Terug naar het NMM..

Terug naar het NMM..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-18-img_1187.jpg

Op de 23e maart jl schreef ik al over die vliegbasis Soesterberg in het midden van ons land en wat dat in het verleden persoonlijk met me deed en nu nog doet. Maar ik schreef ook even zijdelings over dat fraaie Nationaal Militair Museum dat juist dezer dagen het bezoeken zo waard is. Nou dat deed ik zelf dus in diezelfde week dat mijn vorige blog verscheen voor de vijfde keer. Ik wist dat er wat wijzigingen waren doorgevoerd in de expositie, dus reden te meer om er weer eens heen te gaan. Met de Museumpas is dat ook relatief simpel, want je hoeft daar niet eens voor langs de kassa als je zo’n kaartje bezit.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-10-img_0821.jpg

Hoe dan ook, nieuw in deze enorme grote hallen van het museum is de grote vliegende vrachtwagen van onze Luchtmacht, de Boeing CH-47D Chinook. Deze met twee turbinemotoren en grote rotoren uitgeruste heli kent wereldwijd heel wat gebruikers en onze strijdmacht heeft er flink wat missies mee uitgevoerd in binnen en (ver) buitenland.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-6-img_0824.jpg

Intussen vliegen we bij de krijgsmacht met veel modernere uitvoeringen van het zelfde werkpaard en worden de oudste machines van dit type, zoals deze, in een museum gestald of gesloopt. Van de Amerikaanse bijdrage aan onze verdediging was bij mijn recente bezoek trouwens niets meer te vinden. De fraaie F100 in USAF-kleuren die ik de vorige maal nog zo bewonderde was verdwenen. Alvast vooruitlopend op de politieke afstand tussen Amerika en Europa??

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-4-img_0843.jpg

Het buitenterrein liet dit keer twee oud gedienden zien, een in matige conditie verkerende Sabre-jager en een Spitfire die ook niet meteen in ‘ready to rumble’ staat verkeerde. Nu heeft het museum de nodige machines en voertuigen die men opknapt en wisselt met andere dus het kan zo maar dat we ook bij een volgend bezoek worden verrast. Wat dit museum trouwens goed doet is voorlichting geven over alle aspecten van de krijgsmacht.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-3-img_0857.jpg

Daarbij domineren de Koninklijke Land- en Luchtmachten, van de Marine is weinig terug te vinden. Overigens krijgt ook de Koninklijke Marechaussee de nodige aandacht en dat spreekt ook wat bezoekers aan zagen we. Wie wil weten hoe onze krijgsmacht er voor stond tijdens de Koude Oorlog zal meteen zien dat we er toen veel sterker in stonden dan nu.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-5-img_0828.jpg

Al die verhalen over uitbreiding van de dreiging en de kosten die te maken zijn om ons tegen ‘de vijand’ te kunnen verdedigen verbloemen het feit dat met name de VVD de afgelopen 20 jaar heeft bijgedragen aan een ontstellend grote ontmanteling van ons militaire apparaat. En dat met ernstige gevolgen. We hadden de wapens, de mensen en de mentaliteit. Maar die zijn met dat links-liberale denken grotendeels verdwenen. Hoe dan ook, ik blijf dit relatief nieuwe museum een warm hart toedragen. Omdat feiten hier in woord en beeld maar zeker in materiele zin realistisch worden gepresenteerd.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-12-img_0826.jpg

De mensen die namens het museum rondlopen zijn vriendelijk, de toiletten goed bereikbaar en schoon en de atmosfeer plezierig. Nu troffen wij het dat een relatief rustige dag betrof, het kan hier door schoolbezoek of wat ook soms best druk zijn. Maar dat was dit keer niet het geval. Ik kijk nu alweer uit naar een volgend bezoek. Eens zien wat men nu weer gaat bieden dan… (Beelden: Yellowbird collectie)

In mei leggen alle vogels…

In mei leggen alle vogels…

–een ei…Dat is een kreet die geboren Nederlanders bekend voor zal komen. Maar de vraag die er op kan volgen is dan meteen…;hoe ontstaan die eitjes die de vogels leggen? Of de kleine kittens van de poes, de puppies van de hond of de kikkervisjes? Om het over baby’s maar niet te hebben. Opvallend genoeg blijkt dat Nederland op het gebied van voorlichting eerder achteruit gaat dan vooruit. Een direct gevolg van de vertrutting? Terwijl men op school al vroeg te maken krijgt met zaken als ‘wat wil ik later worden….een jongen of meisje’ of ‘hoe ontdek ik dat ik homo/lesbisch ben’ wordt het echte werk, waar je daadwerkelijk iets aan hebt in je leven veelal omzeild of vergeten.

Resultaat, steeds meer jongeren die elkaar bezwangeren, misbruik, soa’s etc. Ooit lag Nederland op dat punt van de voorlichting een eind voor op andere landen. We waren open over hoe dat nu zat tussen seksuele partners. Van bloemetjes en bijtjes stapten we over op duidelijke uitleg rond wat je mag verwachten als je met elkaar in bed stapt. Zelfs ouders durfden die stappen aan. Maar dat ligt al weer een tijdje achter ons. Na de seksuele openheid van pakweg een jaar of 20 terug stappen we nu weer terug richting de jaren van de spuitjesgeur en het verzwijgen van wat nuttig, mooi of lekker is. Want wie durft zijn kinderen uit te leggen wat seks is? Hoe erotiek of masturbatie hoort bij ontdekken en klaarkomen met name voor meiden een voorbereiding voor het echte werk later?

Ik vrees maar weinig ouders. Het is ook lastig, al was het maar omdat jij je zelf schaamt voor al die begrippen en niet wilt toegeven dat je zelf ook bezig bent met het onderwerp of de uitvoering. Dus hopen we maar dat de kids het in de praktijk zelf uitvinden. Of dat de school ze iets bijbrengt, maar ja die is bezig met wat ik al beschreef. Alsof dat de norm is. De zoektocht mag best enige begeleiding krijgen denk ik. Want als gezegd, de rapen zijn gaar als bijvoorbeeld jouw 15-jarige dochter moet bekennen dat ze het zelf heeft uitgezocht en nu zwanger blijkt of een soa heeft opgelopen. Dat wil je toch niet? Nou dan! Ik pleit voor goede gymnastieklessen, zwemonderwijs en ook seksuele voorlichting die ergens over gaat. Indertijd kregen wij die eerste twee wel, dat laatste kwam onder die bloemen en bijenverhalen afgedekt tot ons. Gelukkig ontdekten wij het zelf wel. Amsterdamse jongens wisten al snel waar de mosterd van Abraham verstopt lag. Maar of dat nu allemaal meteen zo goed ging? Ook toen al moest er op jongere leeftijd regelmatig getrouwd worden. En dat leverde zelden goede relaties op. Dus kom maar op met je voorbeelden over hoe jij bent voorgelicht dan wel dit zelf deed richting de nakomelingen. Onderwerp is er belangrijk genoeg voor en zeker interessant…. Voor je het weet is mei voorbij…. (beelden: archief)

Verkopen blijft een vak…

Verkopen blijft een vak…

En reken maar dat ik mij op dat gebied iemand met ervaring noem. Toch een paar decennia dat vak uitgeoefend dan wel aangestuurd en later zelfs anderen er in getraind. Verkopen valt vrijwel niet te leren aan hen die er geen talent of interesse voor bezitten. Je moet er ook plezier in hebben en zij die het talent bezitten kunnen alles verkopen. Ook dingen die niet echt makkelijk zijn te slijten. En in mijn carriere heb ik voldoende jonge lieden gezien die meenden dat ze door God gezonden waren om dit vak uit te oefenen maar al snel door gebrek aan inzicht of aanpak door de mand vielen. Nee, niet makkelijk en dus echt een vak.

Ook al heet dat tegenwoordig dan al snel ‘manager dit of dat’, het blijft gaan om het aan de man/vrouw brengen van artikelen, services of diensten. En onlangs waren wij weer eens aan de klantzijde van dat vakgebied actief. Meubels vroegen om vervanging vonden wij, dus ‘laten we eens rondkijken wat er zoal te koop is…’. Met een redelijk idee van wat we zochten, een lijstje dat voor ons van belang is, gingen we in de omgeving van de hoofdstad onderweg.

De eerste winkel die we bezochten was een grote in zijn soort. Bekend in en buiten de regio, met een aanbod wat je al snel duizelt. Los van de dame aan de balie die ons welkom heette bij de receptie van die firma werden we tijdens onze tocht door die enorme zaak heen verder compleet genegeerd. We kwamen heel wat ‘verkopers’ tegen. Jong, fris, kakelend met elkaar over het weekend of zo, leuk in een bedrijfs-outfitje gestoken, maar nul interesse in ons. Dan maar eens kijken aan de overkant. Zit een kleiner bedrijf waar we ooit jaren terug al eens eetkamerstoelen kochten. Meteen na betreden van die zaak welkom geheten door een verkoopster. Bezig met andere gasten, maar hield ook ons in het oog. Van het totale aanbod daar (al meer in ons straatje dan in die grote winkel van de buren..) vonden we twee meubels de moeite van het nader bekijken waard.

De verkoopster kwam ons achterop en vroeg wat we zochten. Liep mee, legde uit, vertelde wat allemaal kon en dat ‘we als we zeker wisten wat we zochten nog eens terug moesten komen’. OK…dus vroeg ik om een visitekaartje. Dat kreeg ik. Ze vergat wel haar naam er op te zetten, maar keek en vond ons wel in haar klantenbestand van een aantal jaren terug. Via via werden we later door een lieve vriendin getipt over een ketenwinkel die in heel Nederland te vinden was en waar de tipgeefster vanuit haar familie goede ervaringen mee had. Opgezocht. In de Bollenstreek zat er een filiaal. Dan maar een dagje die kant op. Leuke en smaakvol ingerichte winkel waar je naast keukens ook je hele huis verder kon (doen) inrichten. Door diverse mensen welkom geheten. ‘Kijk maar lekker rond en wij zijn er als…’. Dat deden we. Al snel hadden we een meubel of 6-7 gevonden die ons wel bevielen. De dame die de verkoop deed kwam naar ons toe, vroeg wat wij voor persoonlijk wensenlijstje hadden, vulde daarna in wat qua kleur en stof bij ons zou passen, liet ons overal twee, drie keer op proefzitten en gaf duidelijke adviezen. ‘Doe dit en wij bieden dat…, wij kunnen ook dit en dat voor u organiseren’. Met koffie en thee plus een koekje. In alle rust, en dus uiteindelijk daar de order laten opschrijven. Wat wij impulsief ook deden was dat we ook meteen een lekkere qua kleur bijpassende stoel met een goede prijs kochten die we zelf hebben meegenomen. Was in de aanbieding maar moest je dan wel zelf transporteren. Nou, met een beetje Tsjechische stationcar geen probleem natuurlijk. Kortom, een verkoopster die het snapte. Haar vak, ons genoegen. Nu maar hopen dat de levering net zo gaat als dat verkooptraject. Maar gek genoeg heb ik daar wel vertrouwen in. En dat laatste geeft mij bepaald niet elke ‘adviseur’. Integendeel. Verkopen is dus een echt vak en als je goed oplet zie je vaker hoe het niet moet dan wel. Hoe zijn jullie ervaringen op dat punt? Tevredenheid of ook verhalen over hoe mensen hun vak echt niet verstonden?? Ben benieuwd…. (Beelden: Archief/internet)

Duur genoegen; Aviodrome…

Duur genoegen; Aviodrome…

Het was eind november vorig jaar dat zoonlief me aangaf dat hij wel met me naar het Aviodrome op Lelystad wilde voor een bezoek aan dat luchtvaart themapark. Nou dat deden we uiteraard. Ik was er zelf al minstens een jaar of 5 niet meer geweest en had wel enige nieuwsgierigheid rond wat men er nu doet aan luchtvaarteducatie op die plek. Want dat lijkt in Nederland tegenwoordig vrijwel niet meer aanwezig te zijn door alle linkse retoriek die vooral op deze sector is gericht.

Hoe dan ook, goed bereikbaar als altijd, ruime parkeergelegenheid, verbouwde entree, aardige mensen die je de weg willen wijzen. Maar die ken ik daar wel. Dus als oude gids voor zoonlief dat museum door. Er is veel te zien. Men heeft alles nu in historische opstelling staan, waardoor je naast allerlei audio-visuele zaken ook de oude vliegtuigen stuk voor stuk te zien krijgt.

En die collectie is omvangrijk en zeker ook smaakvol opgesteld. Juist door de afwisseling blijft het boeien. Herindeling van de collectie zorgt ook voor even zoeken naar vaste waarden als die leuke en ooit van de sloop geredde cockpitsectie van een Transavia-Caravelle. Maar die is niet meer toegankelijk en slijt nu een kwijnend bestaan als muurbloem.

Over lage en hoge gangwegen zie je de grote hal en alles wat daarin staat. Fokkers, Douglassen, Lockheeds etc en je kunt doorlopen naar de enorme Boeing 747 naast die hal. Maar daarbij valt meteen op dat onderhoud aan de buitenkant van dit toch unieke toestel niet wordt gepleegd. Men heeft er de mensen en het geld niet voor. Zonde hoor. Buitengekomen zien we een prachtig opgeknapte C54 Skymaster in kleuren van de KLM maar ook een aardig verloederde Lockheed Neptune van de MLD. Zelfde verhaal, geen echt onderhoud.

Iets wat ook de aloude Antonov 2 tweedekker parten speelt die op moment dat wij er waren min of meer als vuilnisbak voor spelende kinderen diende. Moet anders kunnen. In de technische hallen aan de overkant van de grote expositieruimte staan veel restauratiepropjecten. De unieke DC-2 in de kleuren van de oude Uiver van KLM. Vloog ooit, maar gaat vermoedelijk een onzekere toekomst tegemoet. Ook de Noorduyn Norseman waaraan men werkt lijkt pas over een jaar of 15 af te komen. Het tempo van het werk zeer laag.

Nieuw is een expositieruimte in een nieuw kleiner gebouw waarin de straalmotor en haar ontwikkeling aandacht krijgt. Via audiovisuele presentaties (met automatisch openende deuren, je kunt er niet eerder uit..) wordt je via via geleid naar een ruimte waar een Gloster Meteor is ondergebracht, de eerste straaljager van onze luchtmacht. En daarnaast weer een compacte hangaar waar ook de nodige straalmachines staan tentoongesteld. Al met al een interessante aanvulling op het al langer bestaande. Het oude (nagebouwde)stationsgebouw van Schiphol uit de jaren dertig van de vorig eeuw, was tijdens ons bezoek ingericht als ontvangstruimte voor Sinterklaas, en dus niet echt te bezoeken. Jammer. Alles bij elkaar opgeteld, het is er wel lekker druk, er is veel te zien en te beleven en je kunt hier vooral kinderen laten zien waarom wat ze op school of elders horen over vliegtuigen niet deugt. Maar dit terzijde. Het uitje kost ook geld. Entree is bijna 2 tientjes p.p. voor volwassenen. Met mijn museum-jaarkaart was/is het gratis. Maar de blijheid gaat wel wat over als je ziet dat je hier altijd een dagkaart moet betalen voor 2 uurtjes parkeren. Tegen E.7.50 per auto. Best stevig. En dan hebben we de catering nog niet bezocht. Nee, helemaal positief kan ik er niet over zijn. Daarvoor dienden nog te veel puntjes op de i te worden gezet. Maar wie weet is dat binnenkort wel gedaan. We gaan het over een tijdje weer eens zien…. (beelden: Prive (c)Yellowbird photo)

Droommuseum…

Droommuseum…

Hoewel ik niet mag klagen over de mij toebedeelde (of is het nu toe geeigende..) ruimte in huis om daarin mijn mini-museum annex bieb te huisvesten, is de ultieme droom toch wel om nog eens een echt museale omgeving op te vullen met wat ik door de jaren heen zoal om me heen verzamelde. Inclusief beelden die al dan niet bewegen. Wie, net als ik, gek is van alles wat met transport over de weg, rails of door de lucht beweegt snapt meteen wat ik bedoel.

Velen zijn overigens tot zo’n museale omgeving geroepen, weinigen uitverkoren. En ik ben met die groep lieden die smachten naar meer ruimte zeker niet uitzonderlijk. Je hebt allerlei soorten verzamelaars, je komt ze tegen in diverse kringen en met onderscheidende soorten collecties. Van postzegels tot echte trams, van teddyberen tot WC-brillen. Het begint meestal bescheiden met een klein stukje vitrine of boekenkast, een schuurtje of garage wellicht, maar veelal loopt het daarna danig uit de hand. Dus ga je, net als ik, dromen over huizen of gebouwen waarin je alles wat je zoal om je heen koestert kunt uitstallen en er de nodige verhalen over wilt vertellen dan wel kennis delen. Soms zie ik wel eens van die huizen ergens te koop staan.

Maar meestal overstijgen ze twee tot drie keer het eventueel beschikbare budget. En dan moet je vaak nog gaan (ver)bouwen voor dat gewenste museum. Eigenlijk zou ik zelf wel willen kiezen voor een qua omvang relatief bescheiden huis als daar een grote loods of zo achter stond die zich liet verbouwen tot… Maar ja…ik heb er heel wat bekeken door de jaren heen maar altijd stonden ze op plekken waarvan ik dan dacht…’Tja, dat is wel ver weg…’, dus ook niet alles. Collega-verzamelaars loeren daar ook op natuurlijk.

Sommigen verbouwen een garage aan/in hun huis tot ultieme mancave, maar ja, haal daarna maar eens een hoop mensen binnen. Je wilt daarbij ook niet de deuren open stellen en mensen binnen halen die later nog eens onuitgenodigd terugkomen. En echt, ook dat is al gebeurd. Net zoals in de wereld van de autodealers of fietsenhandelaren dan wel telefoonwinkels. Altijd blijven er lieden rondlopen die wat jij zoal verhandelt of laat zien gratis willen ‘inkopen’. Nee, dat is het dus ook niet. Blijven daardoor alleen al de wildste dromen. En op mijn geachte leeftijd komt van al dat verhuizen wellicht ook niet veel goeds meer. Blijft de optie om de boel te verkopen en op te ruimen. Een halve eeuw verzamelwoede. Keurig gerangschikt…maar niet gratis. Al was het maar om al die onuitwisbare herinneringen. Iets wat een niet-verzamelaar helemaal niet kent of wil kennen. Logisch. Maar ik ben blij dat ik af en toe nog van die jeugdige dromen heb rond dat museum….Het houdt me jonger dan ik ben. En zo hoort het ook….Toch? (beelden: prive)

Tempel…

Tempel…

‘Ons lichaam is een tempel en blijft het best intact als we ons houden aan de wetten van Reinheid, Rust, Regelmaat en Regels van den Kerk met de grote K’. Die fysieke tempel was ons volgens die leer door God gegeven om goed voor te zorgen en er zeker geen misbruik van te maken. De Reinheid was daarbij wel een dingetje. Want in onze kinderlijke oren en ogen bestond die vooral uit het dagelijks reinigen van dat wat door het gebruik vervuilde. Zeker als je de dagen van toen deels op straat doorbracht en daar allerlei spelletjes speelde die maakte dat je soms onder de bagger thuiskwam. Maar het betekende natuurlijk ook iets anders. Je diende de lichamelijke lust te bedwingen tot je op een leeftijd was gekomen dat je die in de juiste kanalen mocht leiden. Kanalen die bij de andere sekse weer rein werden gehouden tot dat grote moment. Want het betreden van de tempel bij de ander was een kunst op zich temeer omdat daarbij Gods water over Gods akker diende te vloeien en je dat water vooraf niet mocht verspillen.

Nou dat was indertijd best een dingetje. Daarvoor bestond er die Rust. Met de handen boven de dekens en lakens en natuurlijk weg van die symbolische kraan of gootsteen waar dat water maar uit of in kon vloeien. Rust was ook nodig omdat je de volgende dag soms weer vroeg geacht werd tijd te besteden aan de versteende tempel van de Heer die in ons geval vlakbij om de hoek gezeteld was. En waar al die geboden en verboden om je oren vlogen. Daarbij was Regelmaat natuurlijk een handige aanbeveling. Hoe meer je in dat jargon geloofde hoe sterker je verbonden was met de Regelgeving van de enige ware kerk van Rome. Nou ik kan je verzekeren dat dit allemaal redelijk goed ging tot de persoonlijke kraan soms tot een brandslang werd waarop constant druk stond en het met de Rust al snel gedaan was. Reinheid diende nog slechts een doel, zo snel mogelijk voorbij die op het oog dikke deuren van die tempel elders te komen zodat je wist waarover het allemaal ging in die omfloerste teksten van al die ge- en verboden.

Opvallend was ook dat bij het echte leren van waarover het allemaal ging, ouders in onze tijd geen rol van betekenis speelden en de zwartrokken van de kerk toch vooral meenden dat die reinheid zich beperkte tot bijen die bloemen bevruchtten. Terwijl wij thuis eerder last hadden van wespen dan van bijen. Nee, het betere hand en spantwerk moest je zelf maar uitzoeken allemaal. En dat ging niet in alle gevallen goed. Ik heb heel wat voorbeelden gezien van vrienden uit de straat of zelfs familie waarbij dat Gods water zorgde voor een iets minder gezellig gevolg. Dan moest er getrouwd worden en was het maar de vraag of die verbintenis onder dwang ook tot het gewenste resultaat zou leiden. Tegenwoordig zie ik jongens en meiden die zich eerst eens goed uitleven en met dat water smijten alsof het niks kost. Die na pakweg negen of toen relaties menen toe te zijn aan een echte werk met de ware en waarbij dat water goed kan dienen om een nieuwe generatie op de wereld te zetten. In de hoop dat die zich op andere wijze tot de tempel verhouden als wij dat moesten. Intussen is mijn tempel door de jaren heen altijd keurig onderhouden. Veelal goed voor gezorgd. Tuurlijk moest er wel eens iets gerenoveerd worden, maar de kern is gezond. En ik hoop voor mijn gewaardeerde, lezers, dat dit ook voor jullie geldt. (Beelden: Eigen collectie)

Leven met de vliegende pijl – hoofdstuk 54 – Relatie met de autojournalistiek..

Onbekend maakt onbemind. Oud spreekwoord met een grote kern van waarheid. Gold zeker voor de relatie die Skoda indertijd had met de auto-journalisten in ons land. Volgens veel van die lui was alles wat van achter het toenmalige IJzeren Gordijn (>1989)vandaan kwam maar ’niks’ en van een eventuele rijke geschiedenis wilde men ook al niks weten. Ik merkte dat indertijd zelf al aan den lijve toen ik als Skoda-rijder nog eens in conflict kwam met de redactie van AutoVisie die de nieuwe Skoda’s van 1977 tijdens een rijtest tot de bodem afbrandde. Naar later bleek mede omdat de importeur van toen, Englebert, niet in het blad bij die test wilde adverteren, maar dit terzijde. Met de modellen waarvan de motor achterin gemonteerd zat was vrijwel niks positiefs te bereiken bij het toenmalige ego-gerichte journaille.

Er werd vaak graag wat lacherig over gedaan, men schreef veelal maar wat en dacht dat het allemaal geen kwaad kon. Bij de Favorit vond men die auto op zich nog wel redelijk, maar de prijs weer niet, vervolgens was de Felicia ‘eigenlijk een verkapte Favorit’ (wat hij zeker niet was..). Altijd wist men het beter dan de echte professionals die met het merk werkten zoals ik. Dat heeft soms heel bijzondere gesprekken opgeleverd. Ik was niet zo van het gelijk erkennen van lieden die wellicht nog wel aardig konden schrijven over auto’s maar met Skoda of haar geschiedenis weinig op hadden. En zich ook niet echt verdiepten in de rijke geschiedenis van het merk of haar land van herkomst.

Elke Opel of Alfa werd bijvoorbeeld al snel de hemel ingeprezen, een Skoda moest wel heel erg goed zijn wilde men er positief over berichten. De uitzonderingen daar gelaten. Later las ik in een boekwerkje van journalist Ted Sluymer hoe die zaken achter de schermen gingen of gaan. Welke dingen meespelen en waar je op moet letten bij de omgang met auto-journalisten. Het was wel even slikken toen ik dat las. Natuurlijk lazen journalisten zelf liever niet wat Ted Sluymer schreef, maar hij had vast geen o n gelijk! Wij hadden er wel degelijk mee te maken bij Skoda, elke keer weer.

Maar met de komst van die andere modellen na de toevoeging van Skoda aan de VW-Groep pasten ook de journalisten zich aan. Men werd minder kritisch. Gek genoeg was dat in andere landen soms ook zo, maar er waren ook voorbeelden te vinden waar men veel positiever berichtte over ons merk. Het zat in dat typisch Nederlandse ’beter weten’ en het gebrek aan binding met Nederland als merk. Hoe dan ook je moest er mee leren leven. Toen de wereld van Skoda en Pon veranderd was, zag je dus die houding van de heren (vrijwel geen dame te vinden in dat wereldje op een enkele na) zich aanpassen bij de realiteit van de dag. Men wilde ineens graag mee naar de fabriek om te zien hoe die wagens werden gebouwd.

We vlogen dan met groepen journalisten naar Praag. Gevlogen werd indertijd met KLM of CSA, Economy-Class, want voor meer was op dat moment in de tijd geen budget. Soms werd voor een speciale gelegenheid een toestel gehuurd, zoals het eerder aangehaalde Pon-vliegtuig. Ik ben er voor de verkiezing van de Auto van het Jaar waaraan de Fabia zou meedoen nog wel eens voor naar Praag gevlogen met een journalistieke delegatie van vijf man. Het was een utopie te denken dat de Fabia ook maar een minieme kans maakte op winnen van die titel, maar je deed je best. Andere merken deden meer, veel meer soms. Dat smeerde het mechaniek van de stemming vrees ik. Ook daarover berichtte Ted Sluymer indertijd! Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda)-Toegevoegd…1e druk boekjeTedSluymer.,..

Tommie krak….

Tom Tom Start START_UI_LargeHet moderne wegverkeer kan niet meer zonder even moderne navigatie en meer. Zo lijkt het althans. De tijd van Shell-boeken en soortgelijke kaarten is wel wat voorbij. Een beetje auto heeft dat spul allemaal standaard ingebouwd aan boord of het is via de optielijst eenvoudig bij te bestellen. Voor de rest is er de losse navigatieapparatuur van bijvoorbeeld Tom Tom. Handig, en als je even de weg kwijt bent in het woud van files en omleidingen helpt deze apparatuur je snel weer op de juiste route. Mijn eerste navigatie/apparaat was van de simpele soort. Zoonlief kocht hem voor me en dat leerde me dat je zonder die dingen maar wat zit te klooien al ben ik dan zelf nog wel in staat om ook zonder dat een geografisch redelijk juiste koers in te leggen om bij bepaalde plekken te komen. De Mio kende maar een groot probleem, zonder verbinding met de accu in de auto deed hij weinig meer en updates kon je er niet voor kopen. Dus kocht ik mij twee auto’s geleden alweer een TomTom. Aardig ding, sneller dan de Mio en in handzaam formaat. Keurig in een hoesje zodat hij niet kon beschadigen. Hij bracht me tijdens onze Nederlandse of Europese trips overal en nergens. Kostte niet zo veel, maar bood opnieuw geen updates. Althans na het eerste gebruiksjaar niet meer.

garmin_010_01532_06_drive_50_lmt_navigation_1216069Als ik hem alsnog wel wilde updaten moest ik meneer TomTom elke keer 40 Euri betalen. Best veel geld bij een apparaat dat nieuw indertijd net aan 100 euro kostte. ‘Toch eens kijken naar een andere’ was nog weleens de opmerking die ik maakte tegen vrouwlief als we weer op een weg reden die de TomTom niet herkende. Maar het kwam er nooit echt van. Tot de Tom door ongelukkig toeval onlangs zijn einde vond. Wij waren onderweg in het zuiden. En af en toe ook met twee mensen extra aan boord van de Blue Angel. Daarvoor verschoven we de voorste stoelen even wat naar voren. Op de laatste dag, op weg naar huis, nog even hier en daar gekeken. Tommie ging tussen de voorste stoelen waar hij niet werd gebruikt. Maar omdat we weer met zijn tweetjes verder zouden rijden schoof ik de stoel van vrouwlief naar achteren. O jee, de Tommie zat samen met een Cd van een van onze favoriete Amsterdamse zangers (..) knel. Snel weer naar voren die stoel. Maar het was al te laat. Tommie had een paar kerven in zijn tot dan gladde vingertiphuidje. Niet dat dit optisch erg was, maar de werking werd ineens heel anders.

garmin-drive-50-lmt-eu_360x360Hij deed eigenlijk plotseling gewoon waar hij zin in had. Bestemmingen opzoeken was er daar niet een van. Einde oefening! We kochten onlangs zijn opvolger. Een ander merk, met levenslange updates op de kaarten voor heel Europa. Met een brok informatie die ik nog niet kende. Zelfs de straatnamen worden uitgesproken, ik word gewezen op tankstations en evt. parkeerplekken. Onderliggend zit een menu met ongekend veel aanvullende informatie. En het scherm is twee keer zo breed als bij Tommie. Die gaat in een elektronisch graf. Garmin is mijn nieuwe merk. En de gegeven informatie door de vriendelijke verkoper bij Media Markt in Hoorn deed de rest. Wat een aardige lui daar. Nu eens zien of ik al jullie adressen er weer in kan krijgen. Wel zo handig.

ASR klantentrouw

AEM - BM2Onlangs liet een van de consumentenprogramma’s zien hoe verzekeraar ASR haar polishouders in de kou liet staan als die een claim durfden in te dienen op de door hen gesloten verzekering voor brand of ander onheil. Als voorbeeld diende een gevalletje schade door toedoen van anderen bij een al wat ouder echtpaar dat via de verzekeraar ruim 47 jaar of zo de premies keurig had betaald. Dat echtpaar werd geconfronteerd met een explosie in een flat aan de overkant, waarbij ook hun huis zowat volledig werd vernield. Van gordijnen tot meubels, vloerbedekking en noem maar op, alles kapot. Dat leek geen probleem, immers goed verzekerd, maar dan heb je buiten de procedures van de graaiende verzekeraars gerekend. ASR vond zelf dat ze niet veel meer dan de dagwaarde hoefde te vergoeden. En die was volgens een door hen ingehuurde ‘schade-expert’ 1450 Euri! De actuele vervangingsschade voor het echtpaar kwam echter eerder in de buurt van de 17.500 Euri. Met elke truc uit het (zelf geschreven) handboek trachtte ASR het oudere echtpaar te overtuigen van het feit dat die door hen vergoede dagwaarde wettelijk geregeld was.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAEn dus ging het echtpaar maar met het bescheiden eigen spaargeld aan de slag en richtte een vervangende woning zelf maar in. Schoonzoon nam het niet en ging in protest. Na enige discussie kwam er een tweede expert. Die constateerde dat de schade inderdaad hoger moest worden vergoed. 5.700 Euri was nu de telling. Nog altijd ver van het actuele schadebedrag. Schoonzoon nam nu een onafhankelijk expert bij schadetaxaties in de arm. Die maakte gehakt van de ASR-experts, de uitspraken van de verzekeraar en ook met de zgn. wettelijke grondslag. Na wat gedoe bleek ASR plotseling bereid om tenminste 15 mille terug te betalen aan haar verzekerden. Maar dat was nog steeds veel te weinig. Dus ging dat gevalletje nog even door.. Wat wel bleek was dat ASR meende dat verzekeren zoiets is als gegarandeerde inkomens verzorgen voor haar eigen organisatie en dat bij schade mensen niet te veel moeten verwachten.

OLYMPUS DIGITAL CAMERADe fraude met die foute levenverzekeringpolissen en zo meer zijn ze daar kennelijk vergeten. Men doet maar wat en laat de eigen klanten in de kou staan als het er op aan komt. Erg is ook dat je dan als organisatie of bedrijf niet bereid bent om tekst en uitleg te komen geven voor de TV als er aan dit geval aandacht wordt gegeven. Laf en vals bedrijf dus. Want als ze een nieuw product uit willen brengen komen ze daar graag over praten.  Het had ASR gesierd juist nu te laten zien dat het een maatschappelijk verantwoord verzekeringsbedrijf  betreft en dat men de eigen klanten uiteraard niet laat zakken in geval van een schade waar deze niets aan kunnen doen. Het is goed dat we allemaal nog eens goed kijken naar waar we voor wat verzekerd zijn. Want 47 jaar premie betalen voor een verzekering die als het er op aan komt peanuts oplevert en niet de vervangingswaarde, lijkt me geen goed advies. Toch die polissen eens opzoeken dan….

 

50Plus

WP_20140916_014Net als in de afgelopen jaren bezochten we onlangs ook weer de zgn. 50-Plus-Beurs. Bedoeld voor hen die de vijf kruisjes voorbij zijn en zich willen oriënteren op de leuke(re) dingen des levens. Of je nu een nieuwe stoel, keuken, auto, fiets of camper wilt aanschaffen, ben je hier aan het juiste adres. Een paar dagen lang komen er tienduizenden mensen af op deze beurs die langzamerhand een goede naam heeft opgebouwd bij de doelgroepen die iets meer te besteden hebben dan het gemiddelde. Voor de een is dat toch dat men een vakantie boekt richting een of andere mooie bestemming, een ander gaat trots met een massagekussen naar huis. Voor ons is het altijd weer een vergaarbak van informatie die we dan later nog eens tot ons nemen. Voor de rest kijken we naar alles wat wordt aangeboden aan producten en diensten, maar zeker ook naar de bezoekers die voorbij trekken. Nou ja, trekken. Er zitten heel vlotte lieden tussen, maar ook buitengewoon trage.

WP_20140916_016Net als vorige keren valt me op dat oudere mensen de neiging vertonen besluiteloos van richting te veranderen of plotseling stil te blijven staan. Doen ze dat is er op zich niet veel mis mee, maar trekken ze een karretje mee (vol folders of producten) kan het leiden tot grote ellende voor andere passanten. Overigens zie je ook veel mensen die nog lang niet tot de doelgroepen behoren voorbij trekken. Maar die gebruiken deze beurs om hetzelfde te doen wat ze normaal bij een Huishoudbeurs zouden late zien als gedrag, maar hier meer rust en orde vinden. Want een ding, oudere bezoekers zijn vriendelijker, socialer en vooral netter dan jongeren. Men houdt de deuren voor elkaar open, bedankt, excuseert en glimlacht. Het is opvallend. Zouden die 50-Plussers dan toch laten zien dat een goede opvoeding vroeger meer werd ingebakken dan tegenwoordig? Er was ook wel iets wat me mateloos verbaasde. 50-Plussers zijn niet allemaal goed ter been. We zagen er genoeg strompelen, achter rollators hobbelen of aan de arm van een (ook al volwassen) dochter of zoon door de hallen slenteren.

WP_20140916_024Waarom de Jaarbeurs dan besluit om de bezoekers in een parkeergarage onder te brengen die is voorzien van steile, smalle en ronduit gevaarlijke trappen is me een raadsel. Want de weg naar de ingang van het complex bleek een en al op- en neergaande trappen te bevatten. Wij zijn kwiek ter been, rennen omhoog en omlaag, maar we zagen genoeg mensen martelen. Dat moet je toch beter doen als organisatie. Maar verder, een leuke beurs, met voldoende plekken om even te zitten, wat te drinken of te eten en vooral met elkaar te kwaken. Want dat doen 50-Plussers ook graag. Gewoon een praatje met mekaar houden.