Alsof het zo moest zijn kregen we na de Miss-Nederland organisatie ook ineens BN-ers in ons bestand. Dit had ook wat te maken met het feit dat het toen zeer sterk aan de weg timmerende Koreaanse merk Daewoo zo ongeveer elke ‘bekende’ of nog niet zo bekende Nederlander een van haar rijdende en oude Opel-klonen aanbood. Daar mochten die lui dan een jaartje in rijden en een aantal contracten daartoe liep intussen af. En dan gingen die toch wat uit de media bekende mensen zoeken naar een alternatief. Dat alternatief hadden wij met de Octavia meer dan in huis. Een Octavia was een luxe slee I.v.m. die wonderlijke Koreaanse Opelmodellen van een decennium eerder. Zo was onze mening in ieder geval toen zeker. En zo zaten we al snel met een aantal mensen aan tafel die we zelf toch ook vooral kenden van radio en/of tv. Zo was Baantjer (en nu Flikken)-acteur Victor Reinier een uitdaging. Een jonge vent, met een geweldige uitstraling en stopten we die in een zwarte Skoda Octavia SLX. Dat zou gaan werken, en we sloten hem om meerdere redenen graag in het hart. Het bleek een prima ambassadeur voor ons merk en hij was ook oprecht enthousiast over de kwaliteiten van zijn zwarte Tsjechische middenklasser.
Daarna kregen we de charmante en erg aardige actrice Renee Soutendijk in een Octavia Automaat, de vrolijke zangeres en buhne-actrice Jenny Arean in een Hatchback met Tdi-motor, lieten we presentatrice Paulien Huizinga wat later kennis maken met een Skoda Fabia, net als de intussen zo tragisch overleden Ariane Spier en mocht de Zeehondenopvang in Pieterburen een Felicia Fun Pickup komen halen. Intussen reed de verkozen Miss Nederland in een Felicia van de meest luxe soort. Al die BN-ers maakten dat we steeds weer positief in het nieuws kwamen en dat het gerucht dat wij vrijgevig omgingen met sponsorauto’s ook in het sterrenwereldje rond ging als een goede roddel. Acteurs bij ‘Goede tijden – Slechte tijden’ meldden zich. Niet allemaal waren ze overigens voor ons promotioneel doel geschikt. Je wilt als merk ook iets bepaalds uitstralen.
Maar we namen wel presentatrice Maya Eksteen op in de vloot, al was het maar omdat die dame zo vreselijk lief bleek in de omgang. Later nam ze die auto gewoon zelf over, de Skoda Octavia had haar oprecht door zijn kwaliteiten bekoord! Maar ik was zelf overigens niet afkerig van voorkeur of vooroordeel. Zo waren er echt ‘BN-ers’ die ik niet voor het merk zag zitten, maar die in gedrag ook echt zodanig wonderlijk waren in hun benadering dat we geen overeenkomst met hen sloten. Daar zaten zeker ook mensen bij uit GTST, maar ook iemand als voormalig zangeres Jerney Kaagman, de dame die ooit in Earth and Fire had gezongen en later bij Idols zo’n belangrijke rol zou spelen als jurylid. Zo’n vreemd gesprek met haar gehad dat ik domweg niet kon besluiten haar met een Skoda te laten rijden als ze zelf telkens een enorme voorkeur uitsprak voor het merk Citroen!
Overigens gingen niet alle gesprekken even gemakkelijk hoor. Soms bemoeiden zich ineens ‘managers’ met de onderhandelingen en dan ging het al snel fout. Ons de wet voorschrijven rond hoe men om wenste te gaan met promotionele zaken was mij al snel te gortig. Het was graag of niet, die Skoda Octavia kostte indertijd ook al een best bedrag en men hoefde een jaar lang slechts benzine of diesel in de tank te mikken in ruil voor de nodige PR-momentjes. Toch bleek dat de meeste van deze ’BN-ers’ tijdens het vervolgtraject gewoon heel plezierig waren in de omgang en eerder met dit bijltje hadden gehakt. Skoda bleek een merk met allure geworden en dat vertaalde zich in een grotere lijst aanmelders dan wij budgettair konden verantwoorden. En waar het service en onderhoud betreft bleken die wagens bij veel dealers met graagte te worden geholpen, het gaf de dealers ook een stukje extra bekendheid natuurlijk. Net als bij Daewoo eerder in die jaren was gebeurd, sloten ook wij op enig moment uiteindelijk de poort voor dat gesponsorde rijden. Al was het maar omdat we door de positieve publiciteit en als gevolg van de enorme reorganisatie van modellengamma en dealerkorps niet meer hoefden te klagen over prospectkopers. Elk nieuw model stond meteen in grote belangstelling en dat zou niet minder worden met de nieuwe generatie Skoda’s die volgde op de Octavia. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief)

Er was dus aanleiding genoeg om de boel publicitair eens op te frissen en ook op reclamegebied wat meer aandacht te vragen voor onze producten. Waarbij we ook in acht moesten nemen dat we werkten met zeer beperkte budgetten en de Tsjechen ons in hun denken over het eigen merk weinig konden helpen met goed of in Nederland bruikbaar reclamemateriaal. Bij een marktaandeel in eigen land van 55% was het nauwelijks mogelijk begrip te vragen voor een andere aanpak in Nederland die paste bij een zeer grote bescheidenheid. Hoe dan ook, na enig zoeken en onderhandelen vonden we dus een leuk nieuw Amsterdams reclamebureau waar men na bestudering van de voorliggende problematiek in staat bleek een aansprekende slagzin (Staalhard Skoda!) te combineren met een spot die de Favorit zeer duidelijk onder de aandacht zou brengen. Het idee was om een nieuwe Favorit Monomotronic te laten ’molesteren’ door een zestal sportschooltypes in een soort van Blues Brothers outfits en dan aan te geven dat die wagens daar goed tegen konden. Immers…staalhard! Natuurlijk waren de gebruikte auto’s vooraf geprepareerd, motordeksel en kofferbak moesten tenslotte probleemloos op en neer worden bewogen en ook de portieren kregen deze behandeling. Het resultaat was schokkend overtuigend. Zelfs de grootste ‘baas’ van Pon Holdings op dat moment, de heer Wim de Grefte, vond het desgevraagd aansprekend en verfrissend. Vroeg zich alleen wel af hoelang we zouden kunnen doorgaan met deze slogan, immers, de nieuwe modellen uit Tsjechië zouden van een andere soort en aard zijn. Maar goed, ‘for the time being’ moest het kunnen. Het imago werd in ieder geval verbeterd, de spot viel, ondanks de relatief lage frequentie van uitzenden, op en de dealers voelden zich gesteund. Al was het maar omdat de afsluiter ‘Volkswagen-Groep’ hen het idee gaf dat ze nu ineens behoorden tot de eredivisie van het merkenland.
Onderliggend werkten we ook aan dealerondersteuning waartoe we een ander bureau aanstelden dat dealers kon helpen met lokale advertenties die tenminste in de stijl van het merk bleven. De Skoda-dealers neigden er namelijk toe om ongeveer alles aan te grijpen zich te profileren, mits het maar niet te veel moeite hoefde te kosten. Dus adverteerde men met veel knip- en plakwerk in de lokale sportkrantjes, op het voetbalveld of in de regionale weekbladen. Veelal met naamsvermeldingen die nog stamden uit de oude Binckhorstdagen, maar ook met een toevoeging rond de VW Groep die groter werden afgedrukt dan de merknaam Skoda zelf. Wij stelden op indicatie van de fabriek regels vast waaraan onze dealers zich op dit terrein moesten confirmeren. Dat lukte maar met mate. Ondanks alle ondersteuning was het toenmalige korps een ratjetoe van zelfstandige en kleine ondernemers die ongeveer ‘alles beter wisten dan de toenmalige importeur‘. Als die importeur nu maar voor vele tonnen reclame zou maken, kwam het bij hen met die verkopen vanzelf wel goed…. Jaja. Helaas brachten ze in de verste verten de winst niet die had kunnen leiden tot die gevraagde investeringen op reclamegebied. Rest nog om in dit stadium aan te geven dat de Favorits die we terugkregen na de opnamen van de spot, meteen naar de schadeafdeling konden waar we een totale schade van zeven duizend gulden mochten noteren. De heren figuranten hadden iets te driest de boodschap willen brengen en zo Staalhard bleken die Favorits onder die wel erg extreme omstandigheden kennelijk nu ook weer niet te zijn……
Maar we deden nog meer. We ontdekten op enig moment bij een bezoek aan een Lada-dealer ergens in het land die we wilden omvormen tot een vertegenwoordiger van het ’ware geloof’ dat de Lada-importeur een eigen krant uitgaf voor de rijders van het Russische merk. Dat vonden we een leuk initiatief en besloten dat wij dat ook moesten doen. Maar dan in magazine-vorm, iets chiquer en vol informatie over alle transformaties die Skoda in zich had op dat moment. Skoda Vizier was geboren. Het kwam goed aan bij zowel de Skoda-rijders als de dealers. Het was een aardig blad en het heeft nog jarenlang daarna bestaan. We deden om de kosten te drukken, zelf de redactie. Maar laten we niet vergeten dat er ook enkele dealers waren die wel zeer pro-actief bezig waren klanten te binden, zoals het toen bekende dealerbedrijf van Lakeman uit De Rijp. Brutaal als de beul en met veel steun van Jaap van Rij die de financiele onderbouwing in elkaar stak, leverde Lakeman een zestal Favorit Pickup’s via een lease contract en met metalen opbouw aan de lokale PTT. Voor de postbezorgers een stap vooruit, voor Lakeman en Skoda een aardig stukje publiciteit dat wij niet verloren lieten gaan. Los van de afgunst bij sommige collega-dealers die meenden dat zij dit op deze wijze ook konden, was het toch vooral een positieve benadering die ons allemaal een steun in de rug was. En dat we er in Skoda-Vizier veel aandacht voor hadden spreekt voor zich. Overigens gaf de PTT na deze deal met Lakeman direct een instructie af dat Skoda niet behoorde tot de preferente aanbieders van vervoer voor deze postbestellers. Dat was indertijd namelijk Renault. We waren gewoon door de mazen van de binnen het bedrijf geldende regels op dat gebied geglipt. Met dank aan onze eigenwijze Noord-Hollandse dealer die zijn markt wel actief bewerkt had. In het verlengde van dit verhaal mag niet onvermeld blijven dat ook een dealer uit Enschede, Kuster, in staat was om een reeks Pickups te verkopen aan zijn lokale gemeente. Ook een prestatie die we de nodige aandacht gaven. Overigens moet ook nog even worden vermeld dat in de jaren voor Pon importeur werd het contact tussen fabrikant, land en gebruikers bij Skoda zelf werd onderhouden via een heel leuk gemaakt en overtuigend magazine, dat onder de naam Motor Revue verscheen. Je kreeg er als dealer maandelijks een paar geleverd die we niet alleen in die jaren helemaal stuk lazen maar ook op de leestafel in de showroom neer legden. Zoveel steun kreeg je niet, dus alle hulp was welkom. Wordt vervolgd – (Beelden: Yellowbird archief/Skoda/Pon/internet)
De startstappen waren gezet en door de jaren heen zou ik er met wisselend succes een stukje omzet en (extra)inkomen uit kunnen peuren. Dit jaar op 1 april bestond de naam officieel 25 jaar. Best een tijd. Maar dat vierde ik toch maar niet echt. De beslissing was al gevallen om de stekker er wat betreft het advies geven uit te trekken. Genoeg van het gewerk, het gelobby, het zoeken naar klanten. De wereld is veranderd. Mensen bij bedrijven doen veel dingen zelf. En voor de echte communicatieve vaardigheden zoeken ze hulp bij een gratis stagehulp of het neefje van het nichtje in de familie die ook een printer heeft. Daarbij is het maken van een website voor velen een fluitje van een cent geworden. Blijft de creativiteit, de kennis op het gebied van klantentevredenheid/vriendelijkheid en de tekstuele vaardigheden. Dus blijf ik schrijfactief. Maar vanuit het reclamevak worden die zelden meer gevraagd. Malaise in de bladenwereld mocht ik in al die jaren trouwens ook nog ervaren. Print raakte uit, digitaal in. Dat kon ik aardig bijbenen gelukkig.
Toch menen veel mensen zelf wel een tekstje te kunnen bedenken. Je ziet het overal om je heen, die zelfwerkzaamheid. Niks mis mee, als het goed gebeurt. Hoe dan ook, ik stopte met het bureau. Vanaf 8 oktober is het bedrijfje uitgeschreven bij de KvK. De domeinnaam blijft bestaan, de mailadressen, de kennis, de schrijverij maar niet meer de wil om overal soms tegen beter weten in achteraan te hollen. En de herinneringen aan een kwart eeuw leuk werk waar ik het nodige plezier aan beleefde. Maar het is ook mooi geweest. De reddingsboot van 1991 is nu opgeborgen. Bijgeschreven in de herinnering en het digitale archief. Nu nog even die papieren dossiers opruimen. Want die staan me intussen aardig in de weg…..
De macht van print is sterk afgenomen en de lezer maakt zelf wel uit of hij iets ‘goed vindt’ of niet. Het internet is geduldig en wat vandaag plaatsvindt staat binnen een kwartier over de hele wereld online. Het blijft dan opmerkelijk dat men bij die aanbieders nog steeds terughoudend is met uitnodigingen voor media-events richting publicisten die zich vooral richten op online of die gewoon een leuk boek over een bepaald onderwerp willen schrijven. Er zijn bedrijven, merken en PR-mensen die dat heel goed doen en anderen die er maar niet aan willen. Blijft me verbazen. Alsof dat beperkte en terughoudende denken in de toekomst het eeuwige leven heeft, het tegendeel is waar. De jongere generaties lezen geen bladen of kranten (of een boek..)meer, die kijken naar YouTube of andere kanalen vol wetenswaardige en bewegende beelden. Daar zit ‘de handel’ zou ik denken. Maar goed, ik zit zelf niet meer aan die andere kant. In de loop van de jaren dat ik voor mijzelf zorg en schrijf over mobiele zaken valt het me echter best op hoe veel moeite je soms moet doen om relevante informatie los te weken bij maatschappijen, fabrikanten of importeurs rond de door hen geleverde goederen of diensten. Soms gaat het vlot, in andere gevallen wil het maar niet lukken. En dat is vervelend, want zo’n merk of bedrijf geef je dan uiteindelijk toch minder aandacht.
Nieuws is echt overal te vinden, maar een leuke test, een eigen ervaring, of een paar leuke plaatjes, zelf geschoten bij een artikel, kan soms het verschil maken. Toch blijft men vaak terughoudend rond dat internet. En dat is jammer. Nogmaals, ik klaag niet over de goeden, zijn er voldoende om me bezig te houden, maar vooral over die instellingen die het maar niet willen snappen. Net zo als ik maar niet snapte dat sommige van die lui men mijn producten vroeger altijd maar moest neersabelen. Scheelde daarna soms best een paar tickets richting een leuke introductielocatie. En echte vrienden werd ik met sommige journalisten nooit. Zal nu wel net zo zijn…..toch? De geschiedenis herhaalt zich vast…






