Katholiek…

Katholiek…

In mijn verhaal over mijn vroege jeugd en de op straat afspelende strijd tussen katholieken en protestanten in die tijd (30-7jl) roerde ik al even aan dat er indertijd wat sociale scheidingslijnen liepen door de straten en buurten van onze wijk of zelfs de hele grote stad. En dat er ook een zeer gevarieerd landschap bestond van katholieke parochies en protestante gemeenten die elk zo hun eigen kerken bestierden en ook nog eens bezig waren met sociale netwerken en voorzieningen die de achter het evangelie of de bijbel aan lopende gelovigen moesten helpen in geval van fysieke of geestelijke nood. Dat katholicisme was overigens in Amsterdam altijd een belangrijke zo niet de belangrijkste godsdienst geweest.

Al heel vroeg in de ontstaansgeschiedenis van de stad vestigden zich kloostergemeenschappen in die toen nog kleine plaats aan de Amstel die mede bijdroegen aan het reilen en zeilen van de toenmalige samenleving. Een wonder zoals dat van de niet verbrande hostie (Stille Omgang) (1345) maakte dat de stad ook voor mensen van buiten de veste aantrekkelijk werd als bedevaartsoord. De katholieke bestuurders werden steeds belangrijker voor de stad en daardoor kregen zij ook de kans om niet gewenste invloeden van buiten te verbieden of keihard aan te pakken.

Zo waren er op enig moment de Wederdopers die naakt door de stad paradeerden en kloosterlingen aanvielen. Zij waren in feite de voorlopers van de latere Lutheranen die niks moesten hebben van de pracht en praal die de katholieken ook toen al kenmerkten. Met die naaktlopers rekende men in de historische stad keihard af. Ze werden opgepakt, gemarteld, gevierendeeld of op spiezen gezet en zo aan den volke getoond.

Waag het niet om….dat kost je het leven. Maar wat later in de geschiedenis kwam ook in Amsterdam de omwenteling tot stand. Protestanten vielen kerken aan, vernielden alles wat ze tegenkwamen, staken kloosters in de brand en verkrachtten of vermoordden alles wat katholiek was en in hun ogen abject. Het katholieke volksdeel moest onderduiken en hield haar missen jarenlang op geheime plekken. Het maakte ook dat de Spaanse koning indertijd deze stad graag wilde innemen om het Roomse geloof weer terug te brengen naar daar waar het hoorde, op een dominante plek. Maar uiteindelijk was het compromis de uitkomst der dingen. Oogluikend lieten de latere protestante stadsbestuurders toe dat de katholieken hun geloof uitoefenden. Na de inname door de Fransen van onze Lage Landen kwam stukje bij beetje de vrijheid voor katholieken weer terug al moest men zich op zijn Amsterdams nog wel wat gedeisd houden. Het was dankzij Willem van het huis Oranje en diens nazaten dat we als stadsbewoners vanaf de 19e eeuw weer een soort godsdienstvrijheid kregen en de katholieke parochies min of meer frank en vrij konden optreden. En dat de kerkenbouw in Amsterdam een grote vlucht nam.

Met dank aan bouwmeester Cuypers en diens nazaten verschenen enorme kerken zoals de Willibrordus Buiten-de-Veste die zorgden dat het aanzicht van de stad een tijdlang werd gedomineerd door hoge torens en enorme aan het Roomse geloof verbonden gebouwen. Daar omheen kwamen de diverse katholieke scholen, zowel voor jongens als meisjes en werd ook een katholieke sociaal netwerk in elkaar gestoken dat goed kon binden. En zorgde dit dat men in eigen kring zou trouwen waar zulks van toepassing was. In de jaren zestig van de vorige eeuw ging met de loskoppeling van de oude normen en waarden ook de invloed van de Kerk van Rome (en die van de protestantse gemeenten) verloren. Mensen kozen voor de Revolutie, het socialisme (al in 1948 was de CPN de grootste politieke stroming) werd de norm en dat linkse karakter raakte de stad sindsdien helaas nooit meer kwijt. Gelukkig zijn er voldoende oude gebouwen en gebruiken die nog zorgen dat deze eeuwenoude geschiedenis te vertellen valt. Want zonder katholicisme had onze stad er heel anders uitgezien. Overigens kwamen later ook de Joden naar ons land vanuit Zuid- en Oost-Europa en namen hun eigen religie mee. Net zoals tegenwoordig iets van 40 andere religies hun plek hebben gevonden in deze stad. En hoe die gaan integreren is nog maar een vraag. Van sommigen is wel bekend dat ze prima opgaan in het liberale Amsterdamse leven. Van anderen weten we nu al dat dit nooit echt zal lukken. Blijft jammer…(beelden: prive-collectie)

Zoektocht….

Zoektocht….

Stel je bent in de positie dat je een soort van herberg runt of zelfs een boerderij met wat oude caravans om je heen die je verhuurt aan mensen die graag in the Middle of Nowhere willen verblijven, zulks zonder comfort of gezelschap, en je ontdekt op enig moment alsnog dat je eigenlijk best alleen of zelfs eenzaam bent. Op het droevige af zelfs. Want die betalende gasten zijn in de winter verdwenen, dan is het zien dat je het allemaal overleeft en de spiegel raakt weliswaar beslagen door het uitgestraalde verlangen, maar je bent en blijft alleen. Weet je wat, dan geef je je op voor een RTL-programma waarin je de kans krijgt een date te hebben met even eenzame types van het andere of zelfde geslacht elders in de wereld. Maar liefst toch wel uit Nederland, ook jouw oude geboorteland.

Wie weet kom je dan samen tot een mooie vereniging van ziel en lichaam. E n ook nog eens voor vele jaren. Zie daar het format van B & B vol Liefde van die commerciele zender op 4. Binnen de kortste keren een kijkcijferhit van jewelste en meer kijkers trekkend dan heel wat zgn hoogwaardiger programma’s van de publieke linkse omroepen. Niet voor niets, want wat zich voorstelt en uiteindelijk voorbij trekt aan types is vaak een puur rariteitenkabinet.

En dat al een paar seizoenen lang. Mensen die menen dat what U see is what U get voldoende werkt om een ander in te palmen. Sommige kandidaten pakken uit met Dubbel G boezem en zeer gekleurde uitmonstering om de ander te imponeren. Vaak blijken de leuke lokfilmpjes pure verbloeming van een meer dan gecompliceerd karakter en is die enige outfit van dat filmpje ook precies de toegevoegde waarde die het hoofdfiguur uit dat filmpje te bieden heeft. Zeldzaam hoe men eenmaal in elkaars aanwezigheid totaal vergeet dat je de ander dient in te palmen. Rozen, rumbonen en rode wijn, dat moet voor die ander toch meer dan genoeg zijn? Mij viel op dat de potentiele bedpartners soms geen ontbijt kregen, nauwelijks koffie, dat er geen enkele belangstelling was voor de achtergrond van die bezoekers en omgekeerd vaak ook niet. De kandidaten moeten willen meewerken, klussen, krankzinnige stunts uithalen, en dat alles om te imponeren. Maar werkt dat ook zo in het normale leven? Is een goed bed, een leuke kamer, lekker kunnen koken of pakweg omgaan met vriendenkringen van die hoofdpersonen genoeg om een partner voor het leven te vinden en te binden?

Het meest cruciale binnen een liefdesrelatie gaat men vaak uit de weg, de vaak wat jongere types daargelaten. Maar ja, als je een jonge vent en een dito dame bij elkaar in een hutje op de hei zet is de kans dat ze mekaar warm gaan houden groter dan bij lieden van een flink wat hogere leeftijd. En dan gaat het om andere dingen. Maar die zijn voor de gemiddelde naar liefde snakkende mens vaak minder cruciaal. Pas als je de relatie uitgebreid hebt geconsumeerd is het naar mijn mening een keertje van belang of hij de vuilniszakken buiten zet en zij kan koken. Liefde maakt blind wellicht, maar zulke blinden vinden veelal heel lastig de ware liefde. Dat bleek en blijkt wel. Maar tenenkrommende relaties bekijken bleek een bijna vrolijk makende voyeuristische neiging onder de kijkers van deze show te veroorzaken. En terecht. Zelfs ik viel er voor. Net als voor die jonge dame vele generaties geleden……die keek, ouder en wijzer geworden, deze zomer met me mee….en schudde net als ik vaak het hoofd…. (Beelden: Internet)

Gemist…

Gemist…

Nu ik het qua vliegen al een tijdje rustiger aan doe, de meeste vlieguren heb ik wel gemaakt denk ik, is het aardig te bedenken welke vliegtuigtypen ik had willen vliegen maar om een of andere manier nooit op mijn pad vond. Dat zijn er uiteraard meer dan de kisten waarmee ik wel weg ben geweest. Ik vloog door de jaren heen mee in Piper Cub’s, Cessna’s, Beechcrafts om maar een paar kleinere te noemen, maar ook in vele Fokker’s, Douglassen, Boeings en Airbussen.

Daarnaast nog in wat bijzondere machines van British Aerospace, Bombardier of Tupolev. Honderden vlieguren in die machines gemaakt en vrijwel altijd met veel plezier. Maar ik miste bijvoorbeeld de DC-10 op mijn pad of diens opvolger, de MD-11. Die zaten gewoon op routes waar ik niet naartoe wilde. Of die Airbus A300, wiens kleinere zus A310 wel in mijn logboek staat, maar die grotere variant niet.

Opvallend genoeg vloog ik wel in de modernere Fokker 50, 70 en 100, maar nooit in de illustere voorgangers F27 of F28. En over Russische kisten hoef ik het dan nauwelijks te hebben. Want naast een tiental uren in de straaljager-achtige Tu-134A van CSA kwam er geen een voorbij die mij op typisch Russische wijze vervoerde.

Zoals bijvoorbeeld die enorme Tu-154, of de Antonov’s en Ilyushins. Soms deed ik zelf na wat nadenken de deur naar zo’n kist dicht hoor. Dan kwam het me niet uit, of zocht ik liever een snellere of comfortabeler route. Daarbij was het nemen van grote risico’s nooit zo mijn ding. Je hebt toch een leven als familievader of hoofd inkomen met alles wat daar aan verantwoordelijkheid bijhoort.

Bij de Britten vloog ik met de Dove, Carvair, Trident, BAe146 en diens troonopvolgers, of de Avro 748, maar nooit in een VC-10. Toch iets mee gemist denk ik. Opvallend genoeg heb ik op korte routes wel gevlogen in een Duitse Dornier (ook weer een uur of tien in totaal) maar nooit in een Braziliaanse Embraer, toch een fabrikant die nu aardig dominant is op juist die routes. Had ik graag nog eens gedaan. En dan heb ik het nog alleen over civiele vliegtuigen. Militaire kisten heb ik altijd gemeden als de pest.

Al was het maar omdat piloten van dat spul een voorkeur vertonen om op hun kop te vliegen of bochten te trekken die zoveel G-krachten veroorzaken dat ik er aardig beroerd vanaf zou zijn gekomen. Met mijn vroegere vliegvriend John maakte ik genoeg rarigheid mee op dat vlak. Die kon het niet gek genoeg gaan als we eenmaal los waren en ik heb hem daarvoor wel eens vervloekt…..

En met dank aan het bruggetje van John kwam ik terecht bij helicopters en dat soort spul. Ik vloog mee in een S76 van KLM (John ook) die toen net nieuw in dienst was bij KLM. Leuke ervaring. Een jaar of tien later in een kleine Schweizer 386 boven Zandvoort en het circuit voor een of andere fotowedstrijd. En van een heel andere orde, een Scheibe SF25C motorzwever bracht me ooit boven Salland een lokale vliegervaring van 20 minuten toen ik absoluut weigerde om in een echte zweefkist te stappen. Want beste mensen, er zijn dingen die je echt niet moet doen. Zweven, parachutespringen en ballon varen is er daar een stel van. Dat heb ik altijd geweigerd. En daar heb ik in tegenstelling tot andere keuzes, geen spijt van gekregen. En jullie zelf? Bepaalde bijzondere vluchten gemaakt en waarheen? Bepaalde vliegtuigen in het hart gesloten??? Ik ben benieuwd naar jullie reacties…. (Beelden: archief)

Vestigingsplekken…

Vestigingsplekken…

Aansluitend op mijn vorige verhaal over vakanties en de plekken die ik al dan niet koester wil ik nog even aandacht vragen voor iets wat daar zijdelings mee van doen heeft. Het feit dat de mens vrijwel overal op deze planeet een vestigingsplek weet te vinden. Hoe onherbergzaam ook, hoe zwaar de omstandigheden, de mens vestigt zich daar en maakt iets van zijn/haar bestaan. De meest krankzinnig afgelegen eilanden, grote hoogten, in kou of juist tropische hitte, de mens trotseert alles om maar een eigen plekje te kunnen claimen.

Hoewel ik zelf meer van de realistische kijk op die dingen ben, waardeer ik wel de moed van die lieden die echt vanaf de grond een eigen huis opbouwen of zelfs een dorp. Om mee te kunnen met de rest van de wereld zie je daarna vaak dat men zorgt voor verbindingen die tenminste hulp in nood garanderen. Dat kan per vliegtuig, soms per boot, en in andere gevallen al lopend langs afgronden of over bruggen van touw en wat gekapte takken. Vaak ondergaat men de natuur die best wreed kan zijn en zet door, tegen beter weten in. Want er is iets te vinden wat elders niet voor komt of dergelijke argumentatie.

Reportages over dit onderwerp zijn op TV of het www regelmatig te vinden. En telkens zit ik er met een mengeling van verbazing en soms verbijstering naar te kijken. Plekken waar eens in de maand een boot langskomt voor levensmiddelen, post of bezoek van de dokter, of bergen waar mensen wachten op het (kleine) vliegtuigje dat wekelijks landt op een van de modderige paden die een dorpsgemeenschap zelf hebben aangelegd om die verbinding te kunnen onderhouden. Jungles waar kampongs of soortgelijke samenlevingsvormen te vinden zijn die je slechts per Jeep of ezel kunt bereiken. Levenslijnen met de rest van de wereld. Zelf ben ik toch van het comfort, de sociale netwerken, de familie en vrienden om je heen. Zou ik me thuis voelen in een dorp ergens op 1 uur rijden van onze stad?? Wel eens over nagedacht maar steeds weer vastgelopen in dat zelfde gevoel van onzekerheid. Hoe zit dat met jullie beste meelezers? Wel eens nagedacht om op een kale bergtop te gaan wonen? Of op een eiland zonder iets? In de jungle van Centraal-Afrika? Idealiseer je dat of juist niet? Bij ‘Ik vertrek’ of ‘het roer om’ op TV meteen het gevoel dat jij dat ook wilt? Zo ja…laat maar weten waarheen de reis gaat dan….Ben benieuwd…. (beelden: Archief/internet)

20-8-1968

20-8-1968

Ik herinner me nog heel goed dat ik het nieuws hoorde dat de ‘broedervolken van het Warschau-Pact’ op deze datum, intussen 56 jaar geleden, met militair geweld een einde maakten aan de zgn. ‘Praagse Lente’. Daarmee moest een einde worden gemaakt aan de hervormingen die door de toenmalige Tsjechoslowaakse regering in Praag onder leiding van Alexander Dubcek werden doorgevoerd en de last voor het volk van al die communistische doctrine verlichtte.

Het Politbureau in Moskou, o.l.v. Breznjev zag dit allemaal half kokend van woede aan en besloot tot ingrijpen. Zoals men ook gewend was geweest te doen in Oost-Berlijn en Boedapest. De Sovjet-Unie zette samen met de buren van de Tsjechen, waaronder de Oost-Duitsers, Bulgaren, Polen en Hongaren een dikke 500.000 man aan troepen in en een overmacht aan wapentuig. Binnen de kortste keren reden de Russische tanks in Praag waar ze weliswaar haastig opgeworpen barricades tegen kwamen maar vooral zeer gemotiveerde inwoners die de Russische militaire aanspraken op hun wangedrag. De Tsjechische strijdmacht deed in opdracht van Praag niets.

Men had de invasiemacht wel zien opbouwen aan de grenzen maar wilde geen bloedige en nutteloze strijd leveren. Het voorbeeld van Hongarije waar in 1956 duizenden doden vielen door Russische agressie hielp bij het nemen van dat besluit. Desondanks vielen er in het bezette land dik 500 dodelijke slachtoffers, vaak door ongelukken omdat een Russische tank over een demonstrant heen reed of zo. De Tsjechische regering werd in zijn geheel opgepakt en naar Moskou overgebracht waar men met dwang te verstaan kreeg dat het over en uit moest zijn met die ‘lente’ en men weer zou terugkeren in de winterse schoot van Marx en Lenin. Onder zware druk gaven de Tsjechen toe.

Tijdelijk lag het bestuur in Praag bij de Russen, later zou de communist van de harde lijn, Husak, de boel daar overnemen en werd Tsjecho-Slowakije weer een trouw (..) lid van de Warschau-Pact coalitie. Voor de grenzen daarvan weer hermetisch werden afgesloten vluchtten heel wat vrijheidsgezinde Tsjechen en Slowaken naar het vrije Westen. Ze lieten veel zo niet alles achter en zouden tot en met 1990 niet meer kunnen terugkeren in hun oude thuisland. Opvallend was ook de rol van de VN. Daar vond men dat deze inval, net als die in Hongarije, een interne aangelegenheid was en er geen steun hoefde te worden gegeven aan de Tsjechoslowaken. Ook al een herhaling van zetten i v m Hongarije in 1956. Voor de tweede keer werden de Tsjechen kind van de rekening. Het Westen gedroeg zich laf en liet een heel volk in de steek. In 1980 zou de Sovjet-Unie op vergelijkbare wijzen Afghanistan binnenvallen en zoals we in de afgelopen jaren zagen ook andere ex-Sovjet-staten die zich onafhankelijk van Moskou verklaarden. Oekraine slechts een enkel voorbeeld van dit gedrag. De geschiedenis vertelt een verhaal. Kunnen we veel van leren. Ook over de Hongaren die zich de wet niet meer laten voorschrijven door wie ook. Die zelfde retoriek hoor je in de streken van de Tsjechen en Slowaken. Die weten wat overheersing in zich heeft. Maar dat willen sommigen in ons land niks van weten. Die dromen van een centraal geleid groot land dat Europa heet. En waar invasies worden gezien als onderdeel van de ontwikkeling. Nou….daar denken ze in Praag en Bratislava anders over. Net als in Warschau of Boedapest…(Beelden: Archief/Internet)

Zondagse herinneringen…

Zondagse herinneringen…

Zomerse zondagen…. In de jeugd vaak het domein van de tripjes naar de Veluwe of zo. Met vrienden van de ouders. De Posbank op of bij familie van die vrienden op bezoek die daar overal en nergens bleken te wonen. Wolven waren er nog niet, maar wilde zwijnen wel en ook herten. Maar erger waren de zondagen als we nergens heen gingen en ons als kinderen thuis moesten zien te vermaken. Veel van de jeugdvrienden van toen verkeerden dan wel elders, ze zaten op de camping of waren weg getrokken naar het Amsterdamse Bos. Dat zat je echt met je ziel onder je arm als naar vrijheid snakkend kind wat ik toch wel was. De hele week was het al een en al verplichting waaraan je moest voldoen en de drukte van de woonstraat was dan ook afleidend.

Op zondag deed de verhuurafdeling van dat grote garagebedrijf in de straat nog wel wat zaken. Met name de aangeboden VW-busjes gingen dan grif weg. Huisvaders van grote gezinnen hadden daar wel iets mee want dan kon de hele kinderschare met limonade en broodjes worden ingeladen voor een avontuurlijke rit naar de heide van Bussum of zo. Gingen wij zelf niet onderweg dan keken we met belangstelling wat er allemaal voor types in die wagens stapten. Sommige van die chauffeurs reden alleen op zondag eens in de maand wat rond met vrouw en kroost.

En dat ging vaak niet te soepel. Voyeurisme van de bovenste plank. Later kon je dan in de om de hoek gelegen Van Woustraat kijken naar alle dagjesmensen die per auto naar onze stad kwamen om daar vertier te zoeken en vinden. Soms helemaal uit Duitsland vandaan en nog wel eens via de Bollenstreek naar Amsterdam gereden want dan hadden zo een bloemenslinger op de motorkap vastgebonden zitten. Vreemde gewoonte. Maar omdat je indertijd geen 24uurs economie kende en de lokale middenstand vaak nog sloot op zondag was een ijsje kopen of zo er voor ons niet bij. Best vervelend. Bij slecht weer binnen blijven, nou ja, je kon ook naar een of ander (katholiek) filmzaaltje waar ze vaak ‘Koiboifilms’ (..) draaiden voor de jeugd en dat kostte een kwartje of zo. Thuis was het vaak niet leuk want dan stond daar een of andere klassieke zender op en moest je ‘je kop houden’ i v m de fraaie muziek. Nou dat vonden wij als kinderen niks. Dus hoopte je op zonnig weer. Zodra je ontdekte dat er nog wat straatvriendjes met hun ziel onder de arm liepen was je blij. Zelfs de minder populaire goden waren beter dan je zelf moeten zien te vermaken. Als ik er aan terugdenk voel ik slechts grote leegten. Zondag was dus pas leuk als we ergens heen reden. Nu is mijn voorkeur juist omgekeerd. Ik vind het pas fijn als ik op die dag nergens heen hoef. Omdat ik me altijd weet te vermaken met iets of niets…. Kortom….er is veel veranderd in al die jaren….En bij jullie??? Ook herinneringen aan speciale zondagen??? (Beelden: archief)

Vakanties…

Vakanties…

Terwijl een deel van de bevolking alweer zweet laat stromen omdat het werken en de dagelijkse plichten vroegen om aandacht, zijn er ook die nu nog genieten van vrijheid, blijheid. Gewoon lekker in een of ander ver oord bezig zijn met ontspannen, buiten de deur eten, foto’s maken voor later en zo meer. Ik zelf neem nooit meer echt en lang vakantie. Het na-drukke leven heeft zo haar voordelen.

Dagtrips kan ik nu namelijk altijd maken wanneer ik maar wil en doe dat waar het kan ook. Als de behoefte zich voordoet plannen we iets in wat zo min mogelijk invloed heeft op het leven van de ons uitgekozen hebbende mede-familieleden. Was ik nooit ergens heen geweest in mijn leven had ik daardoor nu wellicht gefrustreerd thuis gezeten, maar niks is minder waar. Als het gaat om het buitenland ben ik echt op heel wat plekken geweest. In ons land ook redelijk wat plekken bezocht door de jaren heen.

Van noord tot zuid, van oost tot west. Sommigen daarvan blijven in de gedachten, anderen toch wat sneller vergeten. Wij reisden vaak per auto, relatief veel in een of andere vliegende vriend, deden wel eens wat per bus of trein, voor echt korte tripjes benutten we de fiets en als het echt niet anders kon stapten we op een boot. Anders kom je niet op de Waddeneilanden bijvoorbeeld al ben ik daar meer heen gevlogen dan gevaren.

Ik heb hier wel eens beschreven welke bestemmingen mij het meest aan het hart zijn gaan liggen. Schotland, Tsjechie, Duitsland, Florida en ook lang geleden Turkije. Minder had ik op met Frankrijk, terwijl ik het bij de Belgen ook leuk vond. Maar ooit, heel lang geleden, was ik al blij met de familietrips naar Limburg.

Eens per jaar, met de auto, Valkenburg als uitgangspunt. Dat is nooit meer uit het gestel gesleten. Het stadje zelf toeristisch wellicht, de omgeving veel minder en de sfeer ook toen al aardig ‘buitenlands’. Mijn eerste Duitse trip was vanuit Valkenburg naar Monschau, later zou ik er honderden keren komen. Niet zo zeer in dat kleine Eifelstadje, nooit meer geweest na die eerste trip, maar wel op en in vele andere Duitse plaatsen waar het goed toeven was of is. Ik vond Italie ook leuk en soms erg mooi, deels ook door de cultuur daar en die geweldige geschiedenis. Barcelona een prachtige en levendige stad.

En natuurlijk was daar Portugal met haar prachtige Algarve waar we zoveel gelopen en gebadderd hebben. Nee, vakantie is niks mis mee. Je doet er andere ervaringen op dan thuis. Je slaat je vleugels uit, vergroot de kennis. Maar ik vind het tegelijk ook gedoe. Voor sommige landen moest je indertijd lek geprikt worden tegen allerlei enge ziektes, we hebben op sommige plekken best wat ongedierte gezien, je kon er het water niet drinken, soms waren de faciliteiten bepaald niet zoals voorspeld en zorgde een hittegolf voor totale apathie. En nee, toen had men het nog niet over klimaatverandering zoals nu, maar was men eerder bang voor een nieuwe ijstijd. Maar ik zat uit nood verscholen in de schaduw van een palmboom of zo aan de Egeische zee. Kortom, vakantie kent ook zo haar stressmomenten. Ik ben blij om waar ik allemaal ben geweest. Zou toch jammer zijn als je nu moet vaststellen dat je eigenlijk nog naar dit of dat land had willen reizen of naar die of die stad. Dat gevoel mis ik. Zijn er nog zaken waar ik nog heen wil? Zeker! Maar ja, de praktijk van alle dag maakt dat lastig invullen. Dus berusten we maar. Dat op zich ontspant ook….en kost minder…… (beelden: Prive-archief)

Last of lust?

Last of lust?

In de recente periode kwam ik in aanraking met lieve en gewaardeerde nabestaanden van hen die ik goed kende en uiteraard nog steeds in het hart draag. Overeenkomst bij die mensen was dat de overledenen verwoede verzamelaars waren en na hun verscheiden een meer dan stevige nalatenschap overlieten aan hun geliefden. Nu is dat geen probleem als die erfenis zou bestaan uit pakken geld of broodjes goud. Maar het ging om best omvangrijke gevolgen van een soms uit de hand gelopen handel of hobby. Al dan niet goed gedocumenteerd, maar indrukwekkend van omvang en inhoud. Vaak was de gene die nu het beheer kreeg over die collectie(s) niet op de hoogte van omvang of inhoud. Men weet werkelijk niet wat iets waard is of waar je dat spul nog dan kwijt kunt.

Soms is een veilinghuis een optie, dan weer een museum. In dat laatste geval is het wel goed om vooraf even een inventarisatie te maken van wat wel of niet museaal is. Daarbij wil je de erfenis ook niet zien eindigen in een of andere anonieme opslagloods waar men na enige tijd een keertje gaat kijken wat er zoal staat om dan te ontdekken dat men niet meer weet van wie het allemaal afkomstig was of is. De container is dan de volgende stap. Soms zijn er wel nabestaanden die snappen dat iets ‘handel’ is en gaat de verkoop in delen via Marktplaats of zo en valt de vaak in vele jaren bijeen gehaalde unieke collectie uit elkaar.

Nieuwe tijden dito kansen, maar het besmeurt die nagedachtenis toch wel iets. Ik mag me in een enkel geval met die afwikkeling bemoeien. Stel er ook verlangens voor op richting de ontvangende partij. Vind dat recht moet worden gedaan aan de donateurs ook al maken die dat zelf niet meer mee. Iemand is pas echt verdwenen als hij ook vergeten wordt en zo’n collectie is nu net de dam om dat te voorkomen. Nu is het wel zo dat ik bij mijn assistentie-werkzaamheden ook leer.

Ook bij mij is de verzameling qua inhoud en omvang vast museaal genoeg om later te bewaren en te bewaken op een goede plek. Ik deed wel iets aan adviezen rond wie, wat en waar mocht ik niet meer in staat zijn mijn mening zelfstandig te schrijven omdat ik mij wellicht naast poortwachter Petrus bevindt. Maar dat is nog niet voldoende om het juiste spoor goed uit te zetten. Dus pak ook ik al een tijdje onderdelen in. Maakt het voor veilingen handiger om niet in bulk maar delen de boel om te zetten in geld en musea om alles goed te ordenen. In dit kader las ik onlangs ook een noodoproep van een medeverzamelaar die enorm geniet van het maken van bijzondere creaties. Zijn medische conditie is slecht, hij ondergaat allerlei heftige ingrepen, begint het geloof te verliezen dat ‘het allemaal wel goed komt’ en vraagt dan aan medeverzamelaars om hem evt. te helpen na zijn verscheiden de boel respectvol ‘op te ruimen’…. Ik vond dat zelf ijzingwekkend en confronterend tegelijk. Zal je gebeuren… Een ding is zeker, bij veel echte verzamelaars rollen de verschillende erfgenamen vaak over de vloer van het leeg te maken huis als er vooraf niets is geregeld. Tegenwoordig is er dan ook nog de veranderde erfbelasting die er voor kan zorgen dat zij die uberhaupt iets ervan krijgen ook nog eens fiks met de belastingdienst mogen afrekenen. Kortom, er valt veel te regelen vooraf. Liefst vastgelegd, duidelijk en vrij van discussies. En anders helpt niet anders dan alles zelf vooraf de deur uit mikken. Maar of dat nu past bij de echte verzamelaars? In 99 van de 100 gevallen juist niet. Het genieten van…speelt vaak een belangrijker rol dan het denken aan later…. En? Zelf alles al weggedaan en woon je nu in een kaal huis achter de geraniums?? Of hou je de hobby’s in ere en de verzamelingen keurig gerangschikt op hun plekje? Net zoals ik??? Ben benieuwd…. (beelden: Prive/archief)

Ook bij ons bekend; Crossley!

Ook bij ons bekend; Crossley!

Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen zat ons land vrijwel compleet zonder openbaar vervoer op de weg. De Duitse bezetter had geplunderd en geroofd zodat bijvoorbeeld de meeste vervoerbedrijven zonder bussen zaten. En die waren essentieel om ons volk weer mobiel te krijgen na die vijf jaren van grote ontberingen. Met dank aan het Marshall-plan en het inzicht van de toenmalige directie bij de NS zocht en vond men een oplossing in het Verenigd Koninkrijk bij fabrikant Crossley waar men een serie van 1000 bussen (chassis/aandrijving) kocht die bij de scheepswerf van De Schelde in Vlissingen werden gebouwd naar Nederlandse specificaties.

Deze bussen (veelal groen van kleur) werden uitgeleverd aan de toenmalige buurtvervoerbedrijven en zouden al snel (en relatief lang) een bekend gezicht zijn op onze wegen. Die Crossley’s hadden een 140pk dieselmotor met overdrive en vijfversnellingsbak en men leverde zelfs gelede versies van deze bussen waarin je tot 80 passagiers kon meenemen. Ik herinner me de bussen van dit type nog goed, ze reden jarenlang voor de NBM (Nederlandsche Buurtvervoer Maatschappij) die haar centrale busstation aan de hoofdstedelijke Wibautstraat had ingericht, net achter de Amstel Brouwerij. Ook bij het hier al eens beschreven busbedrijf Maarse en Kroon uit Aalsmeer kwamen wat verdwaalde Crossley’s in gebruik. Uberhaupt waren Britse bussen toen ‘in’ bij ons Nederlanders.

Made in Britain stelde in die jaren nog wel iets voor. Crossley als merk stamde al uit 1923 en men leverde in dat tijdperk van haar geschiedenis allerlei vervoermiddelen die in het hele Gemenebest aftrek vonden. In 1930 leverde men zo de eerste dubbeldekkerbussen af met een dieselmotor. Men was hiermee de eerste bussenbouwer in het Britse Rijk. Tussen alle AEC’s, Daimlers, en Bristols waren die Crossley’s ook actief al werden ze vaak veel minder bekend bij de gebruiker of zelfs liefhebber. Was men voor WO2 nog actief als truckbouwer, na de oorlog was dat over en uit. Men concentreerde zich volledig op de autobus-fabricage en werd daar ook zeker goed in. In 1948 werd het bedrijf overgenomen binnen de zgn. Associated Commercial Vehicles Group en werden echte Crossley’s nog gebouwd tot en met 1951. In 1956 verlieten de laatste bussen van Crossley de fabriekshallen in Stockport. Dat waren overigens gewoon AEC’s. Crossley bestond niet meer….(Beelden: archief/internet)

De lof der naaktheid…

De lof der naaktheid…

Al eens eerder berichtte ik hier over het feit dat alleen al in ons land ruim 2,5 miljoen mensen regelmatig tot vaak naakt in de rondte stappen. Het bloot zijn niet zien als iets wat zondig is of andere mensen kwetst maar gewoon accepteren dat naaktheid hoort bij het mens zijn en het volledig bedekken van een lijf niet. Tuurlijk als deze cijfers (bron: http://www.blootgewoon.nl) kloppen lopen 15.5 miljoen mensen nooit bloot in de rondte maar deze berekening kan dan ook worden toegepast op bepaalde andere culturele stromingen die hardnekkig hun wensen en verlangens dan wel uitingen bij een meerderheid van geloof of cultuur er door willen drukken en dan over die getallen van de meerderheid niet willen praten. De blootgenieters zijn veelal bescheidener van aard.

Die vinden niet dat er speciale blootruimten moeten komen waar zij op het werk even kunnen gaan zitten mediteren, of die vinden dat zij op het werk gewoon bloot moeten kunnen functioneren. In de Tweede Kamer komt je geen bloterikken tegen want dat loopt de linkse of rechtse natie te hoop. Het afkeuren van bloot is overigens een historisch en geloofs/cultureel ding. Immers, die oude Eva, de oermoeder aller volkeren (ik beschreef al eens eerder hoe zij bijdroeg aan de verspreiding van haar familie over de Aarde van toen..) was ooit naakt en liet zich door een slang inpakken. Als onderdeel van de toorn Gods moest zij toen gekleed het Paradijs uit.

Dat zit nog steeds diep bij die culturen die zich baseren op al die oude boeken zonder plaatjes. Maar in feite is een wereld zonder naaktheid ondenkbaar. Ik weet niet wie van jullie volledig gekleed naar bed gaan, inclusief puntmuts, bedsokken en zo meer, maar dat is niet meer van deze tijd en ook nog eens ongezond. Mensen die de hele dag hun lijf inpakken en buiten de zon blijven (ik pleit ook niet om daar de hele dag met je blote lijf in te gaan liggen hoor…) lijden onder een vitamine D gebrek. Mensen die als naturist door het leven gaan leven vaak relaxter en langer.

Daarbij missen zij een stukje schaamte en accepteren andere mensen veel sneller als onderdeel van ons aller natuurlijke mensheid. Waar anderen toch vooral kijken naar af/herkomst of de gedragen kleding als uitingsvorm. En die verbergen van alles onder die verhullingen omdat ze bang zijn de confrontatie met andere blote lijven niet aan te kunnen. OK, mooie jonge lijven, hoe aantrekkelijk ook kunnen confronterend zijn als je zelf niet als filmster bent geboren, maar verder is ons menselijke ras op vrijwel alle vlakken gelijkwaardig aan elkaar. En is maar op een manier te duiden, mannen en vrouwen die zorgen voor nageslacht en daarna met elkaar verder gaan in goede harmonie. Mij gaat het niet om jullie allemaal uit te kleden hoor, verre van dat. Maar bedenk maar eens hoe ver jij zelf bent afgedreven van die naakte ‘ik’ die je ooit was. Kon je er van genieten toen je nog jong was of doe je dat nog nu je maling hebt aan anderen? Ik ben benieuwd. Zelf vond ik het ooit confronterend om in de sauna met allerlei mensen die ik vooral zakelijk kende te vertoeven. Later werd het heel normaal en steeg het respect en daalden de drempels. Maar het is vooral ook een stelling om duidelijk te maken dat wij volledige aankleding (van vooral vrouwen) wel met respect willen behandelen maar ontkleding niet, terwijl het aantal blote mensen dus jaarlijks toeneemt. Is dat dan toch een kwestie van fatsoensnormen die ons meer liggen dan die minderheid die niets claimt maar gewoon geniet?? Ik ben benieuwd of jullie anno 2024 qua mening zijn veranderd op dit punt…. (Beelden: Archief)