Niks waard….

Niks waard….

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fri-925203-opel-astra-mbx-img_1924.jpg

Nog los van wat ik al eens eerder beschreef over hoe sommige handelaren menen te moeten omgaan met verkopers van spullen of wat ook ken ik nog een fenomeen op dit terrein dat me als verzamelaar van het een en ander telkens verbaast. Collecties en hun eigenaren zoeken altijd naar manieren om die verzameling aan te vullen dan wel zodanig te corrigeren dat het allemaal overzichtelijk blijft. Om de waarde van iets te bepalen bestaan er catalogi, digitale informatieportalen, taxateurs, veilighuizen en zo meer.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fri-9186-leyland-brandweer-hpim5570_edited.jpg

En een beetje verzamelaar heeft wel een redelijk beeld van wat hij/zij in huis heeft. Gek genoeg zijn het juist de medeverzamelaars die met hun ‘mening’ of ‘expertise’ zorgen dat sommige mensen die pakweg aan de start van een collectie staan, meteen met zweet in de oksels beurzen bezoeken of handeltjes drijven. Tegenwoordig is de terminologie ook anders onder verzamelaars.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nieuwe-beer.300803.jpg

De vroegere termen ‘Mint/Boxed’, ‘Mint/unboxed’ ‘Played-with’ ‘playworne’ etc zeggen niks meer bij nieuwe generaties. Die volgen hun neus en geloven alles wat ze op internet zoal lezen. Zo is er de gedachte dat modelauto’s van de merken Matchbox of Hotwheels over 50 jaar twee keer meer waard zijn dan bij aanschaf mits ze nog in de originele (blister)verpakking bewaard blijven. Dat is een leuk idee, maar reken maar eens met me mee.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fri-113007-boeing-777-3-klm-hpim7963_edited.jpg

Een beetje model van deze fabrikanten kost je n u tussen de 1.50 en 2 euro per stuk. Haal je het model uit die blister en koester je dat al die vijftig jaar (stof verwijderen, poetsen, opwrijven, in een vitrine neerzetten..) brengt het gegarandeerd de betaalde inkoopprijs weer op. In blister wordt die waarde volgens die verhalen dus 3-3.50 Euro. Maar dan moet je het model wel stof/zonvrij opbergen. Zou die theorie opgaan? Alleen de inflatie is al zodanig tegenwoordig dat een model meteen in waarde stijgt door dat economisch fenomeen. Daarbij is het zo dat modellen uit 1965 die nu nog in hun originele verpakking zijn bewaard een totaal andere wereld vertegenwoordigen dan het spul dat tegenwoordig in China of Thailand wordt gemaakt.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_2479.jpg

Daar draait men van elk model/kleur/opschrift enorme aantallen die wereldwijd afzet genieten. Dat er dan iets overblijft met een grote unieke waarde is klein. Dat ligt bij de aloude Dinky Toys of zo wel anders. Dan is er nog de situatie rond trends. Veel verzamelspullen zijn onderhevig aan vraag en aanbod. En door de jaren heen gaan hobby’s alleen al door verschil van interesse tussen de ene of de andere generatie over hoge toppen of door diepe dalen. Zie wat er met postzegels is gebeurd, met sigarenbandjes, suikerzakjes, en zo voort. Dat geldt ook voor de door mij als een der velen verzamelde zaken. Natuurlijk speur ik nog steeds naar bijzondere stukken. Soms vanuit nostalgie, dan weer omdat ik een auto wil bezitten die ik nog uit de jeugd ken of waaraan ik in de 1:1 wereld goede herinneringen heb. Wagens van de merken die ik ooit verkocht of vermarktte maar waarvan de modellen zeer schaars zijn. Of de modellen van vliegtuigen waarmee ik ooit vloog. En echt, hoe uitgebreid ik speurde en soms vond…ik ben nog lang niet compleet. Benieuwd wat dat spul over vijftig jaar waard zal zijn. Het zou mooi zijn als mijn nabestaanden daar dan een fikse boterham mee kunnen verdienen…. Die oude meninggever bewaarde dat spul toch maar mooi voor ze, al dan niet in box of blister….:) Zelf ook een verzameling of hobby die onderhevig is aan waardeschommelingen??? Ben benieuwd… (Beelden: Yellowbird collectie)

Ruimteslak…

Ruimteslak…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: mercury_3-wikipedia.jpg

Had ik het in mijn vorig blogverhaal nog over de pogingen van ons Aardlingen om de snelheid van het geluid te passeren binnen onze vertrouwde en beschermende dampkring, om daarbuiten te kunnen reizen met enig succes zal die snelheid een flink stuk omhoog moeten. Bedenk maar eens dat we binnen de wetenschap die zich bezig houdt met de verwerving van kennis over het Heelal denken in lichtjaren. En die zijn opgebouwd in snelheden die uitgaan van 300.000km/seconde. Dus als een ster of ander orgaan in die grote ruimte op 1 miljoen lichtjaren staat, ben je miljarden Aardse jaren verder voor het licht van zo’n object ons op deze planeet bereikt en kijken we met dank aan de lessen en wetten van Einstein ver terug in de tijd.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: de-keukenverbouwing-021007-004.jpg

Bij sommige onderzoeken meende men zelfs de tijden van het ontstaan van dat Heelal te kunnen bestuderen. Confronterend. Met onze huidige technologie, of die nu Amerikaans, Russisch of Chinees dan wel Europees is komen we qua snelheid niet veel hoger uit dan pakweg 25.000km/u gemiddeld. Dat is ongekend snel op onze planeet, daarbuiten stelt het niks voor. Met een beetje geavanceerde raket suis je in een week richting Maan, onze naaste buur in die ruimte. Dat deden we in de jaren zestig al, met intussen antieke technologie. Uit die periode stamde ook de Voyager ruimtesonde die indertijd op reis werd gestuurd de grote lege ruimte in.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: v2.jpg

Op zoek naar andere beschavingen. Het ding deed er dik 50 jaar over om uit ons eigen zonnestelsel te geraken. Hij bleef ons nog vele jaren voorzien van informatie, best knap als je zag hoe die machine in elkaar stak. Een bemande reis naar Mars gaat pakweg 6-9 maanden duren. De vraag is of we dat zouden moeten willen. Want een ding is door de bezoeken aan en verblijven in het Internationale Ruimte Station dat nog steeds rondvliegt wel gebleken, de mens is fysiek niet geschikt voor ruimtereizen. Na een lange tocht in een gewichtsloze toestand raken onze ledematen ontmanteld, net als onze organen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: space-shuttle-engterprise.jpg

In feite zou iemand met een handicap aan die ledematen een grotere kans maken om succesvol astronaut te zijn dan een 100% fitte man of vrouw die we nu omhoog schieten. Trips en avonturen zoals we die zien in films en tv-series met mensen die op gewone zetels in een keurig pak of strak uniform hun ding doen zijn nu vrijwel ondenkbaar. En met een ruimteslak die met de tot nu toe behaalde snelheden op pad zou gaan richting de sterren is de kans van slagen redelijk klein tot nul. Het zal dus wel even duren voor we in de ruimte Star Trek of Wars kunnen spelen. Daarvoor hebben we ruimteschepen nodig die honderden meters lang zijn, door atoomgeneratoren aangedreven motoren bezitten en een systeem om niet alleen de bemanning in leven te houden, maar ook een soort zwaartekracht te ontwikkelen waardoor de mens een kleine kans van overleven heeft. Beetje nadenkend zie ik niet dat we dat in de komende eeuw voor mekaar krijgen. Zelfs een techkapitalist als Musk of zo heeft niet het geld om dit soort plannen te verwezenlijken. En dan nog de bemanning vinden… Want je kunt er vanuit gaan dat het een trip is met eenrichtingsverkeer als uitgangspunt. Net als dat tripje naar Mars. Wel heen, niet meer terug. Je moet maar willen of durven… (Beelden: archief/internet)

63…

63…

Ja ja, een verjaardag…opnieuw…maar niet de mijne…Wel een die een grote invloed had op mijn verder leven en functioneren. Op 20 december 1960 besloot ik dat ik op ‘volwassen’ manier om moest gaan met mijn liefhebberijen, die toen net als nu bestonden uit de wereld van de luchtvaart en die van de automobielen. Ik dacht dat ik met die stap ook zelf echt volwassen werd. Ach, wat wist ik eigenlijk nog, een melkmuiltje met een grote bek, maar ook zeker van zijn toekomst. Een toekomst die een carriere in zou houden die weliswaar iets anders verliep dan toen bedacht maar toch langs bepaalde lijnen deed uitkomen wat ik als zeer jong mens al voor me zag.

Terugkijkend verbaast het me nog steeds dat ik met een vloot Dinky Toys en plastic vliegtuigjes al zodanig bezig was met een ‘eigen bedrijf’ dat ik langs die lijnen ook de volwassen toekomst in kon reizen. Bij vrienden uit de straat of naaste familieleden kon ik bij die keuze slechts rekenen op een glimlach of (pak weg) enig begrip, maar men vond me vooral ook een bijzonder menstype.

Veel leuker om maar te zien hoe die toekomst op je af zou komen was het credo voor de meesten toen. Bij de een lukte dat beter dan bij de ander overigens. Ik volgde het pad dat ik zelf in de bol had geprogrammeerd en werkte me op tot ik directeur was van een bedrijf en later zelfs zelfstandig ondernemer om zo mijn eigen bureau te bestieren dat de naam droeg van dat miniatuurbedrijf wat ik lang geleden op een tafel in de eetkamer had opgezet. Die datum en verjaardag zijn symbolisch natuurlijk, maar wat volgde had toch zijn weerslag op wie ik nu bent en wat ik zoal aan ervaringen op deed. Bij die ervaringen ook teleurstellingen uiteraard.

Soms moet je accepteren dat je een geweldige manager kunt zijn maar een wat mindere ondernemer. Dat je meer creatief bent dan economisch ingesteld. Dat je bedreigingen minder moet leren zien dan uitdagingen. Door ervaring leert men. En je leert ook dat niet iedere zakenpartner of klant per definitie te vertrouwen is of dat opdrachtgevers en/of afnemers je soms laten zitten met een aardige financiele opduvel. Alles meegemaakt en dat had dat ventje van toen nog niet helemaal door. Geen ondernemers in de familie, wel veel vrijgevochten types. Ik was en werd dat nooit. Zat en zit toch niet in de genen. Dat ‘bedrijfje’ van toen werd een echte onderneming en is nu de Geuzennaam voor mijn collectie. En dan mag je het vieren toch? Nou dat doen we…taartje, drankje….maar wel morgen. Want een traditie moet instant gehouden worden….Proost…..op mij… (beelden: Prive)

Opruiming….

Opruiming….

Wie mij hier al een tijdje volgt weet dat ik mijn interesse/werkwereld aardig breed heb gemaakt. Zo breed dat zaken soms door elkaar heen liepen. Zo maakte ik van mijn passie voor de luchtvaart mijn werk om dat later nog eens te doen met de wereld van automotive. Daarna werd het de communicatie/trainingswereld die me beetpakte en zo bouwde ik naast mijn hobby-bibliotheek en andere zaken ook een aardig groot zakelijk archief op. Indertijd belangrijk genoeg om alles te bewaren al was het maar omdat de wetgever je dat verplicht, maar ik ben nu toch zo ver dat ik aan het opruimen ben geslagen.

Confronterend werkje soms. Omdat je dan ineens ook weer allerlei zaken tegen komt die indertijd vroegen om veel tijd of aandacht. Ik zie terug hoeveel werk ik maakte van aansturing en communicatie met betrokken mensen of organisaties maar ook hoe creatief ik sommige acties voor derden in elkaar stak. Soms zelfs helemaal vergeten….Maar papier liegt niet. En dan bewaar ik maar weer de nodige uitingen die wellicht later een beeld geven van een creatief mens die zijn leven lang keihard heeft gewerkt om te bereiken wat hij deed, enige vorm van welvaart, erkenning en succes.

Maar ook in al die jaren die veel zag en meemaakte, niet altijd en overal zijn stempel op kon drukken, maar wel voldoende om daar een zekere trots vandaan te halen. En dit concluderend stel ik dan maar vast dat het dit keer maar om een deel van de administratie gaat uit de afgelopen 20 jaar. Wat daar voor zat heb ik al eens beschreven hier en zal ik niet herhalen. Naast de schoenen lopen is in tijden van opruiming en overdenking niet zo handig…ahum.

Daarnaast ben ik actief met het inpakken van delen van de collecties bezig. Je kunt na je verscheiden (ik plan 100 te worden…) toch geen chaos achterlaten dus moet gestructureerd gebeuren allemaal. Is dat leuk? Nee! Want ik geniet nog van al die collecties en lectuur die ik door de jaren heen verzamelde. Daarbij komen dan nog de geschriften waaraan ik meewerkte dan wel ze zelf helemaal vulde. Zo maar weggooien is niet relevant. Nee, een museum kan er aardig mee gevuld. Helaas is een van die musea net in een vorm van transitie gesmoord. Moet verhuizen, kan geen nieuw adres vinden, dus dat stokte meteen.

Jammer maar helaas. Maar als….dan heb ik nog wel wat zaken die ze van mij mogen overnemen voor hun museale collecties. Eerst maar eens zien hoe hun businessmodel er uit gaat zien dan. Ooit schonk ik in dat kader een schitterend model van een KLM-DC-8 aan het Aviodome op Schiphol. Nou, daar belandde het zonder aanduiding van de sponsor in een donkere kelder om er op een dag, dik 30 jaar later, in Lelystad weer eens uit te komen. Nog steeds zonder aanduiding over de sponsor van toen. Dat is niet goed voor mijn ego…. Hoe dan ook, ik ben lekker druk. Met niks, en toch….Nuttig….Beter nu dan later….Het fysiek doet het nog….Je weet maar nooit….

En jij, beste lezer(es), ook zo bezig met de grote schoonmaak?? Of doe je daar echt niks aan en laat alles na voor de Zondvloed?? Ben benieuwd… (Beelden: Prive)

Auto en milieu…

Auto en milieu…

Denk na het lezen van de koptitel nu niet dat ik hier een verhandeling ga houden over het slechte van de auto of ons aller keuze (in meerderheid) voor dat vervoermiddel ten opzichte van het milieu. Want ik ken wel 100 argumenten om al die criticasters van ons aller vervoer meteen te doen zwijgen. Maar dat was niet de opzet van dit blogverhaaltje. Nee hoor, het ging over de tijden dat hele volksstammen nog een auto wilden kopen en bezitten en men er veel voor over had om er aan te komen.

Hoe beroerd het sommigen wellicht economisch ook ging. Indertijd zat ik zelf in dat autowezen en bediende een Amsterdamse (en meer) clientele met wagens van Tsjechische, Koreaanse of Japanse herkomst. (Even los van de tweedehands wagens van allerlei pluimage). In het vak telden eigenlijk drie dingen als belangrijke verkoopargumenten. 1. de prijs van de aangeboden waar.

Gemiddeld zaten die Tsjechen op dat punt onder de Koreanen of Japanners maar het waren natuurlijk ook volkomen gescheiden doelgroepen. 2) Verbruik en algemene kosten. Een auto is een ding dat heel duur kan worden als het onderhoud vaak moest worden doorgevoerd en de eigenaar van een tankstation je beste vriend werd. 3) Veiligheid. Immers een stevige botsing kan zo maar het verschil maken tussen leven en dood. Het klimaat of milieu speelde in die jaren geen enkele rol van betekenis al was er wel een discussie gaande over nut en noodzaak van loodhoudende benzine. Dat was wel een smerig goedje waarmee de vervoerswereld het al een jaar of 80 moest doen, maar waar we als kritische mensheid toch van meenden dat er iets aan moest gebeuren.

De loodvrije benzine met een wat lager octaangehalte deed dus indertijd haar intrede. Niet dat de meeste auto’s daar goed tegen konden, maar toch. Wij maakten als professionele dealer zelf werk van het fenomeen. Pasten de klepzetels en cilinderkoppen bij sommige modellen vooraf aan, zodat de te verkopen auto een USP (extra toegevoegde waarde) verbeeldde. En dat werkte prima. Loodvrije benzine was goedkoper en bij een gemiddeld verbruik van 1:14 (toen de norm) scheelde dat snel veel geld op een tank.

Veiligheid gebruikten we ook als argument. Bij Skoda was dat prima verzorgd, de promotieverhalen en trainingen bij fabrikant en importeur overtuigden ons zeer. De klanten veel minder. Ook al was een concurrent als levensgevaarlijk uit de EuroNCAP-bus gekomen (testinstituut) dan was de prijs voor veel prospect-kopers bepalender dan de kansberekening op die aanrijding. Kom daar nu nog maar eens om. Alles is omgegooid.

De klimaatridders moeten van hun baas elektrisch gaan rijden, de particulier komt nauwelijks meer toe aan een nieuwe auto en als dat al lukt moet het ding vijf sterren behalen qua veiligheid en liefst op water rijden plus tien jaar garantie meekrijgen opdat het voertuig nul kosten met zich meebrengt binnen het familiebudget. Andere tijden, dito zeden. En o ja, wij hadden indertijd een gamma aan voertuigen dat qua prijzen liep van pakweg (omgerekend) 5000 Euro tot net iets boven de 18.000 Euro. Daar koop je tegenwoordig net een elektrische fiets voor. Of een mooie tweedehands auto. Met twaalf maanden garantie. Dat wel. En dat was vroeger wel eens anders…..Hoe dan ook, wat zie jij als meelezer hier als belangrijk argument om een auto aan te schaffen? Zit het milieu daar bij? Veiligheid? Of kijk je daar helemaal niet naar en kies je op model en kleur?? Ben benieuwd. (Beelden: archief)

Het einde dat een begin wordt…

Het einde dat een begin wordt…

De huidige ruimtevaart en satelliet-technologie is dusdanig ontwikkeld dat we met geavanceerde apparatuur in staat zijn miljoenen (licht)jaren terug te kijken in de tijd. Dat is best confronterend. Want bedenk je maar eens dat het licht dat wij op Aarde van sterren zien vaak al duizenden jaren of meer geleden is uitgezonden van die sterren(clusters). Maar die satellieten met hun telescopen of radio-signaalapparatuur doen daar nog een fikse schep bovenop. Ze zien zwarte gaten, het einde van sterren of het botsen van hele sterrenstelsels elders in het heelal. Maar dan wel zo lang geleden hebben plaatsgevonden dat wij op Aarde nog niet eens bestonden. Zo lang doet dat licht of wat die satellieten verder waarnemen er over om ons in het nu te bereiken.

Sensationeel natuurlijk en meteen duidelijk makend hoe nietig wij zijn in dat donkere niets van de ruimte. Waarbij mij ook steeds weer duidelijk is dat wij als geheel op dit bolletje leven in een vijandige omgeving. Terwijl wij andere medebewoners van dit planeetje naar het leven staan, soms doet die ruimte haar best om ons op een of andere wijze in een klap uit dat leven te verwijderen. Uit die oertijd en al die botsingen van miljoenen jaren her stammen hele brokken in de ruimte rondzwervende keihard steen. Groot, klein, maar soms zodanig uit de kluiten gewassen dat ze de aarde kunnen vernietigen. Niet morgen wellicht, maar waarschijnlijk over wat langere periode wel. Heb je geen vijandige buitenaardse wezens voor nodig. En die brokken hebben al heel wat schade aangericht op de mede-planeten van ons zonnestelsel. Kijk naar de oppervlakken van die andere bollen in de ring rond onze zon en je ziet wat ik bedoel. Kraters en zo meer. Fascinerend op afstand, maar ook iets wat je nu niet moet onderschatten.

Daarbij is vrijwel zeker dat ons leven zoals we dat nu kennen op deze toen nog vurige planeet is binnengebracht door een van die stenen uit de ruimte. Organismen, kiemen, het kwam en vermengde zich met wat hier toen al was. Indrukwekkend natuurlijk. En meteen ook ons eigen denken en inbreng op wat was, is en nog komt relativerend. Zeker als je weet dat we nu dus met onze technologie terugkijken in de tijd. Wie weet komt er ooit een satelliet waarmee we vooruit kunnen kijken. Kon ook wel eens confronterend werken. Onlangs heeft men berekend dat we nog een miljard jaar of meer hebben voor onze zon zijn omliggende satellieten een voor een gaat opslokken. Vonden geleerden erg interessant, Mij maakte het vooral bescheiden. Wij maken het niet meer mee, en vele generaties na ons ook niet meer. Want een miljard jaren is heel lang. Denk maar eens dezelfde periode terug. Ik denk dat je dan een Aarde ziet die indertijd ook al onleefbaar was voor ons mensen en de omringende dieren en planten. Kortom, dan is de cirkel weer rond. Wetenschap kan zo veel leren. Jammer dat het vaak wordt ingezet voor politieke doelen, maar dat is een andere discussie uiteraard…. (Beelden: Internet)

SEAT – Spaanse VW dochter…

SEAT – Spaanse VW dochter…

Spanje kent ook een aantal autofabrieken, daarvan is SEAT de bekendste en grootste. Toch was dat merk al vanaf 1953 actief, in eerste instantie als niet veel meer dan een Spaanse productielijn voor Fiat. En bouwde men daar wagens die als twee druppels water leken op het Italiaanse voorbeeld. Maar af en toe werden er ook speciale versies gebouwd voor de Spaanse markt en dat maakte SEAT voor de Spanjaarden zelf aantrekkelijk. Met de komst van de kleine SEAT 600D kreeg het merk pas echt goed voet aan de grond. De productie startte in 1957 en technisch was de auto vrijwel gelijk aan de Fiat van dit type.

Later zou men in Spanje nog een langere versie op de markt brengen met 4 portieren, die als 800 bekend raakte. Toen Fiat de 600 uit productie nam kreeg SEAT de taak om exportwagens aan de Europeanen die zo’n rugzak-karretje wilden rijden te leveren. Later bouwde men bij SEAT ook de 850 en 127. Een eigen creatie was de 1200 en afgeleide 1430 Sport die baseerde op de 127 en de motor kreeg van de 124 die ook bij SEAT werd gebouwd.

Alles leek wel aan boord, alleen de inkomsten en winsten niet. SEAT verloor veel geld en dat was voor Fiat op enig moment reden de stekker er uit te trekken. Op dat moment bouwde SEAT de moderne Ibiza naast de Spaanse versie van de Ritmo die daar als Ronda door het leven ging alsmede de Fura die eigenlijk een opgewaardeerde 127 was. SEAT kreeg het zwaar, want de Spaanse regering van toen zag weinig in het overeind houden van een veel geld kostend concern. Tot gelukkig voor de Spanjaarden VW langs kwam en beloofde dat men van SEAT wel een succes kon maken.

De rest is nu geschiedenis. De meeste nieuwe SEAT’s baseerden daarna op VW-techniek. Zoals de Toledo, Ibiza, en zo meer. Sommige SEAT’s werden gebouwd in andere fabrieken zoals die van Skoda of VW zelf, omgekeerd bouwt men in Spanje nu VW’s en zijn er zelfs plannen om elektrische platforms voor de andere concernzussen te bouwen om zo de productielijnen van SEAT te vullen. SEAT is een volwaardig merk geworden en heeft nu zelf een submerk op de markt gebracht dat onder de naam CUPRA hoogwaardige en sportieve wagens bouwt en verkoopt. Dat past in de concernstrategie van VW. Duidelijk is dat het verleden is weggepoetst en SEAT een hoogwaardige plek in het toekomstige denken van o.a. de VW-strategen inneemt. Met Duitse leiding succesvol nieuwe markten bewerken. Gaat vast lukken…(Beelden: Archief)

Print…

Print…

Als publicist van het eerste uur was voor mij de weg naar het papier, in eerste instantie gestencild, later gedrukt, een logische. Tussen alle zakelijke bedrijven door bleef ik daarvoor of in schrijven. De wereld van Print-media was een geduldige. Over de luchtvaart, auto’s, politiek of zelfs geloof, het kon niet op. Om die reden vulde ik door de jaren heen ook een bibliotheek op die een beetje OLB niet zou misstaan. En ik sla dagelijks nog wel eens iets na. Teneinde ook actueel op de hoogte te blijven waren er de abonnementen. Op bladen die mijn interesse-wereld onderbouwden. Met steeds weer nieuwe feiten en soms meningen. Ik ben daarnaast ook wel van de interviews.

Vind de mening van Pieter Elbers als CEO van KLM of diens voorgangers interessanter dan die van mevrouw dedain, Siegried Kaag, om maar wat te noemen. De bladen die me dat boden lijden echter net zo onder de huidige tijd als de uitgaven waarvoor ik zelf in het verleden mijn bijdragen leverde. De advertentiemarkt is de afgelopen jaren kapot gemaakt, digitalisering van het nieuws lonkt daardoor soms als reddingsboei. Maar hoewel ik intussen zelf daar best mijn weg ken en ook jarenlang allerlei relevante websites voorzag van dagelijks nieuws, ik zal er zelf niet zo snel een betaald abonnement op nemen. Kranten bieden me daarbij meestal het nieuws van gisteren. De grote persbureau’s, die ik volg, het nieuws van nu, of van pakweg een uur geleden. Toch bieden die apps en sites me vaak wel de nodige achtergrondinformatie die ik graag benut, ik ben op dat punt best wel eens dubbel in het denken.

Onlangs moest ik opnieuw helaas van twee geliefde en zeer interessante bladen afscheid nemen. Beiden stoppen er mee. Na door de jaren heen ruim 500 nummers te hebben uitgegeven stappen ze ofwel over naar de digitale wereld dan wel is het gewoon over en uit. Net zoals ik dat een jaar of twaalf geleden zelf meemaakte bij een uitgever die vrij onverwacht de pijp aan Maarten gaf en de door mij aangestuurde media qua print vrij plots uit de markt haalde. Daarna maakte ik nog wat boeken, maar het laatste in de rij haalde de printfase ook al niet meer en heb ik omwille van kosten/baten toen maar digitaal gepubliceerd. Het was voor een oude printlezer best onbevredigend, maar hield me wel van straat. U was er hier zelf ook deelgenoot van.

De titel Zakenreis stopte er dus mee dus. Afgelopen December verscheen het laatste nummer. De uitgever van vroeger kende ik goed, veel mee samen- en voor gewerkt. Zijn dochter hield het na zijn pensioen nog jaren vol. Maar nu kwam het einde. Weer een icoon verdwenen. En zo vergaat het ook Scramble. Een geweldig informatief luchtvaartorgaan barstens vol voor mij relevante informatie. Gaan over op digitaal. Ik verhuis niet mee. Maar ween in mijn hart wel om de beslissing. Zal vast nostalgie zijn. Maar ik houd nu eenmaal graag vast wat tastbaar is. Ook al zette ik zelf dit verhaal ook digitaal neer voor jullie, mijn trouwe en vaak best kritische lezers. Hoe sta je zelf in deze materie? Boeken/bladenlezers? Of toch meer van het digitale ontvangen van nieuws en meningen? Maak van je hart geen moordkuil. Nu kan het nog….(Beelden: archief)

Ruimtelijk perspectief…

Ruimtelijk perspectief…

Als je wilt weten hoe relatief het leven is op onze Aarde moet je eens een kilometertje of 250 omhoog reizen en om je heen kijken.

Oneindig zwart en diep is het Heelal om ons heen. Zo groot dat wij er als nietige mensjes niet eens een echt goede berekening op kunnen los laten om het totale volume te delen met elkaar. Lichtjaren zijn een slap aftreksel van de afstandsmeting benodigd om in te schatten hoever sommige objecten van ons af staan. En wat we zien is soms tienduizenden lichtjaren verderop als puntje te zien. En die tienduizenden lichtjaren zeggen dus iets over in welk tijdvlak wij dat Heelal om ons heen beschouwen. We kijken naar het verleden van dat enorme Heelal. We zouden dus best voor verrassingen kunnen komen te staan als we nu in staat waren op reis te gaan, de snelheid van het licht te verslaan en eens een kijkje te nemen op die uitgezochte plaatsen.

De kans dat we bij leven ons eigen Melkwegstelsel zouden kunnen verlaten is overigens relatief klein. De mens ook te kwetsbaar van gestel voor die reizen. Onze technologie momenteel daarbij absoluut ontoereikend. Al dromen we via series en films dan van onbeperkt door die ruimte reizen en nieuwe beschavingen tegenkomen, de kans dat dit lukt is miniem en wat we daar zouden kunnen ontmoeten vermoedelijk ook niet meteen reden om op stap te gaan. Omgekeerd is het ook zo dat die natuurwetten en afstanden ook gelden voor geleerden die nu op dit moment onze kant op kijken vanuit een van die stelsels elders in het heelal. Ook dan ziet men 10.000-en lichtjaren terug in de tijd, en dat men dan leven zou constateren op het op dat moment van constateren geldende niveau is klein. De mensheid is pas een paar honderd jaar van invloed op dat wat hier op Aarde gebeurt, slechts enkele decennia in staat zelf de ruimte om ons heen te betreden. En dat betreden is buitengewoon bescheiden. We liepen ooit op de Maan, we schoten wat satellieten naar omringende planeten, en lieten een gerobotiseerde ruimtesonde ons eigen zonnestelsel verlaten, waarover dat ding overigens 45 jaar deed.

De technologie aan boord dus in onze ogen al zeer ouderwets, laat staan hoe geavanceerde UFO-bezitters er naar zouden kijken als ze dat door ons afgeschoten ding ooit gaan ontleden. Dat Heelal is zo groot dat wij het niet kunnen bevatten. Ook niet als we het door geleerden uitgelegd krijgen. Iets als een peuter die hoort dat Oma heel ver weg woont. Voor die kleine is de volgende straat al ver. Perspectief nog niet echt ingedaald. Intussen draait die Aarde van ons zijn rondjes om de trouwe zon. Die naar verwachting nog een jaar of anderhalf miljard in staat is om de boel te verwarmen en verlichten hier. De Maan zien we vooral als een leuke bijkomstigheid voor ons leven, maar zonder dat ding waren de getijden op Aarde van een wat andere orde en zou onze baan om de zon ook wel eens niet zo stabiel kunnen zijn. Met alle gevolgen van dien. Kortom, dat kleine bolletje in dat enorme zwart is ons aller thuis. Waarom we er dan altijd en eeuwig zo’n puinhoop van maken is mij een raadsel. Geloof in een of andere profeet? Het zal wel! Maar het wat netter omgaan met wat de Aarde te bieden heeft lijkt mij een beter advies. Anders moeten we op enig moment wel die ruimte in, en geloof mij, dat wordt geen pretje. Nu al weten we dat met de huidige stand der techniek een ritje Mars (nieuwe toekomst) er ook een wordt van enkele reis en aju paraplu. Wellicht om daar nog even goed over na te denken. En ook dat een beetje ruimtesteen op botsingkoers ons leven wel eens totaal op zijn kop kon zetten. De dinosauriers gingen ons voor op dat punt. En er is er geen een overgebleven om dat verhaal door te geven. U bent gewaarschuwd…(Beelden: Internet)

Mazda…

Mazda…

Een Japans merk dat we al een flinke tijd ook in ons land kennen is Mazda.

Het bedrijf kent een traditie die terug gaat naar 1920 en maakte in dat verre verleden o.a. kurk en machines. In 1940 waagde men zich aan de bouw van personenwagens maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam het nooit tot productie van die eerste dingen. Pas na de oorlog ging Mazda aan de slag met de bouw van vrachtwagens en duurde het nog tot 1960 voor men ook weer dacht aan personenwagens. Wagens die al snel de oversteek maakten naar onze streken.

Bij ons werden die Mazda’s vooral populair door hun relatief lage prijs en nette uitrusting. Bekende verschijningen van 1968-77 waren de 1000 en 1300. Compacte wagens met een keurig nette weinig opwindende carrosserie, maar wel goed gebouwd en betrouwbaar. Het zorgde voor wereldwijde verkopen en een snel groeiend imago als dat van een ‘goed merk’. Voor westerlingen waren die eerste Japanse auto’s overigens vaak aan de kleine kant qua interieur, maar dat werd snel verbeterd en door de jaren heen groeide de beenruimte voor ook ons Hollanders snel.

Opvallend was ook dat Mazda na NSU de indertijd revolutionaire Wankelmotor omarmde en tot volle bloei wist te brengen. Zo’n motor had geen traditionele cilinders maar een ronddraaiende schijf en zou beter moeten werken dan een meer normale motor. Anders dan NSU dat met haar RO-80 ontdekte dat dit soort motoren grote problemen met zich mee brachten, wist Mazda het systeem betrouwbaar en veilig te krijgen. En hield men die Wankelmotor heel lang in productie. De bekende RX-reeks aan sportieve modellen was er jarenlang mee uitgerust.

Met de 323 uit de jaren zeventig scoorde Mazda als een gek in ons land, maar ook de 616 en latere 626 kwamen hier goed aan. Veel auto voor je geld en wagens die als je ze van te voren goed liet tectyleren ook best lang mee konden. Technisch waren er zelden problemen, roest was net als bij veel andere Japanse merken wel een dingetje. Mazda bracht een steeds breder aanbod aan modellen. Men bracht bedrijfswagens uit, ook hier te koop, ging in samenwerking met Ford in de jaren negentig aan de slag op diverse continenten, waardoor je soms een Mazda zag rijden met Ford-badge en omgekeerd.

Mazda leende ook ontwerpen uit aan het Koreaanse KIA dat daarmee haar eerste voet aan land in Europa kon verwezenlijken. Het Japanse merk bleef na een tijdje toch weer alleen over nadat de banden met Ford waren verbroken. Het huidige gamma is fraai, technisch op zeer hoog niveau en ook met inbegrip van wagens waarop de leaserijder van nu en later gelukkig zal zijn. Hybridetechniek, elektrisch, wellicht waterstof. SUV’s maakten dat Mazda ineens ook weer sprongen maakte in haar eigen verkoopdoelstellingen. Sprongen die men ook maakte in de prijslijst, want tegenwoordig is het merk bepaald geen prijsbreker meer.

Kwaliteit moet betaald worden is de redenatie en aan goedkopere auto’s is geen brood meer te verdienen. Wel met kwaliteit, betrouwbaarheid en een aansprekend uiterlijk. En dat heeft Mazda aardig onder de knie. We zullen er vast nog wel meer van horen. En dan zeker bij die statistieken waarin pechvrije merken vaak strijden om de eer in een top 50. Vrijwel steevast staat Mazda daar bovenaan. Zegt genoeg. (beelden: Archief)