
Wie wel eens in een auto, bus of wat ook (mee) rijdt, fietst of pakweg op een step zijn/haar transport verzorgt zou kunnen weten dat dit vervoer vooral plaatsvindt via rubber/synthetische banden onder dat voertuig. Eigenlijk is dat een uitvinding die onze hele transportsysteem in leven houdt. Zelfs sommige railvervoermiddelen hebben tegenwoordig rubber randen aan metalen wielen zitten om zo geluidsoverlast tegen te gaan. Banden zijn er in diverse soorten, maten, maar ook voor verschillende doelen. Wie naar besneeuwde bergen wil reizen moet in de meeste buurlanden aangepaste winterbanden monteren, in ons land kiest men tegenwoordig vooral voor all-season-banden waardoor je zomer en winter het beste van twee werelden toevoegt aan het rijgenot.

Maar wat moet je voor banden monteren onder een vliegtuig? Bedenk maar eens dat een beetje vliegtuig vele tonnen weegt, dat die machines accelereren naar pakweg 280/350km/u om los te komen van de aarde en met soortgelijke snelheden na een vlucht de wielen weer op het beton zetten. Wie wel eens heeft gekeken op vliegvelden of via films deze mooiste transportvorm heeft bewonderd weet dat bij de landing grote blauwe rookwolken van die banden afkomen, het in een keer op snelheid komen en meteen dat grote gewicht boven zich moeten dragen is een staaltje vernuft van de bandenproducenten die deze zaken fabriceren. En het is bij sommige vliegtuigen zo dat er maar liefst meer dan 20 banden onder zo’n machine steken.

Die moeten het gewicht gelijkelijk dragen. En bij sommige grote vrachtvliegtuigen is dat een last van dik 300 ton! Gaat het nooit mis? Tuurlijk wel. Banden die niet helemaal okselfris zijn kunnen soms die zware belastingen niet aan en geven de geest. Op hoge snelheid over iets scherps heen rijden kan leiden tot een klapband die in het ergste geval weer oorzaak wordt van een fatale crash. Zo iets vond een jaar of 20 geleden plaats met een supersone Concorde van Air France die tijdens de start over een van een ander vliegtuig afgebroken onderdeel heen reed, waardoor de banden aan een kant van de vleugel uit elkaar spatten, deels door de brandstoftanks in de vleugels braken en daar een grote brand veroorzaakten. Oorzaak en gevolg. Maar wel heel vervelend.

Nu worden constructies van vliegtuigen steeds veiliger en sterker hoor, geen nood. Slechts bij matig tot geen onderhoud is er een zeker risico. Feit is ook dat veel van de in de luchtvaart ontwikkelde bandensoorten later ook hun weg vonden naar het wegverkeer. Waar ze bij veel gematigder snelheden prima prestaties leverden en een lang leven voor de eigenaar en gebruikers beloven. Tuurlijk is er verschil in kwaliteit, veelal samenhangend met de prijs. Goede banden kosten vaak twee keer zo veel als matig tot slecht presterende. Het is maar waar je voorkeuren liggen. In de luchtvaart kent men slechts goede banden. Vanuit de fabriek althans. En het dringende advies aan zowel de luchtvaartmaatschappij als de bemanningsleden voorin de cockpit om na iedere landing of voor vertrek die banden nog eens goed te controleren. Bij twijfel…niet vliegen. Zouden mensen op de grond ook eens moeten doen, twijfel je over je banden, niet rijden. Vervangen. Het wordt weer glad op de weg. Dat rubber moet je dan beschermen tegen rampen. Kijk dus altijd even voor je vertrekt….profiel? Spanning? Slijtage? Ik wens jullie veilig reizen toe…. (Beelden: Archief)




























Toen wij hier, lang geleden alweer, kwamen wonen kregen we als gratis accessoire bij ons huis een boom bij de buren die elk jaar zo’n beetje in de eerste twee weken van april tot volle bloei komt of kwam. Prachtig! En onze oude buurvrouw genoot daar net als wij intens van. Omdat deze boom een ver familielid kent die bij een overbuur ooit is geplant en daar net even later ook in de bloei komt en dan een andere bloesemkleur laat zien, is het voorjaar voor ons daardoor altijd extra zicht- en tastbaar. Overigens relatief kort. Juist in het voorjaar wil het naast aardig weer ook vaak waaien en regenen en dan is diezelfde boom een bron van wat ergernis. Immers de honderdduizenden blaadjes dwarrelen dan neer als sneeuwvlokken en kleuren diverse tuinen eerst aardig roze, daarna bruin tot zwart. Je veegt je een ongeluk, maar ach, dat heb je er voor over uiteraard. Ik maakte de lezer(es) al eerder deelgenoot dat de oude buurvrouw een paar jaar geleden is gaan hemelen.
Wij vreesden al met grote vreze voor wat er na haar dood komen zou, maar dat viel in eerste instantie wel mee. Een van de dochters, mede-erfgename van de woning, bleef meer dan een jaar wonen in het huis van haar moeder. Deed weinig meer aan onderhoud en tuin, maar dat hield wel in dat de boom bleef staan. Een even fraaie aan de voorkant van het huis was nog bij leven van ‘moeder’ net in de bloei bevroren geraakt en afgestorven. Het leven van een boom in ons grillige klimaat niet altijd even makkelijk. Omdat de oude dame redelijk ‘zuinig’ was bleef de dode boom als een soort relikwie staan. Hoe dan ook, eind vorig jaar werd het huis alsnog verkocht. Een jong gezin uit een belendende gemeente kocht het en ging voortvarend aan de gang. Alles wat hen niet beviel werd in huis afgebroken en opnieuw geinstalleerd. Het mocht iets kosten en de aannemer leek wel bij hen te overnachten. Ook qua geluidsproductie. Dat was niet zo natuurlijk. Maar je wilt een huis toch naar je zin maken. Ik snap dat zeer. Maar ergens dit voorjaar, de bewuste boom in de achtertuin had net knoppen, hoorden we het jonge stel tegen elkaar zeggen dat die boom er echt uit moest in verband met de ruimte’.
Het sloeg ons best om het hart. Ook al ben ik zelf erg van een betonnen plaat met planten/bloemenbakken ter versiering, die boom was altijd wel een anker van geur en kleur. Hij is van hen, zij mogen dat beslissen. Maar we gaan die boom wel erg missen. Nu is het wel zo dat we wel zien dat hij kwalitatief minder wordt. Hij slinkt ook, groeit niet meer. Maar hij bloeit nog wel. Gelukkig hebben we de plaatjes nog. Overigens hebben wij zelf ook diverse bomen en struiken uit de tuin gehaald in de loop van de jaren. Ooit geplant door de vorige bewoners van ons huis. Die kennelijk niet door hadden dat sommige bomen erg groot worden en soms zelfs boven de nok van het huis uit groeien. Wij wel. En dus ging de zaag er in. Kaalslag het gevolg, ruimtegewin ook. En dat zal bij de buren ook wel zo zijn. Oud is leuk, hout ook, maar soms wil je gewoon dat de kinderen kunnen spelen. Dat zal het zijn… (Beelden: Yellowbird 1994/2019/20)
De kans dat de gemiddelde lezer hier een auto van dit merk tegenkomt onderweg is buitengewoon klein. En toch rijden er wel een paar in Nederland rond. Checker’s. Vaak hoekig gevormde enorm ruime wagens die met name in de V.S. veelvuldig als taxi werden ingezet. Gebouwd door een fabrikant die haar wortels had liggen in Kalamazoo Michigan en vooral bekend werd door de geleverde taxi’s. Vandaar die specifieke vormgeving en ruimte. Pas na de oorlog verschenen twee van haar succesmodellen, de Superba en de Marathon. Wagens die je als je wilde ook voor prive-gebruik kon bestellen, maar dat was dan wel voorbehouden aan liefhebbers.
De meeste (met name Marathons)Checkers gingen dus als taxi aan de slag. Vrijwel onverwoestbaar sterk gemaakt en simpel van onderhoud. Door de relatief hoge deuren en vierkante vormen was in- en uitstappen geen enkel probleem en sommige van deze taxi’s vervoerden 8 personen tegelijk. Tot 1965 zaten er door vliegtuigmotorbouwer Continental geleverde zescilinderblokken in, later kwamen diverse motoren van Chevrolet in het vooronder. De wagens bleken zo praktisch en ook gevraagd, dat Checker ze gewoon jarenlang bleef bouwen, zonder al te veel wijzigingen. Vaak een opmaat voor succes in autoland. Zelfde zag je bij de taxi’s van Austin en Toyota. De Marathon van Checker is zo sterk dat er heel wat van die wagens onder zware omstandigheden toch gewoon 1 miljoen kilometers mee gingen.
Checker nutte dat succes verder uit door er een limousine van te maken die typerend is voor de Amerikaanse leefstijl. Een verbouwde versie werd een stationcar en een daaruit afgeleide versie noemde men Aerobus, gebruikt voor het vervoer van passagiers en bagage tussen hotels en vliegvelden. Nadat de Checker Marathon toch uiteindelijk moest worden afgelost kwamen exemplaren met niet al te veel kilometers op de teller nog wel eens onze kant op en werden dan ingezet voor trouwerijen of als feesttaxi’s. Maakte de Checker’s niks uit, ze reden gewoon nog vele kilometers veilig verder. En de vormgeving maakt velen die er een zien nostalgisch. Zo ziet een Amerikaanse klassieker er uit. Zo ook een goed ontworpen taxi. Tegenwoordig is het stil bij het merk. Vermoedelijk staan de oude productiehallen leeg en verlaten in dat provinciale Michigan. (Beelden: Internet)



Met name in landen waarvan je kunt weten dat onderhoud en leeftijd van die vliegtuigen matig tot slecht is, dan wel echt oud. Afghanistan is zo’n land. Indonesie ook, maar zeker ook Iran moet worden genoemd als een land waar de veiligheid best onder de maat is. Dat geldt ook voor Suriname. Een maatschappij als Blue Air uit dat land kende binnen drie jaar ook drie crashes. Reden voor veel zorg zou ik denken. Bij de mensen die er verstand van hebben komt het Afrikaanse continent ook vaak omhoog als een deel van de wereld waar je maar beter niet gebruik kunt maken van de beschikbare vliegtuigen. Vaak oud en totaal afgevlogen. Soms van Russische origine, maar ook veel oudere Amerikaanse, Engelse of zelfs Nederlandse toestellen slijten hun laatste jaren in die hoek van de wereld. En reken maar dat men het daar met het onderhoud of reparatie minder nauw neemt. Gebrek aan regels en controle! Nee, dan blijft de KLM een meer dan veilige optie. Als je ergens heen gaat betaal dan iets meer en vertrouw op goed materieel, bijzonder goed opgeleid personeel en relatief jonge vliegtuigen.
Jong is in de luchtvaart overigens relatief. Een 80-jaar oude DC-3 kan nog steeds fris zijn als men het onderhoud goed heeft uitgevoerd. Anders dan wij bij auto’s gewend zijn worden vliegtuigen eens in de zoveel tijd uit elkaar gehaald en met nieuwe onderdelen weer in elkaar gezet. Krijg je alles weer op nul uren en kan zo’n kist weer even mee. Overigens is de meest veilige airline uit de geschiedenis het Australische Qantas. Daar valt niets negatiefs over te melden. Goed zijn ook SAS uit Scandinavie, Lufthansa, British Airways en ons eigen Transavia. Overigens zeggen dit soort aanbevelingen niets over vertragingen of comfort aan boord. Het gaat slechts om veiligheid. In dat kader moeten we ook CSA uit Tsjechie noemen dat al vanaf haar oprichting (kort na de KLM in 1919) lid is van IATA en een prachtig veiligheidsrecord overeind kan houden. Kortom, er is veel goed in die luchtvaartwereld, maar er zitten nog wat rotte plekken tussen. Mijdt die en je weet zeker dat je veilig op je bestemming komt. En dat is veel waard. (The National 080119)(Beelden:(c) Yellowbird)