Werken op Schiphol 10 – Vrachtgebouw!

Dat Vrachtgebouw waar we indertijd in mei 1967 als onderdeel van de luchtvrachtgemeenschap van toen waren neergestreken was t.o.v. onze eigen vroegere vestiging in een oude hangaar op Schiphol-Oost natuurlijk een fikse vooruitgang. Het gebouw was tien etages hoog en kende een centrale liftschaft waarin je op en neer kon worden gebracht. Vaak was dit niet het geval want er zaten flink wat kinderziekten in die nieuwe huisvesting. Dat beperkte zich niet tot die liften. Ook de verwarming en vooral de koeling van het gebouw was een flink probleem. Het was op dat moment de meest zuidwestelijke bebouwing van Schiphol en er stond altijd wind om dat gebouw heen. Daarmee had de architect bij het maken van het ontwerp voor deze kantoorhuisvesting kennelijk geen rekening gehouden. Hij liet elk raam, op zich voorzien van een draaimechaniek om frisse lucht toe te laten, uitrusten met een automatisch (..) systeem van zonneschermen. Zodra die via een of andere fotocel zonlicht vermoedden zakten die schermen naar beneden.

Plezierig voor de gebruikers van het gebouw wellicht, het had ook de nodige nadelen. Zo gingen die schermen ook naar beneden bij een Zuid-Westerstorm waarbij af en toe de zon zich liet zien. Resultaat, verbogen zonneschermen en soms gescheurde doeken. Bij nog heftiger stormvlagen waaiden soms zelfs de ramen uit het gebouw. Het was allemaal niet zo doordacht. Maar men loste het telkens wel op. Na enige gedoe voorzag men de ramen van een folie, doorzichtig, maar wel uitzichtbeperkend. Mijn blik op de start/landingsbanen werden er ook aardig door beperkt. Maar ja, voor het goede doel…. Die stormen maakten ook duidelijk dat het gebouw wel een windvanger was, want boven windkracht 7 trilde en dreunde alles in het kantoor. Daar wenden we uiteindelijk wel aan, maar toch. Gelukkig zat er onderin het gebouw een snackbar, annex bar, die door veel vertegenwoordigers van airlines en vrachtagenten werd gebruikt als een ontmoetingsplek.

Er werden soms bijzondere handeltjes gedreven. Baas Ruud was er een bekende gast en hij nam het er soms aardig van. Wij, harde werkers met stapels dossiers op ons bureau, maakten er geen punt van. Hij bracht voldoende handel binnen, maar soms was de sfeer ineens wel erg vrolijk. En daar zou het later niet bij blijven. De vrachtloods van KLM was een gigantisch ding, had een soort zadeldak en ook dat was niet geheel bestand tegen de heftige windvlagen die het vliegveld soms heftig raakten. Je zag dan hele panelen door de lucht vliegen. Sensatie was in die jaren altijd een onderdeel van ons werk. Soms was dat leuker dan anders. Op de toen nog aanpalende A4 bij Hoofddorp vond indertijd een enorme kettingbotsing plaats in dichte mist. Heel wat mensen gewond en zelfs doden naar ik me herinner. Overal brandweer en ambulances, maar door de dichte mist zagen we alleen maar wat rook voorbij komen van brandende voertuigen. Ook een brand bij Sikkens in Sassenheim staat me bij. Zagen we uit dat gebouw aardig fikken. Maar dat waren de afleidingen voor de harde werkers die we toch waren. Schiphol was dynamisch en in de groei. En ons bedrijf hield het tempo aardig bij. (Beelden: Internet/Wiki)

Leven met de Vliegende Pijl – 56 – Nieuwbouw

Het hypermoderne en onder architectuur ontworpen nieuwe gebouw voor Pon Mobiel kwam geen moment te vroeg. Het was als project min of meer het kindje van Cees Hoekstra en die had om budgettaire redenen tijdens de bouw wel flink wat consessies moeten doen. Het geplande maar peperdure klimaatbeheersingssysteem werd bijvoorbeeld uit de verlanglijst geschrapt en voor zonwering was volgens de architect geen plek. Een vol glazen gebouw kent zo haar feilen, zeker als je dat ook nog vol in de zon bouwt. Maar dat was iets voor later. We waren dolblij met deze behuizing, die vol stond met luxe zaken. We hadden een prachtige showroom op de begane grond waar we wat exclusievere modellen uitstalden zodat sommige dealers daar dan met klanten konden komen kijken, vergelijkbaar met hoe VW en Audi dat in Leusden ook deden voor hun relaties. En ook zoals we dat in het oude hoofkwartier te Voorschoten gewend waren geweest. Verder had het gebouw een centrale receptie, een kitchenette, en twee etages vol kantoorruimten die door het open karakter zorgden dat iedereen met elkaar van doen kreeg. Maar diezelfde etages maakten dat er een directe communicatiebreuk ontstond tussen het marketing/pr-blok en de Verkoop/after-sales, waar men op enig moment zelfs besloot om zonder echte afstemming met mijn afdeling eigen marketing-activiteiten te ontwikkelen. De situatie die daardoor ontstond zou symbolisch worden voor wat later gebeurde. Het openingsfeest was overigens nog echt geweldig. Internationale gasten, waaronder het management van Skoda, maar ook de heer Mijndert Pon, men kwam op het feestje van Cees Hoekstra en zijn team. Met acrobaten en vuurwerk, maar zeker ook een glaasje champagne werd alles afgesloten. Het nieuwe gebouw was een opvallend geheel. Als je het vergeleek met de vierkante doos van Seat leek het Skoda-gebouw wel een UFO die was neergestreken op het grasveld tussen dat Spaanse merk en het ook best fraaie gebouw van Porsche.

Skoda werd er extra volwassen door en het gaf de al wat langer voor Skoda actieve mensen bij Pon Mobiel, zoals ik, een gevoel er nu na negen jaar hard werken pas echt bij te horen. Door de indeling van het gebouw bleek al snel dat er weer nieuwe mensen bij moesten komen om het team te versterken. Receptionistes bijvoorbeeld, maar er zat al een aardig aantal medewerkers vond ik zelf. En heb dit ook een paar maal bij Hoekstra neergelegd. Door de omvang van dat team werd het ook ineens nodig elkaar op de hoogte te brengen van waar je mee bezig was. Eenzijdigheid bleek daarbij soms meer schering dan inslag. Er ontstonden combinaties van collega’s die het door vooroordeel of een zoektocht naar de eigen carriere goed konden vinden en zich afzetten tegen anderen. Pon Mobiel was daarmee naar mijn mening ineens een ‘volwassen afdeling van Pon’s Automobielhandel’ geworden. Daarbij was het gebouw zelf in de zomer bloedheet en nauwelijks te koelen, in de winter aardig fris en pas na uren stoken comfortabel warm. Warm werd het ook als het ging om wie nu verantwoordelijk was voor wat. De oude scheidingslijnen tussen de afdelingen werden steeds vager. Door dat gezoek naar ‘belangen’ en het gebrek aan onpartijdige of actieve leiding kon het gebeuren dat twee afdelingen ineens met hetzelfde werk bezig waren. Dat was lastig want zo kreeg je dus geen echt inzicht in een eenduidig bewerken van het merkimago of de markt. Het begon mij persoonlijk in ieder geval aardig te storen. Temeer omdat ik wist dat baas Hoekstra zo zijn anti’s en sympies had en ik mij om een of andere reden niet in zijn voorkeur mocht verheugen. Kwam ook wel omdat ik omgekeerd vond (en ook wel uitte) dat hij soms wel erg eenvoudig redeneerde en van Skoda’s vermarkten echt geen kaas had gegeten. Daarbij had hij mijn leeftijd en was seniority dus best een dingetje. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird/Skoda/internet)

 

Lunch bij Dudok Rotterdam…

Als je dan in Rotterdam bent wil je ook wel even een terrasje opzoeken en iets lekkers eten en/of drinken. Dat lukte ons bij Dudok, een zaak die schuin tegenover de modelwinkel van Meijer en Blessing te vinden is aan de Westewagenstraat. De keuze werd door de jonge generatie in ons gezelschap bepaald, maar wat waren we achteraf gezien blij daarmee. Het gaat om een horecabedrijf dat naar verluid is gevestigd in een oud kantoorpand van Nationale Nederlanden en typisch de styling laat zien van de jaren vijftig. Om het hele gebouw heen zijn terrassen te vinden (in de zomer) en de bediening daar was vlot en vriendelijk tot vrolijk. Men biedt een aardig oeuvre aan gerechten en drankjes en die zijn van de smakelijke soort. Wij namen alle vier iets anders, dan was vergelijking goed mogelijk. De gezichten van de eters spraken boekdelen, goede keuze, lekkere gerechten.

Redelijk betaalbaar ook, wat ook een factor is bij een beoordeling van zo’n zaak. Als je dan toch hier neerstrijkt neem dat gebouw eens in je op en verbaas je. Bijna nostalgische styling, maar met een moderne touch natuurlijk. De eisen aan een zaak als deze zijn totaal anders dan die van bureaukluivers een generatie geleden. De toiletten zijn achter in de zaak te vinden. Moet je een stevige oude trap voor op en dan in een corridor je weg zoeken. Kon er mee door. Oogde rommeliger dan deze zaak eigenlijk zou moeten bieden. Maar al met al is Dudok een rapportcijfer 8.0 zaak. Als we weer eens in Rotterdam zijn komen we hier graag terug. Al was het maar om die enorm vriendelijke meiden die hier de bestellingen regelen. (Beelden: TPool)

Speelgoed in Oosterhout

WP_005634Het was echt stom toevallig dat we aanliepen tegen een van de leukste speelgoedmusea die ik in Nederland ooit heb bezocht. En ga er maar vanuit dat ik er een paar heb gezien. Met als oermodel en voorbeeld het London Toy and Model Museum dat ik ooit een paar maal bezocht in het Londense Kensington en waar ik echt naar adem hapte over al die uitgestalde leuke waren voor een liefhebber. Maar in Nederland kom je ook dit soort uitstallingen tegen. Vaak aan de bescheiden kant, soms zonder dat er echt thema’s te vinden zijn en in andere gevallen weer een beetje als noodzakelijk kwaad. Terwijl je toch best iets kunt maken van een speelgoedcollectie. De geschiedenis van dat spul en de speelwaarde in de toekomst, maken dat je met wat aandacht en een beetje ruimte veel kunt uitstallen waar bezoekers iets mee kunnen. Nou, dat vond ik dus in Oosterhout. Het zgn. Speelgoed en carnavals Museum Op Stelten aan de Zandheuvel 51, in die Brabantse stad (km. Of 20 van Breda) is een aanrader van jewelste. WP_005670

Men zetelt sinds niet al te lang (alles oogt fris en nieuw) in een oud schoolgebouw en elk voormalig lokaal is ingericht met een thema. En juist dat maakt het zo aantrekkelijk. Van poppen tot Meccano, van trapauto’s tot sleetjes, van kijkdozen tot Dinky Toys of vliegtuigen. En alles wat kan werken functioneert ook. Je voelt je als volwassene voor even kind en als verzamelaar van veel van die spullen kom je herkenbare stukken tegen. Er lopen mensen rond die waar nodig het een en ander te vertellen hebben over onderdelen van de collecties. Wat ik zelf erg leuk vond en vind, grote kasten waar je achter deurtjes en in laatjes weer wordt verrast door uitgestalde deelcollecties of muziek- en lichtshows. Een prima manier van exposeren en een voorbeeld voor menig speelgoedmuseum met ‘naam’ of ‘faam’. Er is ook een zaal ingericht voor het fenomeen carnaval. Heb je er niks mee? Toch even doorheen lopen want je wordt opgevrolijkt door de klanken uit de diverse luidsprekers en snapt na wat leeswerk iets meer van deze wonderlijke katholieke traditie in het zuiden van ons land.

Loop je uiteindelijk naar de uitgang is die slim gezeteld in een nieuw gebouwde horeca-afdeling waar je tegen schappelijke prijzen iets kunt nuttigen. Er is ook een miniatuur shopje, maar daar is het aanbod buitengewoon mager. Aardiger is de zaal met zgn. wisselende exposities.WP_005672 Dit keer ingericht door een particuliere verzamelaar van K-MEXX constructiespeelgoed. De man bouwde er enorme kermisattracties van die je individueel via een druk op de knop kunt laten functioneren. Zeer indrukwekkend. De toegang tot het museum kostte ons 5,50 per persoon, boven de 65 jaar krijg je een euro p.p. korting en kinderen krijgen zelfs nog meer korting. Mocht je in de buurt zijn, toch eens langs gaan mensen. Een straatje verderop ligt ook nog een bakkersmuseum. Niet door ons bezocht vanwege de tijd, maar deze combi is alleen al een reden om een keer naar Oosterhout af te reizen.