Eenmanscockpit…

Eenmanscockpit…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: b737-5-lh-landt-spl-240511-p5242540_edited.jpg

Onlangs diende de Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers een petitie aan bij Verkeersminister Madlener. Liefst 47.000 mensen hadden deze petitie mede ondertekend, waaronder ik. Het pleitschrift was gericht tegen het onzalige idee om in de cockpit van verkeersvliegtuigen nog maar een enkele piloot het werk te laten doen i.p.v. twee. Argumentatie, het kan, de techniek is ontwikkeld en het bespaart veel geld per vlucht. Ja, zo lust ik er nog wel een paar. Nu zijn er ook al plannen om chauffeurloze taxi’s of bussen te laten rijden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: a220-air-baltic-yl-csa-ams-270623-p1014731.jpg

Zal vast kunnen, ik stap daar niet in. Zonder controle van een professioneel mens moet je geen risico’s nemen met mensenlevens. En zijn mensen onfeilbaar? Nee! Zeker niet, de vele ongelukken op de weg laten zien dat dit niet zo is. Toch rijden er veel bussen rond met maar een enkele chauffeur, treinen met een enkele bestuurder en zijn veel taxi’s bemand/vrouwd door types die denken dat ze met een roze kaartje in de portefeuille alles aan kunnen. De cijfers zijn helaas anders. In de lucht gaat het hele stukken veiliger toe. Al was het maar omdat die twee mensen voorin alles checken, crosschecken en met de apparatuur meekijken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 31981-fokker-f-xvii-ph-ais-klm-with-crew-scan10002.jpg

Een beetje bemanning volgt dus alles op de voet. En dat is al best een belasting voor die twee lieden voorin. In de oude tijden (zie verhaal over de Super Constellation van 30-1 jl) zaten voorin het ‘ kantoor’ achter de piloten nog een BWK (boordwerktuigkundige) en een marconist. Russische vliegtuigen kenden daarnaast nog een navigator. En die werkten samen alsof ze een schip bestuurden. Door de verregaande computerisering werden sommige vakgebieden uitgesloten van zo’n team. En is het anno nu vrijwel standaard dat er twee personen jouw veiligheid aan boord garanderen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p8050249.jpg

Die doen de voorbereiding van een vlucht, zetten de gewenste route in de computers, bereiden de belading en balans voor, berekenen de startaanloop, bekijken het weerbericht, berekenen van te voren al hoe ze straks gaan landen en welke omstandigheden ze gaan tegenkomen. Procedures voor de start, tijdens dat spannende moment (voor passagiers), er na, en tijdens de vlucht maken dat die twee-eenheid samen met het geavanceerde van die moderne vliegtuigen passagiers veilig en snel op de plek van bestemming brengt. Een twee-eenheid. Zijn er dan geen vliegtuigen met slechts een enkele piloot? Zeker wel, maar die zijn veelal van het type iets groter sportvliegtuig. Zelfs in zakenvliegtuigen met enige potentie vliegt men liever met twee piloten. Onlangs nog moest een eerste piloot een vlucht in zijn eentje afmaken omdat de captain ernstig onwel werd en aan boord overleed. Bedenk je eens in wat je moet met een kist vol passagiers en lading in het ruim als die ene piloot niet meer kan worden vervangen. What goes up, must come down…. En anders dan in films zit er vaak net geen geoefende piloot in de cabine die in geval van nood het roer of de joystick kan overnemen. Gewoon twee mensen dus. En niks experimenteren omwille van het geld. Gelukkig heeft de minister laten weten niets te zien in de plannen van types die dat zouden willen doordrammen. Dat geeft toch een veiliger gevoel. En wie in een volautomatisch taxi of bus wil stappen….be my guest. Mij vindt je niet op de achterbank….Het idee alleen al…. (beelden: Archief Yellowbird)

Sterren….

Sterren….

Anders dan veel autohaters menen is er in de afgelopen 135 jaar dat de auto nu bestaat heel veel veranderd. Van een door een benzine/stoommotor aangedreven koets zonder enige vorm van comfort naar een vervoermiddel dat naar gelang jouw persoonlijke budget het toestaat een paar miljoen Euri kan kosten en je weet te katapulteren van 0-100km/u in minder dan 2 seconden. Daar tussen zat de ultieme ontwikkeling van de aandrijfbronnen. En dat zijn er een paar geweest. Want bedenk maar dat ook auto’s met accu’s als voortstuwing intussen al dik een eeuw oud zijn, dat we zijn gegaan van een benzineverbruik dat eerst iets van 1:5 gemiddeld was naar 1:20 en diesels daar nog eens 10km gemiddeld bij doen per liter.

Er zijn fabrikanten geweest de werkten aan straalmotoraandrijving (Chrysler en Rover), Duitse uitvinders vonden een raket wel aardig om vooruit te komen, en er was ooit een man die hete lucht benutte om een automotor op te laten draaien. Intussen was er ook de veiligheid. En echt, beste lezers van dit zondagse blogverhaal, die werd jarenlang niet van groot belang geacht door fabrikanten en consumenten tot de jaren van de massa-motorisering aanbraken en de meest vreselijke ongelukken duidelijk maakten dat juist hier echt iets aan moest gebeuren.

Nu is dat eenvoudiger gezegd dan gedaan. Alles wat je namelijk versterkt in het kader van de bescherming van inzittenden zorgt ook voor meer gewicht. En dus werden auto’s steeds vleziger. Niet erg als je in de VS woont maar in ons land met haar op gewicht gebaseerd autobelastingsysteem een kleine ramp. De eerste veiligheidsgordels werden in 1971 verplicht ingebouwd. Kooiconstructies volgden later. Je had merken waar de motor bij een frontale aanrijding niet naar binnen werd gedrukt maar werd gekatapulteerd naar buiten de schadeauto.

Brandstoftanks kwamen in geval van een frontale aanrijding niet meer op je schoot terecht zoals vroeger, met alle gevolgen van dien, maar werden binnen de veiligheidskooi van het voertuig, vaak boven of voor de achteras gesitueerd. En we gingen testen…. Overal met eigen veiligheidstandaards. In Europa kennen we het strenge instituut EuroNCAP dat elk jaar haar normen aanscherpt. Men vergeeft sterren aan de betreffende en tot gort gereden nieuwe automodellen. Maar door de hierbij oplopende eisen kan het zo zijn dat een auto die pakweg in 2015 5 sterren (maximale score) scoorde er anno 2024 nog geen drie weet binnen te halen.

Vaak zit dat in de levering van hulpsystemen die tegenwoordig van de elektronische soort zijn. Zitten die standaard in een autotype krijgt men eerder de benodigde sterren dan wanneer dat niet zo is. En dan zie je dat sommige wagens en merken eindigen met 0 of 1 ster. Dat is anno nu best verbazingwekkend. Vaak auto’s met een laag prijskaartje. Want dat blijft wringen. Veel voor weinig bestaat niet meer. Dus stoppen de meeste fabrikanten met hun goedkopere modellen. Die kunnen voor een betaalbare prijs niet meer voldoen aan onze moderne veiligheidsnormen.

Om het over die voor uitstoot helemaal niet te hebben. En o ja, ook elektrische auto’s vallen soms bij die botsproeven door de mand. Waarbij ook nog eens het brandgevaar een rol speelt en het feit dat accu’s die als ze eenmaal branden vrijwel niet te doven zijn. Kortom…wie in een oudere auto rijdt moet zich bewust zijn dat die jaar na jaar steeds verder af komt te staan van de veiligheidseisen van de moderne tijd. Maar ja, doe die maar eens weg als hij (of zij) nog goed functioneert en zo lekker rijdt. Ik snap dat wel hoor. Als geen ander. Ik heb op professionele basis heel wat stevige crashes en de gevolgen gezien. En ook hoe de daarbij betrokkenen er uit waren gekomen. Dan wordt het toch spannend. Nog een reden om vast te houden aan de norm dat onder de 4 meter lengte weinig auto’s veilig zijn. Een Amerikaanse stelregel…Maar ja, daar is 5 meter al compact en tel je bij 2 meter breedte pas een beetje mee…..(Beelden: archief)

Sjoemelen….

Sjoemelen….

Wie mij al een tijdje volgt weet dat ik wel het een en ander heb ervaren in de wereld van de vliegende vrienden of de automobiele omgeving. Vele jaren werken in of met dat spul maakt dat je met een bepaalde blik kijkt naar wat er af en toe speelt. Dat doe ik anders dan de gemiddelde ‘journalist’ die leeft van zgn. schandalen of ‘sjoemelaffaires’. En komen die voor? Zeker. Maar soms is de waarheid een beetje anders dan men in dit Madurolandje graag wat opblaast.

Zo was er die VW-affaire. Opgeblazen tot buitengewone proporties door een linkse pers en milieubeweging die meende dat men dit grote concern op de knietjes moest krijgen door iets wat in feite voor kopers of gebruikers van diens auto’s nauwelijks of niet van belang was. Men had in de VS bij milieutests gesleuteld aan de software van met name dieselauto’s waardoor die schoner (b)leken dan ze in de praktijk waren. Toen VW meteen in de excuusstand schoot was het hek van de dam.

De fanatieke haters van alles wat wielen heeft zochten en vonden diverse andere misstanden. Het bleek geen typische VW-probleem, nee branchebreed bleek die software bij veel merken aangepast. Maar VW moest bloeden. Gelukkig had het Duitse concern voldoende veerkracht om over te schakelen naar elektrische wagens. De linksextremisten tevreden, de aandeelhouders ook, maar voor gebruikers betekende dit dat men in feite moest afzien van een auto uit de stallen van VW omdat de prijzen van die accu-aandrijvers dik waren verdubbeld. Andere merken moesten gedwongen fuseren of verdwenen zelfs helemaal van de markt.

Onlangs was er weer een affaire. Daihatsu, dat fijne Japanse merk uit de Toyota-stal had de kluit belazerd. Bij veiligheidsproeven hadden ze hun (vaak compacte) modellen uitgerust met geweldig werkende airbags en zo meer. De scores hoog, de wagens als veilig op de weg gezet. In de praktijk bleek dat men veel goedkopere onderdelen (als die airbags) in productiemodellen monteerde. En dat deed men ook bij wagens die voor andere Japanse merken werden geproduceerd. Zo wist men de kosten te drukken en de winst te verhogen. Als onderdeel van Toyota was dat ook een oekaze; winst maken. Het schandaal raakte bekend en de directie van Daihatsu moet diep buigen voor haar klanten maar zeker ook voor die topheren van Toyota.

Die meteen de bezem door de Daihatsu-stal haalde. Want een dochtermerk van het grote Toyota, dat als onderdeel van het concern goed is voor 1.7 miljoen auto’s per jaar, mag zulke schandalen niet veroorzaken. De verkopen kwamen stil te liggen e n beroepsclaimers doken er op met het idee dat er heel wat te halen viel. Ook in Nederland. Maar die hebben weinig kans. Daihatsu is sinds 2009 niet meer in Nederland te koop en de laatste wagens die het merk hier verkocht zijn ten eerste niet getroffen door dat schandaal maar kwamen ook nog van Toyota. Kortom….veel geblaat, weinig wol. Ik zelf vind het erg jammer dat juist dit merk door deze schandalen in diskrediet wordt gebracht. Uit mijn ervaring peurend moet ik constateren dat het prima wagens waren met verfijnde techniek en prima prijzen voor de consument. Waren andere tijden, ik weet het, en veiligheid toen een wat minder issue. Was het ons toen overkomen als dealers denk ik dat de stemming niet vrolijk was geweest. Maar dat gold dan ook voor onze toenmalige klanten. En die zijn toch het belangrijkste. Veiligheid voor alles. Heel wat anders dan een beetje uitstoot meer of minder. Maar dat zullen de linksextremisten wel weer anders zien. Maar dat interesseert mij dan weer niet. (beelden: Yellowbird archief)

Auto en milieu…

Auto en milieu…

Denk na het lezen van de koptitel nu niet dat ik hier een verhandeling ga houden over het slechte van de auto of ons aller keuze (in meerderheid) voor dat vervoermiddel ten opzichte van het milieu. Want ik ken wel 100 argumenten om al die criticasters van ons aller vervoer meteen te doen zwijgen. Maar dat was niet de opzet van dit blogverhaaltje. Nee hoor, het ging over de tijden dat hele volksstammen nog een auto wilden kopen en bezitten en men er veel voor over had om er aan te komen.

Hoe beroerd het sommigen wellicht economisch ook ging. Indertijd zat ik zelf in dat autowezen en bediende een Amsterdamse (en meer) clientele met wagens van Tsjechische, Koreaanse of Japanse herkomst. (Even los van de tweedehands wagens van allerlei pluimage). In het vak telden eigenlijk drie dingen als belangrijke verkoopargumenten. 1. de prijs van de aangeboden waar.

Gemiddeld zaten die Tsjechen op dat punt onder de Koreanen of Japanners maar het waren natuurlijk ook volkomen gescheiden doelgroepen. 2) Verbruik en algemene kosten. Een auto is een ding dat heel duur kan worden als het onderhoud vaak moest worden doorgevoerd en de eigenaar van een tankstation je beste vriend werd. 3) Veiligheid. Immers een stevige botsing kan zo maar het verschil maken tussen leven en dood. Het klimaat of milieu speelde in die jaren geen enkele rol van betekenis al was er wel een discussie gaande over nut en noodzaak van loodhoudende benzine. Dat was wel een smerig goedje waarmee de vervoerswereld het al een jaar of 80 moest doen, maar waar we als kritische mensheid toch van meenden dat er iets aan moest gebeuren.

De loodvrije benzine met een wat lager octaangehalte deed dus indertijd haar intrede. Niet dat de meeste auto’s daar goed tegen konden, maar toch. Wij maakten als professionele dealer zelf werk van het fenomeen. Pasten de klepzetels en cilinderkoppen bij sommige modellen vooraf aan, zodat de te verkopen auto een USP (extra toegevoegde waarde) verbeeldde. En dat werkte prima. Loodvrije benzine was goedkoper en bij een gemiddeld verbruik van 1:14 (toen de norm) scheelde dat snel veel geld op een tank.

Veiligheid gebruikten we ook als argument. Bij Skoda was dat prima verzorgd, de promotieverhalen en trainingen bij fabrikant en importeur overtuigden ons zeer. De klanten veel minder. Ook al was een concurrent als levensgevaarlijk uit de EuroNCAP-bus gekomen (testinstituut) dan was de prijs voor veel prospect-kopers bepalender dan de kansberekening op die aanrijding. Kom daar nu nog maar eens om. Alles is omgegooid.

De klimaatridders moeten van hun baas elektrisch gaan rijden, de particulier komt nauwelijks meer toe aan een nieuwe auto en als dat al lukt moet het ding vijf sterren behalen qua veiligheid en liefst op water rijden plus tien jaar garantie meekrijgen opdat het voertuig nul kosten met zich meebrengt binnen het familiebudget. Andere tijden, dito zeden. En o ja, wij hadden indertijd een gamma aan voertuigen dat qua prijzen liep van pakweg (omgerekend) 5000 Euro tot net iets boven de 18.000 Euro. Daar koop je tegenwoordig net een elektrische fiets voor. Of een mooie tweedehands auto. Met twaalf maanden garantie. Dat wel. En dat was vroeger wel eens anders…..Hoe dan ook, wat zie jij als meelezer hier als belangrijk argument om een auto aan te schaffen? Zit het milieu daar bij? Veiligheid? Of kijk je daar helemaal niet naar en kies je op model en kleur?? Ben benieuwd. (Beelden: archief)

Gelukkig Nieuwjaar!!!

Gelukkig Nieuwjaar!!!

Moge het een prachtig en gezond nieuwjaar 2023 worden, waarin we alles wel bereiken wat vorig jaar niet lukte, we de liefde gaan vinden of extra koesteren, weer werken aan een mooiere en veiliger wereld en we alsnog in staat zijn meer naar elkaar te luisteren en niet alles weg te wuiven wat ons niet bevalt. Waarin we werken aan vrede voor alle volkeren en veiligheid op straat. Maar eerst een glas heffen op alles wat we ons zelf en anderen wensen…… Proost!

Vluchtelingen…

Vluchtelingen…

Te pas en te onpas wordt met name door linkse stromingen en de daarbij aangesloten of aangestuurde media de term ‘vluchteling’ benut voor propagandistisch eigen gewin. Men wil en zal immigratie hier door de strot duwen van de geboren en getogen Nederlanders, ook al zit die industrietak zo vals en gemeen in elkaar dat elk bestaand verdrag er voor met voeten wordt getreden.

Immigranten zijn veelal geen echte vluchtelingen, die laatste groep is echt met alles wat men bezit of kan vervoeren (denk aan geliefde huisdieren) onderweg naar een plek waar het veilig is. In het verleden was het begrip ‘vlucht’ veel duidelijker aan te geven, nog niet besmet met wat lieden als Kaag, Klaver of Kuiken en hun vaak extremistisch denkende aanhang er graag van maken. Met name mensen uit landen in Europa die sterk leden onder onderdrukking, oorlog of daden van terreur namen op enig moment de benen en trokken vaak door ons continent naar die plek waar men zich veilig waande. In 1956 waren dat bijvoorbeeld de arme Hongaren.

Na een jaar van strubbelingen rond het zeer onderdrukkende en verstikkende communistische juk was het dappere Hongaarse volk het zat en kwam in verzet tegen de zittende regering. Via demonstraties en uitingen van onvrede die zich vooral richtten op communistische symbolen als beknotting, vaandels en beelden, eiste men meer democratische rechten en vrijheden. Toen de liberale regering Nagy (spreek uit Notsch) zelfs plannen maakte uit het Warschau-Pact te stappen en niet-communisten op te nemen in de gelederen sloeg de vlam in de pan.

De Sovjet-Unie viel met tanks Hongarije binnen (de parallel met Oekraine is schrijnend) en trachtte de geest weer in de wodkafles te krijgen. 2500 tanks en 200.000 soldaten moesten de klus klaren. Maar de Hongaren pakten zelf direct de wapens op en vochten fel terug. In de straten van Boedapest was die oorlog het hevigst en kostte het maar liefst 12.000 Hongaren het leven. Het geweld, de felheid van het verzet, de vreselijke terreur die het gevolg was van deze opstand die door het Hongaarse volk zo pijnlijk werd verloren bracht ook een vluchtelingenstroom op gang.

Zij die dat konden pakten hun biezen en trokken naar het westen. Veelal niet communistische burgers die de druk van de Sovjet-Unie kwijt wilden. Hier in ons land werden ze zeer warm onthaald. Vluchtelingen moet je helpen. En wij verkeerden als burgerij toch al in een anti-communistische stemming dus het kwam allemaal goed uit. Veel Hongaren bleven hier en integreerden snel. Nu, in 2022, moet je echt goed zoeken om nog mensen te vinden die zich als Hongaar afscheiden van de rest van Nederland. En het zelfde gold voor de Tsjechen die in 1968 een zelfde koekje van communistisch deeg gepresenteerd kregen. Ook toen vluchtten mensen massaal naar hier en werden gastvrij opgenomen in ons land. Weinigen gingen daarna weer terug. Het communisme toch echt een brug te ver voor de vaak hoog opgeleide Tsjechen. En zo zijn er nog wel meer voorbeelden te noemen van vluchtelingen die door de eeuwen heen hier een warm onthaal kenden. Gelukszoekers ging het vaak anders, en wie niet wil horen bij onze samenleving maar wel de voordelen daarvan wenst op te strijken krijgt er van langs. Wat dan bij de leden van de linkse kerk weer de verwijzing doet oproepen als zijn wij allemaal facistisch van aard of erger. Het kan verkeren zei Brederode al. Maar die had nog nooit van #linksliegt #woke of #cancel gehoord. Gelukkig maar… Want het is een ramp als nieuws zo eenzijdig en zonder hoor of wederhoor wordt gebracht. Of zonder enig historisch besef. Zie hoe de veelal linksige media vaak hijgerig berichten over landen als Polen of Hongarije. Men kwaakt maar wat. Maar ik ken het verhaal der Hongaren wel en neem er nog steeds de pet voor af en buig diep… (beelden: Archief/internet)

Failliet maar niet vergeten; Saab!

Failliet maar niet vergeten; Saab!

Als er een merk is dat mensen uit de hoek van doktoren of juristen nog steeds aanspreekt is het wel het van oorsprong Zweedse Saab. Een naam die het merk dankt aan Svenska Aeroplan A.B. en met wortels die zeer diep in de luchtvaartsector staken voor men uberhaupt dacht aan de bouw van auto’s. En dat laatste was ook nog een noodgreep om na WO2 werknemers aan de slag te kunnen houden. De eerste Saab, de 92, zag er zeer gestroomlijnd uit maar had onder de motorkap een van Auto Union/DKW afkomstige tweetaktmotor van slechts 764cc inhoud. Latere modellen kregen steeds meer verfijning en vermogen mee.

Maar duidelijk was dat dit merk een buitenbeentje zou blijven tussen de anderen uit andere streken. Want een Saab had ook nog eens voorwielaandrijving, onafhankelijke vering rondom en zou door de jaren heen ook meeliften op het veiligheidsdenken van de Zweedse merken in het algemeen. In 1967 bouwde Saab de 96-reeks, in feite een sterk gemoderniseerde 92/3, nu met een van Ford overgenomen V4 motor waarmee de auto sneller werd en wat handiger bij de benzinepomp.

Een stationcar van de Saab 96 was nu ook leverbaar wat de aantrekkelijkheid voor de specifieke doelgroepen vergrootte. In 1968 kwam de 99 de aloude reeks uit de jaren veertig aflossen. Motorisch ging men nu te rade bij Triumph in Engeland, later werd die motor zelfs leverbaar met brandstofinspuiting. Nog meer bijzonder was de keuze van Saab om op haar model 99 vanaf 1977 een turbolader te leveren waardoor de auto ineens als een zeer sportieve broeder bekend werd. Als je er mee gereden hebt weet je hoe leuk het was als de gierende turbolader zijn werk deed. De 200km/u was voor een Saab nu geen taboe meer.

In de jaren tachtig werd de 99 de 900 en die kreeg nog meer aanhangers onder kopers die zich echt wilden onderscheiden van het typische Opel of Fordpubliek onderweg. Jammer was wel dat Saab erg lang vasthield aan haar modellijnen en niet echt in de breedte haar gamma uit wist te breiden. Op enig moment werd de boel overgenomen door General Motors en dat merk drukte al snel eigen techniek door voor de nieuwe Saab’s. Daardoor kregen die soms een minder karakteristiek uiterlijk, en motoren die je ook bij Opel tegenkwam.

Ook liet men bij Saab compacte Cadillacs bouwen die dan weer deels baseerden op Saab en Opel. Tijdens de bankencrisis van een jaar of 10/12 terug moest G.M. veel van haar merken verkopen. Zo ook het sterk verliesmakende Saab. Waarvan de auto-divisie overigens los stond van de vliegtuigafdeling die gewoon prima draaide. Diverse kopers meldden zich voor Saab, maar op enig moment, de banden stonden al stil in Zweden, meldde de Nederlandse eigenaar van het toen zeer exclusieve Spyker, Victor Muller, zich en trachtte die met staatgaranties van de Zweedse overheid en de nodige financiers de boel weer aan de gang te krijgen. Tevergeefs naar later zou blijken. Saab ging failliet. Van alle plannen om o.a. elektrische voertuigen te gaan bouwen kwam niks terecht. Er is sprake van Chinese belangstelling voor de restanten van de boedel, maar de kans dat Saab in haar oude glorie weer terug komt is klein. Jammer voor die lieden die nog steeds menen in iets bijzonders rond te rijden waarmee ze zich kunnen afzetten tegen de ‘kleine luiden’…. (Beelden: Yellowbird/Internet)

Chaos..

Chaos..

De veelal links getinte media in dit land konden, zo leek het, niet genoeg aandacht geven aan de lange rijen mensen die op Schiphol stonden te wachten tot ze mochten inchecken voor hun geboekte vluchten naar een of andere vakantiebestemming. Immers, volgens sommige commentaren werd bewezen dat de luchtvaart te druk was geworden en dat medewerkers op de afdeling bagage, schoonmaak of veiligheidscontrole werkten voor minimum-uurtarieven. Nee, dan was het beter dat al die klanten in de trein stapten…. Jaja. Juist 14 dagen eerder stond het hele treinennet in ons land stil door een computerstoring.

Niemand maakte zich er druk om, passagiers kwamen niet meer thuis, maar ach, volgens de linkse lobby rijden treinen op aardwarmte en dat is zoooooo goed voor het milieu. Wat is er nou echt mis op dat eens zo geweldige vliegveld in de Haarlemmermeerpolder? Nou, voor een deel is het bedrijf (niet het veld zelf) enorm gegroeid. Men heeft belangen in allerlei andere vliegvelden en bedrijven. Maar de directie is naar mijn mening niet ingesteld op die taken. De CEO is een PvdA politicus en hij praat met meel in de mond.

Daarnaast is het vliegveld zelf op enig moment budgetmaatschappijen als EasyJet, Ryanair en zo meer gaan binnenhalen en die willen de laagst mogelijke kosten betalen om zo de ticketprijzen te kunnen drukken. Daarnaast zijn de carriers uit het Midden-Oosten zeer actief, zulks ten laste van KLM en heeft die laatste maatschappij de loden last van partner Air France op haar nek. Iedereen wil minder betalen, de verliezen beperken. Verliezen die na 2010/1 en natuurlijk de Corona-crisis enorm zijn opgelopen. Tel daarbij op dat onder druk van de linkse lobby vliegtuigen stiller en zuiniger moesten worden, dus enorme investeringen moesten worden gedaan om de vloot als zodanig uit te monsteren, en je ziet dat het fiasco al wat eerder op de loer lag. Corona (twee jaar lang vrijwel niet gevlogen met passagiers, wel met vracht..) zorgde voor ontslag duizenden medewerkers.

Die gingen elders aan de slag. Trekt de boel dan weer aan heb je ze niet zo snel meer terug. Anders dan iemand die een perron bewaakt of veegt is werken op Schiphol iets waarvoor je aardig moet worden geschoold. Men huurt dus nogal wat bedrijven in, die werken met de laagst betaalden uit de maatschappij, drukken de kosten, en betalen een laag uurloon. De kwaliteit onder druk en aanbod personeel bescheiden. Overal in de samenleving zie je veel vraag naar mensen die met een lager loon genoegen nemen. Het aanbod blijkt best een dingetje. En dit doet zich ook in onze buurlanden voor, ook op de vliegvelden daar. Gelukkig kent Nederland nog wat regionale vliegvelden waarheen we kunnen uitwijken. Rotterdam, Eindhoven, Groningen en Maastricht. Het voor de hand liggende en helemaal opgeleverde Lelystad mag niet van start omdat linkse lieden weer moord en brand gillen over zoveel (vermeende) overlast. Juist gebouwd voor opvang van die extra vakantievluchten. Was dat veld open geweest had niemand gemekkerd over de files op Schiphol. Het kan raar lopen. Zeker als je gewoon tracht om met de beschikbare middelen een enorm bedrijf gaande te houden. Waarvan in de breedte 400.000 banen afhankelijk zijn. Tijd voor een beetje meer daadkracht en bananen in de oren voor al die linksies die Nederland graag de verpaupering in zien verdwijnen…… (Beelden: Archief)

Gek op Duitse waar….

Als het gaat om de smaak van automobilisten in ons land, laten we wel zijn, die wordt maar voor een deel bepaald door de particulier, zeker ook door leaserijders, blijkt dat men gek is op Made in Germany. Niet onterecht natuurlijk. Want de meeste merken die daaronder vallen zitten op veel terreinen op de eerste rij qua kwaliteit, comfort, luxe en veiligheid. We zijn er gek op, en dit al jaren. Van alle verkochte nieuwe auto’s in ons land was vorig jaar 37% Duits. Mercedes, Audi, BMW, Volkswagen, Opel, we zijn er gek op. En dat was eigenlijk al vrij snel na de oorlog zo. Want die Duitsers snappen veel van wat de gemiddelde automobilist zoal zoekt in zijn vervoermiddel. Maar vooral de betrouwbaarheid die spreekwoordelijk is voor een Duitse auto, sprak aan. Plus de relatief hoge inruilprijzen nog steeds.

Ooit was Opel decennia lang het best verkochte merk van ons land. Logisch, want men had een breed aanbod modellen, voor de particuliere koper altijd wat prijsvoordeel, en voor meneer de directeur auto’s die op Amerikaanse leest waren geschoeid. Ruilde je dan na twee jaar in, kreeg je zowat de nieuwprijs terug omdat er een ongekende vraag naar tweedehands wagens van het merk bestond. Zelfde zag je bij Volkswagen. En eigenlijk is er niet zoveel veranderd, al zijn de inruilprijzen dan iets veranderd door de aangepast bij de huidige automarkt.

Op grote afstand van die Duitsers bewegen zich de Fransen. Veelal toch voor mensen geschikt die kunnen leven met iets fraais waar af en toe toch een vlekje aan kleeft. Peugeot, Citroen, Renault de grote vertegenwoordigers. Wie graag naar Frankrijk op vakantie gaat is er veelal voor in, telt gevoel en aanbod bij elkaar op en ziet in alles dat typische Franse karakter. En dat gaat ook al jaren zo. Al loopt het aandeel Franse wagens elk jaar terug in de verkoopstatistieken. Vaak niet in de pechstatistieken, en wellicht dat dit e.e.a. verklaart.

Op plek drie, Japan. Vrijwel constant rond de 15% marktaandeel voor alle merken. En die merken hebben tegenwoordig veelal een wat grillige modelpolitiek en een breed gamma. Japanse auto’s zijn ook niet meer per definitie goedkoop. Je valt nu voor uiterlijk, uitrusting, techniek of baseert je keuze op ervaringen in de praktijk.

Een soortgelijke situatie zien we bij de Koreanen. In principe kent men uit die hoek twee grote merken, Hyundai en haar dochter KIA, een enkeling zal ook Ssangyong nog kunnen noemen. Koreaanse merken doen na wat de Japanners 50 jaar eerder deden. Op prijs en uitrusting trachten te scoren, maar sinds de invoering van EuroNCAP-botsproeven en de wens om op fatsoenlijke stoelen te kunnen zitten in zulke auto’s, zijn de prijzen bepaald niet meer laag te noemen. Fatsoenlijke auto’s zijn het veelal wel en de kwaliteit begint aardig op te lopen. Maar veel merkgevoel stralen die merken nog steeds niet uit. Je koopt er vaak een die je leuk vindt of aantrekkelijk lijkt qua uitrusting, dan wel om de nieuwe milieuvriendelijke aandrijftechniek. Enorm gegroeid is het aandeel Amerikanen in ons land. Vorig jaar steeg dat van 2,2% naar 7,2. En waar kwam dat door? Tesla! Fiscale voordelen op hun Model 3 zorgen voor flinke aantallen registraties. Of dat zo blijft? Ik betwijfel het.

Want deze wagens worden vooral fiscaal gestimuleerd, zijn puur bedoeld voor zakelijk verkeer en kosten ook het nodige. Van de andere Amerikaanse merken horen we weinig meer. Met een marktaandeel van 4,2% doen de Tsjechen het daarentegen uitstekend. Slechts een enkel merk uit dat Midden-Europese land houdt de ballen hoog; Skoda! Met Duitse techniek en Tsjechisch vernuft weet men telkens weer te verrassen. Van een puur-elektrische stadsauto tot een grote SUV, alles is nu te koop bij Skoda. Knappe prestatie. Uit Zweden komt tegenwoordig ook nog maar een enkel merk, Volvo. Al zetelt de moeder van dat bedrijf anno 2020 wel in China. Het is en blijft vooral een zakelijk merk en daar scoort men nog steeds goed. Tussen al die overige landen wil ik nog even naar de Italiaanse merken. Ooit giga-groot in ons land, met dank aan Fiat, nu verworden tot een autodwerg met maar 1,1% marktaandeel.

Waaronder dan ook nog Alfa-Romeo moet worden geteld. Niks meer van over. De ware liefhebber zal er voor blijven gaan en al het andere maar saai noemen, maar het zegt toch wel iets over de veranderend markt. Lancia totaal verdwenen, Ferrari alleen voor de echt rijken, net als Lamborghini of Maserati. Liefhebbersauto’s. En dat is best kniezen. Zeker als je ziet dat een vroeger submerk van Fiat, SEAT nu in haar eentje bij ons twee keer zoveel auto’s verkoopt als het vroegere moederbedrijf. Het kan dus verkeren. Zeker in de marges….(Beelden: Yellowbird archief)

Hotels – Het genoegen komt in alle soorten en maten…

En als we het toch over reizen hebben zoals in een vorig blog, laat ik dan ook eens kijken naar hotels. Daarvan heb ik er door de jaren heen ook heel wat bezocht en gebruikt. En ook daarbij waren de verschillen enorm. Sommigen boden kamers die je het beste met een aardig onderkomen voor een compleet gezin kon vergelijken. Met alles er op en aan. Maar we zaten ook wel eens opgesloten in een kamer die net aan een tweepersoonsbed omvatte, met een mini-badkamer annex toilet. En echt…het prijsverschil was er niet echt. Een prachtige ervaring hadden we ooit in Mechelen waar toen een nieuwe hotelketen was neergestreken die haar klanten onderbracht in een designhotel met dito kamers opgebouwd binnen de muren van een oude kerk.

Je uitzicht was beperkt, maar je had wel gebrandschilderde ramen in de kamer. En een ontbijt dat alles in zich had om als ‘verwenning’ te worden omschreven. Een andere ervaring in Gent was ooit een hotel dat zich niet te ver van het geliefde centrum van die stad af bevond en daarvoor uitgekozen. Maar eenmaal ingecheckt bleek dat in de straat naast onze kamer een rioolwerkje bezig was, inclusief 24uur lang lopende gemaalpomp en zwermen muggen. Het ontbijt was magertjes….de rekening niet. Geweldig waren de hotels die zakenrelaties voor ons boekten als we weer eens op cursus waren in Mainz, Frankfurt of Praag. Luxe, met enorme badkamers, prachtige uitmonstering of uitzichten en dikke ontbijten.

Je voelde je een hele meneer als je daar had gelogeerd. In Engeland maakten we op dat vlak ook het nodige mee. Van heel goed en luxe tot magertjes qua aankleding, maar wel weer met altijd een goed Brits ontbijt en sloten zalige sterke thee. Zelfde geldt ook voor Schotland. Eigenlijk altijd goed. Hotels zijn toch van belang als je ergens een soort ‘huisje’ wilt inrichten omdat je voor plezier of werk een tijdlang in een bepaalde plaats moet zijn. Mijn eisenpakket is simpel overigens. Goed bed, lekker bad, als het kan een theeset-faciliteit, en liefst op enige loopbare afstand van waar je wilt of moet zijn. Vaak is goedkoper verder weg van die bestemming. Ik schreef er al eens over in het kader van het vervolgverhaal over dat merk met de vliegende pijl. Onlangs gingen we voor het eerst eens op stap naar een B&B. Nooit eerder gedaan. Het oogde op papier prima, ook zo benieuwd of het even goed was als je vaak op TV ziet in de kostelijke reeks over B&B’s in ons land? Ik zal u er later over berichten. Iemand van de lezers wel eens iets echt bijzonders meegemaakt? Goede of slechte ervaringen? Over viezigheid in de badkamer of ongedierte dat je leven verpestte!? Schroom niet en vertel……..(Beelden: Yellowbird archief)