
Al een reeks van jaren is het een traditie in onze stad, Art Zuid. Een erg aardige buitenexpositie van kunstzinnige zaken die door internationale makers worden bijgedragen en door een enthousiast team van organisatoren verdeeld opgesteld raken in het chique Amsterdam-Zuid. En wij, toch echte Mokummers, lopen daar dan met andere kunstliefhebbers graag in de zomer even langs die speciale route. Liefst om ons te verbazen over de inventiviteit en creativiteit van die mensen die van hun beeldhouwen, laswerk en/of zo meer moeten of soms net aan kunnen leven. Ook afgelopen maand maakten we dus een dag vrij om de editie 2025 tot ons te nemen. Nou…de hoog gespannen verwachtingen werden maar ten dele waargemaakt.

Soms vraag ik me als oude meninggever echt af wat sommige van die kunstzinnige types beweegt om bijvoorbeeld het menselijk lichaam kubistisch af te beelden. Of wat ik moet denken van op elkaar gestapelde H-balken die zilvergrijs zijn gespoten in een vorm die ik vooral herken van de eerste de beste autosloperij. Maar ik miste deze editie toch het meest de echt leuke en creatieve uitingen met voor mij enige herkenning. Ik miste dus vooral de humor. Bij vorige edities moest ik nog wel eens lachen om wat men had uitgestald. Dit keer niet. Daarbij herkende ik wat werken van vorige edities en dat is toch een beetje een armoedeaanbod.

Daarnaast mankeerde bij veel aangeboden kunstwerken een bijpassend plaatje met uitleg over wat ik stond te bekijken of wie het had gemaakt. Tuurlijk, er is een app, je kunt dus digitaal opzoeken wat je bekijkt, maar dat is mij net teveel moeite. Overigens zagen we ook bij sommige kunstwerken met wel zo’n plaatje dat er op stond ‘geen titel’. Kortom een hoop materiaal op elkaar gestapeld, als kunst uitroepen, maar zonder enige indicatie van wat die kunstenaar nou bezielde om dit zo te maken.

Ik geef meteen toe dat ik erg ben van de herkenbaarheid. Zelfs als een menselijk lijf zonder hoofd wordt afgebeeld snap ik vaak wel wat men bedoelt. Kan zijn dat men onze burgemeester afbeeldt, omdat die als een kip zonder kop rondloopt in deze stad, maar dit terzijde. Stapels materiaal aan elkaar lassen of knopen en het dan op niks laten lijken, ik zou dat ook kunnen. Kortom het viel niet meteen mee allemaal. Zeker zaten er leuke stukken tussen. Niet alles was vuilnis, maar toch. We hebben wel eens betere edities meegemaakt. En laten we hopen dat bij een eventueel volgende editie alsnog kunstenaars en stukken worden gevonden die deze buurt extra verrijken. Dat verdient het evenement, de organisatie, maar zeker de bezoeker. Wij wachten dat wel af….Over twee jaar nieuwe kansen… (Beelden: prive)
















Soest ligt op een wat verhoogd niveau. Dat zie je terug aan de huizen daar. Men kijkt er letterlijk op de omgeving neer, maar dat is verder vooral figuurlijk ook zo bedoeld hoor. Zandgrond en een mooie historie die al terug gaat naar de tijden dat het oerijs hier welig tierde en de latere Romeinen er nog wel eens doorheen trokken hebben het gebied hier net zo gevormd als de latere bewoning van het Koninklijk Paleis in buurtgemeente Soestdijk of de ooit in de buurt gevestigde vliegbasis van Soesterberg. Dat zand in de bodem heeft niet alleen een dempende werking op de omgeving, het is er lekker rustig als je de doorgaande straten vermijdt, maar die bodem verbergt ook het nodige aan interessante zaken. Die graaf je niet zo maar even op, daar moet je eerst met gespecialiseerde apparatuur naar zoeken. En dat is nu precies wat mijn goede vriend Hans met zijn maten daar in de omgeving regelmatig doen. Al dan niet met toestemming van de lokale agrarische bevolking in de regio lopen ze als het weer het toelaat met hun detectie-apparatuur heen en weer te schuifelen over de Soester akkers op zoek naar…..ja naar wat eigenlijk? Als Hans begint te vertellen over zijn bijzondere vondsten raak ik er vaak al snel door verbaasd.
Vandaar ook deze expositie. Gewoon om kennis te delen en mensen te kunnen uitleggen welke ‘lagen’ de geschiedenis van Soest eigenlijk kent. Hans is daar goed in, dat weet ik, en als gepensioneerd overheidsdienaar maakt hij graag tijd vrij voor hen die met serieuze vragen naar hem toe komen. En mocht je daar behoefte aan voelen speelt hij ook nog even een riedeltje op het in het museum aanwezige kerkorgel…. Ik heb het allemaal van nabij mogen meemaken en dat is alleen al een reden om het iedereen aan te raden dit fraaie museum eens te bezoeken. Want naast deze expositie is er nog veel meer te zien in dit meer dan stijlvolle gebouw aan de Steenhofstraat 46, 3764 BM Soest. Toegangsprijzen bezoek Museum Soest. Bezoekers tot en met 12 jaar € 1,00, Bezoekers 13 jaar en ouder € 5,– Entree en rondleiding € 6,00
Ik geef direct toe dat ik ergens nog wel een restantje katholicisme in me heb zitten. Niet zo zeer voor wat betreft de godsdienstinhoud, maar wel met sommige uiterlijkheden van het instituut. Gek op kerken gebleven. Prachtige historische gebouwen vaak. En de beleving van het enige ware geloof (..) is natuurlijk omgeven door veel optische verfraaiing die mij wel bekoort. Als het dan toch moet, dan maar zo. En niet anders! Hoe dan ook, een kerk die al een flinke tijd op het verlanglijstje stond om nog eens vanbinnen te bekijken was de St. Jans-basiliek in Den Bosch. Een van de bezienswaardigheden van die verder ook zo gezellige stad. Maar de keren dat wij er voorheen waren was er telkens een reden om het gebouw niet te bezoeken. Steigers in verband met een verbouwing of restauratie, een toegangsprijs die men vroeg om erin te mogen (doen wij principieel niet aan mee) of lange files voor de ingang. Toen we dan ook onlangs weer eens in Den Bosch verkeerden en we er zo maar zonder enig probleem in mochten, dachten we: ‘Kijk, dit is onze kans’ en we liepen er vol verbazing in rond. Dit is geen kerk, dit is geen kathedraal, dit is een basiliek. Brabantse gotiek, prachtige ornamenten, dito gebrandschilderde ramen. Van oorsprong daterend uit 1366 werd de kerk door de loop van de jaren heen uitgebouwd tot een kathedraal en in 1929 gekroond tot basiliek.
Wat je ziet is prachtig. Er zijn overal afbeeldingen te zien die te maken hebben met de katholieke leer door de jaren heen. Het orgel is een prachtig ding dat al stamt uit 1617 maar waaraan een heel verhaal kleeft voor wat betreft de bouw en afstemming van het geluid. Pas in de 18e eeuw kwam het ding echt op toon. Best lang voor een orgel. Maar dan heb je oog wat. De St. Jan is 115mtr lang, 62 meter breed, het koepelgewelf in het midden is 41 meter hoog. De hoogste toren kent een lengte van slechts 73 meter. Dichter bij God kon men indertijd niet komen kennelijk. Maar vanuit diens troon ‘in den hemel’ zal hij dit eerbetoon aan zijn bestaan vast niet kunnen missen. Terwijl de St. Jan best een indrukwekkend complex is, blijkt dat in de omgeving weinig tot niets lijkt op de bouwstijl van deze kerk. Dat zie je op andere plekken weleens anders. Hij lijkt in veel opzichten op andere kerken in het Brabantse, maar heeft weer niets van de majestueuze kerken die door bouwmeester Kuypers zijn neergezet. En ja, ook deze kerk viel ooit in handen van de hervormden. In 1629 werd de eerste dienst van die stroming gehouden in de St. Jan. Pas in 1810 kregen de katholieke gelovigen met dank aan Napoleon hun eigen kerk en bisdom weer terug.
Een paar jaar later vloog de westertoren (nee niet die in de hoofdstad…) in brand. Twaalf jaar later was de schade pas hersteld. Maar toen was er meteen een heel klokkenspel in gehangen, een oude wens van de katholieke gemeenschap. U ziet, ik heb mijn huiswerk gedaan. Tijdens ons bezoek zagen we nog een expositie over de Lijkwade van Turijn. Interessante expositie over een van de meest bediscussieerde zaken uit de katholieke geschiedenis. Maar hoogst interessant ook. Na al die jaren dus toch bezocht. En weer het e.e.a. bijgeleerd. Ook dat is nuttig. Want wie niets meer (bij) leert is klaar om er definitief mee op te houden. En dat was ik niet van plan. Maar dat waren al die ‘belangrijke en rijke lieden’ die in de St. Jan begraven liggen ook niet. Geeft te denken…..








