Alles achter…

Alles achter…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: z1.jpg

In de jaren voor de Tweede W.O. ontwikkelde zich in de auto-industrie een ontwerpgedachte die nog decennia lang in zwang zou blijven. De motor en aandrijving van die toenmalige vehikels kon je ook achterin de carrosserie monteren. Voordeel, de constructie werd er lichter door en de ruimte binnen ondanks compacte vormen toch vaak ruim genoeg voor vier of meer personen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 14490403_ff3d2de8dd_m.jpg

Door die lichtere constructie kon de prijs ook beperkt blijven, wat de verkoop deed stijgen. Zat er dan geen nadeel aan deze manier van bouwen? Tuurlijk wel. Doordat de motor achterin stak was de besturing vaak licht en gevoelig voor zijwind maar dat speelde voor de oorlog minder dan erna. En zo kwamen er allerlei constructies op de weg die door het publiek op handen werden gedragen. Denk maar eens aan de eerste stroomlijn-Tatra’s, de VW Kever en diens voorgangers, er waren wagens van Zundapp en zelfs Mercedes die deze aandrijfvorm bezaten.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hillman-imp-1353620100_a699b2db22.jpg

Na de oorlog ging VW onverdroten verder met het bouwen van dergelijke wagens, maar dat deden ook Renault, Fiat, NSU, Simca, Porsche, Sunbeam, Fiat, Autobianchi, Alpine, BMW, en veel van de al eens beschreven dwergautobouwers. Ook het Tsjechische paar Skoda en Tatra kwamen die gelederen versterken net als Chevrolet en het exclusieve merk Tucker om er maar een paar te noemen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9190198_edited.jpg

Dat ging zo door tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Toen raakte het ‘alles achter’ principe bij de meeste merken wat uit de gratie. De veiligheidseisen werden strenger en het bleek al snel dat een volle crash zonder bescherming van een motorblok voor je de carrossie flink geweld aan deed. Zodanig dat de inzittenden minder kansen hadden om een crash te overleven. Daarbij zat bij de meeste van deze wagens de benzinetank voorin wat bij een crash extra problemen gaf.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: renault-dauphine-1958-publ.-shot.jpg

Ook de soms problematische besturing in bochten bij wat hogere snelheden maakte dat het principe langzaam aan uit de showrooms van merkdealers verdween. Dat maakte de prijzen van nieuwe wagens overigens niet lager. De nieuwe opvolgers van auto’s met de motor achter waren toch wel een slag duurder. Moesten veel consumenten aan wennen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: rapid-coupe-1982-rai-alp14-scan10116.jpg

Skoda hield het in de lagere prijsklassen nog lang vol, VW ook. Daar hield men bestelwagens en busjes nog tot in 1990 in productie met die motoren achter. Porsche doet dat heden ten dage nog. Natuurlijk zorgt de hogere prijs van die sportwagens (en er zijn meer merken in dat segment die de motor nog steeds achterin lepelen…) voor verbeterde wegligging en allerlei extra veiligheidvoorzieningen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: scan10465.jpg

Dat is in de goedkopere klassen niet te bieden. De afgelopen 25 jaar is alleen Renault samen met Smart weer uitgekomen met een compact karretje (Twingo 3) waar de aandrijving en motor achterin zat. En bij wat nieuwe elektrische auto’s positioneert men die aandrijving ook vaak weer achter. Het rijdt lichter, dus fijner, en kom je weer terug bij dat oude ontwerp. Alleen flink zwaarder en zeker ook duurder dan die auto’s van een halve eeuw of langer geleden. Het blijft grappig om te zien hoe de wereld van de auto is veranderd. Ook op dit punt. Ik zelf leerde ooit officieel rijden in een VW Kever. Reed later met diverse wagens met die motor achter. Had best iets aardigs? En jullie, ook ervaringen als de mijne??? (Beelden: archief)

Driewielers en dwergen…

Driewielers en dwergen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: bmw-isetta-6.jpg

In het verre verleden, ik spreek nu over de periode na WO2 maar wel voor de echte economische groei die we in de jaren 60/70 meemaakten, was het bezit van een auto voor de gemiddelde hard werkende huisvader/moeder een droom die veelal net zo lastig bereikbaar leek als het nu oogt voor hen die een eigen huis zouden willen bezitten of desnoods huren. In Nederland fietsten we, we reden op brommers of scooters en de wat rijkeren bezaten een ‘Amerikaan’ of ‘Brit’ van enige omvang. Dat vond ook in de landen om ons heen plaats en dat leidde op enig moment tot een ware vlucht in micro-autootjes op drie of misschien net aan vier kleine wielen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: la-1-300.jpg

Achterin bij die karretjes zat vaak het tweetakt-motorblokje van zeer bescheiden omvang en met een heel gezin in zo’n ding stappen was best een oefening. Bekend werd de Messerschmitt Kabinenroller die op zijn gemak onder vrachtwagens door kon rijden. Niet zo handig als je hield van veiligheid want die kleine driewieler had een perspex-vliegtuigkapje boven de twee achter elkaar zittende berijders. Ook de BMW Isetta was zo’n karretje. Daar was de hele opbouw van metaal, maar de enige deur zat van voren en daar hing ook het dashboard en stuurwiel aan…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fm-4-nobel.jpg

Bij een aanrijding kon men je meteen in het restant van dat voertuig begraven. Heinkel had ook zo’n autootje, net als nu verdwenen merken als Fulda, Trojan en Zundapp. De een wat ruimer dan de ander maar allemaal in onze huidige tijd bekeken miniatuur van formaat naast zelfs een Fiat 500 van de oudste generatie. Lloyd was een iets ruimer geschapen automobiel op vier wielen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: gg-04.jpg

De Alexander van dat merk een bijna volwassen voertuig op zakformaat maar met volle last en met een 2 cilinder blokje van 700cc moest je nou ook weer niet overdrijven qua verwachtingen. Een fabrikant die het ook snapte was het Duitse Glas met haar Goggomobil. Door de jaren heen uitgerust met motoren van 250, 300 of bijna 400cc hield deze wagen het nog vrij lang vol. Dat Glas als fabrikant bouwde ook nog een ‘sportief’ aandoende variant die als Coupe werd verkocht.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: mkr1.jpg

Maar bij 90km/u was het bij al dat spul wel over met de pret…Toen fabrikanten als Fiat de 500 en Austin de Mini uitbrachten was het plezier van die dwergmobielen er wel af. En langzaam aan was men ook die auto’s met hun ‘brommermotoren’ wel zat. Dat gold nog niet voor de meeste mkb-ers die een driewielige Tempo of Goliath hadden aangeschaft.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: td1.jpg

Ze hoefden zo niet meer met hun handelswaren door de straten te fietsen of over bruggen heen te beulen. Met de simpele gemotoriseerde driewielers ging dat net even beter. En je zag ze overal in stedelijk gebied rondrijden. Toen die winkeliers en handelaren wat meer verdienden kochten ze later overigens vaak een VW Bus of een Ford besteller. En waren de tijden van die nostalgische knetterkarretjes voorbij. Ze verdwenen heel snel uit het straatbeeld. In Duitsland houdt men ze vaak nog in ere via allerlei clubs en van sommige van die wagentjes bestaan nog aardige voorraden onderdelen. Rijdend over rustige landweggetjes zijn het prima wegwijzers naar een andere tijd. Toen alles nog simpel en duidelijk was. Misschien dat men ze daarom in ere houdt en bewaart??? Heb je zelf ook nog herinneringen aan dit soort voertuigen?? Of heb je iets van mijn verhaal opgestoken?? Dat was de bedoeling…(beelden: Archief)

Fossiel…

Fossiel…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_8449.jpg

Als je de extreemlinkse types die in ons land rondlopen of fietsen moet geloven is de ‘fossiele auto’ of zelfs die hele ‘fossiele industrie’ toe aan opheffing. Deze mening wordt nogal eens onderschreven door hen die menen dat als een auto elektrisch wordt aangedreven de planeet Aarde wordt gered. Opvallend daarbij is dat deze types niet worden geremd door enige kennis van zaken. Ook niet door een te klein budget, want meestal rijden ze die elektrische karren van de zaak en/of draait de werkgever op voor de kosten. Dan speelt daarbij nog de fiscale portefeuille aan voordelen die je als berijder van zo’n auto kunt binnenhalen en de keuze is veelal verklaard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_8447.jpg

Immers, de gemiddelde elektrische auto kost (beetje uitvoering..) 50 mille of meer. Een beetje luxe uitvoering van een echt automerk zit eerder tegen de ton. Wie kan dat als particulier betalen?? De verkopen zijn dus klein als het om particulieren gaat. En de inruilwaarde is omgekeerd evenredig voor wagens met accu’s die na 3-4 jaar lease terugkeren in de handel. Een beetje Tesla 3 die nu bij handelaren staat, de meeste bedrijven willen ze helemaal niet hebben, zit nu rond de 16-18 mille restwaarde. Tel uit je winst. En dan die andere claims op dat fossiele van de brandstoffen of de materialen waarvan die wagens zijn gemaakt. Een elektrische auto rijdt op batterijen. De grondstoffen daarvoor komen uit mijnen in verweglanden als Borneo, Afghanistan of Congo. Die mijnen zorgen voor enorme ontbossing, slavernij en dwangarbeid.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: pa050169.jpg

Doe dan maar even of jij in Nederland je steentje bijdraagt aan het milieu of klimaat. Dan zijn die auto’s ook gewoon gebouwd van staal of kunststof. Rara wat de basismaterialen zijn voor die productie. Juist ja, in het eerste geval staalfabrieken als die van Tata in ons land of een van de tientallen van dergelijke milieuvervuilers in landen als China of India. Kunststof is een olieproduct, dus moet ook worden verwerkt tot materialen die je voor de productie van elektrische auto’s (of fietsen dan wel bakfietsen) kunt benutten. De vele computers aan boord werken ook weer op fossiele materialen en als de hele boel aan het einde van het economische of technische leven moet worden gesloopt blijft slechts een deel beschikbaar voor hergebruik. Maar dat geldt net zo voor normale auto’s of benzine, diesel of LPG. Weg argumentatie!

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: rai-2009-nieuwe-stijl-3423682612_a7eb4169aa.jpg

Maar dan is er nog dat uitstootloos rijden van die vehikels. Die claim klopt. Ware het niet dat de stroom er voor moet worden opgewekt. En we weten intussen dat al dat opladen (een elektrische auto heeft vaak nog niet 50% van de actieradius van een benzineauto, laat staan een diesel..) het stroomnet enorm overbelast. Heb je zelf zonnecellen op je dak liggen (die zijn ook niet gratis en belasten het milieu ook…) vallen de laadkosten mee als je bij je eigen huis een laadpaal hebt staan. Zo niet belast je dus dat openbare stroomnet. En stroom komt echt niet uit de grond…. Fossiel denken dus, en gebaseerd op feiten. Onwelgevallig in de grachtengordel, ik weet het. Maar niet minder waar. Voorlopig zien we dat in de auto-industrie en bij bepaalde regeringsleiders de voet op de rem gaat. Al die plannen om massaal over te stappen op elektrisch vervoer….het komt niet goed! Al pleit ik op een punt wel voor invoering van die tractie, binnen de grachtengordel van de grote steden. Daar speelt actieradius geen echte rol, en kunnen we al die postbezorgers stiller en milieuvriendelijker laten functioneren. Dat die wagens twee keer meer kosten dan een dieselbusje en de bestuurders een groot rijbewijs moeten halen maakt het alleen maar leuker. Zou het echt schelen in gedrag?? Dan is dat een bonus. Voor de rest zijn alle claims pure onzin, ingestoken door mensen die zelf geen auto kunnen of willen rijden als die niet via de baas wordt gehuurd…. (Beelden: Archief Yellowbird)

Autojock…

Autojock…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hansa-1100-2.jpg

Een auto jockie is iemand die met voertuigen dingen kan doen (of doet) die andere mensen niet in hun hoofd zouden halen. Het moet in je gestel zitten, in de genen. 90% van alle rijbewijsbezitters zijn veelal verstandige mensen, maar in die 10% zit ook een groep die maling heeft aan de wetgevers of dat wat je als normaal gedrag zou kunnen benoemen. Mijn stiefpa was er in zijn jonge jaren zo een. De avonturen die we meemaakten met de man waren soms bijna op het krankzinnige af. Zo had hij de gewoonte om de voorrang die onze woonstraat bood op de doorgaande straat die leidde van de Utrechtsebrug naar het stadscentrum, optimaal te benutten.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ang19-skoda-octavia-1960-prg-150992-scan10017.jpg

‘Voorrang is voorrang’ was zijn devies en hij reed altijd door. Behalve als er een tram van lijn 4 in de buurt was want daar had hij een zeker respect voor. Ging het altijd goed? Nee, maar dan had hij toch voorrang, dus de tegenpartij betaalde. Toen ik verkering had met vrouwlief en die op enig moment woonde bij haar ouders in hartje centrum bood hij vaak aan om haar ‘even weg te brengen’ met het op dat moment beschikbaar staande voertuig.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p4300240_edited.jpg

Dat was soms een bestelwagen. Dan nam hij niet de meer normale route naar het centrum maar reed bewust langs de boorden van de Amstel waar je de nodige hoge bruggen over de grachten tegenkwam, gas er op en de voorwielen kwamen los van de grond. Hoe harder je dan gilde hoe leuker hij het vond. Mij zette hij nog wel eens als klein jochie voorop de tank van een motorfiets en ging dan dwars door de straat heen op en neer scheuren. Bang werd ik er niet door, maar ik voelde best wel eens dat dit geen normaal gedrag was. Nu was er een vader van een vriendje die in de diverse stadions van het land op een speedwaymotor trachtte furore te maken, en ook die scheurde met die motoren gewoon door de straten heen. Nunanceverschil…daar zaten geen remmen op, die motoren van leasepa hadden die nog wel. Op een bepaalde dag had ‘pa’ in zijn handeljaren een Hansa ingeruild.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: scan10446.jpg

Dat was een bijzondere personenwagen uit de stal van het Noordduitse automerk Borgward. Zo’n auto had een viercilinder boxermotor en reed best. Omdat hij voor de ‘handel’ bedoeld was gingen we er op een zondag even mee ‘proefrijden’ en spoedden ons richting de Veluwe. De Hansa deed het best, die kon verkocht. Mijn vrouwlief in de dop zat net als ik op de achterbank, moeder voorin. Leasepa vond het in de vesting Naarden wel een leuk idee om daar over de keitjes van de (nu nog) matige bestrating scherpe bochten te maken. Een keer, twee keer, drie keer….Bang…Linkervoorband lek.. Daar stonden we. Dat was niet de bedoeling en wat hij er uitgooide heeft het klimaat vast jaren verpest omdat de weergoden dat taalgebruik minder apprecieerden… Maar na montage van het reservewiel reed hij een stuk minder hard. En zo kan ik nog wel een blogverhaal of wat vullen. En was hij daarmee bijzonder? Nee. Mijn naamgevende pa (ook een automan) nam me nadat ik hem vele jaren nadat hij ons gezin had verlaten weer eens ontmoette en ik aan den lijve ondervond dat hij ook in de auto’s zat, mee voor een proefrit in een net door hem gerepareerde Porsche 356. De oude Haagse weg op richting Schiphol. Ook hij kwam los met zijn wielen toen we over een steil viaduct heen reden. Hij keek me aan en vroeg ‘leuk he??’. Toen wist ik dat ik omringd werd door malloten. En dat ik zelf moest uitkijken om niet dezelfde gekte te vertonen. Nou dat is maar met mate gelukt. Maar daarover zwijg ik liever…. (Beelden: archief)

De jacht…

De jacht…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: boek-ddr-.jpg

Voor verzamelaars, en ik ben er wel zo een van de serieuze soort, is de jacht op iets bijzonders soms belangrijker dan het bezit er van. Ik hoef maar rond te kijken, lezen of luisteren in de kringen van lieden die er dezelfde drang op nahouden en ik zie dat ik maar weinig afwijk van het gemiddelde op dat gebied. En wie niets verzamelt moet nu maar even stoppen met lezen. Verzamelaars zoeken net zo lang tot ze vinden wat ze willen toevoegen aan hun collectie. En die collectie is zelden of nooit compleet te krijgen. Dat laatste is eigenlijk ook niet leuk.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p6270001_edited.jpg

Want wanneer je alles van een bepaald onderwerp in huis, paleis of schuur hebt staan, liggen of hangen is de lol van de hobby er feitelijk vanaf. Ik zag ooit een reportage over een Japanse meneer met een speciaal aangepast en vergroot huis. Hij had 250.000 automodellen uitgestald staan. En was nog lang niet klaar met zoeken. Of die man die ballpoints verzamelde in een TV-programma dat Leonie ter Braak een paar jaar geleden presenteerde. De man had naar ik meen 500.000 van die schrijfstokken in huis.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fri-915407-tatra-wp_20150422_008.jpg

Toegegeven, dat vraagt minder ruimte voor de opslag dan een soortgelijk aantal vliegtuigen of auto’s, laat staan boeken, maar toch, over het hele huis verspreid stonden ladekasten en vitrines met dat schrijfgerei uitgestald of opgeborgen. En dan de grootste lol….je bent op zoek naar… Ik heb dat vaak gehad. Uit de brede stroom aan informatiedragers kwamen en komen vaak aankondigingen rond een nieuw item wat je echt ziet zitten in jouw collectie. Iets wat prachtig zou passen bij….Maar je nog niet hebt. Dan wordt het wachten. Soms sparen….

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: herinrichting-boeken-en-mappen-280203.jpg

Ik heb dat heel wat jarenlang van mijzelf moeten doen. En als je dan eindelijk dat onderwerp van verlangen in je handen houdt wordt je soms euforisch van genoegen. Dan wordt het voorzichtig uitgepakt en neergezet en bewonderd. Als ik iets tweedehands vind, en dan is het vaak meer verrassend dan gepland, komt er het moment van oppoetsen, registreren, en uitstallen. Natuurlijk wordt alles gefotografeerd en in bepaalde groepen gedeeld. En dan zijn daar weer verzamelaars die datzelfde beleven wat mij vaak ook nog zo bezighoudt. En dat beperkt zich niet slechts tot schaalmodellen of zo. Ook boeken kunnen me soms bezighouden en verleiden. Zo vond ik ooit een eerste deel van een kennelijk brede reeks boeken over de luchtvaart in de vroegere DDR.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nieuwe-beer.300803.jpg

Nou de informatie over die geschiedenis en de foto’s in dat prachtig uitgevoerde eerste deel maakten dat ik in de navolgende jaren graag trips naar Duitsland maakte om bij de Mayrische Buchhandlung te speuren of men alweer een nieuw deel beschikbaar had. Als een kind zo blij kon ik dan huiswaarts keren met een volgend deel in de kofferbak. En alles uiteraard gelezen en de informatie opgezogen. Later kwamen daar ook boeken over andere zaken uit de DDR bij en ook die bereikten mijn naslag-bieb. Kortom, de jacht is eigenlijk nog leuker dan het bezit, al neemt u dat als lezer uiteraard met een korrel zout. Het genoegen van gebruik, vasthouden of kijken naar.. is voor een ‘echte’ zoals ik er een ben, ook heel groot.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p4083706.jpg

Zo kocht ik nog wel eens wat fraaie modellen op kleine schaal. Soms pak ik een stoel of kruk, zet de lampen goed gericht op een vitrinekast en ga er voor zitten. Dan bewonder ik de schoonheid van die kleine stukjes industriele kunst en voel me net als iemand die in het Rijksmuseum voor de Nachtwacht smelt of voor een beeld van Rodin. En ach…bedenk maar dat iemand die veel rookt of drinkt flink meer geld uitgeeft dan ik. En in de kringen van verzamelaars is het trouwens prima toeven heb ik wel gemerkt in al die jaren. Zelfde passies, informatie delen, gezellig kwekken en soms wat ruilen of over en weer handel bedrijven. Het is allemaal een deel van mijn leven geworden en nog steeds. Een deel dat ik nog niet wil of kan missen…..Die groei van begonia’s bestuderen is nog niet echt mijn wereld…U wilt me wel excuseren.. (Beelden: Archief)

Oost-Europese auto’s…

Oost-Europese auto’s…

Alleen al door de kop van dit blogverhaal zouden sommige mensen die hier meelezen kunnen afhaken. Dat is jammer want onbekend maakt onbemind kan juist door het lezen van mijn wervende teksten worden omgebogen naar meer kennis van zaken en derhalve een andere houding. Waarom? Omdat die Oost-Europeanen vaak een directe verbinding kenden met onze eigen autofabrikanten, al was het maar omdat in de vooroorlogse verdeling van Centraal- en Oost-Europa veel van die landen gewoon bij Europa hoorden en in dat oosten van ons werelddeel soms veel wagens werden gebouwd onder grote namen als BMW, Audi, DKW, Horch, Opel of Fiat.

Want ja, dat Europa van toen werd ineens pas Oost-Europa nadat de troepen van de Sovjet-Unie de Nazi’s terugdreven naar hun eigen land en van de gelegenheid gebruik maakten om half Europa gewoon toe te voegen aan het toenmalige Stalinistisch-communistische rijk. En dat had grote gevolgen. Immers de Oost-Duitsers moesten dik betalen voor de ellende die Hitler en zijn kliek in het grote Moederland hadden aangericht. Dus haalden de Russen alle hen bekende autofabrieken leeg en sleepten ook technici mee terug naar het communistische paradijs in het oosten.

Wat overbleef trachtte met de restanten van onderdelen-voorraden en bouwtekeningen de oude boel te herbouwen, maar onder communistische bestuurders was de private sector veel minder van belang dan de zware industrie die o.a. de leiders in Moskou konden bekoren. Als je dan ook bedenkt dat strategische materialen zeker aan Duitsland werden onthouden dan snap je dat men in de latere DDR wagens als de van Duraplast opgebouwde Trabant gingen produceren in plaats van de Audi’s en Horch’s die daar vroeger vandaan kwamen. Uit de oude BMW-fabrieken in Eisenach kwamen nu Wartburgs en de aandrijving was een stuk techniek afkomstig van Auto Union/DKW, de bekende tweetakt pruttelaar. In Tsjecho-Slowakije werd het prachtige traditionele merk Tatra net als Skoda gedwongen tot de bouw van wagens voor of de partijleiders en anders de volkskameraden.

Waarbij Skoda zich nog lang kon ontworstelen aan het regime en de nodige wagens exporteerde wat flink geld (deviezen)opleverde waardoor de economie in dat land extra floreerde. Maar initiatieven om steeds moderner wagens te bouwen werden beide merken door de communistische leiders onthouden. Pas aan het einde van die communistische onderdrukking kon men bij Skoda de boel weer moderniseren. In Polen ging het niet anders. Daar had men minder tradities op autogebied, maar wel behoefte aan betaalbaar vervoer. En dus bouwde men lang oude Sovjet-modellen die te groot en dorstig waren voor het volk. Met licenties van Fiat wist men de boel echter aardig op gang te brengen. Na de Wende ging het echter compleet mis en van de Poolse auto-industrie bleef eigenlijk alleen een licentielijn voor Fiat over. In Roemenie had men vooral banden met de Franse automerken. Renault en Citroen maakten daar qua licentierechten de dienst uit. Wagens als de Oltcit (hier Axel) en Dacia kwamen uit dat land vandaan.

Dacia werd later overgenomen door Renault en kennen we nu nog. Uit Joegoslavie kwamen vooral Fiat-klonen die hier als Zastava werden verkocht. En soms nog met succes ook. Na de vernietigende Balkan-oorlogen van begin jaren 90 eindigde dat avontuur en hebben de Balkanlanden geen echte auto-industrie meer. Alles wat ik hier oreer, en nog veel meer, staat ook in het boek dat ik hierbij afbeeld. Gekocht in Duitsland en met veel plezier gelezen. Vooral omdat het heel veel vertelt over de geschiedenis van de auto-industrie in die landen. En zelfs ik soms nog niet alles wist. En dat wil wat zeggen als zeg (schrijf) ik het zelf. Ik kocht het boek indertijd nieuw bij de Mayerische Buchhandling in Aken. Het is een uitgave van de daar bekende uitgeverij HEEL en heeft ISBN nr. 978-3-86852-604-2. Ik denk dat ik het ooit kocht voor 2 tientjes…Geen geld voor zoveel informatie….. (Beelden: Prive bibliotheek)

Hollands trots…DAF!

Hollands trots…DAF!

Ik heb al eens (100520)aandacht gegeven aan DAF als fabrikant van personenwagens, maar dat onderdeel van haar geschiedenis is maar een klein stukje van het geheel. DAF startte ooit als een aanhangwagenfabriek in Eindhoven en werd daar aangestuurd door de familie van Doorne die al snel doorhad dat in het naoorlogse Nederland een grote behoefte was ontstaan aan stevige trucks en uiteraard opleggers en aanhangers. Al snel was de eerste DAF-truck een feit. Frontbestuurd, met een voor dit merk zo kenmerkend uiterlijk. Motorisch en technisch winkelde men bij het Britse Leyland of Perkins die in die periode een grote naam hadden in truck/busland.

De eerste DAF’s waren zgn. 5-tonners waarmee je een beste truck in huis haalde die in ons eigen land al snel aardig wat successen boekte. Al snel werden de DAF’s ook benut om bussen op te bouwen, terwijl de truckfamilie wagens kende die aanhangers trokken of opleggers, en soms ook als kiepauto dienst deden. De catalogus van DAF verbreedde zich al snel, de trucks werden groter en zwaarder en de basisversies kregen gezelschap van grotere types die jarenlang een vaste waarde werden en bleven op de Europese wegen. Want ook in het buitenland boekte DAF aardige successen.

Niet in de laatste plaats doordat men o.a. aan het Spaanse Pegaso licentierechten verleende voor deze trucks. Ook onze krijgsmacht werd een trouwe klant van DAF. Veel oudere dienstplichtigen reden met DAF’s in de rondte en ook die wagens hadden een zekere naam en faam. Later modellen verloren hun ronde vormen, en werden hoekig, straalden kracht uit, maar boden ook meer leefruimte voor de chauffeurs en/of hun bijrijders. De serie 2600 kwam op de markt, gevolgd door de 2800 en zo ging dat door. DAF werd een grote naam in truckland maar het bedrijf kreeg ook steeds meer concurrentie van buitenlandse merken als Volvo, Scania, Mercedes of MAN. Door de jaren heen moest DAF soms de financiering op orde zien te krijgen, men verkocht aandelen aan International Harvester in de VS.

Dat laatste had tot gevolg dat men ook componenten uit de VS in de DAF’s ging toepassen. Later zou ook Terex uit de VS een belangrijke rol gaan spelen. DAF zelf ging op enig moment nauw samenwerken met Leyland in het Verenigd Koninkrijk. Daar ontstonden hierdoor wagens die als LDV (Leyland DAF Vehicles) door het leven gingen en DAF zo in haar portfolio van modellen nu ook bestelwagens en lichte trucks kon aanbieden. Lucratieve handel. Met al die internationale contacten en fusies bestaat DAF nog steeds en is net als voorheen een grote naam. Aardig is te vermelden dat veel DAF-techniek te vinden is in de Tsjechische Tatra trucks die tegenwoordig ook in ons land weer worden verkocht. Deze voldoet aan de strengste Europese regelgeving op gebied van milieu en uitstoot. DAF bewijst door haar geschiedenis en handel waar een klein land groot in kan zijn. En Eindhoven kent uiteraard als bakermat van dit geheel een erg aardig museum dat voor liefhebbers echt een aanrader is. (Beelden: Archief)

Veiligheid..

Veiligheid..

Ooit, in een wereld van pakweg 50 jaar geleden, waren we gewend aan een aantal verkeersdoden dat we nu zouden toeschrijven aan terreur, gekte, rampen en zo meer. Meer dan 3000 mensen per jaar verloren jaarlijks het leven, nog veel meer raakten gewond in ons dagelijkse verkeer. Hoe dat kwam? Er reden veel minder auto’s rond, wel veel meer brommers, fietsers etc. Als het mis ging was het meteen ook goed fout. Een beetje auto van toen had vrijwel nul veiligheidsvoorzieningen, de gordel draagplicht kwam pas in 1971 in de wetgeving te staan en ook toen waren er heel wat tegenstanders met de wonderlijkste gedachten over wat je kon overkomen met die dingen om.

Dat je bij een crash zonder gordel dwars door de voorruit werd gelanceerd met alle gevolgen van dien, of gespietst werd op het onbeschermde stuurwiel, men had geen idee. Tegenwoordig zitten auto’s helemaal vol met die veiligheidssystemen en het worden er elk jaar meer. Airbags op alle plekken, ABS, noodremsystemen voor in de stad, kooiconstructies die ook voetgangers beschermen, digitale sensoren die voor van alles en nog wat waarschuwen, ook als je van je baan afraakt of in slaap dreigt te vallen. Dat zijn er nog maar een paar.

Bij fietsers zie je nu pas eigenlijk het besef dat heel hard rijden op een elektrische fiets (fatbike) zonder enige bescherming wellicht niet zo handig is. Bedenk maar dat men in Duitsland al heel lang de helmplicht kent voor fietsers. Hier vrijwel onbekend. Jonge types zonder enige kennis van de regels raggen op hun trendy fietsjes overal dwars doorheen en worden geschept omdat ze de snelheid van het overige verkeer niet kunnen inschatten. Onlangs in Amsterdam (een van de door extreem links bestuurde steden) waar je met de auto nog maar 30km/u mag rijden werden we links en rechts ingehaald door die tweewielers. Zonder besef van richting aangeven knalt men je voorbij, vliegt de stoepen op en af en kijkt je boos aan als je voorrang neemt omdat men ook die basis regels niet kent. Niet zo gek om dan te zien dat juist deze groep verkeersdeelnemers ook afgelopen jaar weer aan de top stond van de ongeval statistieken met een dodelijke afloop. Gelukkig daalde het aantal verkeersdoden in ons land wel stevig, met een procent of tien, waarbij het aantal mensen dat het leven laat als inzittende van een auto steeds verder afneemt. Bij de overleden mensen op een tweewieler reden er 40% van op een elektrische fiets. In de statistieken (in totaal 684 doden) zien we dat het aantal voetgangers op 71 staat en dat ook 53 mensen in of op een scootmobiel het leven lieten. Confronterende gegevens. En voor de goede orde, van alle fietsende slachtoffers kwam maar liefst 32% om het leven zonder ook maar in contact te zijn geweest met andere verkeersdeelnemers, men viel gewoon ongelukkig…. Cijfers liegen niet. Feiten zijn keihard. Ik pleit voor een helmplicht voor hen die op een elektrische fiets rijden of op een racefiets. Gaat vast schelen. Net zoals die gordels in auto’s….(beelden: Archief)(Bron:CBS)

Ook bij ons bekend; Crossley!

Ook bij ons bekend; Crossley!

Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen zat ons land vrijwel compleet zonder openbaar vervoer op de weg. De Duitse bezetter had geplunderd en geroofd zodat bijvoorbeeld de meeste vervoerbedrijven zonder bussen zaten. En die waren essentieel om ons volk weer mobiel te krijgen na die vijf jaren van grote ontberingen. Met dank aan het Marshall-plan en het inzicht van de toenmalige directie bij de NS zocht en vond men een oplossing in het Verenigd Koninkrijk bij fabrikant Crossley waar men een serie van 1000 bussen (chassis/aandrijving) kocht die bij de scheepswerf van De Schelde in Vlissingen werden gebouwd naar Nederlandse specificaties.

Deze bussen (veelal groen van kleur) werden uitgeleverd aan de toenmalige buurtvervoerbedrijven en zouden al snel (en relatief lang) een bekend gezicht zijn op onze wegen. Die Crossley’s hadden een 140pk dieselmotor met overdrive en vijfversnellingsbak en men leverde zelfs gelede versies van deze bussen waarin je tot 80 passagiers kon meenemen. Ik herinner me de bussen van dit type nog goed, ze reden jarenlang voor de NBM (Nederlandsche Buurtvervoer Maatschappij) die haar centrale busstation aan de hoofdstedelijke Wibautstraat had ingericht, net achter de Amstel Brouwerij. Ook bij het hier al eens beschreven busbedrijf Maarse en Kroon uit Aalsmeer kwamen wat verdwaalde Crossley’s in gebruik. Uberhaupt waren Britse bussen toen ‘in’ bij ons Nederlanders.

Made in Britain stelde in die jaren nog wel iets voor. Crossley als merk stamde al uit 1923 en men leverde in dat tijdperk van haar geschiedenis allerlei vervoermiddelen die in het hele Gemenebest aftrek vonden. In 1930 leverde men zo de eerste dubbeldekkerbussen af met een dieselmotor. Men was hiermee de eerste bussenbouwer in het Britse Rijk. Tussen alle AEC’s, Daimlers, en Bristols waren die Crossley’s ook actief al werden ze vaak veel minder bekend bij de gebruiker of zelfs liefhebber. Was men voor WO2 nog actief als truckbouwer, na de oorlog was dat over en uit. Men concentreerde zich volledig op de autobus-fabricage en werd daar ook zeker goed in. In 1948 werd het bedrijf overgenomen binnen de zgn. Associated Commercial Vehicles Group en werden echte Crossley’s nog gebouwd tot en met 1951. In 1956 verlieten de laatste bussen van Crossley de fabriekshallen in Stockport. Dat waren overigens gewoon AEC’s. Crossley bestond niet meer….(Beelden: archief/internet)

Brits vernuft; Commer!

Brits vernuft; Commer!

Toen mijn leasepa besloot om zijn handeltjes in tweedehands auto’s aan de Mokumse wilgen te hangen ging hij op enig moment aan de slag bij Coca Cola in Amsterdam. Daar zat een toen nieuwe bottelarij en distributiecentrum in het redelijk nieuwe industrieterrein Amstel van toen. Bij dat bedrijf zorgde hij voor rijklaar maken van nieuwe en ook reparatie van al lopende trucks. En Coca Cola had toen als norm dat men altijd met Britse trucks wilde rijden. Dus er waren Leylands te zien, Bedfords, maar voor het distributiewerk in de steden kwamen Commers in gebruik.

En dat oude merk Commer was een bijzondere truckfabrikant omdat het al vroeg wagens verkocht naar de VS of componenten die dan weer onder licentie werden geproduceerd tot specifiek op die markt afgestemde wagens. Commer werd op enig moment in haar bestaan overgenomen door een andere Brits merk, Humber. Commer bouwde allerlei trucks en bestelwagens tussen 1926 en 1978, de door mij door het familieverhaal geregistreerde typen allemaal van het type R741 die met hun bolle cabine en kenmerkende voorruit met spijl zowel modern als wat ouderwets aandeden. Andere wagens van Commer reden o.a. voor Van Gend & Loos. In sommige markten kwamen dezelfde trucks uit als Karrier, nog zo’n typische merk uit die tijd en in die jaren allemaal opgeslokt door Chrysler uit de VS. De Commers waarover ik het heb hadden soms een 2-takt dieselmotor en waren daardoor best aparte wagens.

Men had ook bestellers en busjes in het 1-tons segment in de aanbieding en die zag je hier ook nog wel eens rondrijden. Naast het gebruik van Coca Cola (wagens met rechts stuur want dat was handig voor de chauffeurs die in die steden constant in en uit moesten stappen en dat het liefst deden aan de stoepkant) kwam je die wat grotere Commers/Karriers hier niet zo veel tegen. Net als mijn verhaal rond Coca Cola op enig moment een einde kende (het bedrijf verplaatste haar productie naar Hazerswoude) gold dat ook voor die Commers.

Ze dienden trouw de frisdrankengigant en verdwenen daarna van het toneel. Stiefpa stopte er intussen ook mee en ging weer een andere richting op. Commer zelf werd net als Karrier gesaneerd door Chrysler dat er daarna het merklabel Dodge aan hing wat nog decennia lang werd gevoerd. Na 1976 was er geen Commer meer in het aanbod van de Britse truckindustrie. Jammer maar helaas. Maar dat verhaal van dit merk met een persoonlijke inkleuring blijft uiteraard in de familiegeschiedenis behouden. (Beelden: Archief/Internet)