
Weet je wat lekker is aan het feit dat je mensen buiten je reageerdersgroep mikt op de sociale media en dus ook hier? Je krijgt er een hele hoop rust voor terug. Juist in deze tijden van constante polarisatie, van dedain aan de ene kant en chagrijn aan de andere zijn discussies vaak fel en is de kans op acceptatie van aangedragen argumenten of feiten door een ander relatief klein. Ik maakte het op al die media al jaren mee. Links is links, rechts is rechts en midden doet nauwelijks meer van zich spreken. De komende verkiezingen zullen dat duidelijk gaan maken. In veel landen om ons heen is het linkse denken vervangen door een overwegend rechtse kiezerskeuze. Grote onderwerpen zijn daarbij vooral immigratie, huisvesting, criminaliteit en bij anderen de krankzinnige en overdreven aandacht voor het klimaat terwijl er op 10 uur rijden van hier een oorlog woedt waarbij duizenden mensen het leven laten of aardschokken hun verwoestende werk doen.

Als de ene partij de andere buiten spel wil zetten door allerlei kretologie los te laten op mensen met een (niet politiek correcte) andere mening krijg je vanzelf een contra-revolutie die zijn weerga niet zal kennen. Waarbij het van belang is te weten dat veel van de zgn. Main stream media worden aangestuurd door linkse politieke partijen en hun volgelingen. Waardoor er een eenduidig beeld van nieuwsgaring ontstaat. Vroeger was zwart/wit een aanduiding voor die verschillen, tegenwoordig staat zwart voor goed en wit voor kwaad. De excuses van Rutte en Kaag helpen daarbij bepaald niet. Waar die waanzin vandaan komt is mij wel duidelijk, maar reden te meer om het niet te accepteren of met mooie woorden te ondersteunen. Realisme in plaats van linkse dromen. De wereld is keihard geworden en verdeelt de mensheid langzaamaan in twee kampen die mekaar bevechten op vrijwel elk terrein. Maar moeten wij als simpele burgers daar in mee? Ik ben altijd actief geweest in de strijd tegen al te linkse rakkers en hun veelal ongefundeerde en vooral geindoctrineerde geesten.

Maar toen ik eind vorig jaar hier een aantal van die linkse lieden blokkeerde gaf me dat ook veel rust. Het is zeer vermoeiend om constant argumenten te moeten vinden om al dat gedram een dam te bieden waarop het kan doodlopen. Nee, ik houd me nu meer bezig met de cultuur, het fraaie wat de mens ook geboden wordt in ons landje of daarbuiten, te genieten van shopervaringen of zo maar een busrit met uitleg over iets wat 70 jaar geleden plaatsvond. (Binnenkort in dit theater). Slechts wanneer er weer iets wordt georeerd wat absoluut niet waar is en via een retirade mijnerzijds kan worden weerlegd meld ik me hier weer in het politieke theater. Even (heel kort) pauze op dat gebied. Best lekker. En als jullie het anders willen, ik hoor het graag…..En vergeef me maar als ik de beloften snel ben vergeten in aanloop naar de komende verkiezingen. (Beelden: Archief)
















Vanaf mijn vroegste jeugd schreef ik al verhalen. Al dan niet verzonnen, maar op enig moment toch wel wat toegespitst op de luchtvaart. Soms ging het over modelbouw, in andere gevallen volgde ik mijn grote voorbeeld Hugo Hooftman qua stijl en onderwerpen. Het bleef niet onopgemerkt. Enthousiasme voor de luchtvaart en ook voor de sector waar ik uiteindelijk was gaan werken was zelfs voor Ruud Breems aanleiding om er promotie voor te maken. Hij vond mij op dat gebied een beetje een ‘gekkie’. Immers, je werkte er midden in, ging daarnaast ook nog verder me je hobby op dit gebied en bouwde ook nog vliegtuigmodellen. En dan ook nog er over schrijven. Belachelijk! Maar ook met dat wonderlijke dubbele gevoel dat hij er toch ook reclame voor maakte. En zo kreeg ik een opdracht voor een maandelijkse column in het blad van de douane op Schiphol, met de fantasievolle naam ‘Schiphol Fiscus’ uitgebracht en vol wetenswaardigheden over het douaneleven op en rond de luchthaven. Mijn aandeel ging daar niet over.
Wel over vliegtuigen en alles wat er mee van doen had. En na een tijdje viel dat op bij anderen. Een nieuwe uitgever meldde zich. Die ging landelijk een blad maken voor de luchtvrachtsector. ‘Luchtvrachtnieuws’ was geboren. Een aardig soort magazine dat regelmatig verscheen en met vrolijke opmaak promotionele verhalen publiceerde over ons vakgebied. Het werd goed opgenomen in die wereld en de advertenties stroomden binnen. Daar wilden zij mij wel als ad-hoc schrijver toevoegen. En ik deed dat schrijven met plezier. Je naam opbouwen als kenner is nooit weg. En toen we een tijdje onderweg waren daarmee, kwam een derde ‘kaper op de kust’. Uitgeverij Discque uit Amersfoort zocht expansie in de luchtvrachtsector nadat het al enige tijd een stevige positie bekleedde in de wereld van de passage met haar titel ‘Zakenreis’. Een chique magazine dat nu een zusterblad kreeg in de vorm van ‘Luchtvracht’. Daarin advertenties, maar ook interviews met vooraanstaande lieden uit de wereld van de expeditie en luchtvaart. Want ook maatschappijen als KLM of Lufthansa lieten graag weten dat ze sterk waren in luchtvervoer.
Zakenreis pakte al snel de markt in en nam op enig moment haar oudere concurrent over. Inclusief mijn schrijverij. Waardoor ik nog meer in aanzien steeg. Al was het maar omdat ik dat zelf vond. Maar het bracht ook wat kleine bedragen als extra inkomen naast het gevoel dat ik mijn creatieve kanten nog meer kon tonen dan door middel van de ook geschreven en uitgedachte tarieven/vluchtboekjes voor onze klantenkring. Ik maakte heel wat mee in die schrijverij overigens. Zelfs een keer ruzie met Prins Bernhard die me betichtte van negatieve berichtgeving over Fokker. Was niet zo overigens, maar omdat de hoofdredacteur van Luchtvracht weer een kennis was van de Prins, moest ik mijn eerdere verhaal bijstellen. Dat deed ik, maar stopte ook met die schrijverij voor dat blad. Voelde me toch op de vingers getikt terwijl ik de waarheid had neergezet. En dus ontstond het idee dat ik voor de mensen in de luchtvracht op Schiphol beter een eigen orgaan kon uitbrengen. Vol roddels en wetenswaardigheden. ‘Information’ heette dat en neem van mij maar aan, het werd gevreten. Als ik het rond bracht bij de lezers in hun kantoren zorgde dat altijd weer voor hilariteit en soms wrevel. Want ik had intussen mijn anti’s en simpies en dat was in de verhalen wel terug te vinden. Ruud Breems vond dat maar niks. Maar ja, jong en eigenwijs. Dus ging ik nog even door met dat blad…(Beelden: Archief Yellowbird)
Ergens in de jaren voorafgaand aan de introductie van de Fabia had ik zelf een managementdag bijgewoond die indertijd werd georganiseerd vanuit Pon Holdings. Daar liet men door diverse sprekers, waaronder Maurice d’ Hond, de loftrompet steken over het gebruik van het internet. Maar Pon had op dat moment nog vrijwel geen aanwezigheid op het internet, en Skoda al helemaal niet. Dus had ik in mijn als altijd aanwezige enthousiasme samen met mijn toenmalige assistent Marcel heel snel een opvallende en goed functionerende website op poten gezet waarmee we binnen Pon ongeveer de eerste divisie waren. Deze website mocht zich verheugen in de belangstelling kopers, maar ook van Skoda en Alfred Rieck.
Daar zette men zwaar in op dat zelfde internet en veel importeurs liepen, zo bleek, flink op ons achter. Sommigen moesten zelfs aan dat avontuur nog beginnen, wij hadden al een soort verkoopactie op poten gezet voor de Fabia, waarbij we zonder al te veel problemen op voorhand een stuk of honderd auto’s via het www hadden verkocht. Er werd internationaal met belangstelling naar gekeken, maar intern bij het importeursbedrijf ook met afgunst zo ik later zou begrijpen. Want binnen de nieuwe Pon Mobiel-gelederen bleek dat er bepaalde mensen vat wilden krijgen op die website om het toe te kunnen voegen aan de eigen portefeuille. Hoe meer je te doen had, hoe beter het was, zo leek het wel eens.
Maar ik had het verhaal vanuit het eigen initiatief en marketingbudget op poten gezet en in Frankfurt of Mlada Boleslav begrepen dat het internet primair thuis hoorde bij Marketing & PR en niet bij een andere afdeling. Dat gaf problemen. Grote! Toen onze financial controller aangaf dat hij dus met die website aan de gang wilde en dat ik die aan hem moest overdragen weigerde ik dat categorisch. Daarop stelde de man dat hij hoe dan ook die website in handen zou krijgen. Hij kreeg gelijk. Hoekstra koos er nadat hij van de discussie hoorde voor om een van zijn sympies in het gelijk te stellen en meteen aan te kondigen dat hij genoeg had van de samenwerking met mij als man van het eerste uur.
Het zou nog een paar jaar duren voor ik hem open en eerlijk kon uitleggen dat hij daarbij echt een beoordelingsfout maakte. Maar toen was het al te laat en werkte hij zelf al niet meer voor de importeur. Het besluit van Hoekstra kwam niet alleen bij mij stevig binnen, ook bij de Skoda-fabrieken waren ze verbijsterd. Het hart op de juiste plek en groen bloed in de aderen, men snapte het niet en het werd zeker niet op prijs gesteld. Al wilde men op dat moment rechtstreeks niet echt directe invloed uitoefenen op wat er binnen het M.T. van Pon Mobiel gebeurde. Hoekstra kreeg overigens meteen gelijk van die meneer R* die nog even herinnererde aan de affaire met de Service-wagens van een paar jaar geleden. ‘Die vent met zijn Skoda-hart was veel te lastig!’ Men deed aan politiek en keek niet naar kennis en loyaliteit. Duidelijk was wel dat de nieuwe eeuw voor mij qua carriere voor en bij mijn favoriete merk niet zo goed was begonnen. Toch ben ik tot het laatst wel aan de gang gebleven om de ontwikkelingen van Skoda in ons land positief te benaderen en vooruit te helpen. Na mij de zondvloed paste me niet en daarom was een goed overleg over hoe nu verder zinvol mijn job te kunnen doen. Dat zou leiden tot een andere insteek richting Skoda in ons land maar wel een die nu nog helpt zoden aan de dijk te krijgen…Wordt vervolgd (Beelden: Skoda/Yellowbird)
In al die jaren dat we naar onze mening qua verkoopinspanningen toch wat martelden met die wagens waarvan de motor achterin zat en de concurrentie ons links en rechts passeerde met moderner technieken, zat men in het Skoda-thuisland gelukkig niet echt stil. Men had zelf ook wel door dat er eigenlijk te lang was gewerkt op basis van het principe dat met de 1000MB in 1964 was begonnen en in feite onder politieke druk in 1976 was doorgezet met de derde generatie modellen volgens dit al wat achterhaalde principe. Begin jaren tachtig was men daarom gestart met de ontwikkeling van een opvolger die meteen moest voldoen aan de laatste normen op het gebied van wegligging, veiligheid, interieurruimte, en zo meer. Van begin af aan werd duidelijk dat zo’n auto dan tenminste voorwielaandrijving moest krijgen en een dwars voorin geplaatst motorblok. Door deze ruimte besparende constructie ontstond ook een grote mate van interieurruimte voor inzittenden, een ruime kofferbak en het idee dat daar dan een grote klep boven moest worden aangebracht. Voor het concept ging men niet verder met in eigen huis bedachte oplossingen maar zocht die in Italië. Bij Bertone.
Dat befaamde ontwerphuis maakte van die nieuwe Skoda een erg aardig en goed uitziend model dat in een klap een eind zou maken aan de vermeende oubolligheid van het merk met die volgens sommigen, vreemde wagens waar de motor achterin zat. Bertone tekende een scherpe carrosserielijn, met wat vouwranden in de flanken, smalle koplampen en redelijk grote achterlichten. Omdat Skoda zocht naar een model dat mogelijkheden zou geven om net als vroeger ook bedrijfswagens en stationwagens aan te kunnen bieden aan een breed publiek, zat dat al in het ontwerp verwerkt. Schetsen van die eerste Bertone-modellen geven aan dat de nieuwe auto een groot succes was toebedacht. In een vrije Westerse markt was dat ook zeker zo gegaan.
Maar niet in een nog door communisten bestuurd land. Daar moest, vanwege de kosten en de werkgelegenheid, liefst alles in eigen Tsjecho-Slowaaks beheer worden gefabriceerd en slechts als het niet anders kon elders ingekocht. En zo werd het oorspronkelijke concept van Bertone in de loop van de ontwikkelingsjaren richting productie steeds meer aangepast aan de mogelijkheden van de eigen industrie. De kleine koplampen maakten plaats voor redelijk grote units die door het Tsjechische PAL werden gefabriceerd. En zo ging dat met een hele reeks van onderdelen die de nieuwe auto zouden maken tot wat hij later werd. Een van de meest belangrijke keuzes was het vasthouden aan de aloude lichtmetalen motoren uit de bestaande reeks modellen, aangepast voor de nieuweling, die intussen de fabrieksaanduiding 136L had gekregen.
Er moest veel worden gedaan om dat bekende blok aan te passen aan de moderne auto die hij moest voortstuwen. Maar een nieuwe carburateur van het Duitse merk Pierburg en wat pas en meetwerk door de firma Porsche voor de versnellingsbak verfijnden de nieuwe auto verder. Medio 1986 had men de eerste prototypen gereed en was men zo ver dat de eerste beelden konden worden verstrekt aan de lokale pers. Voor velen een verrassing, maar meteen ook bijna een doodklap voor de verkoop van de oude modellen in het westen. Om de motivatie op dat punt bij importeurs en dealers omhoog te houden werden al in december 1987, ver voor de actuele introductie, dealerreizen naar Praag gemaakt waar men de eerste prototypen in een groot hotel uitstalde. Ook ik vloog er heen en bekeek die eerste auto. Aangeduid als de Favorit stond daar een auto die wat leek op een Talbot Horizon of VW Golf, maar verder herkenbaar Skoda bleek te zijn. Een totaal andere aanpak, al was er op de afwerking van die eerste prototypen nog best wel iets aan te merken. Het gaf in ieder geval wel het gevoel dat we een grote toekomst tegemoet zouden gaan. En dat wij als dealer keuzes zouden moeten gaan maken als die Favorit echt zo succesvol zou worden als de mensen van het Tsjechische exportbedrijf Motokov en de Nederlandse importeur zelf inschatten. Terug thuis op het honk werd intern veel gepraat over hoe we om zouden gaan met die nieuwe Skoda. Immers, ook bij Daihatsu kwamen nieuwe modellen op ons af, en ons bedrijf stond door alle verbreding naar andere vestigingen en de noodzaak van nieuwe demo- en voorraadauto’s financieel opnieuw aardig onder druk. Omdat ik intussen binnen het MT duidelijk de enige voorstander was van een volwaardig toekomstig Skoda-dealerschap ontstond er in de gelederen van het bedrijf best wat gedoe over al deze beslissingen. De familie die de aandelen in handen had meende dat we beter alle kaarten op het Japanse merk konden zetten en Skoda na bijna dertig jaar agentschap buiten de deur moesten mikken. Mijn lobby was erop gericht om juist de best veeleisende Japanners minder toe te geven en met die nieuwe Skoda een andere koers te gaan varen. Het zou een strijd worden die nog tot eind 1989 zou gaan duren. Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)
Ja beste lezers, na dat verhaal over het hebben van vooroordelen van een paar dagen geleden was er nog een feit dat hier de aandacht behoeft. Wie mij na tien jaar bloggen en invullen van socials nog niet kent heeft niet goed gelezen of opgelet. Maar je zou dan hebben kunnen weten dat ik een deel van het politieke spectrum niet in het hart heb gesloten. Zeker zij die menen dat ze buskruit, dan wel wit garen, maar zeker het schone milieu of politieke correctheid hebben uitgevonden komen wat mijn mening betreft van een koude kermis thuis. Mijn blogserie heeft niet voor niets die titel rond mijn persoonlijke mening. Ik moet dus niets hebben van mensen die constant anderen de maat nemen maar zelf inconsequent zijn qua principes of gedrag. Denk aan de mensen bij de stroming D66 die altijd bezig zijn anderen onderuit te schoffelen maar als het er op aankomt elk principe van de partij overboord mikken omwille van de politieke of persoonlijke macht. Dat geldt ook voor GroenLinks, een stroming die ooit ontstond door samenvoegen van de enige echte socialistische partij die Nederland vroeger kende, de CPN, de pacifistische PSP en het PPR dat ooit werd opgezet door Bas de Gaaij-Fortman. Dat GroenLinks is tegenwoordig echter vooral groen.
Het linkse aspect moet je denk ik vooral zoeken in hun vluchtelingen(lees grenzeloze immigratie)agenda. Met mensen van buiten ons land moeten we volgens de groen stroming loyaal en sociaal zijn, maar voor de geboren Nederlanders geldt kennelijk slechts de milieuaccijns, tolheffing of het aankijken tegen windmolens en vechten tegen de armoedegrens. Mijn afkeer van die partij kwam deels door de opstelling van een van haar voorvrouwen, Femke Halsema. Haar manier van in het debat staan was mij een doorn in het oog. Kom me nu niet aan met Wilders of zo, deze dame vond het scherpe debat uit. Ze wist naar mijn waarneming soms helemaal niet waar het over ging, maar wilde hoe dan ook haar politieke of persoonlijke punt maken. Ik was blij dat ze weg ging. Helaas voor GL was haar opvolgster, Jolande Sap, vooral een lieve brekebeen. Qua optreden een verademing met kennis van zaken, maar geen vertrouwen van de partij- of fractieleden. De eigen partijgenoten staken haar zoals dat gaat een mes in de rug en het lieve kind koos ook nog eens verkeerd toen het over een omstreden militaire missie naar Kunduz ging. Terecht werd GroenLinks afgestraft bij de verkiezingen en kwam de Partij voor de Dieren over links om nog even dat deel van de GL-kiezers binnen te hengelen die echt wilden dat er iets gebeurde aan bijvoorbeeld het altijd aanwezige dierenleed. GroenLinks groeit nu weer iets. Mede dankzij een ineenstortende PvdA. Maar waarom hier en nu zoveel aandacht voor een stroming die ik uit mijn genen verafschuw.?
Wel, los van het feit dat deze stroming staat voor afbouw van economische sectoren waarin ik mijn geld verdien(de) is het ook een partij die in haar bestaan bijna meer schandalen kende dan de op dit punt vermaarde VVD of PVV. En dan een moreel uitgestreken gezicht overeind houden. Onlangs gaf ik op Twitter mijn ongezouten mening over die vroegere voorvrouw, Halsema, die een of ander boekwerk heeft uitgebracht om haar gelijk te halen. Mijn scherpe afwijzing kon rekenen op veel kritiek. Niet alleen van de dame zelf, zij vond mij ‘minderwaardig’ zelfs, maar ook van een oude zakenrelatie. Iemand die vond dat hij ‘uit fatsoen’ mijn recht op een eigen mening moest afdoen als ‘Tokkiegedrag’. Einde oefening samenwerking natuurlijk. Mijn mening laat ik me echt niet afnemen. En scherpte hoort bij dat debat. Ook in de sociale media. Overigens heb ik haar daar toen ook inhoudelijk beoordeeld, geen nood. En omwille van haar persoonlijke gemoedsrust ook nog excuus gemaakt over de evt. persoonlijke noten. Maar of ik daarmee mijn mening over die stroming zal veranderen? Nee! Want ook daar zie ik niets terug waarin ik ook maar een moment zou kunnen geloven. Te veel aannames, leugens, dat tolbeleid en zo meer. Een stroming om te mijden. Nog liever stem ik op de PvdD. Daar zijn ze even scherp als ik zelf ben. Maar ook met een zekere charme en absoluut een echte passie voor dieren. En dat maakt veel verschil.