
‘Vriendschap is een illusie’ is een aardige conclusie van een song uit de glorietijden van de Utrechtse popband Het Goede doel. Veel van wat daar in met wat ironische humor wordt gesteld is wellicht overdreven, maar toch…in de huidige tijd en de wereld van de geopolitiek blijkt niets minder waar. In de Verenigde Staten waait een nieuwe politieke wind. Een democratisch gekozen egopresident maakt daar de keiharde dienst uit en omringde zich met mensen die je bij ons ook wel tegenkomt, maar dan bij wat obscure clubs van complot-aanhangers of wellicht zelfs de onderwereld.

Dat leidt er toe dat we de meest wonderlijke uitspraken en gedragingen voorbij zien en horen komen die met name bij de van oudsher goede vrienden van dit machtige land in het verkeerde keelgat schieten dan wel tot grote verbazing en soms paniek leiden. Vijanden worden zo vrienden, vrienden worden afgestoten en op zichzelf aangewezen. De kant kiezen van een agressor is kennelijk voor de huidige clan in Washington acceptabel geworden, en je vrienden een mes in de rug steken bijna nieuw normaal gedrag.

Nu is er nog wel iets te zeggen voor het feit dat binnen de NAVO de VS onze donateur, politiemacht en extra betalende beschermheer werden, maar dat was dan ook een direct gevolg van de uitslag van WO2. De toenmalige geallieerden verdeelden Europa en gaven de daarbij passende hulp en bescherming in hun toegewezen of toegeeigend stuk van ons werelddeel. Zelfs Duitsland werd door midden gesneden via een ijzeren gordijn en later betonnen muur. De VS richtten hun wapens vanaf 1946 op de communisten en als ze daarmee in conflict kwamen zagen ze het als onze plicht hen daarbij te helpen. Ook in andere conflicten waren onze militairen of guldens, marken en Francs van harte welkom.

En talrijk zijn de monumenten voor hen die in ‘den vreemde’ in coalitie met de VS sneuvelden. We liepen bijna blind achter de grote broer aan als deze weer ergens een brand meende te moeten blussen. Dat je dan anno nu binnen enkele maanden wordt weg gezet als een stel ‘losers’ die vooral bezig zijn met woke, islam of wat ook, is wellicht wat erg eenzijdig. Voor de eigen buhne prima, de conservatieve Amerikanen smullen er van, maar ik gruwel. Niet omdat ook ik zelf ook kritisch genoeg ben over al die veranderingen in de maatschappij die momenteel meer dan een voet aan de grond krijgen, maar wel omdat de VS zich daarmee duidelijk afzetten tegen hun beste vrienden. Die ze wellicht nog hard nodig zullen hebben. Zoals wij hen. Daarover geen twijfels. Want de vijand loert nog steeds op welvarende naties om zijn doctrines op te leggen.

Maar ik zoek toch ook naar het fatsoen. Het aankondigen dat Canada en Groenland of Panama gewoon door de VS moeten worden ingelijfd geeft ook andere landen de vrijheid zich te buiten te gaan aan dit soort imperialistisch gedrag. Taiwan, Singapore, Oekraine, Baltische Staten, ach waarom niet? De VS doen het ook toch? Het maakt de wereld niet stabieler. Waar ging het mis? Geen echt idee. Maar wel is duidelijk dat de sprookjes van Disney en wat daarachter steekt door de regering van de huidige president worden geslikt als zoete koek. Voor ons lijkt het meer op een nachtmerrie. Die vooral veel geld gaat kosten. Temeer omdat wij hier plotseling 800 miljard moeten investeren voor een ‘Europees leger’ wat dat ook moge betekenen. En wij in Brussel zelf ook zitten met een ongekozen stel figuren die van alles en nog wat beslissen zonder dat de Europese volkeren daar inspraak in hebben. Nee, je kunt maar beter echte vrienden koesteren. Voor je het weet blijkt ook dat een illusie. En ik wil daar niet in geloven. N=1 ervaringen spelen daarbij zeker een grote rol…. (Beelden: Internet)





























Kom je van beneden de grote rivieren is dit blogverhaal vermoedelijk tegen dovemansoren gericht. Immers, de winkelketen waar ik het nu vol nostalgische gevoelens over heb kwam vooral voort uit de hoek van de grote ondernemers die klein begonnen, de Zaanstreek en alles wat daar boven verkeerde aan plaatsen en dorpen. Blokker, Albert Heijn, maar zeker ook Simon de Wit waren kerels die wisten wat ze wilden en dat uitrolden over (een deel van) het land. Simon de Wit startte ooit in Wormerveer waar hij kaas verkocht vanuit zijn eigen woonadres, later in een piepklein winkeltje. Dat werd al snel een concept en rond de eeuwwisseling bezat hij al filialen van zijn bedrijf in Zaandam en Amsterdam. Opvolgers voor zijn nog bescheiden keten kwamen veelal uit eigen familiekring, vaak een formule voor uitbouw en succes.
Simon de Wit zocht de onderkant van de markt. In 1937 had men al 100 filialen en werd die naam toch synoniem met een soort van supermarkt zoals we die later veel moderner en groter overal zouden tegen gaan komen. Concurrentie kwam van De Gruyter, toch iets hoger gepositioneerd en Albert Heyn. Simon de Wit werkte na de oorlog door met de formule die haar groot had gemaakt en bleek niet blind voor ontwikkelingen elders. Zo bedacht men een formule die je nu nog bij Lidl en Aldi aan kunt treffen, de verkoop van non-food-artikelen die via een provisieformule werden aangeboden door andere bedrijven dan de supermarkteigenaar zelf. Zo kwamen Zeeman, Blokker, Bakker Tapijt en wat radiozaken indertijd aan de extra omzet en handel.
Daarmee hield Simon de Wit haar risico klein en haar benodigde kapitaal in eigen huis. Toch bleek het niet genoeg om deze keten te redden van de ondergang. Want, wat Albert Heijn wel deed en Simon de Wit niet, was doorgroeien naar totaal nieuwe supermarktconcepten, afgekeken uit de Verenigde Staten. Simon de Wit bleef geloven in kleinschalig en vers, waar bij Albert Heijn de zelfbediening en voorverpakt al werden doorgevoerd. Een grote tegenslag voor het bedrijf kwam toen het centrale magazijn van de winkelketen in Zaandam anno 1970 door een grote brand werd verwoest. Het werd de nekslag voor de onderneming.
Albert Heijn zag er wel brood in om de hele toestand over te nemen. Daarbij kreeg men niet alleen de beschikking over een hele reeks nieuwe vestigingen maar ook over de distributieformule van Simon de Wit die bepaald dagen efficienter was dan die van de overnamepartner. Een tijdlang hield men nog wat Simon-filialen open, maar al snel werden ook die geintegreerd in de keten van A.H. of afgestoten. In dezelfde periode ging ook De Gruyter onder water en was het Nederlandse landschap op winkelgebied enorm veranderd.
Een winkellandschap dat tot dan nog bijna provinciaal aan had gedaan. Ik herinner me uit de jeugd nog wel dat bij ons om de hoek zo’n winkel zat van Simon de Wit, maar ook een van De Gruyter. En dat onze ouders daar selectief (op prijs of aanbieding)winkelden. Later werden dat AH-winkels en hadden alle losse ambachtelijke zaken in onze woonstraat afgedaan als beoogd koopadres. De bakker, kruidenier (Sperwer), slager, melkman, allemaal legden ze het loodje. Het was klaar. De concurrentie te groot en aantrekkelijkheid van prijs/kwaliteit toch als een magneet. Siimon de Wit verdween. Net als in onze dagen V en D en het recent geintroduceerde maar nu al mislukte Canadese warenhuis Hudsons Bay. En we kennen nu de Action. En raadt eens waar die vandaan komen? Juist! Ondernemers daar in Noord-Holland hoor!! (Beelden komen van internet/Wikipedia)
Misschien toch goed om het verhaal even te verbreden naar de situatie waarin Skoda indertijd, rond 1996 verkeerde. Het merk kwam in die jaren steeds meer in handen van Duitse managers die de taken van de Tsjechen overnamen die weliswaar vaak zeer begaafd waren geweest maar door het vroegere communistische juk relatief initiatiefarm bleven bij hun optreden. Door mensen van Volkswagen te plaatsen op sleutelposities kon men bij Skoda de in het Duitse Wolfsburg gewenste veranderingen sneller doorzetten dan als men dit wellicht niet had gedaan. Skoda’s autodivisie was financieel in feite bijna opgebrand toen anno 1991 de overname van ongeveer 30% van de aandelen plaatsvond. De rest was toen nog in handen van de Tsjechische overheid. Voor de goede orde; VW nam slechts de personenwagenafdeling over van AZNP/Skoda. Er waren in het Tsjecho-Slowakije van toen nog een reeks andere Skoda-bedrijven actief, maar daar zag men in Duitsland niet zoveel in. Zo kon het dus voor komen dat je allerlei soms wonderlijke producten of vervoermiddelen kon zien die waren voorzien van het uit het verleden bekende Skoda-logo maar die weer niet vielen onder de noemer van Volkswagen.
De Duitsers hadden er in het begin waarschijnlijk te weinig oog voor gehad en wellicht ook wat te weinig geld voor over. ‘Gelukkig’ bleek dat veel van die vroegere Skoda-afdelingen het op eigen kracht niet konden redden en zo bleef in feite slechts staalfabrikant Skoda in Pilzen en de raildivisie (Skoda Transportation) over plus Skoda Automobilova uit Mlada Boleslav waar VW de scepter zwaaide. Met elkaar hadden die officieel verder niets meer van doen. Toen VW de Skoda autofabrieken en bijbehorende organisatie overnam werd daar nog slechts de Favorit gebouwd en verhandeld. Een prima auto op zich die echter wel in zijn ontwikkelingsperiode alle geldelijke middelen van de vroegere staatsonderneming AZNP/Skoda had opgemaakt. Dus moest er het e.e.a. gebeuren om die auto op een wat moderner leest te schoeien en te voorzien van bijvoorbeeld Single Point Injection Systemen en een al eerder beschreven volkomen nieuwe inrichting. Dat lukte aardig en ook snel. Vanuit de Favorit ontwikkelde Skoda samen met de Duitsers de Felicia. Die auto volgde de Favorit op, maar was in feite wel een soort tussenpaus.
De lijnen vanuit Volkswagen richting toekomst van het Tsjechische merk waren intussen uitgezet en daarin pasten veel moderner auto’s. In feite was die Felicia in opzet nog steeds een echt Tsjechische auto, voorzien van Duitse techniek. Maar je kon er ook nog steeds een Pickup, stationcar, VanPlus en zelfs een pret-Pick-up (FUN) van krijgen. De Felicia kon ook worden geleverd met Skoda’s eigen lichtmetalen blokken, nu voorzien van MPI-techniek, maar tevens met een goed presterende 1.6 liter VW motor en de aloude 1.9 grote diesel uit de Golf van die jaren. De Felicia was overigens echt een enorme stap vooruit en de auto kwam in veel markten goed aan. De kleine bedrijfswagens binnen het gamma waren ook in veel landen buitengewoon gewild. In eigen land waren ze bijna niet aan te slepen, maar zeker ook in een aantal andere markten zeer gevraagd. Zo kon VW door de Balkanoorlogen in de jaren negentig in Sarajevo niet langer haar aloude Caddy bouwen. Die auto baseerde zich nog op de Golf 1, maar was in veel landen, ook bij ons, zeer populair. Om aan het gemis van dit soort wagens tegemoet te komen besloten VW en Skoda om de Felicia Pick-up in Duitsland als VW Caddy op de markt te brengen.
Gebouwd in Tsjechië, uitgerust als een VW en ook verkocht tegen de prijs van een Volkswagen. Klanten keken er niet van op en het zal Volkswagen best de nodige centjes hebben opgeleverd. In andere markten was de naam Skoda soms nog wat beladen, veelal veroorzaakt door een wat vaag ‘Oostbloksausje’. Dan zag je dat kopers hun auto’s ontdeden van hun Skodalogo’s en er via de accessoireswinkel gekochte VW logo’s op aanbrachten. Slim zijn had zijn prijs, domheid kennelijk ook. Intussen werkte of vocht Volkswagen zich door de traditionele kanalen heen die binnen het vroegere Skoda en haar interne organisatie bestonden. Oude managers werden de laan uitgestuurd, nieuwe aangetrokken. Veel van het oude administratieve functioneren werd op moderne wijze geautomatiseerd, de fabrieken voor de Felicia compleet gerenoveerd en een fonkelnagelnieuwe gebouwd naast de oude complexen om daarin vanaf medio 1997 de nieuwe middenklasser Octavia te kunnen produceren. En daarmee zette men de toon voor de toekomst. VW zette ‘exportafdelingen’ op die met bepaalde landen en regio’s moesten gaan onderhandelen of samenwerken. Daarmee kon dan de verkoop worden opgevoerd en nieuwe markten aangeboord. Verkocht men in 1991 nog in 35 landen Skoda’s, al snel werden dat er 55, een paar jaar later 80. Daarmee was de toekomst voor het Tsjechische merk verzekerd, al was de voertaal intussen wel vaak Duits geworden en zagen veel Tsjechen deze ontwikkelingen maar met lede ogen aan. Maar het moet gezegd, die Duitsers deden hun werk goed, lieten de Tsjechen zien dat hun eigen toch vaak hoogwaardige technische inzichten prima pasten in het VW-denken en dat succes weer leidde tot meer investeringen die van Skoda zouden maken wat het heden ten dage is. Maar dat lag nog wat in de toekomst verborgen. Wordt Vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda/Pon)
En toen was het opnieuw oorlog in Europa. Een gruwelijke tweede wereldoorlog diende zich aan. Het voorspel daartoe raakte ook de Tsjechen heftig. Nadat de Nazi’s eerst Oostenrijk hadden geannexeerd deden ze dat even later ook met het door hen zo verguisde Tsjecho-Slowakije. Hitler gaf het grondgebied ‘terug aan de volks-Duitsers’ in Sudetenland die door de Boheemse en Moraafse bevolking zo zouden zijn geknecht. Binnen de kortste keren was het land door de Nazi’s bezet, waarbij de Tsjechen echt werden onderdrukt en de Slowaken een wat andere status kregen door hun houding t.o.v. de Nazi-onderdrukking. Men noemde deze vorm van bezetting een Protectoraat en de man die namens Hitler de boel bestierde was de beruchte en later door Tsjechische verzetslieden vermoorde Nazi-beul Heidrich. Al snel werd het door de Duitsers zeer gewaardeerde productie-apparaat van Skoda ingezet voor de fabricage van allerlei militair materieel.
De Duitsers namen ook hele voorraden van t.b.v. het Tsjechische leger gebouwde Skoda-tanks in beslag en vervoerden die naar de Heimat waar ze werden aangepast en ingezet voor de invasie van de westerse landen in mei 1940. Maar bouwde Skoda ook ambulances, militaire trekkers, en nog meer tanks die o.a. waren voorzien van door Porsche ontwikkelde motoren. Een deel van de uit Tsjecho-Slowakije geroofde tanks werd later ook door de Nazi’s ingezet tijdens de inval in de Sovjet-Unie in 1941. De beruchte Tigertanks, vrijwel onverslaanbaar geacht in de latere oorlogsjaren, kwamen naar verluid deels ook uit de Skoda-fabrieken vandaan. Dwangarbeiders deden daarvoor het werk. Helemaal aan het einde van de oorlog ontdekten de geallieerden kennelijk ineens dat de Skoda-fabrieken weleens van strategisch belang zouden kunnen zijn voor de bouw van Nazi-materieel en bombardeerden ze de tot dan aardig gespaard gebleven fabrieken in Mlada Boleslav.
Gelukkig voor de Tsjechen viel de schade na die bombardementen nogal mee en bleven de productiehallen voor totale vernietiging gespaard. Toen de Duitsers zich terug moesten trekken en de oorlog voorbij was, lag het land intussen in de door de Russen ‘bevrijde zone’ van Europa. In Jalta bespraken de toenmalige geallieerden de nieuwe realiteit van Europa. Met een enkele pennenstreek verdween het land Tsjecho-Slowakije achter het ijzeren gordijn, al voelde dat in eerste instantie nog niet zo. En werden de contouren zichtbaar van een land onder het communistische juk waar men zich zou moeten richten naar Stalinistische bestuursvormen. Het zou lang duren voor men daar eindelijk van werd verlost. En voor de creativiteit van de autobouwers bij Skoda was dit een gitzwarte periode. Wordt vervolgd (Beelden: Internet/Wiki)

