1876

1876

De gemiddelde mens heeft er tegenwoordig in huis of binnenzak een stuk of wat. Sommigen zelfs twee of meer, afhankelijk van hoe belangrijk je bent (of hij/zij zich voelt) en of je altijd bereikbaar moet of wilt zijn. Ik heb het over telefoons. Tegenwoordig noemen we die dingen iPhones of smartphones en in sommige huishoudens zijn er ook nog van die bekabelde exemplaren te vinden die al dan niet verbindingen in huis leggen met andere bewoners op andere etages of pakweg het thuiskantoor in de tuin. Maar precies op deze datum, 10 maart in het jaar 1876 was het Alexander Graham Bell die voor het eerst een werkende verbinding op afstand tot leven wekt met de woorden: ‘Mister Watson, hier komen, ik heb u nodig’.

Die Watson was zijn assistent en verkeerde in een andere ruimte. De van oorsprong Schotse Bell werkte jarenlang aan het idee dat het mogelijk moest zijn met gebruik van het toen nog heel moderne kabelnet van de telegraaf spraaksignalen door te sturen. Dat was deels ook hoe hij het graag naar de buitenwereld ventileerde want er waren meer uitvinders bezig met iets soortgelijks. Maar Bell was het verst in zijn onderzoek en was dus op de genoemde datum zo ver gevorderd dat hij al dan niet met wat gekopieerde onderzoeken van anderen in staat bleek zijn uitvinding in de praktijk te testen. Hij vroeg er ook meteen patent op aan, wat ook niet zonder slag of stoot verliep omdat ook anderen die hiermee bezig waren soortgelijke claims lieten vastleggen. Uiteindelijk was het Bell die aan het langste eind trok. Sindsdien is de wereld langzaam maar zeker verbonden via spraak- en beeldtelefoons. Eerst nog wat schoorvoetend en met name aansluiting op dat wondernet voor de rijken der aarde.

Veelal via centrales elders in het land verbinding vragen en maken met mensen die dan werden opgeroepen om antwoord te geven aan de beller. Voor het gewone volk kwamen er op enig moment openbare telefooncellen waar je voor een paar centen ook kon bellen. Bedrijven namen vaak als eersten telefoons in gebruik, zodat het contact met leveranciers en afnemers vlotter kon verlopen. De meeste telefoons nog via bekabeling die vaak armdik door straten heen liepen in de ontwikkelde gebieden en via allerlei wonderlijke buitenpandse kabelspanners in de wat rommeliger landen dezer aarde. Na de komst van de satellieten gingen die telefoons er ook anders uitzien. We spraken met mensen in andere werelddelen via die stukjes ruimtetechniek. En die leidden weer tot de huidige generaties mobiele telefoons en smartphones waarmee de meeste mensen nauwelijks tot niet meer bellen maar appen en mailen. Bell kon daar slechts van dromen. Net als veel uitvinders na hem. Feit is dat de telefoon ons allemaal dichter bij elkaar heeft gebracht. En dat er zelfs lijnen zijn gelegd tussen leiders van landen die normaal niet met elkaar zouden spreken maar waartussen de spanning nogal eens heel hoog kon oplopen. Bellen als het dreigt fout te gaan. En dat alles met dank aan de Schot Bell. Vandaag, precies 147 jaar geleden…. Blijft de vraag wie van jullie nu nog steeds aan de vaste lijn hangt of alleen nog maar mobiel actief is…. (Beelden: Archief/Wiki)

Contact…

Contact…

Stap eens een restaurant binnen, laat je vervoeren door metro, bus of trein en ontdek dat wij mensen kennelijk niet meer zonder die moderne communicatievorm kunnen die we nu ‘Smartphone’ noemen. Zelfs redelijk verstandige mensen die vroeger een boek lazen of met hun medereizigers in gesprek raakten zitten nu te appen of kwekken de hele weg, dan wel aan tafel tussen de gerechten door, de meest intieme geheimen door te kakelen met iemand dit dat op een andere locatie ook doet. Moeders met drie kinderen in een ‘bakfiets’ vol boodschappen hebben dat ding ook aan het oor en sturen met hun andere hand het vehikel dwars door het drukke verkeer. Mensen bestellen dingen online, delen tikkies uit, kijken of het tijdens hun geplande tochten zal gaan regenen, volgen het nieuws en houden contact met hun huis dat digitaal vertelt of de veiligheid is gegarandeerd of dat de kachel wel op tijd aanspringt.

De Smartphone/iPhone, een uitvinding die ons leven nog meer veranderde dan zijn voorganger, de mobiele telefoon of zoals de Duitsers hem noemden, ‘Handy’. Vanaf het moment dat we die dingen invoerden waren we bereikbaar voor alles en iedereen, hadden toegang tot meer informatie dat een beetje encyclopedie ons vroeger te bieden had en voelen we ons vaak koning(in) in een eigen domein. Vloggers zijn afhankelijk van die dingen en sociale media als Facebook, Twitter, Instagram of TicToc zouden niet bestaan zonder onze honger naar die apparaatjes. En door het fenomeen ‘contract met toestel’ is het ook voor hen met minder inkomen of jeugdige leeftijd mogelijk een aardige smartphone te bekomen waarmee de geneugten van onze moderne tijd zijn te verwezenlijken. Kinderen van 10-12 jaar lopen er mee rond maar ook veel ouderen die daardoor toegang krijgen tot een andere wereld dan van de eens per maand langs komende kinderen die dan vertellen over het nieuwe bankstel of succes van de een of ander bij dit en dat bedrijf. Ook ouderen kennen hun weg en genieten van de leuke zaken die deze communicatiemiddelen te bieden hebben.

Zijn er dan soms ook nadelen? Tuurlijk. Die dingen vertellen ook aan derden waar we waren, met welk ander toestel we contact hadden, welke websites we opzochten, in welke winkels we zoal binnenstapten. Zoek op Google (de grote zoekmachine..) maar eens op een bepaald onderwerp naar informatie en je zult snel zien dat die verrekte smartphone je in de volgende dagen allerlei relevante (..) advertenties of aanbiedingen te bieden heeft die met de zoekopdracht te maken hebben. De optelsom van de digitale samenleving is natuurlijk niet altijd positief. De Chinese overheid houdt precies bij wat haar onderdanen zoal uitspoken. En bij gedrag wat Bejing niet bevalt krijg je minder krediet, een slechter huis en soms zelfs een onderhoudend gesprek met een van de volkscommissarissen die letten op jou als individu. En toch mensen, geven we voor een nieuwe smartphone met enig gemak zo 700-1000 euro uit om toch vooral de laatste en nieuwe techniek te kunnen bezitten. Want het is zo handig. En ik ga er in mee. Elke nieuwe smartphone is weer sneller, helderder, beter, en maakt nog betere foto’s die je dan als je wilt zo meer kunt posten op de bediende sociale media. Buitengewoon handig. En die al dan niet digitiale camera’s….die zijn intussen zo 2010….. (beelden: Eigen archief)

Telefoon…

In de tijd dat we altijd en overal bereikbaar willen zijn, althans zo lijkt het, is nauwelijks voorstelbaar dat we ooit een periode kenden waarin mensen thuis GEEN telefoon bezaten. Slechts zij met een belangrijke (..) functie hadden zo’n verbinding met de buitenwacht in huis. En zij die er geen hadden, maakten vaak gebruik van de PTT-lijn die bij omringende winkeliers voorzien van een open oog voor klantvriendelijkheid tegen betaling beschikbaar stond voor derden. Voor een dubbeltje of een kwartje kon je dan de dringende zaken afwikkelen. Bij ons thuis was dit ook heel normaal. De een paar huizen verderop gelegen winkel van de ‘sigarenboer’ ‘Ome Jaap’ was ons contactpunt en de afspraak was zodanig dat mijn leasepa zelfs op zijn visitekaartjes, nodig voor zijn handel en wandel, het telefoonnummer van die winkelier mocht vermelden.

En hoe vreemd ook, dat functioneerde prima. Later, het ging goed in de handel, kwam er een eigen telefoonlijn thuis en mijn moeder was daar vooral zeer verguld mee. Niet dat er nu zoveel mensen waren om mee te bellen, maar toch. Die telefoon en bijbehorende lijn behield ze tot haar eigen dood in ere. Lease-Pa was al veel eerder gaan hemelen, de telefoon zweeg toen al vaker dan hij werd gebruikt, maar hij moest blijven uiteraard. Voor…’je weet maar nooit’. In mijn eigen verdere leven bleef de telefoon gewoon altijd aanwezig. Waar ik verder ook woonde of werkte, altijd speelde de telefoon een belangrijke rol. Een enkele lijn, meerdere, en in het eerder beschreven dealerbedrijf waar ik actief was zelfs via vijf verschillende lijnen, noodzakelijk door de diverse bedrijfsonderdelen. Telefoon, telex, fax, internetmodem, het werd door de jaren heen een steeds breder gamma aan verbindingen en dat het functioneerde mag soms een wonder heten. Zeker die laatste dingen waren kwetsbaar en maakten ook nog een rotherrie bij het inbellen. Intussen is de vaste lijn er nog wel, hangt aan een pakket van de kabelaar, maar het meeste gebel en ander gecommuniceer vindt plaats via de smartphone. Overal bereikbaar. En de sigarenwinkels intussen zowat uitgestorven. De wereld verandert in rap tempo. We appen, mailen, bellen nog maar zelden. Maar zijn wel altijd bereikbaar. Het waarom ontgaat soms. Alsof we onmisbaar zijn. Nou dat is een illusie natuurlijk. Dat kunnen al die gehemelden ons haarfijn uitleggen. Gemist door hun geliefden wellicht, maar hun relaties zijn ze snel vergeten. Tot er een lijntje naar boven komt….of naar beneden. Het is maar waar je in gelooft…