Auto wassen…

Auto wassen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: la-3-kombi.jpg

In onze vroegere woonstraat was ome Jaap een fenomeen. Hij had een sigarenwinkel, een jongere vrouw, maakte van zijn winkel een mini-supermarkt toen de kruidenierswinkel naast hem de ondernemerspijp aan Maarten gaf maar ook omdat hij een auto bezat. Dat was in die tijd nog niet zo normaal als tegenwoordig. En anders dan veel Nederlanders in die tijd koos hij voor een bijzonder merk, Lloyd. Dat bouwde vooral kleine wagentjes die zuinig omsprongen met brandstof maar toch een soort van comfort en ruimte verzorgden. Niet dat ome Jaap overigens vaak reed in zijn bolide.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: triumph-mayflower-grey.jpg

Dat was vooral in het weekend het geval en dan wisten we al dat hij dit weekend ging rijden omdat dan op zaterdag middag een emmer naar buiten werd gehaald met gekookt water en zeepsop. De kleine Lloyd kreeg een verwenbeurt opdat hij op die zondag glimmend en wel kon afreizen naar het Gooi of Zandvoort. Ome Jaap was zuinig op zijn auto, net als veel andere mensen die toen een auto bezaten. Immers, het vertegenwoordigde best een kapitaal allemaal en je verhief je toch wat boven de toenmalige middelmaat uit. Veel gezinnen bezaten net aan een brommer of scooter, maar een auto was iets voor de middenstand.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img-1872.png

Grappig was dat de snoepjeswinkelier een eind verderop in de straat ook een auto bezat. Een opvallende Triumph Mayflower. En ook die werd op zaterdag uitgebreid gewassen of gepoetst voor de zondagse ritten. Die laatste figuur had een reeks kinderen en die hielpen allemaal mee. Daar kon ome Jaap niet op rekenen, hij bleef kinderloos. Dat maakte hem overigens nooit verbitterd, het was een vrolijke vent. Bij ons voor de deur stonden ook altijd auto’s. Ik verhaalde al dat mijn lease-pa ‘er in deed’ en dat hij de handel glimmend en wel voor de woonstede neerzette. Adverteren hoefde nauwelijks of nooit, klanten genoeg. De gezinsauto van dienst kwam vaak uit die handel voort.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: studebaker-commander-1953.jpg

Even testen in het weekend of gewoon omdat mijn moeder zo’n auto leuk vond of zelfs een soort trots uitstraalde als we er weer eens mee op stap gingen. Maar het werd pas link als die gezinsauto vooraf werd gepoetst. Dan wisten we bijna zeker dat ‘pa’ er een klantje voor wist. Zo herinner ik me een Skoda 438 in een fraaie bruine laktint met een licht gekleurd dak. Mijn moeder vond dat prachtig en noemde de Skoda ‘haar chocolaatje’. Had ze beter niet kunnen doen. Twee dagen later was de Skoda weg. Of ‘Pa’ het er om deed weet ik niet maar wassen was wel altijd een dingetje. Ik zelf ben uiterst zuinig op ons vervoer. Niet voor de handel, gewoon omdat ik door al die jaren in het vak vind dat je in een schone en opgeruimde auto moet rondrijden. Smerig is niet mijn ding. Dus was en poets ik het voiture voor de eigen huisdeur. Ruim alles daarna netjes op opdat de groene goegemeente er geen scheve ogen van krijgt. En opvallend, je hebt altijd aanspraak als je er mee bezig bent. Zou ome Jaap dat indertijd ook zo hebben gehad? Vast wel. Hij was er slim genoeg voor….. (foto’s: archief)

Medische informatie…

Medische informatie…

Juist na mijn vorige verhaal over de gekwetste voet is dit verhaal van deze donderdag er een om te waarschuwen tegen al te veel enthousiasme waar het medische verhalen betreft door patienten of leken. En helaas is er een kluwen lieden die meent dat juist ik interesse voel om alles te weten over hoe het andere mensen vergaat met hun klachten of ziekenhuisopnamen dan wel behandelingen. Als men niet tot mijn nabije kringetje behoort laat ik de kleppen over de oren vallen wanneer men over al die ellende begint.

Reden; ik kan er gewoon niet tegen! En soms heb ik dat wel eens gezegd (en ik spreek zelden diplomatiek op dat punt) maar gaat de uiter gewoon door. Want men wil (moet) zijn/haar/hun verhaal kwijt. Terwijl ik zelf ..(en die gekwetste voet was meer een sfeerbeeld dan iets anders..) Dat snap ik nog wel, maar ik wordt er helemaal onrustig van. Onlangs troffen we zo iemand. Tuurlijk, lijst met kwalen en ellende, maar om daar nu de hele avond over te praten?? Er is nog wat meer te doen in de wereld. Daarbij, die omstanders kunnen vaak niks doen aan de ellende die jij meent te moeten ondergaan.

Zeker niet wanneer je als prater weet dat je de omhorenden nooit meer zult zien of tegen komen. Je komt het zelfde tegen bij mensen die zodanig op zichzelf zijn ingesteld dat ze je duidelijk maken hoe zij een relatie ondergaan, een scheiding, de kinderen, de banen van die nakomelingen en zo meer. Sommigen kunnen daarover uren aaneen babbelen en hebben geen idee dat die toehoorders wellicht zelf ook nog iets te vertellen hebben. Maar dan nog vind ik als meninggever dat nog minder erg dan al die onnodige medische informatie. En dan ook vooral van mensen die mij gaan uitleggen hoe zij hun dokter hebben moeten corrigeren op het gebied van medicatie of zo. In de praktijk van alle dag zie ik dan mensen die bij die dokter juist hun mond niet open doen. Heel anders dan deze meninggever. Die veel vragen stelt en als het niet bevalt gewoon wegloopt. Die ook geen vaccinaties accepteert zonder uitleg over oorzaak of gevolg. Watjes gebruik je maar om bloed weg te vegen…. Maar ook daar ga ik het niet over hebben. Voel me nu al wee in de bol….. Maar even serieus….ben jij wel van de medische informatie richting anderen? Of kan je dat toch goed bij je houden?? Ik ben benieuwd naar de verhalen, maar je kent nu mijn grenzen…… (Beelden: Internet/archief)

Oost-Europese auto’s…

Oost-Europese auto’s…

Alleen al door de kop van dit blogverhaal zouden sommige mensen die hier meelezen kunnen afhaken. Dat is jammer want onbekend maakt onbemind kan juist door het lezen van mijn wervende teksten worden omgebogen naar meer kennis van zaken en derhalve een andere houding. Waarom? Omdat die Oost-Europeanen vaak een directe verbinding kenden met onze eigen autofabrikanten, al was het maar omdat in de vooroorlogse verdeling van Centraal- en Oost-Europa veel van die landen gewoon bij Europa hoorden en in dat oosten van ons werelddeel soms veel wagens werden gebouwd onder grote namen als BMW, Audi, DKW, Horch, Opel of Fiat.

Want ja, dat Europa van toen werd ineens pas Oost-Europa nadat de troepen van de Sovjet-Unie de Nazi’s terugdreven naar hun eigen land en van de gelegenheid gebruik maakten om half Europa gewoon toe te voegen aan het toenmalige Stalinistisch-communistische rijk. En dat had grote gevolgen. Immers de Oost-Duitsers moesten dik betalen voor de ellende die Hitler en zijn kliek in het grote Moederland hadden aangericht. Dus haalden de Russen alle hen bekende autofabrieken leeg en sleepten ook technici mee terug naar het communistische paradijs in het oosten.

Wat overbleef trachtte met de restanten van onderdelen-voorraden en bouwtekeningen de oude boel te herbouwen, maar onder communistische bestuurders was de private sector veel minder van belang dan de zware industrie die o.a. de leiders in Moskou konden bekoren. Als je dan ook bedenkt dat strategische materialen zeker aan Duitsland werden onthouden dan snap je dat men in de latere DDR wagens als de van Duraplast opgebouwde Trabant gingen produceren in plaats van de Audi’s en Horch’s die daar vroeger vandaan kwamen. Uit de oude BMW-fabrieken in Eisenach kwamen nu Wartburgs en de aandrijving was een stuk techniek afkomstig van Auto Union/DKW, de bekende tweetakt pruttelaar. In Tsjecho-Slowakije werd het prachtige traditionele merk Tatra net als Skoda gedwongen tot de bouw van wagens voor of de partijleiders en anders de volkskameraden.

Waarbij Skoda zich nog lang kon ontworstelen aan het regime en de nodige wagens exporteerde wat flink geld (deviezen)opleverde waardoor de economie in dat land extra floreerde. Maar initiatieven om steeds moderner wagens te bouwen werden beide merken door de communistische leiders onthouden. Pas aan het einde van die communistische onderdrukking kon men bij Skoda de boel weer moderniseren. In Polen ging het niet anders. Daar had men minder tradities op autogebied, maar wel behoefte aan betaalbaar vervoer. En dus bouwde men lang oude Sovjet-modellen die te groot en dorstig waren voor het volk. Met licenties van Fiat wist men de boel echter aardig op gang te brengen. Na de Wende ging het echter compleet mis en van de Poolse auto-industrie bleef eigenlijk alleen een licentielijn voor Fiat over. In Roemenie had men vooral banden met de Franse automerken. Renault en Citroen maakten daar qua licentierechten de dienst uit. Wagens als de Oltcit (hier Axel) en Dacia kwamen uit dat land vandaan.

Dacia werd later overgenomen door Renault en kennen we nu nog. Uit Joegoslavie kwamen vooral Fiat-klonen die hier als Zastava werden verkocht. En soms nog met succes ook. Na de vernietigende Balkan-oorlogen van begin jaren 90 eindigde dat avontuur en hebben de Balkanlanden geen echte auto-industrie meer. Alles wat ik hier oreer, en nog veel meer, staat ook in het boek dat ik hierbij afbeeld. Gekocht in Duitsland en met veel plezier gelezen. Vooral omdat het heel veel vertelt over de geschiedenis van de auto-industrie in die landen. En zelfs ik soms nog niet alles wist. En dat wil wat zeggen als zeg (schrijf) ik het zelf. Ik kocht het boek indertijd nieuw bij de Mayerische Buchhandling in Aken. Het is een uitgave van de daar bekende uitgeverij HEEL en heeft ISBN nr. 978-3-86852-604-2. Ik denk dat ik het ooit kocht voor 2 tientjes…Geen geld voor zoveel informatie….. (Beelden: Prive bibliotheek)

Brits vernuft; Commer!

Brits vernuft; Commer!

Toen mijn leasepa besloot om zijn handeltjes in tweedehands auto’s aan de Mokumse wilgen te hangen ging hij op enig moment aan de slag bij Coca Cola in Amsterdam. Daar zat een toen nieuwe bottelarij en distributiecentrum in het redelijk nieuwe industrieterrein Amstel van toen. Bij dat bedrijf zorgde hij voor rijklaar maken van nieuwe en ook reparatie van al lopende trucks. En Coca Cola had toen als norm dat men altijd met Britse trucks wilde rijden. Dus er waren Leylands te zien, Bedfords, maar voor het distributiewerk in de steden kwamen Commers in gebruik.

En dat oude merk Commer was een bijzondere truckfabrikant omdat het al vroeg wagens verkocht naar de VS of componenten die dan weer onder licentie werden geproduceerd tot specifiek op die markt afgestemde wagens. Commer werd op enig moment in haar bestaan overgenomen door een andere Brits merk, Humber. Commer bouwde allerlei trucks en bestelwagens tussen 1926 en 1978, de door mij door het familieverhaal geregistreerde typen allemaal van het type R741 die met hun bolle cabine en kenmerkende voorruit met spijl zowel modern als wat ouderwets aandeden. Andere wagens van Commer reden o.a. voor Van Gend & Loos. In sommige markten kwamen dezelfde trucks uit als Karrier, nog zo’n typische merk uit die tijd en in die jaren allemaal opgeslokt door Chrysler uit de VS. De Commers waarover ik het heb hadden soms een 2-takt dieselmotor en waren daardoor best aparte wagens.

Men had ook bestellers en busjes in het 1-tons segment in de aanbieding en die zag je hier ook nog wel eens rondrijden. Naast het gebruik van Coca Cola (wagens met rechts stuur want dat was handig voor de chauffeurs die in die steden constant in en uit moesten stappen en dat het liefst deden aan de stoepkant) kwam je die wat grotere Commers/Karriers hier niet zo veel tegen. Net als mijn verhaal rond Coca Cola op enig moment een einde kende (het bedrijf verplaatste haar productie naar Hazerswoude) gold dat ook voor die Commers.

Ze dienden trouw de frisdrankengigant en verdwenen daarna van het toneel. Stiefpa stopte er intussen ook mee en ging weer een andere richting op. Commer zelf werd net als Karrier gesaneerd door Chrysler dat er daarna het merklabel Dodge aan hing wat nog decennia lang werd gevoerd. Na 1976 was er geen Commer meer in het aanbod van de Britse truckindustrie. Jammer maar helaas. Maar dat verhaal van dit merk met een persoonlijke inkleuring blijft uiteraard in de familiegeschiedenis behouden. (Beelden: Archief/Internet)

Het zit in de genen….

Het zit in de genen….

Genen…raadselachtige dingen die je of je wilt of niet verbinden met je eigen voorouders. Wie wel eens aan karakteronderzoek doet zal moeten vaststellen dat bepaalde trekjes die je zelf vertoont toch vanuit vroeger aan jou moeten zijn doorgegeven. Zo is muzikaliteit of het gebrek daaraan, vaak een genenkwestie. Dat geldt ook voor smaak en voorkeuren. Maar zeker voor gedrag. Nog even los van opvoeding en opleiding speelt die genenkwestie een rol bij hoe jij in het dagelijks leven anderen benadert of je eigen gedrag kunt kenschetsen. Egoisme is soms iets wat je van vroeger kunt terughalen bij ouders of grootouders.

Geldt ook voor dat eerder beschreven talent voor dit of dat. Maar ook een zekere wreedheid of de behoefte om als militair of pacifist door het leven te gaan kan door genen bepaald zijn. Geldt trouwens ook voor de kwetsbaarheid door ziektes die je in eerste instantie niet meteen (h)erkent maar er wel degelijk een rol in kan spelen. Genen zijn dus gewoon bouwstenen waarmee jij in elkaar bent gestoken, net als een Lego doos of andere bouwdoosconstructie. Die genen spelen al een rol bij uiterlijkheden. Een grote neus, snel kaal worden, een weelderige haardos, een klein of groot postuur maar zeker ook de gevoeligheid voor te zwaar zijn. Niet dat ik alles weg streep op dat punt via die voorouders hoor, je eigen gedrag bepaalt ook veel.

Maar toch. Ik ontdekte zelf op enig moment dat zowel mijn broer Rob als ik veel zaken deelden met onze naam gevende maar al vroeg uit ons leven vertrokken Pa. Het zakelijke bijvoorbeeld. Die oude heer had in zijn tweede gezin aardig wat kinderen verwekt en die leken ook uiterlijk op hem. Wij iets minder, maar soms als je de foto’s over mekaar legt (ik heb er zelf vrijwel geen) zie je wel overeenkomsten. Ook de stemmen leken op elkaar. En toch werden wij voor 95% van de tijd opgevoed door Ma en haar nieuwe partner. Toen ik via ex-blogster Pia die erg goed is in het genealogisch uitzoeken van jouw persoonlijke geschiedenis terechtkwam in de 19e eeuw bij een voorvader die burgemeester was geweest van een paar Oost-Nederlandse steden, diens portret bekeek en daar de snor en sik bij weg dacht, zag ik meteen herkenbare spiegelbeelden. Kortom, wij waren optisch in verre lijnen van hem afkomstig. Natuurlijk heb je ook van de andere ouder het een ander meegekregen. Wat dat precies is laat ik maar even in het midden hier, maar zeker is dat ik daar absoluut het een en ander van herken. Of ik dat leuk vind of niet. En? Hoe ervaren jullie die genen en leidt dat tot herkenning bij jezelf…..Laat ff weten of mijn vraagtekens over dit fenomeen ook bij jullie leven….. Dank bij voorbaat…. (Beelden: Archief)

De auto van pa….

De auto van pa….

In mijn lange ervaring binnen de automotive-branche en alles daar omheen is me wel duidelijk geworden dat hele generaties autobezitters/rijders zich vaak bij hun merkkeuze orienteerden op wat zij vroeger in hun jeugd thuis aan auto’s meemaakten. De autokeuze van ‘vader’ werd dan vaak 1 op 1 overgenomen. Wat leidde tot een grote merkentrouw in bepaalde families.

Men luisterde nog naar de oudere generaties en daar zijn sommige merken heel groot mee geworden. Zo was Opel ooit jarenlang nummer 1 qua marktaandeel in ons land. Opa, vader en zoon allemaal Opel-rijders. Veel auto voor je geld en dan die leuke vakanties die men zich zo goed herinnerde. Daar waar ‘pa’ een avontuurlijker mens bleek of bij toeval stuitte op een auto die beviel dan wel betaalbaar was zag je merken als Fiat voorbij komen of Citroen.

Mensen met een voorkeur voor het bijzondere gingen nog wel eens voor een Brits automerk en namen de ‘makkes’ daarbij mee als ‘dat hoort er bij..’. Er waren ook mensen die kozen voor degelijk, no-nonsens. Maar niet wilden rijden in een ‘dweil op de weg’, ook het imago van Opel. Dat volk koos dan voor Ford of Volkswagen. En bleef ook net zo merktrouw. Voor de directieleden van bedrijven waren er de grote Amerikanen, Mercedes en dergelijke. Niet meteen een familiemerk vaak, maar wel goed opgeslagen in de herinnering.

Bij ons thuis kwamen heel wat merken voorbij. Chevrolet, Studebaker, Ford, Hansa, Citroen, maar ook IFA (Oost-Duitse DKW), DKW en vooral Skoda. Vooroordelen (niets menselijk was ons vreemd) zorgden voor een totale afkeer van Italiaans en Frans spul. Ik kan me niet herinneren dat we daar ooit in zijn weggeweest. En de klap met de malle molen raakte ook mij toen ik zelf voor de keuze stond een nieuwe auto aan te schaffen.

Ik beschreef dat al eens een paar jaar terug in de hoofdstukken over ‘leven met de vliegende pijl’. Een Skoda werd mijn vervoermiddel en waar ik ze zelf kocht was en is dat nog altijd mijn favoriete merk. Zeker toen ik ze later in mijn leven zag bouwen wist ik, ‘dit zit goed’. Zakelijk kwamen er ook Subaru’s voorbij, Hyundai’s, Daihatsu’s, Oldsmobiles, Dacia’s, FSO’s en af en toe een grote Audi, VW, Renault of Rover. De acceptatie veranderde intussen en nieuwere generaties kijken heel anders aan tegen die vele automerken.

Men kijkt niet meer weg van Chinese wagens met een krankzinnig bedachte naam. Maar ja, lage aanschaf, bijtelling en natuurlijk elektrisch want moet van de baas… De mening van Pa of de rest van de familie telt nu minder. Opel staat niet meer in de top 10, het merk werd Frans net als Fiat of Alfa-Romeo. De merkwaarden van toen zijn verdwenen. Net als sommige merken die we indertijd koesterden. Ten onder gegaan of in handen gevallen van Chinese bedrijven.

Denk aan Saab (failliet) of Volvo (nu Chinees). Rolls Royce werd BMW en Bentley ging naar Volkswagen. Niets is meer wat het ooit was, maar het was voorheen lang zo gek nog niet qua indeling van de markt en haar merken. Je moet er nu zowat een studie voor volgen. En bedenken dat die nieuwe auto (of dure tweedehands) je kan brengen waarheen je wilt. Actieradius een groter ding dan vroeger. Maar toen was technische betrouwbaarheid iets vaker een dingetje. Kortom….er is veel veranderd. En Pa? Die kijkt vanaf een wolk toe, schudt zijn hoofd en bedenkt zich dat wat zoonlief nu weer oreert complete onzin is. Immers, alles is relatief…. Voor jou ook? (Beelden: Archief)

Hema en normale thee…

Hema en normale thee…

Al eerder beklaagde ik me over het feit dat je als klant die ergens een broodje wil eten en daar een normale (ontbijt) thee bij bestelt je ofwel wordt overladen met een doos vol keuzes behalve die ene gewenste smaak, onlangs maakte ik weer mee dat die normale thee gewoon niet in het assortiment zat. Op onze aanmerking dat dit toch wat vreemd was kregen we een heel antwoord over inkoopbeleid en dat de meeste klanten een smaakje willen. Het zal vast wel, maar ik wil gewoon zwarte thee.

Zoals je dat op iedere straathoek kunt krijgen bij de Britten, Duitsers of Belgen. Gewone normale thee, geen gedoe met bloemensmaakjes of brandnetels. Gewone mensen (laat ik mij zo eens beschrijven..) willen bijpassende thee. Is dat nu zo moeilijk? Zeker voor een bedrijf dat ooit bedoeld was voor de arbeidersklasse….koop een paar dozen van dat spul in (zelfs Amazon levert die)en maak me blij. Maar ik kan vast niet op tegen die inkopers die bij de Hema (en andere zaken waar hetzelfde euvel werd geconstateerd) deze thee moeten binnen halen.

Als je geluk hebt kunnen ze je net aan helpen met Earl-Grey, maar dat is echt niet hetzelfde. Niet voor niets haal ik als we er weer eens te gast zijn in Duitsland dozen vol van dat zwarte spul. Is gewoon niet duur, smaakt prima naar thee en komt uit SriLanka of weet ik veel, zonder al die wonderlijke toegevoegde smaken van bloemblaadjes uit Zuid-Afrika of de Sahara. Het zal toch niet zo zijn dat ik gedwongen wordt om zelf mijn eigen theezakje mee te nemen en dan E. 2,50 af te rekenen voor een glas warm water? Nou, bij een enkele Hema-vestiging was men daartoe in staat. ‘U kunt ook koffie nemen (grrrrrr) of warme Chocolademelk’. Precies, net of je roomboter bestelt en men je aanraadt mosterd op je brood te smeren. Kortom, Hema heeft een probleem. En veroorzaakt dat zelf. Als ik gewone thee bestel wil ik dat ook geleverd krijgen. Niks van doen met hun excuses. Regelen! Mijn dank is groot…(beelden: Internet/archief)

Smaak en voorkeur…

Smaak en voorkeur…

Een reeks decennia geleden kwamen vrouwlief en ik elkaar tegen. Op het toenmalige werk. Jonge mensen, de hormonen liepen in marstempo uit de oren. Hongerig trokken we elkaar aan, maar stootten net zo vrolijk weer af. Tot het moment dat we ontdekten dat we eigenlijk naadloos in elkaar op gingen zonder dat we dit elk moment van de dag daadwerkelijk tentoonspreidden. En nu, vele jaren later, is die fusie nog steeds bestaand. De hormonen marcheren wellicht wat minder maar daarvoor kwam respect in de plaats, erkenning van elkaars pluspunten en wellicht ook de dingen die ons mensen nu eenmaal maken tot wat we zijn, wezens met plussen en minnen.

Dit gesteld hebbend is het mij nog steeds een raadsel wat je als mens kan doen aantrekken tot de ander. Wat zorgt voor die vonk die overslaat, wat is het dat op het moment dat de vlinders opstijgen in de onderste regionen van ons lijf, onze geest zegt dat die ander eigenlijk perfect is voor de gezamenlijke toekomst. Of in sommige gevallen dat je dit overkomt met meerdere mensen.

Tuurlijk maakte je dit al door met je ouders (of grootouders) waarmee je natuurlijk een geweldige band opbouwt in normale situaties. Sommige mensen kunnen die vader of moeder dan ook niet missen, ook al zijn ze getrouwd of anderszins verbonden. Anderen wandelen vrij simpel weg uit het huisadres en zien dat later als een ‘gegeven’ en niet meer. We hebben kunstenaars gekend die gek waren op een harem van dames (of heren) die hen liefdevol bejegenden en ook onderling goed met elkaar door de deur of in bed konden. De menselijke beleving kan wonderlijke zaken bewerkstelligen. Zelfde geldt voor smaak. Waarom vallen we op groot, klein, blond, zwart, rood, of wat ook? Wat is dat? Die hormonen? Is het de stilte bij de ander als je zelf kakelend door het leven gaat, is het de spiegel waarin we kijken en die maakt dat we onszelf zien in die ander?

Het zal hetzelfde zijn als waarom de een melk drinkt en de ander water, kiest voor de kleur blauw terwijl de ander gaat voor rood. Iedere mensengeest ingesteld op een eigen programmering. Met de meest wonderlijke gevolgen. In een wereld waar in normale landen 1 op de 3 huwelijken al vrij snel strandt, mensen daarna weer op zoek gaan naar nieuw geluk en dat soms diverse malen weten te vinden, worden die lange relaties nog steeds gewaardeerd. Immers 2/3e deel slaagt wel. Die mensen verzetten bakens, binden soms in, geven toe, doen water bij de wijn, maar redden zo wel hun samenzijn tot er een natuurlijk einde op volgt. Dat zijn geen bijzonderheden, maar is min of meer de norm. Of het je smaak nu is of niet….(Beelden: Internet/archief)

Migraine anno 2023..

Migraine anno 2023..

Een aantal jaren her schreef ik al eens over mijn helaas op latere leeftijd opgetreden migraine aanvallen. Vergezeld van aura-lichtflitsen die vooraf gaan aan de latere echte hoofdpijn. Het trad voor het eerst op in 1999 of zo en ik weet het toen aan de grote stress die mij indertijd werktechnisch ten deel viel. Of aan de vele koffie, chocolade of wellicht enig ander onhandig eetpatroon. Maar dat bleek niet zo te zijn. Feitelijk is er weinig van de oorzaken bekend, maar is men er wel van overtuigd geraakt dat het voor het grootste deel een vrouwenkwaal is. Met name vrouwen in of net na de overgang lijken er mee te maken te krijgen. Waarbij die mij treffende vorm nog de meest milde is. Net als toen heb ik mij zelf goed geobserveerd en heb niets gevonden dat er op wijst dat ik een dergelijke fysiek bezit, al weet je nooit wat er onderhuids zoal huist, al ben ik dan wel overtuigd van de lesbische soort als ik mijn gevoel volg. Hoe dan ook, de migraine bleef, ook al nam die qua frequentie flink af toen ik voor mij zelf werkend iets minder op de agenda lette dan voorheen.

In de bladenmakerij (deadlines, drukker etc) kwam het wel weer opzetten, soms twee aanvallen per dag, maar dat kan ook van doen hebben gehad met het feit dat ik zelden of nooit even ging liggen tijdens een aanval. En zo ging dat pakweg 15 jaren lang. Onlangs ben ik maar eens gaan bijhouden wanneer die aanvallen nou optreden en wat ze mogelijk triggert. Daarbij bleek iets vreemds, na de Corona-vaccinaties had ik steevast veel meer aanvallen dan daarvoor. Het jaar er op, geen vaccinaties, trad het vrijwel niet op. Maar dit jaar is het weer helemaal bingo. Alleen al in de afgelopen maand mei had ik er 5 keer last van. En altijd op verschillende momenten, maar veelal wel in de ochtend. Terugkijkend heb ik geen eenduidige uitleg over die oorzaken die mogelijk een reden kunnen zijn voor dat gedoe. Maar vervelend is het wel. Soms overvalt het me in de auto, een andere keer gewoon op een terrasje aan een bakkie thee, dan weer als we lopen te wandelen in een bos. Kortom, geen pijl op te trekken. En dat is vervelend. En ik moet langzamerhand toch wel uit die overgang zijn zou ik denken. Maar dat is een grapje natuurlijk. En als je zo’n aanval hebt maak je echt geen grapjes meer…Jullie wel?? Nou bedankt dan…:) (beelden: Prive)

Bloghistorie…

Bloghistorie…

Na al die jaren bloggen is het aardig om nog eens om te kijken en te bezien hoe dat er in het begin van dat femoneen aan toeging en hoeveel er intussen is veranderd. Want in die jaren dat velen van ons via zgn. Internetfora de blogwereld in rolden kwamen ook die andere sociale media op en zag je na een paar jaar de vlucht naar voren voor veel oudere en/of ervaren bloggers van toen, richting het Facebook, Twitter, Instagram en meer. Ik heb er nog altijd een stel in het vizier of binnen de vriendenkring die ooit met die blogverhalen een hele gemeenschap vormden met figuren zoals ik. Ik was al snel ingeburgerd in die blogwereld van pakweg 16-17 jaar geleden.

Ik kon er mijn persoonlijke verhalen kwijt, pakte de actualiteit nog wel eens beet en liet me niet onbetuigd in discussies over zaken die er naar mijn idee toe doen zoals over politiek of zo. We kregen soms contact met elkaar, linkten onze blogs met anderen en gaven over en weer onze blijken van waardering of afkeuring over wat anderen of ik zoal oreerden. Sommige mensen organiseerden zeer actief zgn. blogmeetings, wat je veel leerde over de mensen achter de blognamen (veel daarvan anoniem en verscholen zich achter een blognaam). Een deel werd vriend(in) voor het leven, anderen werden al snel schimmen en verdwenen in de nevelen van de tijd. Een enorme knak kwam in het wereldje toen een van de aanbieders van de toen populaire blogplatforms, Sanoma, de boel in het honderd liet lopen waardoor heel wat bloggers hun eigen teksten en contacten kwijt raakten.

Opnieuw gestart in WordPress, weer wennen, nieuwe contacten opbouwen, het was veel werk en voor sommigen teveel. Die verhuisden naar die eerder genoemde sociale media. En waren derhalve verloren voor de blogwereld. Anderen kregen in hun eigen irl-omgeving te maken met veranderingen. En die waren dan zodanig dat ze geen tijd of zin meer hadden voor of in dat delen via blogs. Ik zelf koos er voor om naast mijn toenmalige autoblog en nog wat schaduwblogs in Belgie, me te concentreren op wat ik nu nog doe. Later vielen de Belgische af en staakte het autoblog haar diensten. Ik deed veel (nu nog) over naar Facebook en consorten waar het eenvoudiger is om nieuwe contacten te maken. Blog hier nu nog drie keer per week, nieuwe linkpartners volg ik op de voet en geef waar het kan altijd mijn commentaren. Want ik lees jullie natuurlijk allemaal als je actief bent. Vanuit de gedachte dat dit omgekeerd ook zo is. In de loop der tijd zijn er heel wat lurkers uit mijn linklijstje verdwenen. Eenzijdigheid is niet mijn ding. En alle persoonlijke aanvallen die mijn deel waren leid(d)en ook tot blokkades. Kortom, dat bloggen is sterk veranderd door de jaren heen. Maar nog steeds heb ik inspiratie genoeg om er mee door te gaan. Mits jullie mij lezen natuurlijk. Via de link naar Facebook en Twitter gebeurt dat natuurlijk nog steeds ook voldoende. Vandaar de keuze. En langzaam aan voel ik mij toch wel een Blog-senior. Na al die jaren…. En nu jullie, hoe lang ben je al bezig hiermee en wat maakt dat je er mee door blijft gaan? Ik ben benieuwd naar de reacties….(Beelden: Prive-archief)