Zenders..

Zenders..

Na al die jaren activiteiten op de sociale media is me wel duidelijk dat dit een wereld is van zenders… En dan bedoel ik niet de radiozenders die hun nieuws of muziek over ons heen storten, nee, het gaat me op de gemiddelde aanwezige op al die sociale media die vooral vertellen of showen wat hen zelf aangaat of interesseert dan wel is overkomen. Maar omgekeerd vaak weinig tot geen belangstelling tonen voor anderen. Dat sociale aspect van deze media ontgaat ze vaak. Kijk, bij de bloggers van het eerste uur is wel een aardige code van toepassing. Wie interesse heeft in een ander maakt een linkje met diens blog en geeft tenminste een reactie op wat die anderen in de linklijstjes zoal oreren. Hoeft niet dagelijks, maar bij nooit is de koek snel op. Zeker als je zelf wel altijd aandacht vraagt voor wat jou zoal beweegt.

Maar ja, dat zijn bloggers, en die hebben vaak al een grote ervaring opgebouwd in dat specifieke medium. Anders gaat het toe op Facebook, Twitter en zo meer. Daar zie je dat veel lieden vooral zoeken naar heel veel volgers die alles wat de hoofdpersoon in zijn/haar eigen leven graag erkend zien worden met ‘vind ik leuk’ of sterkere uitingen. Maar waar men omgekeerd vaak vergeet dat de wereld uit meer mensen bestaat dan die van het eigen spiegelbeeld. Ik ben er intussen achter dat er mensen zijn die liever zenden dan ontvangen, die meer bezig zijn met hun eigen vierkante meters dan die van anderen. Waarmee de kern van dat sociale aspect geweld wordt aangedaan.

Er zijn oplossingen voor. Heb ik ook zelf ontdekt. Mensen die meer als ‘lurkers’ bekend staan domweg blokkeren. Die lezen wel bij je maar vinden het kennelijk te veel moeite om er een mening over te geven of zelfs die ene button aan te klikken met ‘leuk’. Zij die consequent in de persoonlijke contramine zijn blokkeer ik sinds jaar en dag ook. Al dat negatieve gedoe….

Bij Facebook is het leuke dat je groepen kunt benutten met gelijkgestemden. Over je woonplaats, de interessegebieden of wat ook. Vaak gaat het daar zoals we dat nog kennen uit de begintijden van het bloggen. Je kent elkaar en af en toe komt er iets van een ontmoeting uit voort. Leuk. Bij Twitter ligt dat veel genuanceerder. Daar zitten veel mensen die vooral zoeken naar enorme hoeveelheden volgers. En daarvoor hele ‘verkoop-oefeningen’ doen. De terugvolgvrijdag is er zo een. Het fenomeen vaker toegepast door vrouwen dan mannen. Men zoekt dan vooral mensen die al dat zenden van de hoofdpersoon in het eigen leven leuk vinden maar niet moeten verwachten dat die hoofdpersoon ook de moeite doet jouw bijdragen aan dit medium te lezen of zelfs maar te beoordelen op inhoud. Nee, de selfiecultuur vraagt om persoonsverheerlijking zo lijkt het wel eens. En ook daar heb ik geleerd dat je na een tijdje schoonmaak moet houden. Wie niet de moeite neemt mijn uitingen te zien als nuttig of leuk gaat uit de lijst en verdwijnt in het grote niets. Waar men zich vast niet thuis voelt, omdat men zo’n behoefte heeft aan die aandacht. Net als ik. Dus wie niet de prullenbak in wil moet vooral doorgaan met reageren of liken. Want ook ik heb een spiegel….en wat ik daarin zie bevalt mij nog steeds goed….(beelden: archief)

Werken op Schiphol – 25 – Vertrek richting auto’s…

De eerder genoemde overname door dat veembedrijf uit Amsterdam zorgde niet alleen voor nog meer extra druk op de werkketel, ook mijn charterafdeling moest een tandje bij zetten, er kwam ook op enig moment een reorganisatie op ons af. De oud-manager van het Rotterdamse kantoor werd tussen mij en Ruud Breems ingezet. Met als portefeuille om de zaken te stroomlijnen en het management in toom te houden. Winst maken was de boodschap en dat Rotterdamse kantoor had kennelijk het e.e.a. over de gang der dingen op Schiphol gehoord. Ik vond deze constructie niet acceptabel. Het zorgde ook dat ik nu ineens met twee bazen boven me van doen had, waarvan een de handel toch wat minder begreep dan mijn oud-directeur die nu toch wat onder curatele werd gesteld. In de lagen onder mij ontstond ook beroering. Er waren mensen die hun eigen afdeling belangrijker vonden dat een goede stroomlijn van de organisatie en die hun best deden om de stoelpoten onder mij vandaan te zagen. Zeker als ik voor zaken in Maastricht zat merkte ik bij terugkomst dat men gewoon zaken had aangepast. Daarbij was ik als al eerder aangegeven moe geworden. Al die uren en dan ook nog wat weinig dank voor dat harde werken. Ik had intussen ook nog wat auto’s verkocht voor een Skoda-dealerbedrijf in Amsterdam-Zuid, waarmee de contacten steeds warmer werden. Als in mijn vorige verhaal (Leven met de Vliegende Pijl) al aangehaald moest dat bedrijf op enig moment haar organisatie opwaarderen om de ‘Nieuwe Skoda’ te mogen verkopen.

En daartoe wilde die importeur dat er een echte showroom werd gebouwd en een verkoopman werd aangenomen die de zaak zou kunnen representeren op waardige wijze. Mijn liefde voor het merk, ik had intussen mijn derde nieuwe aangeschaft in 1976, een S110Ls met een batterij lampen in en aan de neus en flink wat meer vermogen dan de voorgangers, en mijn wens iets anders te gaan doen leidde tot onderhandelingen. Die duurden best lang, want ik was voor dat dealerbedrijf een zwaargewicht, zeker salaristechnisch. Maar een gesprek met de eigenaar waar een adelijke vertegenwoordiger van de toenmalige importeur bij aanwezig was, zorgde voor een positief besluit. Begin 1977 zou ik overstappen van de luchtvaartwereld naar die van de auto’s. Toen dat nieuws op Schiphol naar buiten kwam waren de reacties tweeledig. De mensen van het importblok waren overgelukkig, want konden nu hun eigen ding ongecontroleerd (..) doen.

Op export was dat toch heel anders. Ook veel vertegenwoordigers van de airlines waarmee we werkten snapten het niet. Mister Luchtvaart werd ineens Mister Skoda?! Victor werd intussen benoemd tot mijn opvolger, maar wij hadden meer dan een collegiale band. Gelukkig ging de vriendschap nog jaren lang verder. In februari 1977 stond ik al een aantal dagen voor de dealer op de AutoRAI. En bleek ik een talent te bezitten om die wagens te verkopen. Zelfs zonder enige ervaring op dat gebied. Vanaf 1 april dat jaar was ik officieel in dienst. En begon dat nieuwe verhaal wat ik al eerder vertelde. Het bedrijf Hoogewerff werd intussen opnieuw doorverkocht. Het verdween uiteindelijk in een grotere combinatie. Enkele collega’s van toen sprak ik af en toe nog wel. Maar het was en werd nooit meer zoals in die beginjaren. Pionieren lag me wel. Het zal u duidelijk zijn geworden uit dit verhaal. Wat overigens later nog een verrassend staartje zal krijgen. Maar vermoedelijk deel ik dat stukje uit mijn carriere pas in het nieuwe jaar….nog even geduld…(Beelden: Archief) (voor de beschrijving van mijn overstap vanuit een ander gezichtspunt verwijs ik even naar: Leven met de Vliegende Pijl – 4 – Baanwissel – 29/7/18 hier gepubliceerd)

Het gif van de afgunst

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOmdat ik mij mijn hele leven nog nooit heb kunnen betrappen op enig gevoel van jaloezie ken ik ook de bijkomende emoties niet. Ik lig dus niet wakker over mensen die het naar eigen idee goed getroffen hebben in hun leven. Die menen dat saaiheid een vorm van avontuur is en dat een flat in een dorpje aan de Spaanse kust afgunst kan opwekken bij hen die meer gaan voor de grote stad en koelere noordelijke streken van Europa. Het doet me niks als mensen pochen met hun Canon SLR-camera. Als vliegtuigspotter mag ik me namelijk verheugen op de nodige camera’s om dat werk te kunnen verrichten. Ik heb niks met klassieke auto’s om die zelf te bezitten althans, het zal me dus een worst zijn of iemand er nu twee of drie van op na houdt. Ik heb niks met boerendorpen, nou ja, een keertje doorheen rijden of naartoe om een visje te eten, en snap dan ook niet dat je daar zoveel poeha over kunt maken. Saaiheid is niet avontuurlijk en pochen dat je zo’n geweldige vut-regeling had of hebt terwijl je nog nooit echt hard heb gewerkt gaat aan mij voorbij als nuttig. Toch heb ik in het blogwereldje helaas iemand leren kennen die de hele dag met niets anders bezig is dan dit. Pochen, zgn. rijkdom etalleren, afgeven op anderen en vooral ook roddelen. Heel wat mensen uit die vroegere blogwereld hebben de man (en zijn vrouw) intussen tot paria verklaard.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAOok op Facebook werd hij uitgekotst. Toen mij op enig moment een aantal roddels ter orde kwamen die hij ook over mij verspreidde in de kring van de enkeling die nog met hem(n) om wil gaan was het genoeg. Ik verbrak alle banden, maar niet nadat ik hem, net als een aantal collega sociale mediavullers via een mail had gewezen op het vervelende van al die door hem verspreide verhalen. Er kwam natuurlijk geen antwoord op. Wie zich verheven voelt boven anderen doet niet aan excuses. Maar gaat wel door met giftige verhalen uitdragen via mensen die op een of andere wijze worden gezien als zijnde ‘in het eigen kamp’. Er zijn bloggers die de contacten nog niet verbraken. Dat is hun keuze. Maar het kan ook zijn dat het gif hen heeft bedwelmd en ze niet meer in staat zijn om feiten en fictie van elkaar te onderscheiden. Feit is dat deze lieden waarover die verhaal hier gaat, alles doen om zich boven anderen te stellen terwijl ze geen benul hebben hoe anderen leven. Hun eigen leven is de norm. Wie daar niet aan voldoet krijgt er ongenadig van langs. Narigheid en ellende van anderen is voor hen kaassie, ze genieten er van en geven die informatie ook weer door aan derden.

Geurtjes - 1Omdat ze menen dan ‘iets te weten’ wat hen zelf interessant maakt in de ogen van derden. Er zijn wat mensen uit het blog- en Facebookwereldje die aan den lijve ondervonden (of nog ondervinden) hoe dat werkt. Is er iets waarop je bij deze mensen jaloers zou moeten worden? Naar mijn mening niet. Beter is om een soort medelijden te krijgen over hun kleinzieligheid en gebrek aan medeleven voor hen die dat verdienen. Jaloers zijn komt in mij persoonlijk nooit op. Al heb je tien huizen, vijftien inkomens en twintig klassiekers. Want kennelijk wordt dat gecombineerd met een grenzeloze saaiheid en daaraan heb ik pas echt de pest. Zij die hier goed lezen weten over wie ik het heb. Mocht je nog steeds banden hebben, verbreek ze. Het is echt beter voor je eigen imago en zo weet je zeker dat anderen niet meegenieten van wat jij aan verdriet of narigheid met je mee torst.