Dierenvriend(in)…

Dierenvriend(in)…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: sunshine.jpg

Het was in augustus 2008 dat we medeblogster Petra ontmoetten. Bij haar thuis tijdens de eerste weblogmeeting die wij (vrouwlief ging met me mee als belangstellende..) bezochten. Enthousiast schrijvend aan 4 verschillende blogs op dat moment vond ik dat ik de intussen bekende bloggers van toen toch eens in de ogen wilde kijken. Petra uit Gorinchem meldde zich als organisator. Zij had dat in zich, want was ooit voor zover ik me herinner, actief geweest op cruiseschepen als gastvrouw. Het was dus puik geregeld bij haar. In de tuin, tussen diverse hokken waarin ze dieren opving die een slecht leven hadden moeten ondergaan. Het maakte haar niets uit welke soort het was, alles werd met veel liefde opgevangen en verzorgd. Daarnaast was ze een gezellige kwek met een gulle lach. Of het haar nou altijd goed ging? We wisten het op dat moment niet. Later ontdekten we dat ze haar dierenliefde vaak duur bekocht en ontvangen gelden liever aan die dieren besteedde dan aan zichzelf.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: peet-en-zus-rommelmarkt20open20havend_208-5-102000005.jpg

En er was een gezondheidsprobleem. Samen met ex-blogster en nu lieve vriendin Thamara bezochten we haar later nog wel eens en namen dan wat lekkers voor de dieren (en haar) mee. Het werd zeer gewaardeerd. Het actieve bloggen was intussen gestopt. Op Facebook was ze nog wel actief en deelde dan vaak stevige meningen over mensen die dieren verwaarloosden of ze zocht mee als er weer eens een kat of hond in de omgeving van haar woonstek was weggelopen. Het contact bleef, zij het op afstand. Tot we onlangs ineens een kaart thuis kregen. Petra was overleden. Veel te jong, plotseling. Haar hart was gestopt…. Best confronterend! En al weet je dat het leven niet oneindig voortgaat, we hebben allemaal wel voorbeelden van onverwacht verdwenen familieleden, vrienden of kennissen, deze kwam best binnen. Hoe dan ook, Nederland mist een grote voorvechtster van dierenrechten en iemand die elk dier dat aandacht en warmte nodig had dat ook meteen aanbood. Soms ten koste van zichzelf. In de Hemel is vast een plekje voor haar ingericht. En weet ze zich opgevangen door al die dieren die haar voor gingen maar wel na een gekoesterd leventje in dat volle huis in Gorinchem. (*Beelden: Archief)

Onderscheid…

Onderscheid…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_6269.jpg

Een fysieke scheiding tussen culturen is iets wat we allemaal kunnen bekijken als we eens in onze al dan niet directe omgeving rondkijken. Niemand zal zich verbazen over het feit dat er heel andere mensen wonen in Wassenaar dan in pakweg Oude Pekela, maar dit soort scheidingen der geesten kom je ook al tegen in de grote steden. Tijdens de afgelopen Koningsdagen aan het einde van april maken wij dwars door de stad lange wandelingen om zo de feesten en vrijmarktjes te bezoeken maar ook te zien hoe groot het onderscheid is tussen hen die in bepaalde buurten wonen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: waterlooplein-p2210008.jpg

Zo is er een Amsterdam-Oost een enorme scheiding tussen wat er zoal in de Watergraafsmeer woont en de letterlijk hoger gelegen arbeiderswijken van oud-Oost. In de ‘Meer’ wonen veel Yuppen in fraaie huizen en appartementen waarvan de waarde veel ver boven de miljoen euri uitstijgt. De manier waarop men hier het oranjefeest viert is altijd sfeervol, beetje alternatief, maar ook echt gezellig. Kom je boven de Ringvaart loop je door Klein-Marrakesh en is het lastig om nog een Nederlands gezicht tegen te komen. In het chique Zuid gaat het net zo.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: plantage-middenlaan-p4080069_edited.jpg

De daar woonachtigen spreken een andere taal, en dan bedoel ik dat ze veelal met meel in de mond Nederlands praten. Daarnaast hoor je veel Engels, Japans, en zie je aan de ‘handel’ dat men zichzelf vooral antiekhandelaar waant. Vuilnis wordt hier niet verkocht. Daartoe ben je in Oud-Zuid in die oude buurt van de Pijp en zo meer welkom. Waar je weer vooral Surinaamse, Marokkaanse of Turkse mensen tegenkomt. Andere mensen, andere sfeer, maar zeker niet minder gezellig. Oranje verbindt de culturen. Ook als er veel onderscheid is in inkomen en studie. En ik ga er zonder meer vanuit dat dit voor ons hele (kleine) land geldt. Mensen zijn een product van hun afkomst, opvoeding of opleiding. De een koopt een huis voor een miljoen, de ander is blij de huur van deze maand te kunnen betalen voor een appartement van 50m2. Maakt niemand minder hoor. Leuk was ook dat ik in die dure Watergraafsmeer twee aardige jonge vrouwen hoorde praten met elkaar. De een had vroeger in deze buurt gewoond. Maar zou er nooit meer terug willen. Want die straten…. Ze woonde nu in het Gooi, was goed getrouwd en had vrij uitzicht op alle groen daar. Ze oogde als knap, jong, blond en reed vermoedelijk in een Tesla. Normen en waarden, het gevoel dat je je kunt verheffen boven je oude woonbuurt. Ook al zijn de huizen in haar oude buurt vrijwel net zo duur als in datzelfde Gooi…. Het kan verkeren…(Beelden: Prive)

Armoede…

Armoede…

Ik stam nog uit een tijdperk waarin armoede onder normale Nederlandse gezinnen iets was dat in bepaalde lagen van de bevolking min of meer verscholen toch altijd aanwezig bleek. De na-oorlogse economie was nog niet op stoom en als de ouders niet behoorden tot de van oorsprong rijkere lagen der bevolking moest er heel hard worden gewerkt om alle monden te voeden.

Doordeweeks dus veelal schraalhans keukenmeester, in het weekend een stukje vlees naast de groenten en pudding toe. Een enkele kledingkast waarin alle kleding van de diverse gezinsleden kon worden opgeslagen omdat er niet zoveel viel op te slaan en wassen in de tobbes die in vrijwel elk gezin nog van zink gemaakt terug te vinden waren. Waren we gelukkig? In zekere zin wel. Je wist niet beter en bij de buren was het gras echt niet groener. Beter gesteld, die hadden soms helemaal geen gras. Pas in de jaren zestig begin de welvaart overal door te dringen.

Ik heb juist die periode zeer bewust meegemaakt. Radio en tv in huis, een auto voor de deur, een eigen brommer, voldoende kleding om niet met doorgeschoten spullen onderweg te moeten. Nederland leefde op. Er kwam meer en beter eten op tafel, vakanties werden genoten (wij deden dat ook al in de jaren 50 overigens..) en mensen kregen de kans te verhuizen naar de ‘betere buurten’ in en buiten de stad. Sindsdien zijn hele generaties opgegroeid met welvaart en soms pure luxe.

Totaal andere huizen, nog meer gevarieerder en beter eten, kleding voor elke dag afwisselend en soms met schoenenkasten die uitpuilen van de peperdure sneakers. De laatste nieuwe iPhone moet en als je geen merkkleding draagt wordt je de paria op de scholen waarop je tot je 25e kunt verkeren om een soort van opleiding af te maken. Daarna neem je een jaartje rust en gaat dan eens op zoek naar een baan. Liefst een waar je niet te moe bij wordt en ook nog eens top betaald. De wereld in ontkenning want intussen hebben we in Nederland opnieuw armoede. Zo erg zelfs dat velen van hen die treft terechtkomen in de bijstand, bij voedselbanken of erger.

Het vangnet van de sociale voorzieningen door welke oorzaken ook, compleet uitgerekt of leeg gegeten. Minstens 1 miljoen Neder/medelanders die dit treft. Kinderen soms zonder ontbijt naar school en nogal eens alleen thuis omdat de ouders wanhopig trachten met hard en vies werk alsnog iets te bereiken voor hun kroost. Daar geen luxe en welvaart, maar elke dag de strijd voor het bestaan. En nee, ik heb het hier niet over hen die te beroerd zijn om op te staan omdat ze menen dat zij aan unieke kwalen lijden of liever van die uitkering leven dan dat ze er voor moeten werken. Het gaat mij om hen die kansarm zijn en er echt iets van trachten te maken. Als je dan de rijkdom ziet van anderen, en nee ik ben zelf niet jaloers, is het wel schrijnend om te moeten constateren dat sommigen wel erg in de verdomhoek zitten. Of ze nu wat ouder zijn, eenoudergezinnen overeind houden of wat ook. Het is een schande. En die schande wordt alleen maar groter als ik zie waarop met name linkse stromingen inzetten in de huidige tijd. Die knokken voor heel andere doelen en doelgroepen. Bijna volksvijandig. Met die armoede tot gevolg. Reden om er nooit op te stemmen. Ik kan niet tegen namaaksocialisten. U wilt me wel vergeven. Intussen neem ik een toastje met kaviaar en drink champagne op uw aller welzijn…..:) (beelden: archief)

Loonslaven…

Loonslaven…

In ons land neigen bepaalde groepen nogal tot het wijzen naar die arme mensen in onze oude kolonieen van eeuwen her als het gaat of ging om slavernij en onderdrukking. Maar ik vrees dan altijd dat men daarbij de eigen geschiedenis wel een beetje overslaat dan wel niet heeft opgelet op school tijdens geschiedenislessen. Natuurlijk is er geen excuus voor de onderdrukking van mensen ten behoeve van het gewin van boven hen gestelden. Zo heeft God het niet bedoeld, en ook zeker Lenin niet toen zij ieder op eigen wijze een Aarde en samenleving in elkaar staken waarin iedereen gelijk was. Toch? In de praktijk van alle dag in die jaren van wat we nu de slavernijtijd noemen, was 95% van onze Nederlandse bevolking straatarm. Men leefde in krotten, plaggenhutten en moest werken tot men er bij neerviel.

De hoge heeren van toen zorgden voor kneveling, de kerken uit die periode hielden dat systeem graag in stand. Immers, arme mensen waren gevoelig voor het geloof, onopgeleiden stelden geen kritische vragen. 7 dagen per week werken was normaal, en honger redelijk standaard. Of je nu turf stond te steken of op een boerderij de hele dag schoven aren bij elkaar gaarde, het resultaat was hetzelfde. Ellende en narigheid. De mensen die in de grote steden woonden leefden veelal in krotten, 5 cm water op de vloer van kelderwoningen normaal en ratten als huisdieren ook. Wie geluk had kon als man aanmonsteren op een schip dat naar een van die verre landen zeilde, maar je wist nooit of je daar aan- of van terug kwam.

Onderweg was de kans op overlijden door harde arbeid en slecht eten groot. Het inkomen karig, maar beter dan niets. Lijfstraffen heel normaal en wie iets zwaarders dan een brood stelen op zijn geweten had kon zelfs rekenen op een enkeltje hemel. Zo stak die samenleving in elkaar. Pas in de jaren na WO2 kwam er iets van welvaart voor het hele volk. Dat nazaten van slaven uit die vroegere eeuwen dan nu claims neerleggen voor schadevergoedingen mag dan vanuit hun standpunt logisch lijken, het is dat niet.

De kneiterlinkse burgemeester van onze stad ging vanuit haar opgelegde politieke correctheid onlangs excuses makend naar Suriname op ‘staatsbezoek’. Maar eenmaal daar werd haar duidelijk dat die excuses niet nodig waren. Men wenste gewoon geld te zien. Omdat vijf generaties na de afschaffing van de slavernij de nazaten van die lui nu wel eens welvaart wilden kennen. De burgemeester was gefrustreerd, haar wereldbeeld ineens een stuk anders. Alles gaat om geld kennelijk. Goh, welk een verrassing. Het blijft wrang voor die arbeiders van een paar generaties terug die zwak, ziek en misselijk hun grote gezinnen overeind hielden door de ruggen krom te werken voor een hongerloon. Nooit excuses gehad van die toenmalige industrielen, de landheren, de kerkvorsten, de adel, de reders of wie ook. Maar misschien ook wel te netjes om er om te vragen. En te bescheiden om ook meteen maar even af te willen rekenen. Daar heb je toch een bepaalde mentaliteit voor nodig. Past niet bij de gemiddelde Nederlanders. Ooit opgevoed met de knoet. Laat toch zijn sporen achter…(Beelden: Archief)

Mercedes-Benz…

Mercedes-Benz…

Voor de meeste mensen een begrip. Mercedes-Benz, luxe merk dat een rijke geschiedenis koppelt aan Duitse degelijkheid en luxe.

In Duitsland vooral bekend onder de eigenlijk meer juiste naam Daimler-Benz. Maar dat is onderdeel van de geschiedenis. De eerste auto van dat merk Daimler-Benz stamt al uit 1886 en het bedrijf behoort daarmee tot de oudste merken uit de autogeschiedenis. Gottlieb Daimler leende zijn naam aan die oer-fabriek. Later ontmoette hij Carl Benz die op eigen houtje ook auto’s ontwikkelde. In 1926 sloten zij de samenwerkingsovereenkomst en ontstond Daimler-Benz.

De naam Mercedes afkomstig van een model dat werd genoemd naar de dochter van een van de heren. En ook die werd later aan de fabrieksnaam gekoppeld. Dat Daimler-Benz werd heel groot voor, maar ook tijdens de oorlog. Men bouwde personenwagens, trucks, aandrijflijnen voor boten, treinen, maar ook vliegtuigen. De DB-601 motor (o.a. in de Messerschmitt Me-109)een geweldig voorbeeld. Meerdere jagers van de Luftwaffe uitgerust met deze motor die superieur was in prestaties en kracht. Zelfs aan de bekendere Rolls Royce Merlin. Na de oorlog kreeg Daimler-Benz de productie snel weer op gang. In 1947 rolden de eerste 170-serie modellen uit de opgeknapte fabriekshallen.

Wagens die nog net voor de oorlog waren getekend, maar in de jaren die volgden steeds werden verbeterd. De grotere 170S uit 1949 baseerde opnieuw op die oude vooroorlogse Mercedes maar kreeg nu ook een dieselmotor die bij taxi-chauffeurs zeer in trek was. Optisch bleef het een ouderwetse auto. Twee jaar later verschenen de eerste 220’s en die hadden voor het eerst de koplampen in de voorschermen zitten en niet meer er bovenop. Een zespitter van 2.2 liter inhoud zorgde voor een rustige en vlotte loop.

Duitse rijken en regeringsvertegenwoordigers waren er gek op. Een doorontwikkeling werd de geweldig fraaie 300 die o.a. een automatische versnellingsbak kende en door Bondskanselier Adenauer werd benut voor zijn staatsvervoer. Met de 300SL sportwagen uit 1954 liet Mercedes zien dat het de vooroorlogse faam redelijk eenvoudig kon terughalen naar de actualiteit. Wat een wagen was dat. Laag, rond, vleugeldeuren en een schitterend knorrende 6-cilinder van 3 liter inhoud die 215pk leverde en de auto opstuwde naar 250km/u. Duidelijk voor hen die het zich konden veroorloven.

1400 exemplaren werden er van gebouwd. En zo ging dat verder met het sterrenmerk. Die ster op de neus stond voor prestige, luxe, comfort en later ook veiligheid. Ook doordat de taxiwereld graag koos voor Mercedessen kreeg het merk een goed imago. Dat ging door tot aan de moderne jaren van nu. Echt een van de grote drie merken uit Duitsland naast BMW en Audi doet Mercedes er alles aan om dat imago te bewaken en de kwaliteit op het hoogste niveau te houden. Naast schitterende diesels en bijzonder zuinige benzinemotoren kent men intussen wat hybrides en elektrische voertuigen, al zijn die qua actieradius nog wat beperkter dan wagens van vergelijkbare andere merken.

Maar de Mercedesrijder maalt wat minder om een schoon imago. Chique en luxe moet het zijn en in de leaseklasse vooral snel. Vandaar dat je daar veel AMG-versies tegenkomt van meer mondane uitvoeringen van Mercedes zelf. 250km/u is nu meer normaal dan uitzonderlijk. Dat je daar een prijs voor betaalt zal duidelijk zijn. In de budgetklasse heeft het merk niets te zoeken. Wel in de luchtvaart nog steeds waar het via deelname-projecten nog steeds actief is. Ook heeft het aandelen in andere merken wereldwijd. Men levert o.a. techniek aan merken in het verre oosten en had ooit Chrysler op sleeptouw toen dat merk dreigde kopje onder te gaan. Daarnaast zette men smart in de markt en bouwt een geweldige reeks bestel- en vrachtwagens die allemaal dagelijks voor onze deuren langs komen met pakjes aan boord of de lokale ambachtsman helpen zijn vak uit te oefenen. Voor Mercedes is China ook een grote en belangrijke markt.

Veel rijke Chinezen laten zich graag in een Mercedes-Benz vervoeren. En in het Midden-Oosten zijn de Maybach-versies zeer geliefd die qua luxe en prestige het niveau halen van Bentley en Rolls-Royce. Daimler-Benz als concern zal nog wel even blijven bestaan. Oud, vertrouwd en altijd met die ster in de neus. Zegt veel zo niet genoeg. (Beelden: Archief)

Digitale humor..

Digitale humor..

Ik heb er vast wel wat eerder iets over geschreven.

Echte humor is in de media naar mijn idee vaak ver te zoeken. Zeker zij die in ons land als humorist worden opgevoerd hebben in hun veelal links ingestoken oeuvre toch vooral belediging van anderen als uitgangspunt. Echte humor is voor een ieder trouwens persoonlijk hoor, geen nood. De mijne is de jouwe niet, en omgekeerd. Voor mij is echte humor vooral te vinden bij mensen uit het verleden. Johnny Kraaikamp Senior had dat, Monty Python, Andre van Duyn, en zeker ook Laurel en Hardy. In mijn jeugd waren die twee helden eigenlijk al mensen uit een ver verleden. Immers hun hoogtijdagen vierden zij in de jaren 20 van de vorige eeuw. Zeker toen de sprekende film was geintroduceerd maakten hun grappen en grollen, de ellende die ze meemaakten, deze twee tot humoristen van ongekend niveau.

Maar ze werden gefilmd in Zwart-Wit, op oude filmrollen die in die jeugdjaren van mij op een andere snelheid werden afgedraaid dan normaal gebruikelijk, wat een versnelde werking had op die slapstickscenes. Later wist men die films te verbeteren zodat je er ook op video of zelfs DVD meer normaal naar kon kijken. Soms bleek dat bekende titels nog wel wat te verbeteren vielen, en hup het lachsucces constant in de herhaling. Onlangs kocht ik mij zelf een DVD die digitaal was bijgewerkt en opgewaardeerd. Tuurlijk, het blijft zwart/wit, maar het laat zich aanzien als een moderne film. En dan ontdek je weer waarom dit zulke professionals waren. Elke scene uitgedacht, humor van de bovenste plank en ik lig al snel in een deuk bij zoveel mallotigheid.

De dikke (Hardy) kijkt veelal met een soort blik van wanhoop in de camera en de dunne (Laurel) speelt de onnozele die nogal eens zorgt voor veel ellende. Aan de andere kant, de diverse boeken en films die over hun leven zijn verschenen maakten duidelijk dat juist Laurel de slimme gast was die constant nadacht over welke grappen er nu weer konden worden bedacht en Hardy vooral genoot van het luxe leventje dat hij toch kon leiden dankzij die films. Die DVD’s (twee in de verpakking met elk vier filmtitels) bekeek ik op wat regenachtige dagen en als ik gewoon even weg wilde van de Covid/Klimaat/voetbal-ellende in de afgelopen maanden. En het bezorgde me een oprecht blij gevoel. Kijk, en dat voor artiesten die dit een kleine 100 jaar geleden op de film zetten en vast niet hadden bedacht dat ze over een eeuw nog zouden worden gezien als voorbeelden van hoe echte humor er uit moest zien. Welke humoristen van nu bereiken dat ook denk je?? En waar ga jij zelf voor qua humor, medeblogger en lezer hier?? Ik geniet al bij voorbaat van de antwoorden… (Beelden: Eigen archief)

Plaag…

Plaag…

Terwijl we ons in deze door Covid19 verziekte tijden druk maakten of nog maken over ons gebrek aan vrijheid of mogelijkheid tot feesten of shoppen is een terugblik naar andere plagen op dit gebied wellicht goed.

In de Middeleeuwen, een periode in onze geschiedenis waarnaar sommige extremistische of ultralinkse stromingen naar verluid gaarne terugverlangen, hield een soortgelijke ziekte ons mensen dusdanig bezig dat er tussen de 75-200 miljoen mensen aan overleden. De Zwarte Dood, oftewel de Pest hield ons meer dan angstig. En die sterk besmettelijke ziekte kwam zelfs twee keer langs om ons op de relativiteit van het leven te wijzen. 25% van de totale Europese bevolking bezweek er aan. Vergelijk dat maar eens met Corona nu. Terugblikkend kwam ook deze ziekte uit het Verre Oosten per schip onze kant op. Zeer waarschijnlijk via besmette ratten aan boord van de toenmalige handelsschepen van de Venetiaanse Republiek.

Met rattenbloed besmette vlooien, toen een heel normaal beestje dat ook onze soort constant belaagde, besmetten veel mensen. En die weer andere mensen. Men nam die besmettingen nauwelijks serieus en bedenk ook maar dat de hygiene in die jaren matig tot slecht verzorgd was. Wassen en zo meer een vrijwel onbekend fenomeen. De Pest sloeg overal toe. Het maakte geen onderscheid tussen man of vrouw, oud of jong, arm of rijk, al zullen de armoedigen eerder zijn bezweken dan de vaak wat afgezonderd wonende en levende rijken. De pest kwam in verschillende verschijningsvormen. De meest bekende was de builenpest die patienten al snel deed onderscheiden van gezonden.

Opmerkelijk was ook dat men in die periode van de tijd meende met bepaalde uitmonsteringen zoals een masker met vogelvorm waarin je dan ‘geneeskundige kruiden’ stopte die je tegen de ziekte moesten beschermen, de besmetting buiten het eigen lijf te kunnen houden. Herstel van de kaalslag die deze ziekte in met name Europa onder mensen aanrichtte duurde bijna 150 jaar. En tussentijds bleven af en toe toch weer besmettingen optreden omdat men maar niet kon bedenken waarom deze ziekte optrad en waar de oorzaken lagen. Mensen die overleden werden door speciale doodgravers veelal buiten de steden begraven, vaak in massagraven, om zo de besmettingen buiten die steden te houden. Wie een besmet lijk aanraakte kon bijna zeker zelf in de volgende ronde worden bijgezet. Het waren dus speciale lieden die deze taken verrichtten.

Opvallend is ook dat de Pest zich wereldwijd verspreidde. Ook in die jaren zonder moderne reismiddelen. Overal waar mensen heen reisden kwam de ziekte terecht en zaaide dood en verderf onder al dan niet lokale volkeren. Ook in Azie en Noord-Afrika was dit het geval, omdat daar veelal handelssteden te vinden waren die werden aangedaan door koopvaarders uit besmette landen. In Egypte kwam de ziekte in 1347 aan land, door het aanmeren van een enkel schip dat werd geroeid door christelijke slaven en waar de ziekte onder deze arme donders werd meegenomen. De verspreiding van de Pest in het oude land van de Farao’s zorgde voor meer dan 600.000 doden die gewoon werden gedumpt in de Nijl, waardoor die niet meer kon stromen op sommige plekken en het water compleet vergiftigde. Vanuit Egypte kwam de besmetting terecht in het Midden-Oosten, meegebracht door islamitische pelgrims die o.a. Mekka bezochten en zo die stad voorzagen van een grote plaag. De Pest bleef een actieve rol spelen tot in de 19e eeuw. Toen pas ontdekte men echt wat de oorzaken waren en wat er tegen moest worden gedaan. Bestrijding van ratten en vlooien door o.a. sterk verbeterde persoonlijke hygiene en controles maakten dat de ziekte afnam qua belangrijke bron van dood en ellende, al moet hij nog steeds niet worden onderschat. Zelfs in de 20e eeuw werd India getroffen door de pest en overleed daar 3% van de bevolking er nog aan. Gelukkig hebben we nu geneesmiddelen om de boel binnen de grenzen van het redelijke te houden. Maar het geeft ook aan hoe kwetsbaar wij mensen zijn als er een besmetting van die orde en grootte plaatsvind. U bent gewaarschuwd. De Middeleeuwen zijn geen toekomstdroom waardig, bedenk dat je beter drie keer je lijf kunt wassen per dag dan niet, en neem dit soort besmettingen serieus. Ook al zien we niet meteen zwarte etterende bulten op iemand anders’ lijf waardoor we snappen dat die besmet kan zijn….. (Beelden: Internet)

Een van de drie Britse V-Bommenwerpers; Avro Vulcan.

Naast de grootmachten die ik in de afgelopen maanden al eens de revue liet passeren via hun grote strategische bommenwerpers, was er natuurlijk ook nog Groot-Britannie. Dat land had het bombarderen van vijandelijke steden tot kunst verheven in WO2 en men vond de dreiging vanuit de Sovjet-Unie zodanig groot dat men meteen na de oorlog aan de slag ging met de ontwikkeling van maar liefst drie grote bommenwerpers, waarvan de Avro Vulcan er een was. Die machine viel direct op door zijn vormgeving, want anders dan bij de door Handley Page en Vickers ontwikkelde vliegtuigen had de Vulcan een driehoekige deltavleugel. Het was hiermee een tijdlang een uniek toestel dat al in 1952 voor het eerst vloog en vanaf 1956 bij de RAF in dienst werd gesteld. Met haar vier zeer krachtige Bristol Siddeley Olympus straalmotoren haalde de Vulcan dik 1000km/u op een  hoogte van 20km. De Vulcan kon bommen en radio-bestuurde raketten meenemen over een afstand van bijna 8000km.

Toch was het na 48 gebouwde vliegtuigen eigenlijk al afgelopen voor deze zware jongens, want de Britten hadden intussen ook de beschikking over onderzeeboten met Polaris-raketten en die waren goed in staat om vrijwel ongezien de vijand te bestoken. De Vulcans kregen een andere rol. Ze werden ook voorzien van een camouflage-verflaag, de oorspronkelijke witte kleur was vooral bedoeld om de hitte van atoomontploffingen te reflecteren. De Vulcan werd voortaan een klassiek wapensysteem. En langzaam aan ook uitgefaseerd omdat de Britten ook de Tornado jachtbommenwerper aangeschaft en die kon die rol tegen lagere kosten ook uitvoeren.

Toch kwam de Vulcan nog een keer in actie tijdens een conflict om de Falkland Eilanden. Die waren tegen de internationale wetten ingenomen door de Argentijnen en een fikse oorlog met de Britten was het gevolg. Een enkele Vulcan werd die kant opgestuurd en diverse malen onderweg getankt. Vanaf een geimproviseerde basis op het eiland Ascension viel men de vijandelijke bezettingsmacht aan en dat had effect. De Argentijnen leden flinke verliezen en de Britten behielden hun piepkleine eilandjes in de zuidelijke Atlantische Oceaan. Na deze vertoning van macht was het ook meteen vrijwel over en gedaan voor de Vulcan. Men hield er (het zijn e n blijven Britten op dat punt) een paar technisch in staat om nog te vliegen. Dat deed men vooral als onderdeel van vliegshows, maar de operationele rol van dit bijzondere toestel was wel uitgespeeld. Opvallend is nog wel het feit dat de motoren van de Vulcan in opgewaardeerde vorm een belangrijke rol speelden in de toenmalige supersone Concorde verkeersmachine. De Britten koesteren die Vulcan net als diens oudere voorgangers en dat mag natuurlijk. Maar het blijven wapens waarmee grote schade had kunnen worden aangericht ware men in oorlog geraakt met de Sovjets… (Beelden: Archief Yellowbird)

Voorloper van de EU – Oostenrijk-Hongarije!

Wie de kaart van Europa denkt te kennen anno nu, moet die toch eens vergelijken met dezelfde kaart van eind 19e eeuw! Totaal andere wereld. Naast het enorme Russische Rijk en het Franse, maar zeker ook het Pruisische was daar dus ooit het gecombineerde keizerrijk Oostenrijk/Hongarije. Aangestuurd door een zeer rijke adelijke toplaag die vooral zetelde rond de Keizer in Wenen en wellicht nog een beetje bekend door de bekende boeken- en filmreeks over Sissi. In werkelijkheid was dit Rijk een optelsom van allerlei koninkrijken en adeldommen die zich verenigden onder de Habsburgse dynastie. Ooit samengeklonterd in de schaduw van de Franse expansiepolitiek een halve eeuw eerder. Oostenrijk-Hongarije was officieel een dubbel-koninkrijk waarbij Wenen en Boedapest, maar ook Praag,  zustersteden werden, maar in werkelijkheid toch vooral Oostenrijkse belangen diende. Sterker nog, men zag in Wenen al die Slavische volkeren als zigeuners, niksnutten, zeer geschikte hoeren, dieven en zo meer. Daarbij was anti-semitisme een officiele vorm van besturen. Hoe groot was dit rijk? Nou groot! Het omvatte delen van Polen, Oekraine, Roemenie, Bulgarije, de Balkan, het huidige Tsjechie, Slowakije, Oostenrijk, Hongarije en een noordelijk stuk van Italie, waaronder Venetie.

Van 81 toenmalige losse staten kreeg het nieuwe rijk er nu drie in combinatie, en men bouwde het imperium indertijd op de fundamenten van het oude Roomse Rijk. Dat het geloof daarbij een grote rol speelde, zal duidelijk zijn. Voor de Keizers die dit enorme imperium aanstuurden was Duits de voertaal, dus dat gold ook voor alle onderdanen. Omdat Hongarije nooit deel had uitgemaakt van dat Roomse Rijk kreeg dit deel van het land binnen de nieuwe combinatie een status-aparte, iets wat ook weer leidde tot de overheersing vanuit Oostenrijk. En die overheersing ging er stevig aan toe. Men schroomde niet eventuele ‘opstandelingen’ in dat land der Magyaren een kopje kleiner te maken en vrouwen te verkrachten of ze mee te nemen naar Wenen voor opname in de staatsbordelen. Het Rijk vocht diverse oorlogen uit, veelal zonder veel succes. Toch voelden de militairen zich onder hun keizer vrijwel onaantastbaar.

Het leger was van de ouderwetse soort, de vloot ondermaats in vergelijking met andere grote staten uit die dagen. In het gebied waarover men heerste zaten overigens wel grote industrieen die we nu nog kennen als vooraanstaand. Denk maar aan de Staal- en wapenfabrieken van Skoda in Bohemen. Ook veel autobouwers van het eerste uur opereerden juist in deze omgeving en leverden veel van hun eerste vehikels aan de rijken uit Oostenrijk-Hongarije. Toen de overheersing door de Oostenrijkers dictatoriale vormen aan begon te nemen kwamen bepaalde volkeren in opstand. Met name nationalisten wilden hun oude land weer terug, streefden naar onafhankelijkheid en koesterden hun eigen volkscultuur en taal. Dat uitte zich in de moord op Keizer Franz Ferdinand in Sarajevo, de dader een Servier. En dit werd uiteindelijk oorzaak voor de Eerste W.O. Daarbij verloren de Oostenrijkers het grootste deel van hun oude imperium.

Italie veroverde haar eigen grondgebied weer terug, net als Tirol, Polen werd weer vrij, terwijl als Tsjecho-Slowakije de deelstaten Bohemen, Moravie en Slowakije bij elkaar bracht. Maar ook de Balkanlanden en uiteindelijk ook Hongarije verkregen hun vrijheid. Van het oude rijk bleef vrijwel niets meer over. Dat het later nu juist een Oostenrijker was die als Duitse Fuhrer weer streefde naar toevoegen van al die oude gebieden aan zijn rijk is een bitter deel van de erfelijke geschiedenis. Ook al faalde hij uiteindelijk gelukkig in zijn pogingen. Die oude gevoelens t.o.v. landen in oost en west bleven bij veel volkeren in deze hoek van Europa wel leven. De huidige politiek van de Oost-Europese landen binnen de EU is deels daaruit te verklaren. En dat is maar een stukje van het verhaal natuurlijk. Kortom, Groot-Europa is een droom die we in heel wat stukken van onze gezamenlijke geschiedenis terug zien komen. En veelal in weinig opwekkende beelden of verhalen. Samen sterk, zeker, maar nooit onder centrale leiding of erger nog, dictatuur. Dat heeft de geschiedenis ons toch wel geleerd zou ik denken. (Beelden: Wikipedia)

Wel heel bijzonder…Bugatti!

Wie tegenwoordig een Bugatti zou willen rijden moet niet alleen beschikken over enorm veel geld, ook over het nodige geduld. Het merk met deze illustere naam is nu onderdeel van het Volkswagen-concern en levert bijster exclusieve auto’s voor een zeer rijke elite. Miljoenen betalende lieden die dit er voor over hebben om in een auto te verkeren die sneller kan rijden dan sommige vliegtuigen vliegen. Maar ooit was dit merk ook al zo bijzonder toen oprichter en naamgever Ettore Bugatti zijn bedrijf stichtte in het Franse Molsheim. Bugatti was weliswaar een Italiaan van geboorte, zijn fabriek stond echt in Frankrijk. Tot de opkomst van Ferrari en dergelijke merken was het Bugatti die de sportieve kant van het autobouwende landschap uitvergrootte met de meest schitterende auto’s. Technisch hoogstaand, wel vaak minder goed verkocht. Herkenbaar aan de ovalen grille waarin de radiator schuil ging.

Door de jaren heen ging het echter steeds wat beter met Bugatti en dat leidde o.a. tot de prachtige Type 57 die in de jaren dertig soms door Bugatti zelf, maar zeker ook andere carrosseriebouwers werd geleverd. Een wel heel bijzondere Bugatti was de Royale die bedoeld was voor koningen en keizers uit die periode. Bugatti leverde de enorme wagens met een even enorme motor, 12,7 liter groot (voor de vergelijking, een Toyota Aygo heet een 1 liter motortje voorin staan) en goed voor 250pk. Daarmee werd de rijkaard of VIP die de auto aanschafte vorstelijk snel vervoerd. Bugatti wilde er 25 van verkopen, maar de economische crisis uit die periode hield de productie beperkt tot slechts 3 stuks! Maar wat een schitterende wagens waren dat. Bugatti bouwde ook vliegtuigen en boten, maar het merk werd toch vooral bekend uit de racerij.

De productie van het bedrijf viel stil tijdens WO2 en na de oorlog kwam het maar zeer moeizaam weer op gang. Met weinig succes. Na de dood van Ettore in 1951 wilde een van zijn zoons het merk nieuw leven in blazen maar mislukte na wat pogingen toch en het bedrijf sloot de poorten. Later trachtten avonturiers en investeerders het nog eens om met dit merk geld te verdienen, maar ook dat faalde veelal jammerlijk. Tot ergens in de jaren negentig de grote baas bij VW, Piech,  brood zag in het merk en de rechten kocht. VW wilde zo een zeer exclusieve klandizie bedienen met technieken die ongekend waren voor het concern.

Na wat prototypen met schitterende body’s en dito motoren kwam het merk begin deze eeuw met de Veyron. Een auto die voor iedere liefhebber goed was voor veel ooooh’s en aaah’s maar minder kopers trok dan men bij het merk had verwacht. Domweg te duur en je moest echt over een gepantserde garage beschikken om het ding te kunnen beschermen tegen al te veel nieuwsgierigheid. In 0 naar 100 in onder de drie seconden was mogelijk en een top van 400km/u in zicht. Intussen is die Veyron afgelost door de nog potentere Chiron.

Wie houdt van techniek moet er maar eens naar kijken. 420km/u top, 1500pk sterk, een koppel van 1600Nm. Alles verzorgd door een W16 motor met vier turbo’s. Exclusieve serie van een paar honderd stuks. Die deels naar het Midden-Oosten gaan waar men gek is op dit soort wagens en de benodigde brandstof voor 10 eurocent per liter in de tank mikt. Het merk is er door gered. Zou Ettore het ook zo zien?? Geen idee…..Maar bijzonder is het wel. (Foto’s: Yellowbird archief/internet)