dan wij budgettair konden verantwoorden. En waar het service en onderhoud betreft bleken die wagens bij veel dealers met graagte te worden geholpen, het gaf de dealers ook een stukje extra bekendheid natuurlijk. Net als bij Daewoo eerder in die jaren was gebeurd, sloten ook wij op enig moment uiteindelijk de poort voor dat gesponsorde rijden. Al was het maar omdat we door de positieve publiciteit en als gevolg van de enorme reorganisatie van modellengamma en dealerkorps niet meer hoefden te klagen over prospectkopers. Elk nieuw model stond meteen in grote belangstelling en dat zou niet minder worden met de nieuwe generatie Skoda’s die volgde op de Octavia. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief)

 

Leven met de Vliegende pijl – 41 – Tiller Brothers…

Tijdens een van onze vele bezoeken aan Praag en Mlada Boleslav, we vlogen indertijd zo’n beetje om de drie weken die kant op, zagen we op het vliegveld van Praag naast de Boeing van CSA (de op twee na oudste luchtvaartmaatschappij ter wereld, waarmee het goed vliegen was) een splinternieuwe Felicia Pickup staan met een alleraardigst kapje bovenop de laadbak. En omdat we met de Skoda-fabriek indertijd constant in gevecht waren om de voor Nederland bestemde wagens van dit type voorzien van een passend kapje geleverd te krijgen, was elk alternatief voor ons acceptabel. Dus liep ik naar de betreffende auto toe, schreef de naam op van de kapfabrikant en voegde me weer netjes bij mijn chef (en de andere passagiers) om met hem de nieuwe informatie te delen. Die slimme Tsjechen zelf hadden gewoon sneller dan de Skodafabriek dat onder Duitse leiding kon, een alternatief voor die kapjes gevonden. En het zag er nog goed uit ook. Jaap van Rij dook dieper in de achtergrond van deze kwestie, en vond uit dat de bedrijfsnaam van de leverancier, Tilvo, afkomstig was van een onderneming die in oude fabriekshallen van het zo prachtige merk Tatra kunststof kappen maakte. Maar ook caravans, vliegtuigen, boten, ambulance-ombouwsets voor Tatra’s en…. eigen auto’s.

Complete verrassing. De ons tot dan onbekende onderneming werd geleid door de Tsjechische familie Tiller die in die jaren na de omwenteling van communisme naar kapitalisme door had dat je met geperste kunststofvormen het nodige kon verdienen. Die kapjes bleken alleen al door het grote inwendige volume een gouden greep en we bestelden er meteen een serie van voor de Pickups die nu in Nederland stonden te wachten op aflevering tot er eindelijk uit Praag witte rook zou komen voor de door Piech ‘afgekeurde’ originele exemplaren. De familie Tiller bleek een voor toenmalige Tsjechische begrippen grote welvaart te kennen en beschikte zelfs over een eigen helicopter waarmee men het zakenverkeer tussen Praag en de oude Tatra-fabrieken elders in het land onderhield. Jaap van Rij, altijd in voor een avontuur op dit gebied, rook op enig moment dat er wellicht ook handel zat in die eigen auto’s van die lui, die ze als Tilvo Beta op de Tsjechische markt brachten.

Het ging om een aardig ontworpen bestelwagen die bestond uit een soort buizenframe-constructie op een normaal chassis en dan aangekleed met een kunststoffen carrosserie. Technisch had je dan de keuze uit een Skoda of Hyundai platform. Bij testritten bleken die wagens goed te rijden. Men reed met ons over een testbaan vol kuilen en andere obstakels en de Beta gaf geen krimp. Het waren dus bestelwagens, voor alle duidelijkheid, personen kon je er niet in vervoeren. Maar Jaap van Rij zag er toch iets in. En omdat hij e.e.a. ook bij Pon Holdings had aangeroerd mocht hij verder gaande onderhandelingen voeren over de evt. import van deze wagens naast de al bestaande Skoda-range. Zou voor sommige nieuwe dealers die zich intussen specialiseerden op bedrijfswagens, en verdraaid die kenden we in de toenmalige vernieuwde organisatie, een leuke aanvulling kunnen zijn mits de prijs en kwaliteit goed waren. Op het moment dat we in de afrondende fase kwamen stuitten we echter op twee problemen.

De Tiller Brothers waren nog niet zover dat ze de wagens hadden laten testen op botsbestendigheid voor gebruik binnen Europa, een absolute voorwaarde bij import en verkoop. Maar een tweede probleem bleek dat de grote baas van het concern net voor wij nog wat diepgravender zouden onderhandelen met hem, verongelukte in zijn bedrijfshelicopter. Een grote slag voor het bedrijf, maar ook voor ons. Aardige man en goed voor de handel en kwaliteit. Het bedrijf raakte er door in verwarring. Wij ook en we bliezen de verdere gesprekken maar af. Het kwam er later ook nooit meer van. Achteraf bezien maar goed ook wellicht. We hadden de handen best vol aan het beter op de kaart zetten van Skoda in Nederland. Maar we hadden nu in ieder geval wel Pickups met goede kapjes, die we als TwinTop-uitvoering in de prijslijst vermeldden en de eerste bestellende dealers kregen die ook snel geleverd. Later kwam dit soort kapjes van Skoda zelf ook los, wij hadden de managers bij de fabriek geinformeerd over onze noodmaatregelen met die Tilvo-kapjes, en daalde de rust weer over de organisatie. Felicia moest haar werk doen. En dat vroeg genoeg aandacht! En die Beta? Die werd in eigen land jarenlang verkocht onder de naam Tatra. Wij zetten er journalisten indertijd nog eens voor op het spoor. En die schreven er een aardig verhaaltje over. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda/Tilvo/internet)

Leven met de Vliegende Pijl – 40 – Felicia Combi en meer…

Wij moesten dus voor de introductie van de nieuwe Felicia Combi naar Brno. Ik was daar persoonlijk nooit eerder geweest, maar het bleek een stad te zijn die op een goede 2,5 uur rijden per bus van Praag gelegen was. Zoals altijd maakten wij van de gelegenheid gebruik om wat langer te blijven in het Tsjechische land en daar wat zaken te doen voor we zouden afreizen in een dubbeldeksbus richting Moravie. Wij hadden nog steeds grote moeite om voldoende auto’s te krijgen voor de Nederlandse markt en hoe aardig ook dat we een nieuwe variant in de vorm van de Combi zouden krijgen, het was wel leuk als we ook zouden weten wat voor prijzen er voor die wagen zouden gelden. Die Combi kwam er ineens met een 1,6 liter VW motor die bekend was van de Golf, en ook een noeste 1,9 liter grote diesel kwam nu als waardevolle aanvulling in het vooronder. Grote stappen voor een merk dat voorheen niet veel meer dan slechts een enkele basismotor kon leveren. Daar moest dus fiks over gepraat worden. En dat deden we. Pendelden heen en weer tussen Praag en Mlada Boleslav, overnachtten in Praag en zaten in de vroege ochtend in die bewuste bus die ons naar Brno zou brengen. Dat lukte qua tijd prima, helaas kwam de chauffeur er in Brno zelf achter dat zijn dubbeldekkerbus niet onder de viaducten in die stad door paste……

En deze bus zat vol met importeurs en wat journalisten, terwijl in de tentoonstellingshallen van Brno de directie van Skoda Automobilova ongeduldig wachtte op onze komst. We reden als de Joden rond Jericho langs de randen van Brno om ergens een plek te vinden waar die bus de stad in kon. Na veel gedoe, vragen aan passanten en uiteindelijk door het volgen van een vriendelijke taxichauffeur lukte het om bij de lokale expositieruimte te komen en kon de internationale introductie beginnen. Het was er niet al te groot, druk en onoverzichtelijk. Jaap van Rij raakte er zijn dure camera nog kwijt, wij samen gelukkig niet de spirit nodig om verder te gaan met het merk. Er werden persritten georganiseerd in de omgeving van het tentoonstellingscomplex en daarbij bleek dat vooral die Felicia Combi met VW-motor aardig uit de voeten kon. Een fijn rijdende combinatie.

Samen met onze Tsjechische tegenvoeter, de man die ons land vanuit Skoda in zijn bewerkingsgebied had zitten, maakten we er een plezierige middag van. We overnachtten in Brno, al werd dat een korte periode van slapen toen bleek dat het geluid van de langs rijdende trams en gebrek aan isolatie bij het hotel niet fijn combineerden. In ieder geval was die Combi er nu ook en kregen we een steeds breder aanbod van nieuwe Skoda’s dat ons in de vaart der volkeren zou moeten kunnen opstoten. Dat werd nog duidelijker toen Skoda ook nog een Pick-Up bracht met de bekende dieselmotor van VW en er tevens een VanPlus werd uitgebracht, waarbij men de Combi als basis nam en daarop een wonderlijk gevormde kunststof kap monteerde waarbinnen je 1,8 m2 laadvolume had en via achterkleppen en zijdeuren de lading aardig kon verstouwen. Een auto die veel leek op die oude Forman Plus die we nog kenden uit de Favorit-tijden. Die Pickup kende later in ons land redelijk wat succes, de VanPlus is een auto waarvan er naar mijn weten officieel een stuk of drie zijn geïmporteerd. Toch zorgden ook juist deze bedrijfswagens weer voor het nodige gedoe.

Want Skoda leverde weliswaar die PickUp, maar geen in ons land broodnodige kapjes voor over de laadbak. Die zouden volgens opgave niet voldoen aan de normen van de Heer Piech zelf, indertijd de grote baas bij Volkswagen. En dus moesten we omwille van de continuiteit weer op zoek naar alternatieven. Die vonden we in Tsjechië zelf. Daar was een fabrikant te vinden die niet alleen boten, caravans, zweefvliegtuigen en zelfs auto’s van kunststof bouwde, maar ook kapjes voor de Felicia. Ik kom daar later in mijn verhaal nog op terug.  Intussen kwam achter de horizon de nieuwe grote Skoda tot bloei. Een auto die het merk pas echt zou doen veranderen tot de wereldspeler die het nu geworden is. Maar dat wisten wij anno 1995 nog niet….al vermoedden we het wel. We hadden immers de nodige voorinformatie… Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)

 

Leven met de Vliegende Pijl – 39 – Keerpunt Felicia…

Nu was het in de realiteit van alle dag niet zo dat die Felicia vanaf het eerste moment die gewenste omslag verzorgde. Immers, we begonnen met een strijd, op meerdere fronten uit te vechten. De VW-managers bij de fabriek vonden dat de Nederlandse organisatie er weinig tot niets van bakte en aan de andere kant zagen we de dealers die nog steeds meenden dat zij pas hoefden te investeren ‘als het ging lopen’. Dan was er de tamelijk negatief ingestelde pers en het terughoudende koperspubliek. Daarbij was de interne organisatie van Pon Mobiel in Voorschoten indertijd nog steeds een wonderlijke mengelmoes van oud en nieuw gebleven. Er zaten mensen bij die de dagen van vroegste importeur Englebert nog hadden meegemaakt en die mengden zich met nieuw aangestelde jongelui die vol vuur bezig waren om het nieuwe Skoda uit te venten. Inhaalslagen moesten overal gemaakt, maar Pon stond als moedermaatschappij niet toe om ‘verlies’ te maken. Anticylisch investeren was er toen nog niet bij. Kortom, we moesten zwemmen met handboeien om en ballen lood aan de benen. Toch lukte het om door veel inventiviteit en enthousiasme in te zetten de boel draaiende te houden. Zo was ons eigen dealerbedrijf in Voorschoten intussen het allergrootste van het land.

De kerels die we daar in hadden staan, Bart en later Harold, werkten keihard en professioneel aan de verkoop van de laatste restjes voorraad ‘oud’. Zelfs wagens die elders in het land jaren hadden staan wachten op beweging gingen soms binnen een paar weken de deur uit via de eigen Voorschotense vestiging. Daarbij deed deze showroom ook dienst als tentoonstellingsplek voor de laatste nieuwe modellen, die verantwoording hoorde weer meer bij het importeur zijn. Sommige dealers kwamen dan met klanten uit het land bij ons kijken naar de nieuwste modellen die wij wel, en zij niet hadden staan. Dat moest met die nieuwe Felicia allemaal veranderen. Bij Pon Mobiel werd een plan opgezet om het ict-systeem eens compleet op de schop te nemen en een bij de Skoda-fabriek aan te passen systeem op te nemen, dat ook de leesbaarheid van gegevens zou vergroten. Voor de introductie van de software kozen we experts van een dochteronderneming van de Binckhorst in Den Haag. Voor de hardware zocht ik het bij een oude Schipholse relatie die o.a. luchtvaartmaatschappijen en vliegvelden voorzag van nieuwe computers en printers. Maar ook al in een door ons geleverde FormanPlus rond reed.

 

Die zouden ook de nieuwe bekabeling binnen het Voorschotense gebouw regelen. Omdat ook hier weer met een relatief beperkt budget moest worden gewerkt, kreeg ik van ‘Baas Jaap’ de taak om het hele proces aan te sturen. Ik kreeg die rol omdat ik ‘geen last had van verdrinken in details en ook niet al te veel verstand had van computers. Dat zou me niet remmen bij het nemen van beslissingen die goed waren voor het bedrijf’. Het werd een jaar of anderhalf heel hard werken, maar we kregen uiteindelijk een goed werkend systeem. Ik leerde persoonlijk intussen het nodige over ict en kon ook al snel e-mailen. Dat was nooit weg natuurlijk….. Maar op basis van wat de fabriek ons begon op te leggen bedacht ik ook een truc. Als we nu eens wat strengere kwaliteitstandaards zouden invoeren? En die zouden benutten om dealers al dan niet te belonen met een certificaat, feestje en PR-bericht? Dan sloegen we een paar vliegen in een klap en zou de fabriek ons even met rust laten v.w.b. de introductie van het toen splinternieuwe maar ook wel erg strenge LEX-programma en de daarbij voorgestelde nieuwe huisstijl.

Omzichtig werd gekeken naar een lokale fabrikant die ook de nieuwe striping en eventuele lichtbakken zou kunnen leveren die Skoda nu voorschreef voor de dealergevels, maar dan voor een fractie van de prijs. Al die stappen werkten. Het zgn. Quality Standards for the Nineties programma, (QSN) werd nu stringenter ingevoerd en op basis van een veertigtal criteria gecontroleerd door onze ‘jonge honden’ in de buitendienst. Simpele zaken als het in dienst hebben van een gekentekende demowagen van het laatste type of het schoonhouden van een klantentoilet wogen in die periode nog wat zwaarder dan de pure omzet. Er ging een eerste schokje door de organisatie. Er werd bij sommige dealers nu alsnog schoongemaakt, geschilderd en geïnvesteerd. Daarnaast voerden we de verkiezing van de ‘dealer van de maand in’. Dat baseerde zich op omzet verkoop nieuw, after sales of invoering van QSN-Plus waarbij een dealer echt werk maakte van klantvriendelijkheid. Ons marktaandeel steeg daardoor licht. Daarvoor zorgde ook de Felicia, die snel leverbaar werd met verschillende uitvoeringen en kleuren. Zelfs ‘Baas Jaap’ stapte uit zijn geliefde Favorit Roadster die hij zelf nog had geïmporteerd en ging rijden in een gifgroene Felicia GLX. Maar bij Skoda Automobilova zelf was het vliegwiel met de komst van de Felicia pas goed op gang gebracht. Ook daar ruimde men op. Oude Tsjechische managers werden vervangen door nieuwe, vaak jonger en goed afgestudeerd, en de modelreeks werd heel snel uitgebreid. De nieuwe Combi kwam er ook aan en men koos er om allerlei redenen voor om die nieuwe en zeer belangrijke variant te introduceren in het Tsjechische Brno. Toch niet meteen de meest logische plek voor een wereldpremière! Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)

 

Leven met de Vliegende Pijl – 38 – Voorbereiding omslag….nieuwe modellen…

Wat met de Favorit tot dan in ons land niet voldoende lukte moest diens opvolger wel kunnen. Grotere omzetten maken. Meer integratie van VW-technieken en ook door vormgeving en kwaliteit een afstand creëren tot de vroegere communistische jaren. Bij Skoda heette dat ineens en met een mooie uitdrukking; de ‘Grosse Produkt Aufwertung’ (Afgekort GPA), wat zoveel inhield als een soort super-facelift voor de Favorits. De auto die men in die jaren aan ons liet zien bij het Tsjechische ontwikkelingscentrum was wel meer dan dat. De GPA-1 prototypen hadden een compleet andere lijnvoering dan de toen nog volop gebouwde Favorit. Alles wat aan die toenmalige Tsjechische auto’s hoekig was werd bij diens opvolger rond en door toepassing van een ander soort vooras en subframe kreeg Skoda de kans om ook VW-motoren in te bouwen. Waaronder uit de Golf afkomstige diesels. Daarbij was die GPA ook een auto die bij botsproeven enorm goed scoorde. Naar zeggen van de Tsjechische ontwikkelaars beter zelfs dan de toenmalige Golf. Dat feit werd door de VW-directie niet meteen geapprecieerd, er moest dus worden afgespekt, waarbij ook het prijsniveau van de nieuwe auto een rol zou spelen. Voor de GPA gold dat hij net als de Favorit zou worden geleverd met een tweetal eigen motoren van Skoda, maar dat die verder waren verfijnd en voorzien van MPI(Multi Point Injectie)-systemen. Al snel werd bij de fabriek de naam Felicia geïntroduceerd. Voor Skoda-liefhebbers, en ik ben er zelf een van, niet echt een naam om vrolijk van te worden. Immers, die Felicia was voorheen een mooi ontworpen cabriolet geweest en niet de minste van alle historische Skoda’s.

En met alle respect voor de nieuweling uit Mlada Boleslav, dit was gewoon een keurig nette hatchback. Hoe dan ook, de nieuwe Felicia kwam er aan en wij moesten vooruitlopend op dat gegeven in ons land volop aan de slag. De druk van de Duitse en Tsjechische managers bij de fabriek werd groter om het Nederlandse volume nu eens echt op orde te brengen. Immers, als er VW-technieken bij kwamen wilde men niet meer verkopen vanuit de nog steeds gebruikte ‘verbouwde varkens- of kippenschuren‘. Ik herinner me in dat kader een rel bij de introductie van de bij de nieuwe auto behorende huisstijl en kwaliteitsprogramma’s. Een van de Duitse MT-leden die deze intro deed werd onderbroken door de Ierse importeurscollega. Die gaf aan dat in zijn land eigenlijk geen enkele dealer een fatsoenlijke Skoda-showroom te bieden had en hoe dit dan op korte termijn verder moest. De Duitser die ons allen de maat nam maakte nog even kort en bondig zichtbaar wat zijn herkomst was. Hij viel publiekelijk en op tamelijk botte wijze uit naar de Ier en maakte duidelijk dat als deze niet binnen een jaar orde op zaken had gesteld er geen verlenging van het importeurscontract meer zou plaatsvinden.

De zaal vol onthutste importeurs deed er verder het zwijgen maar toe. Maar ook wij wisten wel dat we geen gemakkelijke boodschap zouden moeten brengen. Want ook in Nederland was anno 1994 nog steeds veel werk te verrichten. Hoe dan ook, de Felicia kwam er aan en we moesten heel hard werken om van de introductie een feest en een succes te maken. Je kunt een première maar een keer goed doen. Intussen waren we er wel in geslaagd om op basis van de voorinformatie die rond de Felicia werd gegenereerd, nieuwe dealers te interesseren voor het agentschap. Vooral op lege plekken, waar al jaren geen dealer meer te vinden was geweest, zoals in Nijmegen, vonden we ondernemers die er wel iets in zagen en de stap durfden nemen. Immers, wij verkondigden een evangelie van hoop en geloof in een betere toekomst. Dat deden andere en met name Aziatische merken intussen ook, maar Skoda had gelukkig in dealerland nog steeds een goede naam. De gouden tijden waren nog maar een jaar of tien daarvoor actueel geweest, ‘met VW op de achtergrond moest het in de komende jaren beter gaan’. En zo zaten we ergens in dat jaar 1994 samen met de hele organisatie op een raderboot in de Waal bij Nijmegen waar we een geweldige introductie hielden van een paar uur lang. Hoogtepunt was het voor veel aanwezigen toen de eerste Felicia onder applaus en met echt vuurwerk uit de ‘vloer’ omhoog werd gehaald en aan alle dealers getoond. Door goed te kijken wie er wel en wie niet positief reageerden wisten we meteen met wie we al dan niet door zouden gaan. De cynici moesten nu echt plaats maken voor hen die de toekomst met Skoda zonnig in zouden zien. De Felicia moest en zou het keerpunt worden. Voor die introductie moesten we trouwens via onze Praagse relaties wel een truc uithalen. Met 15 aan ons land  toegewezen auto’s deed je niet veel, dus wisten we een 100-tal Duitse Felicia’s naar ons land door te sluizen. Anders waren veel dealers zonder demowagen aan de Felicia begonnen. Dat we die 100 Felicia’s weer aan de Duitsers moesten teruggeven via de later door ons bestelde exemplaren spreekt voor zich. Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird/Skoda)

 

Terug in de tijd; 1995!

ANT-15 - Amsterdam RAI 1995 - Intro Felicia Scan10089Soms is het wel eens aardig om terug te kijken naar je eigen leven van pakweg 10,20,30 of 40 jaar geleden. Hangt er vanaf hoe oud je bent uiteraard. Gewoon om te zien hoe je toen tegen bepaalde zaken aankeek en met welke dingen je indertijd zo druk was. Of je toen gelukkig(er)was en wellicht actief met dingen die je later toch als minder belangrijk bent gaan zien of wellicht  niet. Zo weet ik nog goed hoe ik in de jaren zeventig heel erg druk was met allerlei voorzitterschappen, van Stichtingen die de belangen van de luchtvaart behartigde tot het schoolbestuur van de scholengemeenschap waar mijn zoon op verkeerde. Werd later allemaal aan de kant gegooid omdat ik andere interesses kreeg en verhuisde. Je ziet door de jaren heen je vriendenkring wisselen. Oude vriendenkring opgefrist, nieuwe mensen toegevoegd. Je maakt als mens van alles en nog wat mee. Denk maar eens aan de komst van de computer of de invloed van het internet. Echt waar, hadden we twintig jaar geleden nog maar weinig tot niets over gehoord of dat hele gebeuren stond qua persoonlijke beleving nog in de kinderschoenen. 1995, twintig jaar geleden, was een sleuteljaar voor mijn toenmalige carrière.

ANT-19 - Ouderkerk 190295 - Purdy in gras Scan10093Ik werkte halverwege die jaren negentig al een paar jaar voor de grootste auto-importeur van Nederland en ‘deed’ daar mijn favoriete automerk waar we net een nieuwe compacte middenklasser aanboden in de vorm van de Felicia. Een eerste vingeroefening van de Tsjechen onder auspiciën van de Volkswagen-directie. We hadden die wagens met verschillende benzine- en dieselmotoren en het was nu de beurt aan het publiek om de auto naar waarde te schatten. Januari 1995 was een stressvolle tijd, omdat we net bezig waren met voorbereiding van de tweejaarlijkse auto-RAI. En daar zou de nieuwe auto breed worden geintroduceerd. We trainden de toenmalige dealerverkopers die in de stand aan de slag zouden gaan en dat leverde uiteindelijk heel wat nieuwe orders op voor een degelijke en keurig nette auto die voor een relatief laag bedrag VW-techniek combineerde met de meeste binnenruimte uit zijn klasse. Intussen woonde ik ook al weer precies een jaar in ons huidige huis in een mooie omgeving op de rand van de Hoofdstad.

ANT-12 - Amsterdam Uitmarkt 1994 - Varende ton Scan10087We raakten in de thuissituatie net gewend aan de nieuwe omgeving, genoten van het verminderde filegedoe na die verhuizing en voor mij was het ook al zo plezierig omdat Schiphol met al haar aantrekkelijkheden om de hoek te vinden was. We hadden onze, toen nog jonge, hond Purdy een paar jaar in huis. En als we naar Duitsland gingen voor wat inkopen deden we dat steevast in Essen. Ik zat zelf ook regelmatig in Praag en vond dat een van de leukste plekken van Europa. Al waren de gesprekken daar niet altijd even gezellig… Hoe dan ook, 20 jaar geleden was het leven nog overzichtelijk. Je deed veel zo niet alles met de schrijfmachine, fax of kopieermachine. En weken hadden vaak een uurtje of 60-70 aan werktijden in zich. Het lijkt zo kort geleden allemaal, maar wat is het al weer lang geschiedenis….