Toeval…

Toeval…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_6279-kopie.jpg

En als ik hiervoor nog schreef over wat er een eeuw geleden allemaal (niet) gebeurde, neem ik jullie vandaag even mee naar een kantoor bij een grote bank die toen nog haar hoofdkantoor had aan de Amsterdamse Herengracht. Daar vond je begin jaren 60 allerlei afdelingen waar in het pre-computertijdperk heel wat mensen werkten die naar gelang hun leeftijd en ervaring via een strak systeem van rangen en standen plus de nodige studie hun weg omhoog binnen dat instituut zouden kunnen vinden of dat al hadden gedaan. De afdeling waar ik indertijd als jong ventje was binnengekomen bestond uit tientallen mensen achter stalen bureau’s die in blokken waren ingedeeld naar rang en stand en zeker bij de functie passende status.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: pict0709.jpg

Waar ik toen zat was na mijn aantreden de afdeling van de jongste bedienden en zij die al een jaartje verder waren in hun carriere-status. Hoe verder weg je zat van de ramen (uitkijkend op de Herengracht en de grote concurrent AMRO aan de overkant) hoe lager de rang. Maar dat ging dan weer niet op voor de dames die er in die periode ook actief waren. Die zaten helemaal achteraan op een verhoging achter glas maar zonder deur met achter zich een afgesloten magazijn/archief.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: pict0639.jpg

De leeftijd van de dames was een afspiegeling van wat ook bij de ‘mannen’ speelde. Ze waren er in alle leeftijden, maten en uitmonstering. Zij tikten veelal op de toenmalige schrijfmachines kaarten die later een grote rol speelden bij het werk dat ‘beneden’ werd gedaan. Hoe dan ook, net als bij de mannen/jongens op die afdeling werd ook bij de dames eenmaal per jaar een nieuwe lichting meiden toegevoegd aan het bestaande bestand. Het kon ook zo zijn dat van de jonge meiden die vorig jaar waren ingestroomd voor een deel weer naar andere afdelingen verdwenen. Ging bij de jonge mannen ook zo. Lang geleden alweer stapte daar een meisje binnen dat nu nog mijn echtgenote en partner is.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: pa200301_edited.jpg

Wij hadden snel contact met elkaar, verkenden, zochten, gaven niet toe, maar kregen elkaar toch te pakken. Zelfde frequentie, veel overeenkomsten in achtergrond, en bereid samen te knokken tegen wat wij zagen als onwenselijk maar zeker ook in de weg staand voor de zo gewenste zelfstandigheid. Het werd bij die bank niet zo begrepen, maar we zetten toch door. Na een tijdje lang intense verkering, verloofd, en kort daarop getrouwd. Hartstikke jong, geen idee wat het leven ons zou brengen maar zeker wetend dat we het wel gingen redden samen. Met hulp van de schoonouders een eigen stekkie bij hen in dat fraaie oude grachtenpand aan de Amstel. Later een eigen flat in de splinternieuwe Bijlmermeer. Het leven kwam met ups en downs maar samen maakte sterk, dus dat redden we wel. Verhuizingen, werk, veel werk soms, en nog steeds bij mekander. Tuurlijk oudere lieden nu. Maar die herinneringen blijven. Samen knokken nog steeds, soms onderling, maar dat sterkt…. Hoe dan ook, vandaag een fiks aantal jaren getrouwd. Ooit een bankstel….Maar door andere beroepskeuzes nu allang niet meer. Pensionado’s geworden en daarvan genietend. We vieren altijd heel bescheiden…Want dat verdienen we samen…(beelden: Prive-archief)

(On)bewuste keuzes..

(On)bewuste keuzes..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-nieuwe-amstelbrug-met-ovd-huis-img_2159.jpg

Ik stel me wel eens voor dat ik in mijn jeugdjaren een ouderpaar had gehad dat streng in de leer was (waren ze niet), een kruidenierswinkel hadden bestierd (deden ze niet) of pakweg gek op tennissen waren geweest (niet sportief), hoe zou mijn eigen leven dan zijn verlopen? Totaal anders dan nu vrees ik. Immers veel kinderen hebben hun ouders als richtpunt voor hun eigen carriere of toekomst en beoefenen vaak het zelfde beroep als de ouders of streven een zelfde sportieve invulling van de vrije tijd na.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ostadestraat-img_5802.jpg

In mijn toenmalige gecompliceerde jeugdsituatie was een gemene deler wel heel dominant, auto’s en alles wat daarmee van doen had. Naamgevende vader zat in dat vak, mijn stiefpa ook actief in de vierwielers, de vrienden waar ik mee omging hadden ook vaders die met vierwielers hun brood verdienden en onze straat vergeven van de verwante automobiele bedrijven. Is het dan gek dat je die richting bijna krijgt opgedrongen? Toch koos ik in eerste instantie voor de financiele wereld van de banken, later de luchtvaart (waar ook weer veel te doen was met/voor auto’s..) en pas na een jaar of 15 voor het autodealerschap waar ik vele jaren zou vertoeven. Daarbij speelde natuurlijk dat ene Tsjechische merk een rol dat ik in mijn jeugd zo goed had leren kennen, dus die lijm zat al in de bol en verbond losse eindjes aan elkaar.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 30851-martinair-vloot-1961-2-lpac-collectie-scan10045.jpg

De optelsom van ervaringen maakte dat ik in dat autoland op mijn eigen specifieke manier rondliep. Wat ik elders had geleerd aan theoretische en praktische kennis paste ik toe tijdens mijn dealerjaren. Het bedrijf werd er niet slechter van. Later als stafmedewerker bij een importeur en weer later in mijn eigen adviesbedrijf speelden al die opgedane ervaring een dominante rol. Je bent immers niet zo maar een twee drie al je vroegere kennis kwijt.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 1-s-100-77-33-pt-gescand-02.jpg

Was het altijd goed? Vast niet. Mensen moeten ook fouten maken in hun (bedrijfsmatige) leven. Zo verging het mij, maar dat gold ook voor anderen die weer andere keuzes maakten. Wat wel bleef was die liefde en voorkeur voor dat Tsjechische merk dat tegenwoordig zo dominant is op onze straten. In Duitsland in de top 3 van best verkochte merken intussen en ook in Nederland niet meer uit de top 10 weg te denken. Ik verbeeld me dan maar dat ik daaraan toch mijn steentjes heb bijgedragen. Waren mijn ouders dus kruideniers geweest en was dat vak aantrekkelijk voor me geworden zou ik nu vermoedelijk trots een grote keten van winkels hebben overgedragen aan het nageslacht. Je weet maar nooit waar een harde kop, trots, eigenzinnigheid, klantvriendelijkheid en een goed inzicht in de materie toe zouden hebben geleid. Het blijft gissen. Het blijft dromen. Als ik dan in de file sta (rondom Amsterdam een constante factor) komt ook wel eens in me op dat ik wellicht ook wel goed terecht was gekomen als de ouders politiek actief waren geweest. Maar wellicht dat stad of land blij zijn dat ik dan toch maar in de sectoren bleef waar ik nu mijn successen koester…. (beelden: archief)

Vrijmibo…

Vrijmibo…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: sales-3.jpg

Tijdens mijn werkzaam leven in diverse branches en bij dito zovele werkgevers ben ik regelmatig aangelopen tegen de Vrijmibo. Voor hen die dit niks zegt, het gaat om de zgn. Vrijdag Middag Borrel… Daarbij komen veel mensen uit een bedrijf of afdeling samen aan het einde van de normale werkweek om het a.s. weekend te vieren met iets lekkers. Toen ik nog actief was in zgn. loondienst was dat soms vertaald in een lekker kroketje, dan weer ook nog met een biertje.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: drank-1.jpg

Maar het kon ook iets anders zijn. Omdat ik zelf vaak nog moest rijden was voor al die alcohol weinig plek. Wie nu denkt dat het vooral ging om die drank snapt het principe niet. Het was vaak ook de viering van een behaald doel, even doorpraten wat het komende weekend zoal zou gaan brengen of iets dergelijks. Gewoon sociaal doen of ff kletsen. Op sommige kantoren wordt meteen gekeken hoe sociaal je als werknemer of manager bent. Immers, wie zich hieraan onttrekt past niet bij het team. Of kreten die daar op lijken. Iets van de laatste tijd? Nee hoor.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-olm-interieur-bruine-kroeg-img_0058.jpg

Toen ik heel lang geleden ging werken bij een grote bankinstelling aan een chique gracht in Amsterdam-Centrum kwam daar op vrijdagmiddag altijd een ‘melkmannetje’ langs. Die verkocht dan niet zozeer zijn normale aanbod aan vloeibare producten maar vooral lekkere koeken. En van het salaris dat we daar ontvingen (werd nog in zakjes uitgekeerd) kon die koek er wel vanaf. Gezellig samen knabbelen aan zo’n lekker stukje zoetigheid, het hoorde er bij. Tijdens mijn eerste Schipholse jaren zat deze traditie er niet meer in. Daar werd juist op vrijdag vooral hard gewerkt. Alle shipments moesten in het weekend vliegen en dan was er geen tijd voor ontspannen flauwekul. Kantoor bol van het harde werk.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: noorden-1-.jpg

Maar toen ik in 1977 het autovak in stapte bleek dat die vrijdag daar toch wel weer een sociale functie kende en er vooral kroketten werden gehaald die dan hetzelfde doel dienden. Was het wel de bedoeling dat je dan als onderdeel van het team ook eens in de zoveel tijd trakteerde dan wel die dingen ging halen. Na een dag van vele afleveringen (op vrijdag was dat traditie) een prima afsluiting van een drukke week. Na vele jaren auto’s kwam ik in 1990 weer even terug op Schiphol. Bij een bedrijf waar meer drank werd gedronken dan een beetje kroeg op zaterdag er door heen jaste. Op vrijdag was het ook daar, lekkere broodjes halen en een (..) drankje drinken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_3102.jpg

Ook daar hield ik me qua alcohol inname op de vlakte want moest nog steeds een eind rijden. Bij importeur Pon was het ook altijd gezellig op vrijdagmiddag. Zeker toen we nog in Voorschoten zaten. Maar ook daar was de te rijden afstand reden om het zeer rustig aan te doen, hoe gezellig het met het toenmalige team ook soms was. Eenmaal zelfstandig en soms ingehuurd op leuke klussen als het aansturen van diverse bladtitels, was die vrijdagmiddag van elke werkweek wederom een moment van even samenzijn en genieten. Praten over hoe dingen liepen en wat er nog op het pad zou komen. Was ook handig want ook daar was ik zelf veel onderweg en dan was dat team waar de redactionele of andere taken samenkwamen van levensbelang. In latere jaren, ik had geen directe verbindingen meer met opdrachtgevers, anders dan dat ik voor hen werkte vanuit mijn eigen kantoor, was de noodzaak van de Vrijmibo of VrijmiKro(ket) verdwenen. Vrouwlief verzorgde me nu met een drankje en hapje. Niet alleen op vrijdag overigens… Ook leuk…En zeker smakelijk. En als er eentje te veel in ging hoefde ik alleen maar de trap op of af….dat scheelt toch… (Beelden: Archief/internet)

De bank en de KLW…

De bank en de KLW…

Sommige mensen, ook in onze vriendenkring, weten alles te verpatsen via Marktplaats of soortgelijke platforms. Ons lukt dat maar zelden of nooit. Nou ja, als je gek bent op onderhandelen tot op de laatste tien cent, gekken aan je deur wilt krijgen dan wel afspreekt met mensen die vervolgens niet op komen dagen. Nou daar hebben wij geen trek (meer) in. Dus als we zaken hebben die nog te goed zijn om als afval te dienen brengen we die veelal naar de kringloop of bellen die lui op om het spul even te komen ophalen. Zo ook toen we onlangs de melding kregen dat we onze nieuwe zitbank mochten verwachten op een bepaalde datum (zie blog 23-4jl) en we dus onze oude trouwe driezits zitbank (2.20mtr breed) die ons en ons bezoek een kleine 9 jaar had gediend moesten opruimen voor die nieuwe zou arriveren.

Als je al iets afvoert naar de KLW is dat natuurlijk veelal niet splinternieuw. Los van de transportkosten koopt men bij die zaken in tegen nul tarief en zou je denken dat ze er blij mee zijn. Immers, wij komen ook wel eens in die winkels en zien dan dat men aardige prijzen weet te vragen voor artikelen die best wel een schoonmaakbeurt kunnen gebruiken. Maar goed, wij belden dus met een kringloper die niet te ver van ons woonadres gevestigd is. Men wilde die bank wel hebben, driezitter, grijze stof, kon en kan wat hebben en in goede staat. Dag later kregen we een mail. ‘kunt u even foto’s maken van de bank, dan kunnen wij even kijken of hij acceptabel is’. Vreemd.

Maar goed, wij foto’s gemaakt en doorgestuurd. Halve dag later de bevestiging. ‘Wij komen hem over drie dagen halen’. Prima geregeld dus. Zo leek het… Op de dag van afspraak de bank helemaal schoongemaakt, stofzuiger en borstel er over heen, hij zag er weer als nieuw uit. Maar toen moest hij nog het huis uit. Wij samen een poging gedaan het omvangrijke ding door de kamerdeur uit zijn vertrouwde plek te krijgen. Dat ging niet. Nadenken over hoe wel… Presley, onze grootste kater nam meteen plaats op de leuning van de bank en demonstreerde dat hij die bank als ligplek niet kwijt wilde. Nadat we die hadden bevolen op te stappen, slim als we waren, via de tuindeur, en dan via de keuken weer naar binnen, door de gang heen en dan naar buiten via de voordeur. Daar opgesteld, zeil er overheen (je weet maar nooit in NL of een vogel dan wel de regen ineens besluit zich over de bank heen ….). Toen die lui van dat tweedehands bedrijf er waren haalden we het zeil weg. De chauffeur keek naar de bank en zei…’maar er zit een vlek op’…Huh? Vlek? Waar dan? Nou ik zag hem uiteindelijk ook, aan de voorkant. Nu was dat de kant die nog wel eens wat zonlicht krijg in de zomer…zou verkleuring kunnen zijn. Na wat gehakketak namen ze hem toch mee. Anders dan wij deden, optillen, schuiven, haalden zij een karretje uit de wagen en zetten de bank daarop. Ik vond ons als gevers toch een stuk stoerder gezien de verrichte inspanningen. Bank was weg en wij moesten improviseren met wat stoelen tot de nieuwe meubels kwamen. Toen die eenmaal stonden zijn we de volgende dag toch eens naar die kringloopwinkel gereden. Had men die bank al in de verkoop? Ja hoor, prominent in hun showroom. Mooi prijskaartje, geen vlek te zien. Nog steeds niet…. Voor net 100 euro te koop….wel zelf meenemen….. Ik wens de volgende bezitters er veel plezier van. Net zoals wij hadden. (beelden: Prive)

Inruil….

Inruil….

Voor veel mensen is hun bankstel, fiets of pakweg de koelkast iets wat met grote zorg is uitgezocht, aangeschaft en daarna intens gebruikt. Veelal maken we er van alles op of soms in gebruik bij mee. We koesteren herinneringen, al dan niet mooi. En toch accepteren we het feit dat bij vervanging de restwaarde van dat spul al na een relatief korte periode tot bijna nul is gedaald. En probeer maar eens een zitbank in te ruilen bij levering van een nieuwe. Mooi niet! Geen schijn van kans zelfs.

Die fiets lukt nog net, en een (af)wasmachine of CV-installatie (onlangs nog meegemaakt) gaat na vele jaren trouwe dienst direct naar de sloop. Waarom denken we dan als gemiddelde consumenten dat onze auto gewoon altijd zijn nieuwwaarde blijft vertegenwoordigen? OK, de verkoopprijzen voor tweedehands auto’s zijn anno 2024 wat hoger dan voorheen, met dank aan de echt uitblijvende verkoop van nieuwe exemplaren, maar dan nog moeten we genoegen blijven nemen met een zekere afschrijving op onze trouwe vierwieler.

Dat is voor sommigen onder ons logisch, maar er bestaat een categorie autokopers die meent dat hun oude en specifieke eigen auto meer waard is dan een nieuwe. Rationele argumenten worden daarbij vaak niet genoemd. Men baseert dat idee op wat men met die auto heeft meegemaakt, dat hij zo fijn reed/rijdt, de keren dat hij (of zij voor sommigen) zo goed is vertroeteld en technisch onderhouden (al werd dit vaak gedaan door een slimme oom of neef). Dat de huidige auto nog zo mooi glimt is vaak ook een argument. Kortom, de inruilprijs moet wel heel overtuigend zijn wil men jou, de verkoper, de order gunnen. Een beetje verkoper (zie blog 23-4 jl) heeft daar wel een antwoord op. Baseert zich op prijslijsten die voor elk merk gelden na een paar jaar en een zekere kilometrage en onderhouds/schadehistorie. Daarbij spelen zaken als uitrusting, kleur, model, type, motor etc ook een grote rol.

Immers een oranje-gekleurde auto is lastiger doorverkopen dan een zwart of grijs exemplaar. En dan is er nog die top-10 van meest gezochte occasions. Daar zie je steevast de nodige VW’s, Fords of KIA’s, maar een hoop andere merken en modellen zijn niet of minder in trek. Dat bepaalt mede de inruilprijs voor die trouw gediende vierwieler als die voor die bewuste klant toe is aan vervanging. Gek genoeg zie je dan vaak dat niet het bij te betalen bedrag op de nieuwe aankoop een grote rol speelt maar juist die specifieke inruilprijs. Alsof men er een beker mee kan winnen door die ‘domme verkoper’ een rad voor ogen te draaien. Dan zijn sommige particulieren ineens echte geldwolven. Opdat ze bij verjaardagen op hun lauweren kunnen rusten of bewondering oogsten vanwege hun vermeende slimheid. Maar het geld rolt zelden naar twee kanten. Want als de verkoper een te hoge inruil biedt is er iets mis met zijn inschatting of heeft hij ergens nog een troefkaart in de mouw zitten. Hoe vaak zag ik niet dat die nieuwe aankoop (tweedehands) minder goed was dan men ‘voor dat geld’ verwachtte. Kortom, als mensen net zo sluw omgingen met hun fiets, bankstel of die koelkast bij vervanging als met hun auto zat de economie heel anders in elkaar en hadden kringloopwinkels het een stuk lastiger. En? Zelf ook een verkoper als het om die oude auto of fiets gaat? En mooie verhalen te vertellen als het lukte?? Ik ben benieuwd…. (beeld: Archief)

Verkopen blijft een vak…

Verkopen blijft een vak…

En reken maar dat ik mij op dat gebied iemand met ervaring noem. Toch een paar decennia dat vak uitgeoefend dan wel aangestuurd en later zelfs anderen er in getraind. Verkopen valt vrijwel niet te leren aan hen die er geen talent of interesse voor bezitten. Je moet er ook plezier in hebben en zij die het talent bezitten kunnen alles verkopen. Ook dingen die niet echt makkelijk zijn te slijten. En in mijn carriere heb ik voldoende jonge lieden gezien die meenden dat ze door God gezonden waren om dit vak uit te oefenen maar al snel door gebrek aan inzicht of aanpak door de mand vielen. Nee, niet makkelijk en dus echt een vak.

Ook al heet dat tegenwoordig dan al snel ‘manager dit of dat’, het blijft gaan om het aan de man/vrouw brengen van artikelen, services of diensten. En onlangs waren wij weer eens aan de klantzijde van dat vakgebied actief. Meubels vroegen om vervanging vonden wij, dus ‘laten we eens rondkijken wat er zoal te koop is…’. Met een redelijk idee van wat we zochten, een lijstje dat voor ons van belang is, gingen we in de omgeving van de hoofdstad onderweg.

De eerste winkel die we bezochten was een grote in zijn soort. Bekend in en buiten de regio, met een aanbod wat je al snel duizelt. Los van de dame aan de balie die ons welkom heette bij de receptie van die firma werden we tijdens onze tocht door die enorme zaak heen verder compleet genegeerd. We kwamen heel wat ‘verkopers’ tegen. Jong, fris, kakelend met elkaar over het weekend of zo, leuk in een bedrijfs-outfitje gestoken, maar nul interesse in ons. Dan maar eens kijken aan de overkant. Zit een kleiner bedrijf waar we ooit jaren terug al eens eetkamerstoelen kochten. Meteen na betreden van die zaak welkom geheten door een verkoopster. Bezig met andere gasten, maar hield ook ons in het oog. Van het totale aanbod daar (al meer in ons straatje dan in die grote winkel van de buren..) vonden we twee meubels de moeite van het nader bekijken waard.

De verkoopster kwam ons achterop en vroeg wat we zochten. Liep mee, legde uit, vertelde wat allemaal kon en dat ‘we als we zeker wisten wat we zochten nog eens terug moesten komen’. OK…dus vroeg ik om een visitekaartje. Dat kreeg ik. Ze vergat wel haar naam er op te zetten, maar keek en vond ons wel in haar klantenbestand van een aantal jaren terug. Via via werden we later door een lieve vriendin getipt over een ketenwinkel die in heel Nederland te vinden was en waar de tipgeefster vanuit haar familie goede ervaringen mee had. Opgezocht. In de Bollenstreek zat er een filiaal. Dan maar een dagje die kant op. Leuke en smaakvol ingerichte winkel waar je naast keukens ook je hele huis verder kon (doen) inrichten. Door diverse mensen welkom geheten. ‘Kijk maar lekker rond en wij zijn er als…’. Dat deden we. Al snel hadden we een meubel of 6-7 gevonden die ons wel bevielen. De dame die de verkoop deed kwam naar ons toe, vroeg wat wij voor persoonlijk wensenlijstje hadden, vulde daarna in wat qua kleur en stof bij ons zou passen, liet ons overal twee, drie keer op proefzitten en gaf duidelijke adviezen. ‘Doe dit en wij bieden dat…, wij kunnen ook dit en dat voor u organiseren’. Met koffie en thee plus een koekje. In alle rust, en dus uiteindelijk daar de order laten opschrijven. Wat wij impulsief ook deden was dat we ook meteen een lekkere qua kleur bijpassende stoel met een goede prijs kochten die we zelf hebben meegenomen. Was in de aanbieding maar moest je dan wel zelf transporteren. Nou, met een beetje Tsjechische stationcar geen probleem natuurlijk. Kortom, een verkoopster die het snapte. Haar vak, ons genoegen. Nu maar hopen dat de levering net zo gaat als dat verkooptraject. Maar gek genoeg heb ik daar wel vertrouwen in. En dat laatste geeft mij bepaald niet elke ‘adviseur’. Integendeel. Verkopen is dus een echt vak en als je goed oplet zie je vaker hoe het niet moet dan wel. Hoe zijn jullie ervaringen op dat punt? Tevredenheid of ook verhalen over hoe mensen hun vak echt niet verstonden?? Ben benieuwd…. (Beelden: Archief/internet)

Fladderen…

Fladderen…

Intussen honderden vlieguren verder moest ik onlangs bij het zien van een oude foto ineens terugdenken aan die eerste keer dat ik samen met vrouwlief (toen nog lieve vriendin..) het luchtruim koos in een piepkleine Piper TriPacer. We praten dan over heel lang geleden. Ik had net zelf twee keer gevlogen in een rondvluchttoestel van Martin’s Air Charter boven Amsterdam en had dus al de nodige vliegervaring (..) maar de liefde voor al dat vliegende spul maakte dat ik graag meeging in de uitnodiging van iemand van de bankinstelling waar wij toen werkten die zijn uurtjes met dit sportkistje wilde onderhouden.

Tegen een geringe vergoeding konden we op een wat kille aprildag mee vanaf het grasvliegveld bij Hilversum. Mijn oudere broer Rob nam ik ook mee, net als een collega uit die tijd zodat de piloot twee vluchtjes kon maken en wij op dat vliegveld konden genieten van de sfeer en wat er zoal in de hangar van dat veldje stond opgeslagen. De Piper Tripacer was een piepklein toestel, je kon er net met drie man inzitten en met het wat iele motortje voorin was het een wonder dat hij zich op enig moment los maakte van het altijd wat drassige vliegterrein.

We vlogen o.a. boven Loosdrecht en Hilversum en het was een hele ervaring om te zien hoe de piloot op heel andere wijze dan ik, ‘ervaren vlieger’…, van Schiphol kende. Het vliegen in een dergelijk toestel had meer weg van fladderen dan echt vliegen maar wat was ik er gelukkig mee. Weer een vliegervaring er bij en dat sterkte alleen maar mijn verlangen om overal en altijd heen te vliegen om meer ervaringen op te doen. Nou dat deed ik. Ik schreef al die vluchten op in een soort logboek en sta achteraf versteld hoeveel keren ik heb kunnen en mogen vliegen. Van klein tot groot, want ook qua omvang kon het nog kleiner, zoals in een tweezits Piper Super Cub of Cessna 150. Maar toen was ik natuurlijk wel door de wol geverfd en wist wat me te wachten stond. Dat was indertijd tijdens die eerste keer op Hilversum wel anders. Ik weet nog goed dat we heel tevreden instapten in de auto van mijn broer Rob. Want hoewel ik nu een ‘ervaren vlieger’ was, een rijbewijs bezat ik nog niet. Dat kwam pas later. Maar daarover berichtte ik al eerder… (Beelden: archief)

Jeugdige passie…

Jeugdige passie…

Ik zal er vast wel eens eerder over hebben geschreven in mijn blogs van de afgelopen jaren, maar los van de auto’s in de straat waar ik in de jeugd woonde en die ook bij ons thuis passeerden als onderdeel van de ‘handel’ of die van de overburen, dat garagebedrijf waar ik mijn kennis op dat punt extra aardig mee kon opvijzelen, was er nog een factor die me direct als jong mens intrigeerde. Die van de luchtvaart. Want als geboren Amsterdammer wist ik dat vlakbij de grote stad een vliegveld lag waar een maatschappij actief was die grote daden had verricht in het verleden en dat nog deed in het toenmalige heden. Schiphol en de KLM! Een luchthaven en maatschappij om trots op te zijn en mij ook direct intrigeerden.

En dat het trots makende KLM er nog vloog met van die fantastische toestellen als gebouwd door Lockheed of Douglas hielp zeker mee. Plus dat er door Fokker werd gevlogen met o.a. door hen gebouwde Gloster Meteors maakte het beeld compleet. Zo vaak als ik kon jengelde ik de ouders of oudere broer aan de oren om daarheen af te reizen. Later deed ik dat zelf. Per fiets, om dan hele dagen te verkeren langs de startbanen of met een gekocht kaartje op de uitkijkpromenade die de luchthaven toen rijk was. En dan keek je naar al die vliegtuigen die naar bestemmingen vlogen als Teheran, New York, of zoiets als Dusseldorf of Parijs.

Er waren toestellen te zien uit Oost-Europa. Boedapest, Praag, Warschau hun plaats van herkomst, en dan die Britse machines met hun zo kenmerkende uiterlijk. Ik keek naar de grondafhandelaars met hun tractoren en karretjes vol bagage of vracht. Aan de rechterkant van het toenmalige platform de vrachtmachines. Oude Dakota’s, DC-4’s, soms een prachtige Curtiss C46 of als je geluk had een Avro York, een toestel dat al i n WO2 was ontwikkeld. Je zag de bloemenkisten van Autair, een bedrijf uit Engeland dat vluchten verzorgde tussen Schiphol en Berlijn in oude Vickers Vikings. En elke kist had zijn eigen kenmerkende eigenschappen en geluiden. Ik kende ze als jong mens al heel snel uit de bol. ‘Wist er alles van’, maar wat ik wist nog best beperkt natuurlijk. Zelfs in de winter was ik er in de vrije uurtjes te vinden.

Ik had op enig moment een brommer beschikbaar en dat gaf me nog meer vrijheid. Schreef alles op wat ik zag, vertaalde het in het klein naar mijn eigen luchtvaartwereldje thuis. (zie 2012-22)Toen leuke meiden in mijn leven kwamen moesten zij hun al dan niet gemeende liefde voor mijn persoon delen met die voor de gevleugelde vrienden. Ze werden meegenomen naar de luchthaven en ik beoordeelde hun drang naar kennis over wat mij bekoorde al dan niet met het besluit dat het ‘niks werd’. Degene die het vol hield en samen met mij in de kou naar die kisten ging kijken bleef ook in mijn leven.

Tot nu aan toe zelfs. Gekte (passie) kent geen grenzen natuurlijk. Hoe dan ook, de luchtvaart bekoorde me zo zeer dat ik er als vroege werker alles aan deed om op enig moment mijn baan in de banqaire wereld te verruilen voor een op Schiphol. En wat was dat geweldig. De kantoorplek echt om de hoek van platforms en banenstelsel en dan tussen de middag die kisten voorbij zien of horen komen en de geur van hun motoren ruiken. Het bleek ook een harde leerschool. Niks mis mee, je kreeg er ook een degelijke opleiding. En nog altijd is die passie aanwezig. Ik sta niet meer zo vaak langs de banen, het gedoe op Schiphol houdt me buiten de panoramadekken waar je naar de vliegtuigen op de platforms kunt kijken. Ik heb intussen zelf honderden uren gevlogen in talloze vliegtuigtypen. In die zin is de passie leidraad geweest in mijn verdere leven. En dat alles omdat ik bij toeval werd geboren op een plek die directe verbinding met dat vliegveld naast de stad in zich had. En ik dus wist en weet dat Schiphol en Amsterdam met elkaar verbonden zijn. Zou voor veel van de beroepsklagers die na 1919 hier zijn komen wonen een stukje kennis moeten zijn. Maar dat is een andere discussie….(beelden: archief/internet)

(R)evolutie…

(R)evolutie…

In de vakgebieden waarin ik al die decennia mijn brood met beleg trachtte te verdienen, ik deelde mijn verhalen al eens eerder op dit punt, is de laatste jaren sprake van een ware (r)evolutie. De werkzaamheden zijn in basis natuurlijk nog steeds gelijk aan vroeger, alleen heeft men veel zaken gestroomlijnd en is schaalvergroting op elk terrein een toverwoord. Kijk ik even terug naar mijn bankjaren, indertijd werkte ik samen met tientallen mensen op een afdeling die onderdeel was van een heel pand vol bankwerkers die allemaal de verstrekking van en controle op kredietfaciliteiten bij bedrijven als uitgangspunt hadden.

Die bank had nog overal fysieke kantoren, waar de lokale klanten terecht konden voor die faciliteiten naast het ophalen of storten van cash geld. Tegenwoordig bankieren we digitaal, de kantoren verdwenen en dat hoofdkantoor doet met een laptop wat wij vroeger met al die medewerkers in teamverband deden. Op Schiphol is de wereld ook totaal veranderd. De computer verving de dagen lang rennende en procedures volgende medewerkers in de passage- en vrachtafdelingen.

Groei van de omzet maakte dat waar ik ooit werkte in het meest zuidelijk gelegen kantoorpand van Schiphol, nu in die omgeving tot ver aan de horizon giga-panden staan en ook de meeste passagiers gewoon thuis op hun laptop boekingen doen en zelf hun tickets printen. Vloog je vroeger voor pakweg (omgerekend) 250 euro p.p. naar Parijs, wie het slim aanpakt kan dat nu voor een paar tientjes. Het avontuur werd een busrit met vleugels. Later in het autovak was de combinatie van verkoop en administratie een hele klus. Alles handmatig. Tot aan het halen van nieuwe auto’s bij importeurs aan toe. Als je een auto had verkocht moest je een stel handelingen verrichten waar je een halve dag mee zoet was, intussen deden de technische collega’s datgene wat die auto tot een rijdbaar exemplaar voor de klant maakte en ook nog eens deed glimmen.

Een kenteken moest je zelf op naam stellen bij het postkantoor, had je meerdere afleveringen (veelal op vrijdagen) stond je met je stapel kentekenbewijzen in een file voor het desbetreffende loket. Immers, in de buurt zaten meer garagebedrijven met dezelfde behoefte. Stress was in al die gevallen het gevolg. Die administratie was een kwestie van fysiek uitgeschreven bonnen en facturen inboeken met de hand in grote boeken, de tellingen vierkant op orde brengen en al die bescheiden keurig opbergen en bewaren. Je had daar alleen al een hele zolder voor nodig.

In het importeurswerk had ik van doen met dat toenmalige dealerwerk in het kwadraat. Met 80 dealers een hele klus om al die lui dezelfde kant op te krijgen en ook nog eens te voldoen aan de wensen van een steeds veeleisender fabrikant. Zie ik nu hoe men alles zelf digitaal kan doen, je hoeft echt niet meer naar het postkantoor voor die kentekens, maar ook de communicatie met dealers is voor importeurs een stuk minder ingewikkeld. Alles gaat met computers nu, in feite beweegt men als doorgeefluik voor de bestellingen van de klant via de dealer naar de fabriek. De computer maakt dan uit wanneer een auto op welke wijze wordt gebouwd en geleverd. Van die 80 dealers van toen is er vrijwel geen een meer actief. Vervangen door giga-bedrijven met soms duizenden auto’s omzet per jaar. Andere tijden. En dan heb ik het nog niet over mijn jaren in de communicatie. De schrijverij in fysieke magazines, bladen, boeken, adviezen en trainingen…..Het is allemaal veranderd. En toen we dat virus over ons heen kregen werd gewoon thuis gewerkt en bleek dat prima te kunnen. Het is allemaal anders geworden. Sneller, maar ook leuker?? Als ik soms zie hoe weinig klantvriendelijk bedrijven soms opereren….ik heb er weinig hoop op dat dit beter wordt….Maar interessant is het allemaal wel…. (B eelden: Archief)

Afschrijving…

Afschrijving…

Een begrip dat in verschillende kringen een andere betekenis krijgt tegenwoordig. Ik ben vooral vergroeid met de economische kant van dat begrip. Afschrijving van roerende goederen meestal stevig, lineair en goed uitlegbaar. Immers een nieuwe auto die je net de showroom uitreed is na ingebruikname meteen een stuk minder waard dan die door jou betaalde aanschafprijs. Het waarom is economisch. Zouden we een buiten op straat gebruikte en aan invloeden van weer en wind dan wel een mateloos slechte of veel kilometers rijdende auto niet afschrijven zou hij altijd zijn nieuwwaarde behouden en komt de economie op dat punt tot stilstand.

De kracht van de afschrijving is dan ook dat we (in meerderheid het geval) anders tweedehands auto’s, motoren, of fietsen nooit zouden kunnen betalen. Het ene merk schrijft meer af dan het andere. Klein en zuinig behoren tot de gunstige afschrijvers, groot en dorstig tot de ongunstige. En dan speelt het land van herkomst, merk en ook imago een rol. Maar over het algemeen ben je na een jaar of drie bijna 45% van de nieuwwaarde wel kwijt. Rijdt je tegen een boom en vertel je dat nog na is de auto wellicht total loss en krijg je de dagwaarde uitgekeerd bij all-risk-verzekeringen.

Daarbij hanteert men vaak een net even andere restwaarde dan in de reguliere handel. Valt soms mee, in andere gevallen tegen. Een auto die tien jaar oud is nog steeds all-risk-verzekeren is dus een dure hobby, omdat de dagwaarde dan (enkele uitzondering daar gelaten) vrijwel nul is. Wat schrijft nog meer af dan auto’s? Nou meubels bijvoorbeeld. Die prachtige nieuwe zitbank die je net geleverd kreeg en neergezet in je huiskamer is direct tweedehands op het moment dat de billen het stof of leer beroeren. En raak je meteen meer dan 50% van de waarde op kwijt. Een jaartje gebruik maakt dat zitmeubel voer voor kringloopwinkel of marktplaats.

Ook boeken ondergaan dat lot. Kijk maar eens hoe snel die in waarde verliezen, als ze niet behoren tot de groep boeken die in kleine oplage zijn uitgevoerd, een bijzonder onderwerp beschrijven en/of in goud zijn uitgevoerd. Vraag en aanbod bepalen dan verder wat die fraaie en interessante boeken nog waard zijn. De rest is voer voor de shredder of kringloopwinkel. En daar zie je de vergankelijkheid van beroemde titels heel goed. Zoals onlangs het zeer goed verkochte boek ‘vijftig tinten grijs’ waarvan ik drie exemplaren zag bij een kringloper voor 25 cent per stuk. En in nette staat ook nog. Afgeschreven. Net als we sommige mensen doen. Kanslozen, sommige daklozen, drinkebroers, hongerigen, mensen die knel zitten in een oorlogsgebied of niet passen in onze denkwereld.

Afgeschreven. Verdreven. Maar veelal ook zonder meerwaarde voor de samenleving. Zou er een kringloopsysteem voor bestaan? Of inruilen mogelijk bij de Schepper als die al bestaat. Ik zelf heb die laatste al veel eerder afgeschreven. Te veel voorbeelden gezien van wat niet deugt in die schepping. En dat gaat dan echt niet om mooie auto’s, lekker zittende bankstellen, of een warm aanvoelend huis. En wat dat laatste betreft, de meeste huizen schrijven niet af maar worden steeds meer waard. Maar ja, die zijn ook onroerend. Maakt bijna ontroerend. Stenen gaan voor mensen….nog altijd…(Beelden: eigen archief)