
Mijn inmiddels definitief in de hemel verdwenen vliegvriend John hield wel van een avontuurtje. Hij was een bijzonder type. Gek op besturen van vliegtuigen, leerde zichzelf die serieuze bezigheid aan, regelde af en toe dan een kistje en nodigde dan nog wel eens wat vrienden uit voor een vluchtje. Ik maakte regelmatig van die tripjes met hem mee. Zo ook op 5 augustus 1989 toen op Texel een vliegshow zou plaatsvinden. Dat was (is nog steeds) een heel spektakel, waar alleen al zo’n 150 bezoekende toestellen samen komen naast de te exposeren machines.

Piloten en hun familie of vrienden overnachtten vaak naast hun kisten. Tijdens deze vliegshow kwamen en komen verder duizenden bezoekers even kijken. Omdat wij indertijd nog een luchtvaartblad exploiteerden hadden we Perskaarten en huurden bij een bevriende relatie een Cessna 150. Een tweezittertje met net voldoende plek voor ook nog wat tassen vol camera’s en een broodje van thuis. Vanaf Lelystad stegen we op en vlogen naar het noordwesten. John deed dat met verve, maar liet op enig moment de stuurknuppel aan mij om zo zijn instrumenten te kunnen instellen en wat contact te houden met de verkeersleiding in Nieuw-Millingen en later op Texel.

De PH-ALI snorde intussen tegen de wind in met een snelheid van pakweg 150km/u naar de bestemming. Daar aangekomen parkeerden we het kistje, pakten de spullen, meldden ons bij havenmeester en perscentrum en trokken naar de start/landingsbaan om daar onze foto-posities in te nemen. Het was een prachtige dag vol spektakel. Toen we weer vertrokken was dat niet in eenzaamheid. Integendeel, tientallen kisten deden hetzelfde. John riep de verkeerstoren op en grapte nog dat hij een ‘push-back’ wilde, maar die grap kwam in de drukte niet aan. Nadat we een kwartier hadden gewacht kregen we eindelijk toestemming te starten en vlogen daarna naar het Zuidoosten.

Richting de dijk Enkhuizen-Lelystad opdat we zo navigerend naar de thuisbasis terug konden keren. Onderweg, wederom met de stuurknuppel in de hand, keek ik naar de brandstofmeter. Die stond wel erg laag…. John zag het op mijn aanwijzingen ook. Dat lange wachten met draaiende motor op Texel…. Zijn vloeken waren niet luid, maar wel hoorbaar.. We haalden het gas er maar wat vanaf…wind mee dus moest kunnen….maar het werd best spannend. De auto’s op de dijk onder ons reden sneller dan wij….Maar we kwamen uiteindelijk veilig binnen. Met een vrijwel droge tank……Pfoeh…Best spannend. Toch een foutje dat je best fataal kan worden. John zag het luchtiger, meer een avonturier….Mij gaf het toch een onbestemd gevoel. Maar ik had wel vele rolletjes met mooie beelden. Onlangs scande ik de dia’s van die trip nog eens digitaal. En kwam o.a. deze herinnering weer even terug. John was een bijzondere…..maar dat vinden ze ‘boven’ vast ook…… (beelden: archief)

































Noemde computerproblemen als oorzaak, maar later bleek dat men toch echt onderuit was gegaan. Nagegeven, men betaalde uiteindelijk wel de uitstaande schulden. Wij waren aan het klooien met onze toen nog maar zo jonge kater Punkie. Dat arme diertje redde het niet en moest helaas aan zijn eind geholpen worden. Wat een emoties. 1,5 jaar oud geworden. En de oorzaak? Een auto-immuunziekte die zijn hele gestel aantastte bij gebrek aan eten en drinken na zijn geboorte. Zo triest. Tijd heelt vele wonden, het dempt tenminste de scherpste pijnen. Het regende ook in die bewuste week drie jaar terug. Maar dat weerhield niet om een paar dagen later in de trein te stappen en Roermond weer eens te bezoeken. Leidde af. En blijft een lekkere stad aan de Maas.
Zou er nu niet eens over nadenken. Niet om die stad, wel om het gedoe in het OV. Zo’n trip van 2 uur met een mondkapje op in een gele rups vol mensen waarvan je niet weet wat ze allemaal hebben gedaan aan preventie, of juist niet, het bekruipt me nu, toen totaal niet. Blijft toch vreemd niet? Sommige zaken zullen nooit meer helemaal hetzelfde worden. Ongedwongen ergens heen is nu best een dingetje geworden. Niet omdat je zelf de regels niet volgt of accepteert, meer omdat je weet dat er lieden zijn die er toch wat onbeholpen naief mee omspringen. Een bezoekje aan een supermarkt vertelt het verhaal. Men kruipt je in de nek, ook het daar werkende personeel, het deed me toen niks, nu wel. In drie jaar tijd veranderde de wereld. Zowel in het groot als in het klein. En wij allemaal hebben er mee van doen. Of we nu willen of niet. (Beelden: Yellowbird collectie)
Een wat? Een Gatso! Nooit van gehoord? Kan! Want dit automerk bestond maar kort en bouwde naar verluid precies acht auto’s. Een merk uit Nederland, opgezet door de indertijd befaamde coureur Maus Gatsonides. Geboren in 1911 in Nederlands Indie, en via een aardige carriere in de techniek op enig moment terechtgekomen bij Ford Nederland. Na de oorlog bouwde hij zijn eerste eigen auto. Onder de naam Gatford, wat ook wel een verwijzing was naar zijn oude werkgever en meteen duidelijk maakte met welke techniek hij het meest verwant was. Hij verbouwde daartoe ook Ford’s. 
Al met al zijn er naar de verhalen uit de geschiedschrijving precies acht auto’s gebouwd. Een daarvan werd zeer beroemd in ons land, de ‘Platje’, een zeer lage, fraai gelijnde sportwagen die na enige tijd een zwervend bestaan leidde door ons land. Ik heb de wagen in mijn jeugd nog eens zien staan bij het lokale garagebedrijf waar ik tegenover woonde. Men had plannen om de wagen te restaureren en weer racewaardig te maken, maar dat bleek toch best een opgave. En dus verdween de ‘Platje’ op enig moment weer richting een nieuwe eigenaar.
Nu is die auto ergens in Oost-Nederland onderdeel van een grote historische collectie. Gatsonides had intussen zijn faillissement meegemaakt en kwam in dienst van Ford Engeland waar hij o.a. zijn race-en rallyervaringen omzette in klinkende munt en ook de nodige successen want hij won in een Ford de Tulpenrally. Als technisch ingenieur was hij ook verantwoordelijk voor de befaamde (of beruchte) Gatsometers die de overheid inzette in de strijd tegen hardrijders. Veel van die dingen kwamen bij de politie in gebruik tot grote ellende van notoire hardrijders. Gatsonides werd uiteindelijk 87 jaar oud.
Na zijn overlijden werd hij gecremeerd. Zijn vele verdiensten voor autorijdend Nederland en Ford bewaard gebleven in de nodige boekwerken. Ooit een grote naam. En zijn Gatso racewagen rijdend bewijs dat hij in staat was tot meer dan alleen maar wat loos gepraat. (Beelden: Internet)