60 jaar Transavia…

60 jaar Transavia…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: dc6b-transavia.jpg

Vandaag precies 60 jaar geleden startte een nieuwe luchtvaartmaatschappij in ons land. Via allerlei slimme omwegen zette toenmalig luchtvaartpionier John Block zijn eigen bedrijf op. Hij was ooit samen met Martin Schroder aan de slag gegaan voor diens Martin’s Air Charter, maar de karakters van beide heren waren zo verschillend dat Block op enig moment opstapte en zijn eigen weg zocht. Met een stel oude propliners, financiers van her en der, startte hij zijn Transavia Holland en stortte zich eerst nog wat bescheiden op de steeds maar groeiende chartermarkt richting zuidelijke oorden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelle-h075.jpg

Maar als de groen geschilderde kisten stilstonden bedacht Block een nieuw plan en verhuurde zijn machines aan andere bedrijven of ging gewoon ‘wilde’ vracht vliegen. Zijn felste concurrent was zijn oude partner Schroder die in ons land geen concurrentie duldde. Die wilde ook Bob Schreiner (Schreiner Airways) van de markt duwen dus nam en-passant Transavia mee in zijn pogingen de lucratieve vakantievliegerij voor zichzelf te behouden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelles-hv-sloop-spl-winter76-211018-scan10366.jpg

Maar Block gaf niet toe. Sterker nog, die breidde zijn vloot uit. Sloot deals met allerlei (tour)bedrijven. Kocht op enig moment een serie tweedehands Franse Caravelle straalvliegtuigen die in die jaren voor een kleine prijs te koop waren maar precies het doel dienden dat paste bij zijn visie. Hij ging ook vliegen voor de TROS, kreeg toegang tot typische doelgroepen van normale mensen die voor een lekker prijsje naar het zuiden wilden. Intussen verhuurde hij zijn oude DC-6 vloot aan allerlei instellingen die o.a. in Afrika actief waren. Een deel van de vloot van die machines zou daar ook eindigen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15408-boeing-737-2-ph-tvh-hv-landt-eham-sum-82-scan10086.jpg

Een grotere Boeing 707 werd aangekocht, een tweede gehuurd, het bedrijf kreeg steeds meer body en een behoorlijke naam en faam. Op enig moment vond Block dat hij moderne straalvliegtuigen moest kopen om de toch wat dorstige en niet meteen geluidsarme Caravelles te vervangen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 34144-boeing-737-3-hv-phtsu-cucumber-c.s.-scan10419.jpg

Hij koos voor de toen nieuwe Boeing 737-200Advanced die al snel de ruggengraat voor zijn vloot vormden. De Caravelles werden afgevoerd en deels op Schiphol-Oost gesloopt. Op enig moment verdween Block uit het management van zijn eigen bedrijf. Later zou hij weer opduiken met zijn nieuwe maatschappij Air Holland. Transavia leunde intussen steeds meer aan tegen KLM. De vloot ging ook op bescheiden schaal lijnvluchten uitvoeren. Naar Londen-Gatwick, Spanje, en dat legde Transavia geen windeieren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: b707-hv-landing.jpg

De vloot groeide en groeide en zodra er weer een nieuwe variant was op de 737 ruilde men de oudere kisten in op de allernieuwste. Transavia werd een groot-gebruiker van die Boeings. Ook de wat grotere 757 kwam in gebruik, de 707’s verdwenen. KLM werd grootaandeelhouder. En het lijnennet groeide zodanig dat men besloot om als prijsvechter te gaan vliegen en het vakantieverkeer wat af te bouwen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: a321neo-hv-in-retro-kleuren.jpg

Na de fusie van KLM met Air France kreeg Transavia onder Franse druk ook een Franse zuster, zelfs een Deense, maar die laatste kreeg in Denemarken geen voet aan de grond. In Frankrijk ging dat beter. Intussen heeft men i.s.m. de moedermaatschappij AF/KLM besloten om alle Boeings op te ruimen en Europese Airbussen A320/21NEO’s in de vloot op te nemen, die intussen in hoog tempo de laatste 737’s vervangen. Door de jaren heen werden ook de beschilderingen op de vliegtuigen afgewisseld door nieuwe ontwerpen. Binnenkort komt met de viering van het verjaardagsjaar de nieuwste variant op de nieuwste A321NEO te staan en zal door de jaren heen dat schema ook op de rest van de vloot worden ingevoerd. De meest recente 321 kreeg intussen een retro-beschildering die teruggrijpt naar de jaren van John Block. Een mooi eerbetoon aan een man die van zijn frustratie een levenswerk wist te maken en zijn groene maatschappij vanuit een hemelse positie toch met trots zal bekijken. Sigaretje en een goed glas er bij…Transavia werd vandaag 60! Van harte proficiat…..(beelden: Archief/internet)

Alweer 20 jaar…

Alweer 20 jaar…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: happy-birthday-leo-cake.jpg

Deze oude blogger is al een jaar of 20 actief als verhalenverteller en kijkt met plezier terug op een periode waarin hij dat bloggen zag opleven, groot worden en daarna toch weer wat wegzakken omdat er ook op andere sociale media mogelijkheden ontstonden om te uiten wat je op het hart ligt. Anno 2005 had je nog diverse fora waar mensen met elkaar van alles deelden. Ik deed dat ook, maar was altijd specifiek. Dat leidde tot het advies van een toenmalige deelneemster aan een forum die zelf toen was overgestapt op bloggen, dat ik dat met mijn verhalen ook moest doen. En zo geschiedde. Altijdeenmening (en dan met een reeks toevoegingen) was geboren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 70-1.jpg

Het was wennen, schaven, uitvogelen hoe je foto’s kon plaatsen, maar het werkte. De fora zwaaide ik gedag, ik kon mijn verhalen en gevoelens nu rechtstreeks kwijt aan een groter publiek. Omdat er velen geroepen bleken tot dat schrijversvak langs digitale weg, ontstonden er bloggroepen en later zelfs verwante meetings. In Gorinchem, Lelystad, de Betuwe, Delft, overal en nergens ontmoetingen. Een deel van die bijeenkomsten was heel gezellig. Soms ging dat ook wat minder, al was het maar omdat het koud of nat Hollands weer was of zoiets. Wat overbleef waren soms prettige contacten, echte vriendschappen, maar ook confrontaties die (n)ergens over gingen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: torpedo-4.jpg

Gek genoeg was een jaar of tien na de start van dat geblog het meeste van die saamhorigheid verdwenen. Dat gold ook voor mijn blogverhalen. De oorspronkelijke aanbieder van die vroege blogtechniek was ineens alles ‘kwijt’. Gold ook voor veel mede-bloggers, en de mensen achter die aanbieder bleken goedwillende maar weinig klantvriendelijke amateurs. Ik week intussen deels uit naar Belgie. Daar zaten goede aanbieders, en zo kon ik mijn verhalen alsnog een tijdlang publiceren. Daarbij deed ik al een aantal jaren mijn professionele zaken via een autoblog dat het relatief lang vol hield. WordPress maakte dat ik uiteindelijk in NL opnieuw kon beginnen en als auteur op Altijdmijnmening mijn carriere mocht voorzetten, al was dat dan via een betaald abonnement. (geen onnodige advertenties of spam)

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hobby-vliegtuigen-en-autos-.jpg

Intussen zijn al een paar jaar terug mijn Belgische blogs gestopt, heb ik via Facebook, Twitter etc nog wel wat meer mogelijkheden om mijn observaties naar buiten te brengen, bracht ik de frequentie op dit meningblog wat terug naar drie per week en geniet intussen nog steeds van al dat inspiratieve geschrijf. Bloggen bracht me soms ook leuke opdrachten. Uitgevers lazen soms mee. En gaven me de opdracht boeken te schrijven met de juiste inhoud. Deed ik. Ik schreef hier zelf ook nog een paar vervolgverhalen, de lezer zal ze zich wellicht herinneren. En anno 2025 komt dat allemaal samen. Ik trakteer niet op taart want dat is volgens sommigen tegenwoordig allemaal slecht, maar ik geniet van jullie felicitaties en uiteraard verhalen over je eigen blogcarriere. Een enkeling is net als ik nog steeds actief. Velen zijn vertrokken. Soms omdat ze zijn gaan hemelen, anderen omdat ze liever vloggen of Tictoc-en etc. Vooralsnog blijf ik nog even. Nog zoveel te vertellen…. Jullie ook?? (Beelden: archief)

Feest…

Feest…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: oranje-versiering-nijmegen.jpg

3 april is ooit uitgeroepen tot Wereldfeestdag…. (uitleg:)’Ook bekend als P-dag, is het een jaarlijks gevierde onofficiële feestdag die gericht is op het bereiken van sociale verandering en harmonie door mensen aan te moedigen het leven te vieren door te feesten’. Feest voor sociale verandering op Wereldfeestdag. Nou, je snapt het al, ik zit hier aangekleed in mijn discopak te wachten tot het feestgedruis hier voor de deur begint. Als er iets is wat ik momenteel geen reden vind voor een wereldwijd feest dan toch wel de toestand in die zelfde wereld. Oorlogen, indoctrinaties, overheersing, religie, extremisme, terrorisme, criminaliteit, overbevolking, nee veel reden voor feest is er niet.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: versierde-voortuin-alg.jpg

Overigens ben ik langzaamaan wel zover dat ik persoonlijk elke dag tot een soort feestdag maak hoor en als ik het zelf niet doe, dan vrouwlief, onze lieve vrienden, familie en de katten. Nu ben ik al niet zo’n algemeen feestvarken van me zelf. Ik ben meer van de wat intiemere settings en hoeperdepoep-zatopdestoep optochten laat ik graag aan me voorbij gaan. Ik snap overigens best dat mensen dat leuk vinden hoor, maar zelf doe ik liever niet mee. Net als groots gevierde verjaardagen met muziek en dans. Niks voor mij, net even te nuchter en ook een groot liefhebber van het goede gesprek, al dan niet met een glaasje. En intiem dansje vond ik overigens ook nooit echt vervelend, maar om nu op mijn leeftijd op een dansvloer te staan tussen jonge kronkelende lijven en te constateren dat ik de oudste van het stel ben geworden doet me aan de kant blijven.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: smoking-girls.bmp

En omdat de bol ook vaak analyses maakt over nut en noodzaak, je wordt ouder en wijzer, is uit de plaat gaan net zo tegen mijn denkwijze in als uit de bol gaan. Toch een nuanceverschil. Feesthoedjes, slingers, het is mij eigenlijk een tegenstaand fenomeen. Carnaval kan ik nog wel waarderen, maar dan vanuit de rol van toeschouwer, niet als deelnemer. Snappen doe ik daar ook niet zo veel van. Altijd die controle over gedrag, nadenken over morgen. Best een nuchter weloverwogen type… Dat maakt een feest toch iets wat ik met reserves benader. Maar wie weet kom ik nog eens tot het inzicht dat je alles moet kunnen loslaten en je gewoon moet laten vollopen en nergens over na denken…Wie weet dat ik dan ook kan genieten van Wereldfeestdag…. Ik wens het jullie allemaal toe. Ik zie wel wat ik doe…. (Beelden: Archief)

Zestig jaar

Zestig jaar

Stel u voor…een kleine menneke leeft in een wijk vol mobiele impulsen. In een gezin waarin dat mobiele ook een grote rol speelt.

Trucks, bussen, trams, auto’s, motoren, brommers, het kwam allemaal voorbij en voegde heel wat observaties toe aan het jonge leven van de hoofdpersoon. Daarbij telden we dan op dat veel vliegtuigen die van/naar Schiphol opereerden dwars over de stad heen vlogen omdat het banenstelsel van die luchthaven zo was dat aan/uitvliegroutes de bebouwing van de stad wel moesten ‘raken’.

Nu waren indertijd toestellen met zuigermotoren en propellers normaler dan de latere jets en wilde er nog wel eens een van die aandrijfbronnen ‘afpikken’. Kwam er een Super Constellation of DC-7C op drie ipv vier motoren voorbij. Het waren voor mij, hoofdpersoon in dit verhaal, jubeltijden. Ik kende al snel alle autotypen en bouwjaren uit mijn hoofd, wist welk type vliegtuig wanneer waar heen vloog en wilde dat in miniatuur kunnen nabootsen.

Op 20 december 1960 startte ik dat wat nu nog mijn collectie kan worden genoemd. Op schaal, kinderlijk, maar wel met een eigen naam en een soort businessmodel. Nadoen wat ik zag. Imiteren en ook innoveren. Het werd een jaar of twee later een hobby die een hele groep mede-gekken deed meedoen en zo ontwikkelde zich een gevoel voor zakendoen en indeling van bedrijven. Over en weer. En door het werk van toen, opgeteld met de studies uit die tijd, tot een soort professie verheven. Tuurlijk veranderde die liefhebberij.

Werd breder, omvatte documentatie, fotografie, later ook auto’s en natuurlijk mijn liefde voor dat ene merk met die vliegende pijl. Veel van wat ik als jong mens had bedacht en voortgebracht nam ik mee als bagage en dat werkte goed. Zelfs in het echte leven. Acties en reclame, ach, ik maakte al advertenties op mijn jeugdige leeftijd, is het dan gek dat je dit later nog goed kunt? Of dat jouw eigen reclamebureautje wordt genoemd naar dat ‘bedrijfje’ uit je jeugd? Nee toch zeker!

Trouw aan de uitgangspunten. En dit jaar dus het zestigjarig bestaan. Al is veel veranderd en soms verwaterd. De wereld om ons heen, de kijk op economie en luchtvaart of mobiliteit. Niet dat ik dat persoonlijk nu anders zie, maar de wereld verlinkst en noemt dat vergroening. Lawaai was vaak muziek voor mij, is nu een gruwel voor nieuwere generaties. Niet opgegroeid met het idee dat je voor elke euro (toen gulden) die je verdiende keihard moe(s)t werken. Men houdt liever de hand op of vraagt de baas om een Tesla. Ik vier in stilte dus en koester. Noem me maar een nostalgisch type, ik kan er mee leven, al dik zestig jaar vandaag. (beelden: Yellowbird)

Alweer 60 jaar oud, de eerste DAF-jes..

Vandaag neem ik precies zestig jaar mee terug in de tijd. Naar het einde van de jaren vijftig, en meer specifiek naar Eindhoven. Daar werd onder de bezielende leiding van de Gebroeders Huub en Wim van Doorne een personenauto ontwikkeld die qua naam en faam doorleeft tot in onze dagen. Een kleine auto, maar met een groot verschil ten opzichte van de andere wagens die in die dagen op de markt verschenen. De Daf-fabrieken van de heren van Doorne werden vooral beroemd om hun vrachtwagens en aanhangers, een personenauto, volledig in ons land gebouwd, was een noviteit. De vaderlandse autopers was er heel erg positief over. En dat bleef heel lang het geval ook al was het nieuwe product voorzien van een heel klein motortje, een tweecilinder boxer van 600cc die slechts 22pk leverde. Maar het nieuwe wagentje had elegante lijnen, was simpel om mee om te gaan en na de voorseries redelijk betrouwbaar. Meest opmerkelijk was de indertijd zeer innovatieve variomatic-versnellingsbak die zorgde dat iedereen met de Daf kon rijden. En voor de goede orde, zo’n klein Dafje reed net zo hard voor- als achteruit.

De neus van de kleine auto was bijzonder opvallend vorm gegeven, heel herkenbaar ook. In ‘schrijfletters’ stond de naam van de fabrikant op de neus van de auto, voor wie het nog niet wist dat dit een Nederlandse auto was. Kort na de zgn. 600 kwam de 750 al op de markt met een iets grotere motorinhoud en wat meer pk’s. Qua onderstel bleef alles bij het oude. Net als veel concurrenten had de Daf achter twee pendelassen, wat in bochten wel eens kon zorgen voor wat bijzondere reacties. Desondanks werd de Daf een hit. Vanaf de start moest de fabriek alle zeilen bijzetten en was een grondige reorganisatie nodig om maar liefst twee keer meer auto’s te produceren dan oorspronkelijk gepland. In 1963 kwamen er varianten in het gamma. Een stationcar en een daarvan afgeleide besteller. Ook een pick-upje werd leverbaar.

De Daf’s werden vanaf dat moment aangeduid als Daffodils. De grilles kregen een ander aanzicht, breder, luxer, steviger. Technisch werden de Dafjes ook iets opgewaardeerd en al snel zorgde dit voor een meer ‘volwassen’ voorkomen. Halverwege de jaren zestig kreeg de aloude Daf een aantal uiterlijke aanpassingen mee, waardoor het wagentje weer frisser oogde. De markant ‘kuil’ in de voorzijde van de motorklep verdween en werd recht getrokken. Het interieur werd een stuk luxueuzer en men perste nog eens twee extra pk’s uit het oude boxermotortje. Maar men werkte in Eindhoven inmiddels ook aan een door de Italiaanse ontwerper Michelotti getekende opvolger, die als Daf 44 furore zou gaan maken. Intussen waren ook varianten verschenen op hetzelfde thema. Zoals speciale postwagentjes voor de Nederlandse PTT en auto’s voor het GAK.

Ook een kleine vrachtwagen die als Pony door het leven zou gaan en in samenwerking met een Zweedse bedrijf, de ook bij ons (zeer beperkt) verkochte Kalmar Daf. Het was helaas ook zo dat het imago van de Dafjes door het type gebruikers dat er mee reed al snel een bepaald imago begon op te bouwen dat het wagentje nooit meer helemaal kwijt raakte. In feite bediende de auto een klasse bestuurders die nu in onze nieuwe eeuw in brommobielen langs de wegen scheuren. En door de hoge inzet van door het GAK aan minder validen verstrekte voertuigen kreeg de Daf een naam die hij eigenlijk niet verdiende. Daf probeerde dit met de 44, 55 en Marathon allemaal te corrigeren, maar de wagens verloren nooit de bijnaam die ze eerder kregen. En dat is heel jammer want er zijn vele honderdduizenden van die Nederlandse wagens gebouwd en heel succesvol verkocht. In ons land bestaat een zeer actieve club die erg leuk bezig is om de herinnering aan de Daf op gepaste wijze en vooral rijdend levend te houden. (Beelden: Yellowbird/LPAC/Internet)

40 jaar vriendschap…

Het was een koude dag in het najaar van 1978 toen we met onze toenmalige prive-Skoda (120L) onderweg waren naar het thuisland van die wagens, Tsjecho-Slowakije. Een heel avontuur want dat lag toen nog stevig afgegrendeld achter het IJzeren Gordijn. De importeur van het merk, de chique firma Englebert uit Voorschoten, vond in die periode dat we als dealer-vertegenwoordigers met de door ons verkochte auto naar de fabriek moesten afreizen om zo zelf te kunnen ervaren dat alles wat de toenmalige autopers over ons heen had gegooid aan bagger onterecht was. Die toenmalige Skoda’s kregen die kritiek omdat men in de CSSR anders dan verwacht een erg aardige auto ontwikkelde waarvan de motor echter ‘nog steeds’ achterin zat. En dat had naast voordelen, want goedkoop te bouwen en veel binnenruimte, ook nadelen. Een daarvan, zijwindgevoeligheid. Maar mijn eigen exemplaar had ik voorzien van brede velgen en bijpassende banden, Koni-schokdempers en de auto was ook nog eens voorzien van een zwart vinyl dakje. Het oogde stoer en de rode Skoda deed wat hij moest doen. Gewoon stevig doorrijden over de Duitse Autobahn richting Beieren waar we met nog een stel andere dealers onder leiding van de importeur de stevig bewaakte grens bij Waidhaus zouden oversteken.

Na een paar uur rijden was het wel even tijd om de blaas te legen en dat deden we ergens aan het begin van de Beierse heuvels op een parkeerplek die op een meter of twintig boven het voorbij razende verkeer gelegen was. De plaspauze bracht een verrassing. Achter onze Skoda stopte een ander rood exemplaar. Iets minder uitbundig van uitstraling, maar wel met Nederlands kenteken. Dat moest wel een van de dealers zijn die ook mee op reis ging. En ja hoor, dat bleken Lieneke en Rein te zijn uit Soest. Rein werkte voor de toenmalige dealer Alblas en mocht dit tripje doen. Zijn baas was net als de mijne niet zo van de Skoda’s of dat land waar ze gebouwd werden. En dat bleek ons gelukje. Want vanaf het moment dat we contact maakten klikte het direct. En dus besloten we om deze trip verder samen door te brengen. Wat zeer goed lukte. Zelden zoveel en hard gelachen als met onze nieuwe vrienden. Net als wij nog jong, zonder kinderen, genietend van het leven. Nadat we dat leven met al haar hoogte- en dieptepunten beleefden zoals we dit allemaal meemaken, bleef de vriendschap hecht. Niet plakkerig, nooit overmatig maar altijd met veel plezier en interesse voor elkaar.

Grote klap voor ons allen was het plotseling wegvallen van Rein. Zo maar tijdens het joggen overleden, hij was een zeer sportief type mens, en op relatief jonge leeftijd achterblijvend in een bos. Het verdriet was groot, de verslagenheid ook. Gelukkig voor Lieneke was er een man die haar goed opving en begreep. Met wie ze later ook uit liefde opnieuw trouwde en zo weer kon genieten van het leven. En met wie ook wij snel een meer dan goede band opbouwden. Zo goed dat we elk jaar een paar maal op stap gaan. In binnen- en buitenland. Lachend, proestend, en soms ook elkaar omarmend bij onverwachte zaken die wel of niet leuk zijn.. Een afspiegeling van het leven. En zoals volgens mij een vriendschap ook moet zijn. Zij soms doof van mijn gekwek, ik met schorre keel omdat we zoveel lol hebben. Het plezier dat er in 1978 al aan stond te komen. Op een koude en zeer interessante trip naar het moederland van mijn (..) merk. Wat ben ik blij en dankbaar dat ik die trip ooit kon maken. Want na veertig jaar nog steeds koesteren is best uniek. Dit jaar gaan we het extra aandacht geven. Over het hoe en waar zal vast nog worden bericht….

50 jaar Bijlmermeer

Onlangs las ik ergens dat de Amsterdamse wijk ‘de Bijlmermeer’ in deze periode van het jaar precies 50 jaar bestaat. Of het reden is voor een feestje weet ik niet, maar ik zal het zeker niet meevieren. Mijn herinneringen aan die wijk zijn te zeer gemengd op dat punt. Daartoe even een stukje achtergrond. De Bijlmermeer werd in de jaren zestig gepland aan de Zuidoost-kant van Amsterdam op grondgebied van buurgemeente Ouder Amstel. Die kreeg voor de grond een aardig bedrag, maar dit besluit zorgde er meteen voor dat Amsterdam in feite een wig dreef tussen twee onderdelen van die buurgemeente zelf, Duivendrecht en Ouderkerk a.d. Amstel. Het polderlandschap waar Amsterdam haar zinnen op had gezet zou daarna in rap tempo worden omgevormd tot een grote wijk waar mensen die een wat hogere huur konden en wilden betalen zouden gaan wonen in hoogbouw die luxe moest zijn en comfortabel, maar ook omgeven door groen. Veel groen! Dat lukte aardig. De eerste bewoners woonden overigens nog een tijdje in een zandbak, maar dat schijnt niet anders te kunnen bij vaderlandse nieuwbouwwijken. Ook wij werden indertijd getriggerd door wat de Bijlmermeer te bieden had. Je kon er voor 245 gulden per maand (prijsniveau 1970) een splinternieuwe driekamerflat huren met CV, een opbergruimte op de begane grond en op termijn een parkeerplek in een van de nog te bouwen garages. (Wachtlijst voor woningen in de oude stad was op dat moment tenminste 7-10 jaar)

Een binnenstraat in de vaak enorme gebouwen zou de flatbewoners met elkaar in contact brengen en daarin zouden dan winkels komen waardoor je in feite in eigen omgeving alles zou vinden wat je zocht. Anno 1970 leek dat aardig te gaan lukken. Jammer dat men geen wegen aanlegde van enige importantie. De Bijlmer zou verhoogde straten en wegen krijgen, maar die waren op moment van oplevering flats nog (lang)niet klaar. Ook was er een magere buslijn naar het centrum van Amsterdam en beperkte het winkelaanbod zich tot een enkele supermarkt. En die kwamen nooit in die binnenstraten te zitten. Maar de eerste Yuppen (de term bestond nog niet, de soort bewoners wel..) meldden zich voor dit grootste avontuur op woongebied dat de stad te bieden had. Voorspoedig bouwde men de hele omgeving vol. De wegen kwamen er na enige tijd, net als de parkeergarages. De flats bleken in de praktijk aardig gehorig te zijn. Het liefdesleven (of het tegenovergestelde) van de buren was soms letterlijk te volgen. Maar de ruimte en de CV maakten veel goed. Langzaam aan verbeterde ook het winkelaanbod en kwam er wat beter openbaar vervoer. Wij settelden ons in onze splinternieuwe driekamerflat. In 1974 ruilden we die om voor een veel grotere op een andere etage van het zelfde gebouw. Vijf volwaardige kamers, een extra inpandige bergruimte die zo groot was als een slaapkamer en dan gespiegeld aan de buitenkant van onze flat nog een. Het kon niet op en het uitzicht op die negende etage van het gebouw was fabelachtig.

Tot…1975. Met de aankondiging van onafhankelijkheid van Suriname nam de halve bevolking daar per vliegtuig de benen en zocht vooral de sociale zekerheden in ons land. Een deel van hen werd opgevangen in de Bijlmer. Met huursubsidies die ons als reguliere en oospronkelijke huurders niet werden gegeven, bewoonde men soms met hele families flats en verbouwde die naar eigen behoefte. Met die intocht kwamen ook de echte problemen. Onveiligheid, criminaliteit, opvallend genoeg ook fysiek ongedierte als kakkerlakken en zo meer, die zich in die gebouwen waar het altijd warm was, nestelden alsof ze in de jungle zaten. De Bijlmer zuchtte. Veel van de eerste bewoners vertrokken. Zochten hun heil ergens anders. Voor die huur kon je immers in andere steden of dorpen rond Amsterdam een mooi eengezinshuis vinden. Veel van mijn toenmalige Schiphol-collega’s deden dat. Wij zaten het zelf nog even uit. Tot ook onze bergruimten werden geplunderd, de auto’s ontdaan van radio’s en zo meer en de politie vaste gast was in ons flatgebouw. Brand bij de Surinaamse buren, afval en tv’s die naar beneden werden gemikt, het ongedierte. Op enig moment was de maat vol en vertrokken ook wij. Richting het nieuwe land, waar je zoveel meer woongenot kreeg voor hetzelfde geld. De Bijlmer verloederde in rap tempo. Meer dan 100 nationaliteiten, drugsoverlast! Tot er een Boeing van ElAl op neer kwam in 1992 en de Gemeente Amsterdam ineens doorhad wat hier allemaal speelde. Voordien hadden achtereenvolgende colleges weggekeken en doofheid voorgewend bij rapportages over deze ‘prachtwijk’. Het resultaat werd meer reden voor een feestje. Veel economische activiteiten, afbraak van veel hoogbouw, verwijderen van al dat fraaie groen dat vooral zorgde voor veel onveiligheid, aanleg van meer normale straten en huizen. Een onherkenbare wijk waar nog steeds enorm veel van de bewoners zitten uit die periode waaraan ik niet graag herinnerd wil worden. Maar wellicht is het er nu wel weer goed toeven. Als ik er doorheen rijd moet ik trouwens goed kijken waar wat te vinden is.

De Metrolijnen maken me daarbij vaak duidelijk waar bepaalde van die vroegere plekken terug te vinden zijn. Een metro die overigens vanaf 1977 ging rijden en de Bijlmer nog eens extra blootstelde aan alle (drugs)ellende die een grote stad te bieden heeft. Ook in haar buitenwijken. Die overigens tegenwoordig meer onder eigen naam dan onder die verzamelnaam bekend staan. Zuidoost, Holendrecht, Gein, en zo meer. 50 jaar Bijlmermeer. Of hoe een stadsbestuur uiteindelijk de juiste weg wist te bewandelen om een onleefbaar gemaakt woongebied weer tot aantrekkelijk geheel om te vormen. Maar voor mij gaat dat niet meer op. Ik ben er zelf al 37 jaar helemaal klaar mee…

Tien jaren bloggenoegens….

Commentaar van het balconDe tijd vliegt, ik roerde het wel eens eerder aan. Zeker als je voorbij de 50 bent lijkt het wel of je van een glijbaan af vliegt in de richting van het einde van je leven. Nu bedoel ik dat niet zo als het wellicht leest, maar het lijkt wel zo te zijn dat naarmate je ouder wordt de dagen geen 24 maar slechts twaalf uren kennen. Even terugkijkend in een archief kwam ik er achter dat ik in juni dit jaar precies tien jaar lang mijn wetenswaardigheden en meningen deel met de wereldwijde weblezers en medesocials. Aangestoken door iemand die ik had leren kennen op een Webforum startte ik indertijd schoorvoetend met een weblog waarin ik korte en op dat moment nauwelijks relevante informatie deelde. Dat werd al snel anders. Medebloggers werden ‘aangesloten’ en omgekeerd keek ik regelmatig wat anderen zoal oreerden. Dat kon gaan over de kat van de buren of de verkeerssituatie in Gent. Soms kwam er iemand voorbij met een ondeugend verhaal, dan weer iemand die een compleet ziekteproces tot in detail beschreef.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Een deel van die bloggers is er overigens  in de tussen liggende jaren om welke reden dan ook mee gestopt. Soms vond men zijn grote irl-liefde in de bloggerij, dan weer was een scheiding der geesten reden om er mee te stoppen. Mijn eigen blogs werden in die tussen liggende jaren steeds vaker gestuurd door de situatie van de dag. De politiek, het weer, of de economie. Af en toe een persoonlijke noot. Ik trok de onderwerpen soms uit elkaar en zette aparte blogs neer voor liefhebberijen en vakgebied. Het bezorgde me verschillende soorten en vaak trouwe lezersgroepen. Later kwamen daar de sociale media bij. Twitter, Linkedin, Facebook. Een deel van de bloglezers verhuisde met me mee. De een liet zijn/haar blogje achter, de ander nam het mee en ging gestaag door met digitaal pennen. Bloggen is ook leuk tenslotte.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Voor mij zijn het columns met inhoud, nooit zo maar om het niks. Dat ligt me niet zo. Zal met de vroegere schrijverij van doen hebben. Daarbij ben ik van  oordeel dat het juist gaat om die mening en dat die er ook toe doet. Wat men er ook van vindt of denkt. Ik schrijf het tenminste van me af. En dat al tien jaar lang. Hield er echte vrienden aan over, voor het leven soms. Zag helaas anderen achter de horizon verdwijnen. Soms jammer, in andere gevallen….ach! Geroddel ligt me niet en borstklopperij om het eigen ego ook niet zo. Wie dat doet valt al snel buiten de en mijn boot. Tien jaar is een lange periode. Bedenk maar eens dat ik indertijd elke dag zo’n beetje iedere dag een blog plaatste op Altijdeenmening, later Altijdmijnmening. In een volgend stadium werd de frequentie lager, om de dag, nu om de twee dagen. Er is meer tenslotte dan bloggen in het leven en de korte en bondige statements kunnen ook of zelfs beter op Facebook of Twitter geplaatst. Het aantal volgers is daar om en nabij even groot. Intussen zijn Instagram en Vloggen in. Niet meer schrijven maar filmen. Jouw leven in beeld en veel volgers die dat kennelijk leuk vinden. Ik denk niet dat het iets voor mij is. De inhoud spreekt me nog steeds meer aan dan het oppervlakkige. Maar wie weet.  En dan is het over met de bloggerij. Maar tot dan, we gaan nog even door hoor. In de hoop dat ik de mensen nog een beetje kan vermaken. En desnoods…alleen voor mij zelf. Veel leesplezier wens ik u allen toe…ook in de komende jaren….

80-plus jaar Dakota

21243 MDC DC-3 Nor Fly  65371 FRA 0879Scan10712Het komt maar weinig voor dat je tijdens jouw eigen leven roerende objecten ziet of ervaart die ouder zijn dan jij zelf en die nog steeds intensief worden gekoesterd of gebruikt. Lezers die niets ophebben met techniek moeten nu maar afhaken, want juist hierover gaat het. Vorig jaar werd het 80-jarige bestaan gevierd van een van de meest beroemde vliegtuigtypen ooit, de Dakota. Officieel heette dat vliegtuig ooit de Douglas Commercial number three en werd het gebouwd om de toenmalige luchtvaartbedrijven in de Verenigde Staten te helpen aan een vliegtuig dat passagiers van de ene naar de andere kant van het land zou kunnen transporteren in stoelen die ook als bedden te gebruiken waren. Douglas gaf ze om die reden een naam mee die ons nu minder zegt; Douglas Sleeper Transport (DST). De slimme Amerikaanse fabrikant had met haar DC-2 bewezen dat metalen vliegtuigen veel beter bestand bleken tegen intensief gebruik dan alles wat er tot dan toe rondvloog en was gebouwd van allerlei andere materialen. 0-49789_VC-47_09091968_1280Zo werkte Fokker nog steeds met metalen frames, hout en linnen. De DC-2 maakte de luchtvaart veel volwassener dan ooit voorheen gedacht, maar de DC-3 deed daar meer dan een schepje bovenop.

Al snel waren er flink wat orders binnen van de civiele bedrijven die wel iets zagen in de oersterke en indertijd uiterst moderne DC-3. Maar ook de Amerikaanse defensiestaf zag genoeg potentie in de DC-3 en bestelde een aangepaste versie die als C-47 werd ingelijfd. Daarbij werd de toegangsdeur van rechts achter naar linksachter verplaatst en kregen de machines een sterkere laadvloer en o.a. een grote vrachtdeur die handig was bij het laden en lossen. Na het uitbreken van de tweede wereldoorlog en het betrokken raken van de Amerikanen daarbij werd de C-47, intussen aangeduid door de strijdkrachten als ‘Gooney Bird’, in grote aantallen geleverd. Duizenden van deze vliegtuigen werden tijdens de oorlog ingezet en er gingen ook hele series naar Engeland en Rusland, toen medestrijders tegen de zgn. Asmogendheden. DC-3 KLM 4823303055_c8fba9ecb2_mOpmerkelijk is dat de machine door de Engelsen pas zijn enige echte en bij ons bekende naam kreeg; ‘Dakota’ en die draagt het toestel tot op de dag van vandaag nog steeds. In Rusland werd de machine al snel gekopieerd, uitgerust met Russische Shvetsov radiaalmotoren en aangepast aan de specifieke omstandigheden daar. Die kopie heette Lisunov Li-2 en ook daarvan zijn er nog een stuk of wat bewaard gebleven.

Ook Japan kopieerde de machine op basis van bij oorlogsbuit meegenomen C-47’s en ook de Duitsers hadden de beschikking over Dakota’s, al was het maar door de uit Nederland van de KLM geroofde exemplaren. In totaal werden er meer dan 11.000 Dakota’s gebouwd. Een deel daarvan kwam na de oorlog overal en nergens in gebruik als passagiers- of vrachtvliegtuig en tot op de dag van vandaag zijn er nog commerciële maatschappijen die deze unieke machines naar waarde weten te schatten. Opvolgers voor die DC-3 waren er genoeg, maar steeds bleek de Dakota zelfs die te overleven. Toch beginnen de aantallen vliegende Dakota’s wel snel af te nemen. De toestellen zijn antiek geworden, onderdelen raken op, net als de benzine waarmee de motoren worden gevoerd. DC-3 PH PBA Hybrid c.s.Die wordt door het hoge octaangehalte en de afnemende vraag steeds schaarser. De Nederlandse luchtvaart werd mede groot dankzij de Dakota en het is goed dat er nog een paar exemplaren bewaard zijn gebleven, waarmee soms nog wat wordt gevlogen ook. Wat het vliegen betreft; de Dakota is het enige vliegtuig dat mij persoonlijk ooit luchtvaartziek wist te krijgen, best een eer! Hoe twijfelachtig ook. Voor een deel zijn die Dakota’s ook verantwoordelijk geweest voor mijn liefde voor de luchtvaart. Als kind hoorde en zag ik die kisten overkomen op de plek waar ik woonde en dat beeld zette me aan tot mijn huidige verzamelwoede. En als je dan nagaat dat die machines toen al een jaar of 25 oud waren, wat toch best ‘stok’ is geeft het wel een beeld over hoe belangrijk dit vliegtuig is geweest en nog is voor de wereldluchtvaart. Eind vorig jaar een klein feestje dus, en ik persoonlijk vind dat die Dakota’s dat meer dan verdiend hebben. O wacht even, er komt er net een voorbij. Niet meer in de kleuren van KLM, want dat bedrijf gaf de sponsoring van de museumexemplaren van de DDA juist deze maand op! Eigenlijk een schande, maar goed. (foto’s: Yellowbird collectie)

Anti-feestvarken…

15g3srcKijk, een goed gesprek bij een even goed glas, het bevalt me vaak als het zich voordoet. Mag ook gewoon een bakkie zijn met warme inhoud. Dat gesprek, dat is het. Omdat er meer is om over te praten dan de kat van de buren of dat reservewiel onder de auto van je vader 30 jaar geleden. Van feestjes met een hoog hoeperdepoep-gehalte moet ik absoluut niks hebben. Nodig mij er niet voor uit, ik kan er niet (meer) tegen. Welllicht te veel geleden in mijn jeugd. Toen was dat nog de standaardvorm voor vieren van feestjes rond verjaardagen etc. Maar op enig moment hebben vrouwlief en ik dat afgeschaft. Gewoon lekker zitten met lieve vrienden, een terrasje met de kinderen, een hapje met elkaar (en dat kan allemaal door elkaar gehusseld worden) is mij persoonlijk liever. De verjaardagen vieren wij dus vaak in kleine kring en met een uitgekiende samenstelling van gasten. Sommigen liggen elkaar niet en die moet je ook niet vermengen. Blijft de sfeer goed, net als het gesprek.

Blingbling lippen.....kussen beterHet is al jaren een garantie voor leuke vieringen der jaardagen met lieve vrienden. En die feestjes vieren we nu intussen al een paar jaar graag in enige bescheidenheid nu het ‘jongere’ er wat van af slijt. Laten we maar gewoon doen, al dat overdreven gehannes met vlaggetjes en een huis vol visite is niet aan ons besteed. Behalve als het kroonjaren betreft. Een jubileum, een unieke verbinding van mensen die al 5, 10, 15 jaar of nog langer duurt. Dan mag het en doen wij ook op bescheiden wijze mee. Maar zo maar? Nee. Dat leed en leidt nog wel eens tot irritatie en conflict. Onbegrip. Je zult maar van die feestjes zijn. En nogmaals er is niets tegen feestjes op zich hoor, een groep Facebookers leren kennen of zoals in het verleden wel een gebeurde, de bloggers van toen. Of het optreden van een geweldige DJ die mensen wil vermaken. Prima, dient een doel. Maar voor mijn eigen verjaardag hoeft dat echt niet. Bij anderen telt vooral het criterium of ik op redelijke tijd naar huis kan. Zo niet, ga ik liever niet. De tijden van lang doorhalen tot diep in de nacht liggen ver achter me. Jaja, pappa wordt ouder….