
Het Amerikaanse automerk Oldsmobile bestaat intussen niet meer, maar ik had er een tijdje wel iets bijzonders mee. Immers, ooit waren drie achtereenvolgende wagens van dat merk mijn persoonlijke vervoer. Ingeruild, ingekocht, maar goed voor een periode van zeer plezierig en comfortabel zoeven over de Nederlandse wegen. Want Oldsmobile was een merk van echte Yanktanks. Bakbeesten van auto’s met een historie die al startte in 1891 toen oprichter Ransom E. Olds een driewieler bouwde die door stoom werd aangedreven. Later bouwde hij ook wagens met vier wielen en benzinemotoren.

Zelfs elektrische wagens schuwde hij niet. Maar echt geld verdienen met zijn vervoermiddelen deed hij niet. En zo kwam het bedrijf in 1908 in handen van het grote General Motors waar het onderdeel werd van de portfolio waarin Oldsmobile boven Chevrolet werd gesitueerd. Olds zelf vertrok bij zijn bedrijf en richtte later het truckmerk REO (naar zijn initialen) op waarmee hij flink furore kon maken. Oldsmobile bracht na de oorlog haar series 70 sedans op de markt, en was daarmee de eerste binnen General Motors die weer personenwagens produceerde. De 1946 modellen waren niet veel meer dan vooroorlogse types met een nieuwe grille, maar het maakte de toenmalige kopers weinig uit.

Tussen 1946-50 was er keuze uit een zescilinder of een achtpitter. Vermogens tot 111 pk. Oldsmobiles als de auto voor de geslaagde zakenman of dokter. Nieuw was de 98 die in 1948 uit werd gebracht en als toevoeging de naam Futuramic meekreeg. Oppervlakkig leek hij wel wat op een Chevrolet, maar bij Oldsmobile was nu ook al een V8 te koop die toch moderner was dan alles wat bij de goedkopere zustermerken te vinden was. Deze wagens bleken goed te verkopen en zouden tot en met 1951 in productie blijven. Door de jaren heen volgden heel wat aansprekende Oldsmobiles zoals de 88, de Super 88, waarvan de versie uit 1958 wel heel erg aansprekend was. Er hing een heel gewicht aan chroom aan deze wagens en je viel er wel mee op.

Deed je ook met een 6 liter grote V8 die je in alle rust en luxe anno 1958 naar de 170km/u opstuwde. Latere Oldsmobiles kregen uiteraard vleugels, hydramatic-automaten, rem- en stuurbekrachtiging en zelfs een goed werkende klok in het dashboard. In de jaren zestig waren het de Cutlass-modellen die klanten moesten trekken. Open of dicht, sedan of stationcar en met alsmaar groeiende V8-blokken. 7 liter inhoud was nu al normaal geworden (1965) maar het kon allemaal nog groter.

Want in 1966 kwam Oldsmobile met een sensationele auto op de proppen. De Toronado. 5,4 meter lang, een loeikrachtige 7,5 liter grote V8 voorin die je naar 200km/u bracht, maar vooral opviel door zijn voorwielaandrijving. Voor Amerikanen bepaald even wennen. De wagen was goed voor een verbruik waar je ook even aan moest wennen, 1 op 3 was redelijk normaal, maar dan kreeg je ook wat. Nu best gezochte klassiekers. Bleef 5 jaar in productie en er zijn ook in NL nog best de nodige van geleverd. Gek genoeg werd zijn opvolger weer gewoon een Amerikaan als zoveel anderen.

OK, je kreeg nu schijfremmen geleverd, maar opvallen deed hij niet meer. Toch waren de verkopen in de VS nog steeds goed. Gold ook voor de mateloos succesvolle Cutlass die in 1973 een nieuwe carrosserie kreeg. En op basis daarvan werkte men de serie uit. Met name de stationcar-versies waren mateloos populair. In de jaren tachtig kreeg deze reeks ook een V8 dieselmotor in het vooronder. Ouderwetse motoren, maar ik weet dus uit ervaring dat een verbruik van 1:10 voor een dergelijke grote en zware auto best goed was. Zeker omdat de Diesel toen per liter iets van 30 Eurocent kostte in ons landje..

Een onderdeel van de strategie bij GM om ook met compacte wagens de wereld te veroveren was de X-serie. Chevrolet, Buick en Oldsmobile moeten die wagens vermarkten. Bij Oldsmobile deed men dat met de Omega-reeks. Naar onze begrippen nog steeds grote wagens, typisch Amerikaans, maar uitgerust met een relatief bescheiden 4-cilindermotor of tegen meerprijs een zespitter. Het succes duurde maar kort, de Amerikanen zijn niet zo van de kleine wagens en hoewel deze serie niet echt klein was, het manco van een 8-cilinder deed zich gelden.

De serie verdween in stilte. Toch leed ook Oldsmobile onder het best volle portfolie van General Motors. De wereld was veranderd, en badge-selling zoals GM dat deed (net als Chysler overigens) bleek langzaam aan verliesgevend. Men offerde merken op, Oldsmobile werd daarvan begin deze eeuw het eerste slachtoffer. Blijft jammer. Maar ik koester natuurlijk de herinneringen aan de ritten met die wagens van toen. En ook de vele reparaties. Want o wee wat zaten die Amerikanen van toen soms matig in elkaar…..(beelden: Archief)
Een mooi stukje geschiedenis alweer. Die wagen kende ik niet. Weer wat bijgeleerd dus.
LikeLike
Daar doe ik het ook voor….:) Los van het feit dat ik drie van die wagens heb kunnen berijden in de jaren tachtig…
LikeGeliked door 1 persoon
Leuk, stoom, Electriciteit, benzine en diesel als aandrijving. Wellicht in de toekomst nog waterstof?
Innoveren zit sommigen in het bloed. Typisch dat anderen alleen maar blijven vasthouden aan verouderd en vertrouwd.
Mooi historisch en nostalgisch verhaal
Optimistische groet,
LikeLike
Wellicht goed om je af en toe even in te lezen Rob. Oldsmobile had in het begin van haar bestaan al diverse aandrijfvormen in huis. Alleen bleek bijvoorbeeld elektrisch rijden weinig efficient. Na een eeuw is daar weinig aan veranderd. Daarbij kende de automobielindustrie ook nog de straalaandrijving, de hete-luchtmotor van Stirling, hybrides van Honda en Toyota en zo meer. Waar het mis ging onderweg is toch vooral beschikbaarheid van materialen. Olie pomp je simpel op, de materialen van accu’s moeten via dwangregimes en slavenarbeid worden verkregen. Daarbij is er nog geen oplossing voor hergebruik van uitgediende materialen op dat terrein. Waterstof lijkt leuk, maar is een gevaarlijk goedje. GVB heeft er mee geexperimenteerd op haar bussen, maar stopte die proeven omdat de praktische waarde niet zo groot bleek. Kortom…er is veel gaande wat zich kennelijk aan de waarneming onttrekt…
LikeLike
Bij deze reactie miet ik denken aan de tegenstand en weerstand die https://nl.m.wikipedia.org/wiki/George_Stephenson moest overwinnen.
Maar ook aan de mythe van https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Icarus
In de transport- en auto industrie staan diverse innovaties op doorbreken naar oplossingen van diverse actuele problemen.
Stilstand is achteruitgang.
Gelukkig zie ik ook veel enthousiaste jongeren inspelen op de vernieuwingen en mogelijkheden.
Vriendelijke groet,
LikeLike
Het blijft lastig om jou te overtuigen van het feit dat automotive een industrie is vol innovatie en dat je met luchtfietserij nergens zult komen. De utopie dat we met zijn allen terug moeten naar de postkoets en trekschuit zal er niet komen. Uit recent onderzoek bleek dat de meeste Elektrische auto’s niet veel verder dan 500km ver zullen kunnen rijden. Dat ze daarbij tussen de 30-60% zwaarder zijn dan wagens met een meer normale aandrijving en veel minder praktische eigenschappen vertonen. In de winter hun vermogen zien dalen met dik 30%! Met die cijfers kom je nergens. Daarbij loop je nog steeds weg voor de vervuiling van het milieu door welke vorm van energieopwekking ook. Want ook horizonvervuiling door windmolenparken en zonnecellencentrales is enorm. Nog los van het feit dat al die alternatieven slechts bestaan bij de gratie van subsidies, opgebracht door het Mobiliteitsfonds, oftewel door de ruim 9 miljoen automobilisten in ons land. En voor de rest, science-fiction is ook een soort wetenschap natuurlijk…..
LikeLike
Veel SF-schrijvers hebben met een zeer vooruitziende blik geschreven.
Even terug zag ik een studie m.b.t. menselijk dna reizend over de wereld in het zeer verre verleden.
Nu zijn er mensen die zich door de meest vreselijke gezondheidsproblemen toch nog met geavanceerde hulpmiddelen zich kunnen verplaatsen.
Nieuwe technologieen ontwikkelen.
Zoals jij dat voortdurend teug blikkend beschrijft.
Het grote verschil tussen jouw kijk op bijvoorbeeld vervoer, transport en auto’s is dat jouw blik alleen op het verleden is gericht.
Mijn kijk op vervoer, transport en auto’s daarentegen is op de toekomst gericht en naar de nieuwee
mogelijkheden.
Jammer genoeg kun jij jezelf niet meer verplaatsen in jouw eigen optimistische zelf uit jouw eigen jeugd??? Kijken naar mogelijkheden en uitdagingen kan nog op elke leeftijd!
Vriendelijke groet,
LikeLike
Een analyse die nergens over gaat. Mijn beschrijvingen van automerken en hun historie leggen vooral uit wat er zoal in automotiveland goed of niet goed ging. Daarbij komen merken voorbij die (helaas) niet meer produceren en anderen (in de toekomst gepland) die tegenwoordig nog steeds actief zijn en wel degelijk zeer innovatief. Maar als we dan toch even wijzen, ik krijg nooit antwoord op de feiten die ik je voor leg met al die linkse gedachten over een ‘betere wereld’. Die wereld bestaat niet en zal er ook niet komen. Technisch kunnen we veel, maar we kunnen de wereld niet redden. Omdat jij net als veel andere denkers over dit onderwerp vergeten hoe die wereld in elkaar steekt. Dat je niet kunt ontkennen dat 60 miljard steken in een schoner Nederlands klimaat op termijn armoede, verpaupering en ineenstorten van de samenleving zoals we die nu kennen zal betekenen. Je ontkent telkens weer dat al die nieuwe technieken grote nadelen kennen v.w.b. vervuiling en mensenrechten. Je gaat voorbij aan de handel die moet worden gedreven met landen waar men de slavernij in stand houdt en ontbossing ziet als ultiem antwoord op de vraag naar alternatieven voor ons vlees hier. Als innovatie moet inhouden dat we terug moeten naar de Middeleeuwen ben ik geen medestander. Wil je dat alle groene ruimte in Nederland moet worden opgeofferd voor woningbouw t.b.v. nieuwkomers, nee, ik ga er niet in mee. Feiten zijn anders dan (linkse) dromen. En slapen doe ik in bed. Feiten, feiten en nog eens feiten. Ik koop niks voor aannames. Vandaar dat ik sprookjes of fantasie vaak verpak in leuke of onderhoudende verhalen. Feit is dat er in Nederland steeds meer mensen wonen die echt niet allemaal gaan lopen in de toekomst. Gisteren bleek weer eens dat het OV hopeloos faalt als het aankomt op betrouwbaar vervoeren van mensen. Het waren auto’s die zorgden dat veel mensen weer thuis kwamen. Het zijn vliegtuigen die maken dat we snel ergens heen kunnen zoals een oorlogsgebied waar mensen moeten worden geholpen. Met luchtballonnen of zeilschepen ga je dit niet redden. Kijk nou even over je eigen grenzen heen Rob, doe niet zo negatief altijd en lees wat ik schrijf. Nostalgie speelt een rol, maar ook een kijken naar het heden en de toekomst. Nu jij nog…
LikeLike
De naam Oldsmobile vond ik er mooi aan. Rolt zo gladjes uit de mond. 😁
LikeLike
Dat is zeker zo…..
LikeGeliked door 1 persoon
Sorry Leo, ik heb er niet veel mee. Met die auto’s bedoel ik.
LikeLike
Ik snap dat wel hoor. Maar ik heb nu eenmaal eens in de 14 dagen deze reeks automotive-verhalen toegevoegd na het verdwijnen van mijn Autoblog een jaar of wat terug. En kan nu actualiteit mixen met geschiedenis…. Toch een stukje historie dat past bij een wereld waarin we bijna van niets meer mogen houden……
LikeLike
Ik ben veranderd. In vroeger jaren vond ik Amerikaanse sleeën fantastisch met ‘vleugels’ links en rechts achteraan, en al dat pompeuze chroom. Verblindend voor kinder- en jongensogen. Nu vind ik dat nog steeds mooi, terwijl dit tegelijkertijd wat verder op de achtergrond verdrongen wordt door al dat moois wat minder materieel is, maar zeker ook indrukwekkend.
LikeLike
Volgens mij waren ze hier destijds in hoofdzaak bekend van het wagenpark van verhuurders voor trouwerijen en begrafenissen.
LikeLike
Amerikanen waren uberhaupt vaak in die wereld actief. Al waren het vooral Cadillac en Packard of Chevrolet die daar hun diensten verrichtten….
LikeLike
Alleen al om het formaat!
LikeLike
Zeker, onder de vijf meter lengte vonden Amerikanen geen echte auto’s. Al was het maar om het (vermeende) gevoel van veiligheid…
LikeLike
En omdat er gemiddeld genomen zovéél Amerikaan is. 😉
LikeLike