
De energieprijzen, deels veroorzaakt doordat die malloot ten oosten van de EU ten strijde trok tegen zijn bloedbroeders in Oekraine en de daarop volgende maatregelen vanuit Brussel, maakten dat zelfs ik me zorgen maakte over wat op ons af komt aan rekeningen voor het (veelal bescheiden) gebruik van gas en elektra. Met name dat laatste is wat gestegen sinds we keramisch koken maar de omrekenfactoren richting de door veel mensen zo bejubelde gratis zonlicht vallen wel steeds gunstiger uit richting van die foeilelijke zwarte platen die deze stroom kunnen opvangen en doen verwerken in ons eigen stroomnet.

Dus kijk je eens rond. Een wirwar aan adviezen en bedrijven maakt de keuze niet simpeler. Ook alle voordelen rond BTW terughalen (krijgen) maar ook de nadelen rond het terugverdienen van de investeringen maken dat je er bijna op moet afstuderen. Immers met alleen die platen ben je er niet. Het elektrische systeem in je huis moet op de schop, er komt een omvormer in huis (op een koele plek liefst) en dus zijn de bijkomende kosten ook niet meteen in tientjes uit te drukken. Offertes vragen is een heel ding. Nou ja, dat vragen niet, maar antwoorden krijgen wel. Een van de bedrijven, werkt samen in een of ander Regionaal Energieloket, belde me elke dag op voor een afspraak toen ik nog geen offerte had gevraagd, maar toen ik die eenmaal kreeg (niet gepersonificeerd) droogden de telefoontjes op.

Ook een bedrijf dat deze voorziening in huurcontract aan kan bieden is uiterst actief vooraf, maar na aanvraag voor een offerte wordt het helemaal stil. Uiteindelijk kreeg ik de mededeling dat men het zo druk had dat als ik echt belangstelling had maar zelf even moest bellen. Nou, dat doe ik dus niet. Opvallend is ook dat al die overheidsinstanties die zich hier mee zeggen bezig te houden, vooral sturen met en naar partners, maar dat die weer vooral werken met regionale installatiebedrijven waarover de diverse op internet te vinden commentaren ook niet allemaal even lovend blijken. Terwijl ik dit schrijf zit ik nog volop in het proces van uitzoeken en proberen om boven het maaiveld uit te kijken naar de opties die ons soelaas zullen bieden. Veel van onze vrienden, veelal in dezelfde leeftijdscategorie, verklaren ons voor gek. ‘Niet doen, je haalt je een hoop ellende op je hals en je verdient het echt niet terug’. Dat staat haaks op wat onze buren (zelfde leeftijd) adviseren. ‘Wel doen, elke maand dat de zon schijnt verdienen we geld…’. Maar ja, die stemmen links en komen daar ook voor uit. Zou dat het zijn? Wordt je daar minder rationeel van of zo? Vast. Ik kijk naar de beschikbare middelen, naar wat het oplevert en of we dan minder afhankelijk worden van Poetin en zijn kliek. Over milieu en klimaat moet je bij mij niet zijn. Daarvan zijn de feiten en cijfers veel te vaag. Net als bij die zonnecellen…. (beelden: Archief)


































Ik maakte jullie als lezers in juli jl al eens bekend met het feit dat wij in een redelijke opwelling hadden besloten om onze trouwe blauwe compacte Tsjech in te ruilen voor een kek ogende rode van zeer recente datum. Wel aan, het rijden met de rode tornado bevalt tot nu toe meer dan goed. Al was het maar omdat de auto allerlei zaken heeft toegevoegd gekregen die we van de blauwe niet kenden. Die was ook al aardig van de luxe soort, maar deze rode lijkt alles mee te hebben gekregen wat men in de VW-Groep nog ergens op de plank had liggen. Zo springen ‘s-avonds de lichten even aan als ik de auto openmaak met de sleutel. Op afstand, dat spreekt. Hij maakt dus even duidelijk waar hij staat, maar geeft ook aan waar eventuele stoepranden of andere obstakels te vinden zijn. Dat licht gaat ook vanzelf aan in een tunnel of als het ineens donker wordt. Dat zelfde geldt voor de ruitenwissers. Druppels op het raam en hup, wissen…..Hoe harder het regent hoe sneller die bladen op en neer gaan.
Pure luxe en verwennerij. Mooi is ook de bekleding. En dan die opbergbak onder de voorstoelen. Handig. Ik word helemaal vrolijk van die fraaie velgen en bijbehorende Continental-banden. De grotere afmetingen maken dat ik veel eenvoudiger over verkeersdrempels heen kan rijden dan voorheen. Slakkengang maakte plaats voor die van een beetje hongerige rups. Maar ook het veercomfort is verbeterd. Ook opvallend, de meeste ritten gaan tegen een nog wat lager brandstofverbruik. Het aanwijzen als Euro6b voor de motor zorgt ook voor een betere verbranding en uitstoot, maar zeker ook voor zuiniger ritten. Op en neer naar Duitsland is de 1:22 al gehaald. Dat kon ik in die blauwe alleen bereiken als ik echt slechts 80km/u bleef rijden in de vijfde versnelling. Het audiosysteem is verbonden met het stuurwiel.
Wat is dat handig in de praktijk. Zenders wisselen of hard en zacht zetten van het volume is een genoegen. Ik word er vrolijk van. Iets minder vrolijk werd ik door de brief van het CJIB. Want de rode is ontmaagd. Eerste bekeuring binnen. In Leiden, toch net even te snel gereden en hup, op de flits. 49 euro meneer! Dat was even jammer, maar ja, kan de rode Tsjech niks aan doen. Die doet wat de baas wil. En die is derhalve meer dan tevreden. En voor hen die het interessant vinden, intussen zijn we 5.500 kilometer verder qua ervaring met deze zuinige vierwieler….(Beelden: Yellowbird archief)
‘Ach, als je dan toch graag reist en vliegt en je wilt ook nog iets bijverdienen zal ik je aanbevelen bij dat bedrijf waar ze o.a. AJAX-reizen verzorgen’ was de stelling van Ruud Breems. Hij had net daarvoor gesproken met de baas van dat spul die hem had gevraagd of hij er zelf iets voor voelde. Meer dan ik zelf, was mijn chef een AJAX-fan en probeerde elke wedstrijd van de club te volgen. Voor mij was het iets wat hoorde bij Amsterdam. Meer niet. Toch meldde ik me aan voor die trips. Best leuk leek me. Al moest ik dan wel snipperdagen opnemen om er van te mogen genieten. In maart 1973 was het zover. AJAX ging spelen in Munchen en er werd een vlucht georganiseerd door dat bedrijf en ik samen met twee anderen uit andere branches geselecteerd om de vlucht te begeleiden. Ik had geen enkel idee wat te verwachten. Maar stond in de vroege ochtend van maart 1973 met een passagierslijst in de handen en een reeks tickets om de te verwachten reizigers in te checken en uit te leggen hoe die reis zou gaan verlopen. We zouden vliegen met een uit Denemarken ingehuurde Boeing 720, kon een man of 120 in en die kwamen uit alle windstreken, maar deels ook (gek genoeg) uit de Haagse Schildersbuurt.
Dat inchecken was geen punt, verliep prima. Net als de vlucht naar de Beierse hoofdstad. In de trip zat een bezoek aan het Technisch Museum in Munchen, wat zeer interessant bleek, net als het Olympisch dorp dat een jaar eerder zo heftig getroffen was door Palestijnse terreur. ‘s-avonds met de hele meute naar het Olympische Stadion om AJAX te zien spelen. Wat een bak was dat, zo groot, en allemaal brullende Duitsers. Het werd 2-1 en daarmee konden de fans en ik zelf best leven. Terug met de bus naar het hotel en slapen. Volgende dag een busexcursie (onderweg in het vliegtuig verkocht) naar Schloss Neuschwanstein, Oberammergau en de Alpen.
Prachtig uitje. Maar een deel van de passagiers was in Munchen achtergebleven en was daar aan het scharrelen geweest. Men liep er vermoedelijk van kroeg tot kroeg. Toen wij terug waren met de bus uit het excursiegebied hadden we nog maar kort de tijd om alle koppen te tellen. En duidelijk te maken dat de bus om 7 uur in de avond van het hotel af vertrok omdat het vliegtuig op tijd moest starten vanaf Munchen Airport i.v.m. de sluiting van het vliegveld na een bepaalde tijd. In die jaren had je ook al van doen met milieuregels.. Toen we als reisleiders in de bussen zaten en bij het hotel wachtten op de nog steeds missende passagiers die in Munchen uit waren geweest, liep de klok verder en verder. De chauffeurs werden nerveus, wij ook. Een kwartier extra gewacht en toen besloot ik dat het genoeg was en we zouden gaan rijden. ‘Het vliegtuig wacht niet’ was mijn credo. Wie alsnog mee wilde moest maar met de taxi komen.
Eenmaal ingecheckt voor de vlucht bleken we drie passagiers te missen. Die heb ik niet meer gezien. Wellicht met de trein naar huis gegaan of ze zitten daar nu nog. Wij vertrokken op tijd en de overige passagiers vonden het geweldig dat we zo strak op het schema hadden gelet. Later bleek dat evenementenbedrijf precies zo te denken. Men zag in mij een geboren reisleider. Maar ik zelf had er even tabak van. Overigens bleek ik daar later, diverse trips gemaakt met autodealers, persvertegenwoordigers etc,(Zie: Leven met de Vliegende Pijl – 2018/9) veel baat bij te hebben gehad. Je pikt toch iets op van die vroegere ervaringen. Of ik een echte reisleider was? Geen idee. Feit was dat ik volgens de organisatie ook flink had bijgedragen aan de winst op die trip met de verkoop van de uitjes, maar ja die vond ik zelf ook leuk natuurlijk….(Beelden: Yellowbird archief)