
‘Tjsa, dat is een genenkwestie he…’ is nog wel eens een uitspraak die ik tegenkom bij mijn observaties. Mensen die hun eigen gedrag karakteriseren of dat van anderen en daar meteen de al dan niet terechte link aan verbinden met even al dan niet succesvolle mensen uit hun familieverleden. Vaak kom je dat tegen als mensen weten of hebben uitgezocht dat ze afstammen van een of ander koninklijk of ander blauwbloedig type in 1400 na Christus. Of zoiets. Zodra er iets negatiefs uit dat verleden naar voren komt (ik vind die programma’s die dat uitzoeken altijd interessant) trachten mensen in het heden daar toch een positieve draai aan te geven.

‘Hij was een alcoholist, een boef, een vrouwenverkrachter, maar hij had het indertijd best zwaar en knap dat hij dan toch overeind wist te blijven. Dat herken ik wel…’. Dat maakt van iets negatiefs toch iets positiefs. Genen bepalen uiteraard maar voor een deel wie je zelf bent. Opvoeding, opleiding, kansen, maar zeker ook die mengeling van zaken die vaders en moeders in hun kroost verenigen zorgen veel meer voor een afspiegeling van wat die persoon in kwestie geworden is.

Als ik de bloedlijnen van mijzelf volg kom ik veel zakelijke kantjes tegen die zeker van de ouders zijn doorgegeven. Ook het lastig liefde kunnen geven of innige warmte is mij niet vreemd en dat zag ik bij de bovenliggende generaties ook niet zo vaak. Integendeel zelfs. De afkeer van witjassen…het is mij niet vreemd, mijn moeder moest er ook niks van hebben. De al eerder beschreven reislustigheid, van twee kanten aan mij meegegeven. Maar zeker ook de lage drempel voor zaken die mooi of nuttig kunnen zijn. Ik gooi het geld niet over de balk, maar als het echt iets fraais is en ik ‘het echt niet kan missen’ neig ik wel tot sparen en aanschaf. Herkenbaar. Ook dat zag ik thuis voorbij komen. Mijn moeder had een garderobe en schoenenkast die bij veel filmsterren niet zou hebben misstaan.

Van mijn natuurlijke Pa heb ik zeker de neiging om vooral thuis van het leven te genieten. Lekker eten, gezelligheid, drankje, goed boek, kinderen, dieren, dat herken ik wel. De oude heer was daar zo aan gehecht dat hij er zelfs twee families op nahield, dat is mij nog niet gelukt. Maar dit terzijde. Als het gaat om talent en genen zie ik veel mensen die zijn geroepen, maar naar mijn idee zichzelf wat te vaak hebben uitgeroepen als BN-er. Vooral bij beroemde artiesten wil het bloed nog wel eens kruipen waar het niet gaan kan of beter zou zijn het te stelpen. Dan gaan de kinderen ook in dat vak verder en zijn tien tegen een veel minder talentvol dan die voorouders. Zelfde zag ik voorheen vaak bij ondernemersfamilies. Zeldzaam de zonen of dochters die het beter deden of doen dan hun ouders. En vaker gedoemd tot mislukken. Niet alles uit die genen werkt namelijk 1:1 hetzelfde bij iedereen. Hoe dan ook moet je de positieve genen zeker koesteren. De negatieve gewoon vergeten of ze een positieve draai meegeven. Dat kan op zich ook al een talent zijn. En dat maakt je dan weer uniek en vooral geliefd denk ik…. Wie herkent mijn genenverhaal?? Ik hoor wel wat je er zelf van vindt of mee deed… (Beelden: Archief)

























