Het land van…

Het land van…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-nieuwe-amstelbrug-met-ovd-huis-img_2159.jpg

In mijn jeugdige jaren was de toenmalige woonbuurt mijn wereld. Natuurlijk, we gingen elk jaar op vakantie naar het verre Limburg, maakten tripjes in het weekend en dus was me al snel bekend dat er buiten Amsterdam nog een hele wereld schuil ging, maar in die wijk van toen was toch mijn leefwereld van dag tot dag het meest te vinden. Op straat met vriendjes, we fantaseerden zelf hele steden die we in krijt op de trottoirs in de straat van toen uittekenden en met onze Dinky Toys (en zo meer) bereden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-ostadestraat-img_5802.jpg

We speelden een soort honkbal (slagbal met rondjes), schoten met papieren pijltjes op elkaar en roofden kerstbomen tussen dat toen nog katholieke kerstfeest en oudejaarsnacht. Het gezamenlijk vieren van oud en nieuw met een enorm vuur midden op straat was het hoogtepunt van het jaar. Overigens was er ook nog de Luilakviering en zo meer. Die woonwijk van toen kende vele arbeidersgezinnen, middenstanders en nog wat grotere ondernemers, ik beschreef ze al eerder in details. De boel was levendig, rijkdom ver weg, maar aan de horizon altijd het beeld van de welvaart mits je maar hard genoeg werkte. Bij sommige gezinnen zat het recente verleden van die ‘oorlog’ nog in de genen. Men gooide niks weg, hamsterde voedsel, had altijd kaarsen bij de hand en waar mogelijk hield men een aardige kolenvoorraad op zolder in stand voor ‘je weet maar nooit’.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-st.-willibrorduskerk-op-schilderij-img_9762.jpg

De winters waren nog aardig fris, soms vroor de naamgevende rivier dicht en kon je je als opgroeiende puber daarop wagen. Anderen zochten de sloten rond de stad op om daar te schaatsen. De stad was nog niet zover buiten haar gemeentelijke grenzen getreden als nu het geval is zodat er nog de nodige braakliggende terreinen te vinden waren. Befaamd was de ‘dijk’ rond Amsterdam waar men ooit in de jaren 20 van de vorige eeuw begonnen was met de aanleg van een ringtramlijn. Die tram kwam er nooit, de dijk bleef echter liggen en was een ware speeltuin voor hen die hielden van ‘oorlogje’ spelen of verder wilde gaan met zijn/haar ‘verkering’….

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-ouke-baas-straatbeeld-ostade-24170caa-a67f-45ca-9ab9-ddcf67cc535d.jpg

Overigens vond je daar ook oude betonnen bunkers die van de Duitsers waren geweest. Daar had hun flak gestaan en daarmee schoten die lui op de overvliegende bommenwerpers vanuit en naar Engeland. Als je daar indertijd na de oorlog wat groef in het zand vond je de patroonhulzen van die lui nog en die koesterde je als vinder natuurlijk. Kijk je nu in die straten van toen is het maar een dooie boel geworden. Winkels verdwenen, garages verhuisd, kinderen spelen binnen, vernieuwbouw maakt de straten saai en gelijkvormig. De grote Kerk van toen is gesloopt, kerstvuren mogen niet meer vanwege de uitstoot, oorlogje spelen is niet meer van deze tijd, de bevolking is verkleurd, de arbeiders en mkb-ers verhuisden naar de nieuwe woongebieden in West, Zuidoost, Hoofddorp of Almere.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9200045.jpg

Doorgaande straten werden ingericht voor fietsers, drempels en andere obstakels maken het rijden bepaald niet tot een feest. Voor parkeren van je auto in de eigen wijk heb je een peperdure en schaarse vergunning nodig. Kroegen werden koffiecorners met havermelk als grote klapper. Bastions van de KVP of CPN zijn nu veranderd in woke-D66 buurten waar men vooral respect vraagt en weinig biedt. Nee, ik herken die oude buurt niet meer. Ons oude huis is allang geleden met de grond gelijk gemaakt en het benedenhuis dat mijn ouders na verhuizing huurden is na hun verscheiden omgetoverd tot een appartement ‘met vele mogelijkheden’. Verkocht aan iemand met veel geld en een grote liefde voor het steedse leven. Hoe dan ook, het waren mooie tijden voor velen in dat land van Ooit. Maar terugkomen doet het nooit meer. En soms is dat goed. Maar zeker niet altijd…. (Beelden: archief)

Kamperen…

Kamperen…

Een van de andere gruwelen die ik me kan voorstellen (ik ben even in een wat ironische stemming) is vakantie moeten vieren in een tent of te kleine caravan. Niks voor mij. Nu heb ik dat zeker meegekregen vanuit mijn jeugd toen wij dat als kleine kinderen nog eens moesten ondergaan. De familie hield intens van Zuid-Limburg en op een goede (slechte) dag besloten ze om in een tent bij een boer te gaan overnachten en zo de kosten van een hotel te besparen. Na een hoop geworstel om die tent ter plekke er als zodanig uit te laten zien en ons allen een slaapplek te bezorgen gingen we in de ondergoedjes en pyjama op een opblaasbed (stonk naar rubber) onder een dun dekentje trachten te slapen.

Midden in de nacht ineens heftig onweer met typisch Limburgse regens (ook toen al), dus wakker, nat, koud. Volgende dag pakte leasepa alles in en trokken we in bij een nabij gelegen herberg. Vakantie gered, de tent niet. Een paar jaar later, ik berichtte er al eens eerder over, moesten wij oudere broer Rob redden die met pech in datzelfde Limburg was gestrand op zijn tweedehands brommer. Hij moest dus opgehaald worden. Logeerde met wat vrienden in een tentje aan de rand van een mergelgrot of zoiets. Een en al blubber. Wij waren met een IFA stationcar, een ruime Oost-Duitse pruttelaar en besloten omwille van de tijd maar in die auto te overnachten. Het was afzien. Want weer regen en zo meer. Opgeteld maakten die ervaringen dat ik mij voor heb genomen nooit meer in een oncomfortabele situatie nachten buitenshuis door te brengen.

Een ruime kamer met bad, koffie/thee op de kamer, zithoek, airco, TV, WIFI, alles er op en aan. Dat komt eerst. Anders doe of ga ik niet mee. Ging altijd vrij goed. En natuurlijk weet ik dat er mensen zijn die het ontbreken van juist die comfort verhogende zaken geweldig vinden. Het is ze gegund. Ik kijk soms wel eens naar tv-programma’s over mensen die in caravans of campers de vakantie doorbrengen en zie dan wel dat er qua comfort in die dingen veel is veranderd. Maar dat zal vast ook gelden voor de aanschafprijzen van die rijdende vakantiewoningen. Een ton is zo in zicht als je een beetje leuke wilt benutten. Geldt ook voor boten. In de familie van mijn leasepa zat ook een opa met een botenvoorkeur. Een redelijk ruim jacht was indertijd diens varend onderkomen tijdens tripjes over de Amstel. Wij mochten dan wel eens mee. Niet tot genoegen van mijn moeder en ons kinderen, maar ach….Voor de goede vrede. Het geschommel in die boot als je lag te slapen, het geklots van het water, de ontberingen tijdens het ochtendritueel, allemaal niks voor ons. Nee, het komt nooit meer goed tussen mij en ontberingen tijdens het kamperen….. Maar ik wens iedereen die het masochisme bezit om er van te genieten in de komende weken en maanden alle plezier van de wereld. Het wordt vast weer leuk en de omgeving maakt zeker veel goed. En als ik in het nieuws hoor of zie over hagelbuien, onweer, overdadige regenval, kou, en zo meer hoop ik dat het u als liefhebber niet treft. Fijne vakantie alvast…..(Beelden: archief/internet)

Respect of net niet?

Respect of net niet?

Als ik de berichtgeving en sociale media zoal volg lijkt het wel of we in dit land en-masse zoeken naar respect voor ons zelf als mens, groep, religie of wat ook. We (..) verwachten dit van anderen zonder enig voorbehoud omdat we onszelf wellicht veel belangrijker of hoger achten dan al die anderen. Het is die instelling die vaak leidt tot een hoop narigheid en ingegraven standpunten. Komt ook doordat de meeste respectvragers zelden of nooit bereid zijn respect op te brengen voor anderen. Altijd gaat het om ‘mij’, ik, mijn of soortgelijke standpunten. Dat zorgt vanuit zijn beperkingen ook voor veel vooroordelen.

Niets menselijks is ons vreemd, mij als meninggever al helemaal niet. Mijn respect voor jou of jullie moet je echt verdienen. (de meeste medebloggers of Sociale media vrienden deden dat…) En met dikke verhalen zonder onderbouwing kan ik weinig tot niets. Feiten spreken me aan, kennis van zaken ook, ervaring, of leeftijd. Jawel, zelfs ik heb mijn positieve kanten op dat punt. Maar in die respectdiscussie voel ik me niet geroepen anderen ruimte te gunnen als van die andere kant slechts vooroordeel, amateurisme, gebral, geleuter of geneuzel komt. Respect moet je dus verdienen. En wie dat niet verdient weet, als je me echt kent, dat het dan zelden of nooit goed komt.

Hoe kneedbaar ik ook kan zijn, voor ‘nulmensen’ heb ik geen geduld. Dat hebben chefs en collega’s in de bedrijven en branches waar ik ooit werkzaam was best wel eens gemerkt. Ik had niks op met dronkenlappen, niksnutten, namaakmanagers of zelfs bewezen vreemdgangers. Dat moest ik wel eens bekopen met stevige reacties of erger. Kan zijn, maar de rug bleef altijd recht en de principes overeind. Je bent manager of chef, of niet. Respect en zo..? Maling als je zelf een niksnut bent of gewoon niet genoeg bagage bezit om mij aan te sturen. Zou ook in de politiek voor mij een valkuil zijn. Want ik vind omhoog gevallen ambtenaren die zichzelf een politiek kopstuk vinden meestal vallen in het vakje dombo of erger. Ik heb er geen geduld voor of mee. U heeft vast wel eens meegekregen dat ik dat zelfs in de sociale media toepaste. Ben je onaardig, drammerig, klimaatgelovige of nog erger linksextremist, toedeledokie! Net als in het echte leven. Respect moet je verdienen. Mijn respect wordt slechts uitgedeeld aan de Eredivisie van de mensheid. Als je hier leest en je het met me eens bent behoor je daar toe…..zo niet….Foei toch! (beelden: Prive-archief)

Bloghistorie…

Bloghistorie…

Na al die jaren bloggen is het aardig om nog eens om te kijken en te bezien hoe dat er in het begin van dat femoneen aan toeging en hoeveel er intussen is veranderd. Want in die jaren dat velen van ons via zgn. Internetfora de blogwereld in rolden kwamen ook die andere sociale media op en zag je na een paar jaar de vlucht naar voren voor veel oudere en/of ervaren bloggers van toen, richting het Facebook, Twitter, Instagram en meer. Ik heb er nog altijd een stel in het vizier of binnen de vriendenkring die ooit met die blogverhalen een hele gemeenschap vormden met figuren zoals ik. Ik was al snel ingeburgerd in die blogwereld van pakweg 16-17 jaar geleden.

Ik kon er mijn persoonlijke verhalen kwijt, pakte de actualiteit nog wel eens beet en liet me niet onbetuigd in discussies over zaken die er naar mijn idee toe doen zoals over politiek of zo. We kregen soms contact met elkaar, linkten onze blogs met anderen en gaven over en weer onze blijken van waardering of afkeuring over wat anderen of ik zoal oreerden. Sommige mensen organiseerden zeer actief zgn. blogmeetings, wat je veel leerde over de mensen achter de blognamen (veel daarvan anoniem en verscholen zich achter een blognaam). Een deel werd vriend(in) voor het leven, anderen werden al snel schimmen en verdwenen in de nevelen van de tijd. Een enorme knak kwam in het wereldje toen een van de aanbieders van de toen populaire blogplatforms, Sanoma, de boel in het honderd liet lopen waardoor heel wat bloggers hun eigen teksten en contacten kwijt raakten.

Opnieuw gestart in WordPress, weer wennen, nieuwe contacten opbouwen, het was veel werk en voor sommigen teveel. Die verhuisden naar die eerder genoemde sociale media. En waren derhalve verloren voor de blogwereld. Anderen kregen in hun eigen irl-omgeving te maken met veranderingen. En die waren dan zodanig dat ze geen tijd of zin meer hadden voor of in dat delen via blogs. Ik zelf koos er voor om naast mijn toenmalige autoblog en nog wat schaduwblogs in Belgie, me te concentreren op wat ik nu nog doe. Later vielen de Belgische af en staakte het autoblog haar diensten. Ik deed veel (nu nog) over naar Facebook en consorten waar het eenvoudiger is om nieuwe contacten te maken. Blog hier nu nog drie keer per week, nieuwe linkpartners volg ik op de voet en geef waar het kan altijd mijn commentaren. Want ik lees jullie natuurlijk allemaal als je actief bent. Vanuit de gedachte dat dit omgekeerd ook zo is. In de loop der tijd zijn er heel wat lurkers uit mijn linklijstje verdwenen. Eenzijdigheid is niet mijn ding. En alle persoonlijke aanvallen die mijn deel waren leid(d)en ook tot blokkades. Kortom, dat bloggen is sterk veranderd door de jaren heen. Maar nog steeds heb ik inspiratie genoeg om er mee door te gaan. Mits jullie mij lezen natuurlijk. Via de link naar Facebook en Twitter gebeurt dat natuurlijk nog steeds ook voldoende. Vandaar de keuze. En langzaam aan voel ik mij toch wel een Blog-senior. Na al die jaren…. En nu jullie, hoe lang ben je al bezig hiermee en wat maakt dat je er mee door blijft gaan? Ik ben benieuwd naar de reacties….(Beelden: Prive-archief)

30

30

Toen ik onlangs mijn zoveelste verjaardag vierde en vanuit de steeds groter wordende wijsheid (..) even filosofeerde over hoe het zover is gekomen met de oude Meninggever, kwam ik ook via een TV-programma met daarin allemaal (mij onbekende) ‘BN-ers’ van pakweg 25-30 jaar oud tot een mijmering. Immers, wat die lui zoal bezighield en op tv oreerden maakte duidelijk dat zij heel anders in het leven stonden dan ik nu of toen ik dezelfde leeftijd bezat. Veel van de wereldgeschiedenis was ze kennelijk onthouden, wat momenteel loos is speelde wat minder een rol voor ze maar hun zelf bedachte carrieres vonden ze ultiem. En dus dacht ik even terug naar mijn eigen toenmalige leeftijd op dat niveau. Ik was toen druk, druk, druk. Werk, jong gezin, hobby’s, de toenmalige vriendenkring die vele malen groter was dan de huidige.

We waren nog vol van plannen voor dit of dat, maakten reizen binnen Europa, reden ook van hot naar her en bouwden aan dat waar we nu nog zo van genieten. Ik wist best veel, de brede interessewereld maakte dat me maar weinig ontging. Of ik allemaal alles goed verwerkte en omzette in de juiste beslissingen? Wellicht niet. Maar ik koos er wel voor om op enig moment mijn job in de luchtvaart te verlaten als broodomgeving en me in de auto’s te storten. Waarbij ik me ineens ook twee nieuwe disciplines moest eigen maken, het verkopen van auto’s en een administratieve verwerking van wat ik allemaal deed, zonder dat ik dit nu meteen vanuit een grote ervaring kon onderbouwen.

De jeugdige overmoed maakte dat ik het mezelf allemaal eigen maakte. En snel. De leerschool was hard, maar dat maakte me niet uit. Ambities stuurden het verlangen naar meer en dat volgde in de daaropvolgende jaren. Communicatief sterk paste ik toe wat ik in het verleden binnen werk en interesse had opgebouwd op de nieuwe rol die me nog heel wat jaren in die autowereld zou houden. En niet zonder succes. Als ik nu plakboeken en video’s bekijk uit die tijd was ik aardig aanwezig in kranten, bladen en zelfs op TV. De jonge Meninggever in die zin gek op aandacht, maar wel altijd voor bedrijf of merk waar ik voor werkte, nooit echt voor mijzelf. Dat hoefde niet zo nodig. Wel was ik in die jaren ook graag voorzitter van dit of dat. Of het nu de Oudercommissie op de school van zoonlief betrof, een hobby-vereniging of een Stichting ter promotie van de luchtvaartbelangen in een omgeving die ook toen al werd verpest door anarchie en halve zolen. Nu ik ruim dubbel zo oud ben kijk ik op heel wat van de toenmalige activiteiten met tevredenheid terug. Het waren wellicht tropenjaren, het aantal uren per week die ik werkend doorbracht moeten die huidige ‘BN-ers’ nog maar eens zien te bereiken. Alles overdenkend ben ik nu achteraf dus best tevreden over die 30-jarige die ik toen was. Want dat harde werken, vele leren, maar zeker ook het genieten heeft me gebracht wat ik nu zo apprecieer. Hoe is dat voor jullie lieve mensen? Als je naar jezelf kijkt en naar de eventuele persoon die je ‘toen’ was?? Laat maar ff weten….Ik sta open voor jullie nieuwe ervaringen of juist die oude….(Beelden: Prive-archief/internet)

Zwart-wit – geen mening!

Zwart-wit – geen mening!

Wie mij de afgelopen pakweg 16 jaren heeft gevolgd op mijn diverse weblogs met een mening als uitgangspunt weet dat ik nog wel eens stevige stellingen betrek. Zwart is zwart en niet wit! Simpel. Maar ook dat ik zal strijden met open vizier om een mening of stelling te verdedigen die kan rekenen op een boel reacties van hen die het er al dan niet mee eens zijn. Zo lang die discussies niet op de persoon worden gevoerd zal ik hem gaande blijven houden. Slechts voor de lieden die beginnen met schelden of zelfs kreten gebruiken die ik als ongepast of onwaardig beschouw sluit ik de tent.

Immers, mensen verschillen van elkaar. Ware dat niet zo zouden we net als in Noord-Korea of Turkije kiezen voor die ene leider en diens doctrine als slaven volgen. Nederlanders zijn vaak stevig van de meningen en het is ook niet zo gek dat je hier in ons Madurolandje tientallen politieke stromingen tegen komt waarop kan worden gestemd. Daarbij is het midden, in mijn jargon de stromingen van de geen echte mening verkondigende lieden, vrijwel verdwenen.

Nederland verdeeld in twee kampen. Uiterst links (of de populistische afgeleiden daarvan als D66) wat vooral jongeren zonder al te veel ervaring maar des te meer idealisme meebrengt, en rechts waar de meerderheid van onze kiezers nog steeds voor gaat. En die meerderheid heeft veelal te maken met alles waar de linkse minderheid een heel verhaal omheen hangt maar aan de andere kant alle negatieve aspecten van wil verzwijgen. Links en rechts uiterst verdeeld. Deels door wat er in Nederland zelf plaatsvond in het verleden. De moorden op Fortuyn en Theo van Gogh zijn nog niet uit het collectief verleden verdwenen. Daders waren extreem-links en moslim-extremistisch. Daarna volgden de vele aanslagen door vertegenwoordigers van die laatste groeperingen overal ter wereld. Moet je niet raar kijken als de weerstand tegen nog meer nieuwkomers met juist die achtergrond groeit. Corona maakte ook nog eens duidelijk waar de scheidslijnen in de maatschappij lopen. Wel of niet gevaccineerd willen worden, het was en is een heel thema. Net als een oorlog in Oekraine of zaken als de ondemocratische staatsgreep door ongekozen bestuurders in Brussel. Alles is reden of aanleiding voor discussies.

Ook hier. Maar een ding staat overeind, wie op inhoud kan en wil discussieren is en blijft welkom. Wie scheldt, liegt, dreigt of wat ook mag vertrekken. De democratie kent zo haar grenzen. Die rekken we elke dag een stukje op, maar zodra onfatsoen een rol gaat spelen is het zelfs voor mij, man van de verhalen en stellingen, maar zeker ook het vrije woord, klaar. En wie geen behoefte heeft aan mijn (al dan niet afwijkend) commentaar hoeft het maar te zeggen. Ik maak me dan (met tegenzin) los van mijn democratisch recht daar op….. En verder, wens ik iedereen een geweldig weekend en prachtige verdere junimaand toe…. (Beelden: Prive/archief)

60 jaar terug in de tijd..

60 jaar terug in de tijd..

Wie vooruit wil moet af en toe ook een terug durven kijken en met die kennis van toen zijn/haar kijk op het leven en wat ons bezighoudt eventueel bijstellen. Dus pakte ik even de historische cijfers van 60 jaar terug, 6 mei 1962, er eens bij om wat zaken te duiden. Zo was onze totale bevolking toen nog geen 12 miljoen mensen groot. Min of meer gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen. Over onzijdigen werd toen nog niet gerept. De totale immigratie van die periode bedroeg 66.000 mensen, de meesten daarvan afkomstig uit Europa en hier slechts naartoe gekomen om te werken.

We trouwden met zijn allen doorgaans relatief laat, mannen waren gemiddeld 27, hun bruiden 24. Qua levensverwachting hadden die dan beiden een jaar 50 te gaan tot ze het aardse voor het hemelse paradijs zouden verruilen. Mannen heetten Johannes, Jan, Cornelis, Petrus, Hendrik, Peter, Ronald, Willem, Robert of Franciscus. Dat zegt al veel over hoe men qua geloof in het leven stond. Bij vrouwen waren Maria, Johanna, Anna, Elisabeth, Cornelia, Wilhelmina, Catharina, Yvonne, Petronella, Adriana het meest populair. Je ziet bijna welke oer-Nederlandse keuzes toen nog werden gemaakt. Het was op die dag dat de gemiddelde temperatuur 13,1 graden celsius was en er gemiddeld 2,9mm regen viel bij een stevig windje.

Ik kan me dat niet precies herinneren trouwens, want was toen nog schoolgaand en dan richtte je je toch het meest op wat er zoal in de klas gebeurde. Qua prijzen was het ook wel een interessante tijd. Voor een kilo aardappelen betaalde je (omgerekend naar nu) 0,15 cent per kilo, 1 liter bier kostte je 0,47, een brood ging mee naar huis voor 0,21 en een kilo kaas was voor 1,53 in de boodschappentas te stoppen. Eieren kostten nog maar 0,07 per stuk en een pak koffie was 1,33. Moest je thuis dan wel zelf even malen. Een liter echte melk kostte maar 0,19 en dat spul zat dan nog in glazen flessen met een aluminium dop. Wie echt geld verdiende kocht zich een pakje roomboter voor 0,45, margarine kostte 13 cent per pakje minder. Het zijn best confronterende cijfers.

Er is veel veranderd in al die jaren. Niet allemaal ten goede om het netjes te zeggen. Maar ja, indertijd waren de verdiensten ook mager. Toen ik ging werken in die periode (en ja, in de avonduren stevig studeren ‘om verder te komen’) was mijn eerste maandsalaris 40 Euri (ook even omgerekend). Best weinig voor in eerste instantie nog 5,5 dagen werken. Doordat die zaterdagochtend op enig moment verdween als verplichting kon ik er een jaar later bij een ons bekende relatie in de tweewielerbranche nog wat bijverdienen. Tientje voor een dagje poetsen en rangeren. Was je de koning te rijk mee…. Maar ja, we waren toen met weinig tevreden natuurlijk. Want laten we wel zijn, pas toen werden er douches gebouwd in de huizen waar onze ouders zo lang hadden geleefd zonder. Op aardgasverwarming moesten we nog dik 5 jaar wachten, kolen was toen het verhaal en de winters waren nog heel erg koud. Afzien dus. Zelf nog herinneringen aan die tijd?? Laat maar weten. Nostalgie mag zelfs in dit jaargetijde best even hoor…..(beelden: Internet)

Heb ik wel iets mee – Oldsmobile…

Heb ik wel iets mee – Oldsmobile…

Het Amerikaanse automerk Oldsmobile bestaat intussen niet meer, maar ik had er een tijdje wel iets bijzonders mee. Immers, ooit waren drie achtereenvolgende wagens van dat merk mijn persoonlijke vervoer. Ingeruild, ingekocht, maar goed voor een periode van zeer plezierig en comfortabel zoeven over de Nederlandse wegen. Want Oldsmobile was een merk van echte Yanktanks. Bakbeesten van auto’s met een historie die al startte in 1891 toen oprichter Ransom E. Olds een driewieler bouwde die door stoom werd aangedreven. Later bouwde hij ook wagens met vier wielen en benzinemotoren.

Zelfs elektrische wagens schuwde hij niet. Maar echt geld verdienen met zijn vervoermiddelen deed hij niet. En zo kwam het bedrijf in 1908 in handen van het grote General Motors waar het onderdeel werd van de portfolio waarin Oldsmobile boven Chevrolet werd gesitueerd. Olds zelf vertrok bij zijn bedrijf en richtte later het truckmerk REO (naar zijn initialen) op waarmee hij flink furore kon maken. Oldsmobile bracht na de oorlog haar series 70 sedans op de markt, en was daarmee de eerste binnen General Motors die weer personenwagens produceerde. De 1946 modellen waren niet veel meer dan vooroorlogse types met een nieuwe grille, maar het maakte de toenmalige kopers weinig uit.

Tussen 1946-50 was er keuze uit een zescilinder of een achtpitter. Vermogens tot 111 pk. Oldsmobiles als de auto voor de geslaagde zakenman of dokter. Nieuw was de 98 die in 1948 uit werd gebracht en als toevoeging de naam Futuramic meekreeg. Oppervlakkig leek hij wel wat op een Chevrolet, maar bij Oldsmobile was nu ook al een V8 te koop die toch moderner was dan alles wat bij de goedkopere zustermerken te vinden was. Deze wagens bleken goed te verkopen en zouden tot en met 1951 in productie blijven. Door de jaren heen volgden heel wat aansprekende Oldsmobiles zoals de 88, de Super 88, waarvan de versie uit 1958 wel heel erg aansprekend was. Er hing een heel gewicht aan chroom aan deze wagens en je viel er wel mee op.

Deed je ook met een 6 liter grote V8 die je in alle rust en luxe anno 1958 naar de 170km/u opstuwde. Latere Oldsmobiles kregen uiteraard vleugels, hydramatic-automaten, rem- en stuurbekrachtiging en zelfs een goed werkende klok in het dashboard. In de jaren zestig waren het de Cutlass-modellen die klanten moesten trekken. Open of dicht, sedan of stationcar en met alsmaar groeiende V8-blokken. 7 liter inhoud was nu al normaal geworden (1965) maar het kon allemaal nog groter.

Want in 1966 kwam Oldsmobile met een sensationele auto op de proppen. De Toronado. 5,4 meter lang, een loeikrachtige 7,5 liter grote V8 voorin die je naar 200km/u bracht, maar vooral opviel door zijn voorwielaandrijving. Voor Amerikanen bepaald even wennen. De wagen was goed voor een verbruik waar je ook even aan moest wennen, 1 op 3 was redelijk normaal, maar dan kreeg je ook wat. Nu best gezochte klassiekers. Bleef 5 jaar in productie en er zijn ook in NL nog best de nodige van geleverd. Gek genoeg werd zijn opvolger weer gewoon een Amerikaan als zoveel anderen.

OK, je kreeg nu schijfremmen geleverd, maar opvallen deed hij niet meer. Toch waren de verkopen in de VS nog steeds goed. Gold ook voor de mateloos succesvolle Cutlass die in 1973 een nieuwe carrosserie kreeg. En op basis daarvan werkte men de serie uit. Met name de stationcar-versies waren mateloos populair. In de jaren tachtig kreeg deze reeks ook een V8 dieselmotor in het vooronder. Ouderwetse motoren, maar ik weet dus uit ervaring dat een verbruik van 1:10 voor een dergelijke grote en zware auto best goed was. Zeker omdat de Diesel toen per liter iets van 30 Eurocent kostte in ons landje..

Een onderdeel van de strategie bij GM om ook met compacte wagens de wereld te veroveren was de X-serie. Chevrolet, Buick en Oldsmobile moeten die wagens vermarkten. Bij Oldsmobile deed men dat met de Omega-reeks. Naar onze begrippen nog steeds grote wagens, typisch Amerikaans, maar uitgerust met een relatief bescheiden 4-cilindermotor of tegen meerprijs een zespitter. Het succes duurde maar kort, de Amerikanen zijn niet zo van de kleine wagens en hoewel deze serie niet echt klein was, het manco van een 8-cilinder deed zich gelden.

De serie verdween in stilte. Toch leed ook Oldsmobile onder het best volle portfolie van General Motors. De wereld was veranderd, en badge-selling zoals GM dat deed (net als Chysler overigens) bleek langzaam aan verliesgevend. Men offerde merken op, Oldsmobile werd daarvan begin deze eeuw het eerste slachtoffer. Blijft jammer. Maar ik koester natuurlijk de herinneringen aan de ritten met die wagens van toen. En ook de vele reparaties. Want o wee wat zaten die Amerikanen van toen soms matig in elkaar…..(beelden: Archief)

Dia’s

Dia’s

Jaja lieve kijkbuiskindertjes en bloglezers, ooit had opa Meninggever geen digitale camera of smartphone om daarmee zijn plaatjes te schieten. Nee, dat ging allemaal met een camera waarin een filmpje zat. Naar gelang het type of de keuze van materiaal had je dan 24 of 36 opnamen beschikbaar en schoot je dus altijd selectief de onderwerpen die je van te voren had bedacht. Lukraak foto’s maken was er niet bij. De eerste camera’s waren een soort plastic doosjes met een lensje voorop, een cassette propte je in dat ding en met wat plastic of metalen schuifjes maakte je een foto, of zoals in mijn geval dia, en transporteerde dan de film naar het volgende potentiele plaatje. Film vol? Naar de fotozaak of centrale en hopen op goed resultaat.

In 1971 toen ik echt ging fotograferen deed ik dat op aanraden van een in die dagen goede vriend, op dia. Dan kon je later leuke voorstellingen houden in kleur en op een groot scherm geprojecteerd. Door de jaren heen maakte ik zo dik 15.000 beelden. Die heetten officieel dia-positief. Toen ik overstapte op digitale camera’s van de eerste soort, bleef de SLR van goede snit en met een scala aan lenzen voortaan in de bijbehorende aluminium koffer. In feite begon ik opnieuw met fotograferen. De latere smartphones verbreedden het aanbod van mogelijkheden.

Een nieuwe digitale SLR die ik ooit kocht inclusief nieuwe lenzen was toch vooral voor de luchtvaart bedoeld. Hoe dan ook, keurig gesorteerd in mijn op zolder staande archief bevinden zich al die dia’s. Toch zonde. Dus maar eens digitaliseren. Ik begon daar jaren her met verve mee en kwam tot ongeveer halverwege. Toen schakelde Windows van Win7 naar 10 en deed de scanner het niet meer. Dat was wel een tegenvaller. Maar ach, er zijn erger dingen. Maar het bleef jeuken. Onlangs kocht ik mij van o.a. de verkregen verjaardagsgelden een nieuwe scanner. Deze werkt op andere wijze en biedt me de kans om nog wat beelden uit die bakken vol platen en plaatjes tot eind jaren negentig te redden voor het nageslacht of gewoon mijzelf. Het vraagt tijd en discipline. Ik hoop oprecht dat die mij zijn gegeven. Want de eerste resultaten zijn bemoedigend…. Ik hoop af en toe ook hier wat te kunnen laten zien….Wens me maar sterkte… (Beelden: Archief)

Authoriteit…

Authoriteit…

Als een ding de familie Meninggever kenmerkt is het de ingebakken moeite met boven ons gestelden als die kennelijk niet in staat zijn ons te overtuigen van hun kennis of ervaring. De gemiddelde Meninggever is redelijk vlot van begrip, schakelt vlug om qua denken en ook carriere en wordt al snel gezien als centraal punt in een bedrijf of organisatie. Wat ze allemaal kenmerkt is een kennelijk in de basisvorm meegegeven kritische kijk op lieden die met een beetje schoolopleiding maar vooral weinig inzicht of kennis van zaken, beslissingen nemen die het leven van de leden uit de familie Meninggever beinvloeden op een wijze die deze niet als rechtvaardig of nuttig achten.

Mijn vorig jaar overleden oudere broer was een ware exponent van het principe en werkte het beste vanuit een onafhankelijke positie. Loondienst-experimenten liepen voor hem allemaal moeilijk en stroef. Een grote bak kennis en ervaring bracht hem in de antiekhandel wat hem meer dan goed af ging. Mijn eigen levensverhaal en bijbehorende carriere heb ik hier al eens in tweewekelijkse afleveringen neergezet en ook daarbij is duidelijk dat een Meninggever in een organisatie weliswaar best hoog kan komen, maar altijd zal kiezen voor het vasthouden aan principes en het stellen van grenzen. Zij die boven mij stonden en meenden dat theorie altijd beter was dan ervaring of praktijk hadden het slecht met mij in hun buurt. En in de generaties na mij zie ik dezelfde symptomen. Toen een vroegere mede-blogster me ooit enorm hielp met het opzoeken van de voorouderlijke familiegeschiedenis ontdekte ik dat het hier genoemde fenomeen ook in die voorouders stak.

Altijd op posities waar ze zelf de lakens mochten uitdelen en als het niet in overheids/loondienst lukte deed men dat onafhankelijk in handel en wandel. En probeer maar niet om ons in te delen bij de afdeling ‘ambtenaar’ of ‘loonslaaf’ want dat wordt helemaal niks. Het is met die blik dat ik zelf ook kijk naar al die theoretici die me trachten te overtuigen met statistieken of WC-Eend onderzoeken. Als ik het zelf niet heb uitgezocht komt er van acceptatie niks terecht. 1 & 1 is nu eenmaal 2 en niet 3, zwart en wit zijn twee onderscheidende kleuren en wie mij ziet als meeloper heeft het mis. Ik kan overtuigd zijn van het recht van de een, maar ook fel tegenstander van een geclaimd recht bij een ander. Was ik zelf een goede chef? Vast wel. Want je wist als medewerk(st)er wat je had of kreeg. Maar ik was ook keihard voor hen die de kantjes er af liepen of me steeds in de weg zaten. Het is met die wetenschap dat we in 2022 aan de slag zijn gegaan en ook hoe we naar de nieuwe politieke richting kijken. Ongekozen, ondemocratisch, ongefundeerd, dus weinig kans van slagen. Worden nog spannende tijden…. (Foto’s: Archief)