Als elk jaar waren we ook deze keer weer in Duitsland op een Kerstmarkt. Traditioneel samen met onze Soester vriendjes, waarvan de vrouwelijke helft in staat is om een vijfsterrenhotel te boeken voor een ‘Actionprijsje’. Elk jaar weer een verrassing. Dit keer was Dusseldorf onze bestemming. Daar waren we een paar jaar geleden ook al eens geweest, maar toen lag een deel van de binnenstad op de schop. En was het er bitter koud. Wellicht was dat dit jaar anders? Het hotel, een Dorinth-filiaal, lag in Neuss, op de andere oever van de Rijn, maar de tram stopte daar voor de deur en die tram reed over de Rijnbrug naar de overkant en zette ons af aan de kop van de KonigsAllee, nog steeds het hart van inkopend en welvarend Dusseldorf. Wie een horloge zoekt van pakweg 20 mille kan daar goed terecht, en die klandizie kom je dan ook frequent tegen. Het is en blijft een bijzonder fenomeen. Geldt ook voor mode-artikelen als een jurkje of jas. In Dusseldorf moet je daarvoor in de winkels altijd een nul toevoegen achter de bij ons al exclusieve winkelprijs. 2 mille voor een Kerstbloes is zo betaald. Niet door ons, dat zal duidelijk zijn, maar het is meer om de sfeer van de stad te schetsen. En of het zo moest zijn, het was er weer aardig fris toen wij onze wandelingen langs al dan niet verlichte bezienswaardigheden maakten.
Zeker aan de Rijn zelf, je moet even op de boulevard kijken naar het uitzicht, werkelijk fascinerend, was het opnieuw zo koud dat ik de handschoenen maar even aantrok. Met een prachtige zonsondergang namen we afscheid van de dag en beleefden de verlichte binnenstad van Dusseldorf met dubbel veel plezier. Toch……de kerstmarkt was minder gezellig dan we van andere steden kennen. Minder compact ook en wat die markten altijd typeert, dingen die je normaal nooit te zien krijgt of kunt kopen, waren hier nauwelijks te vinden. En wat er was had aangepaste prijzen. Minder aantrekkelijk. Hoe dan ook, de tram bracht ons weer terug naar de ‘overkant’ waar we in het veel rustiekere Neuss heerlijk aten op het Marktplein bij Kleeberg.
Zeldzaam lekkere gerechten, een prima wijntje, aardige bediening en een warme atmosfeer. De volgende dag bezochten we het centrum van Neuss en ontdekten dat ook dit een erg aardige plaats is met vele verwijzingen naar een Romeinse geschiedenis en andere historische feiten. Wandelen was hier ook cultuur opsnuiven. Vrijwel elke Duitse ketenwinkel is er te vinden en een paar daarvan bezochten we voor onze terugreis naar Nederland nog even. Al met al weer genoten van de jaarlijkse Kerstmarkttrip. De bestemming voor volgend jaar al uitgezocht. Gaan we naar een plek waar wij ons altijd thuis voelen en waar de prijzen nog een beetje ‘normaal’ zijn. En die qua historie niet onderdoet voor wat we nu hebben meegemaakt. Dank aan de vriendjes voor de gezelligheid! Op naar 2017!

Wie mij de afgelopen tien jaar heeft gevolgd als lezende blog fan zal het niet zijn ontgaan dat ik voor mijn (steden)trips graag richting het Duitse land afreis. Dat is vaak gevolg van de combinatie; land, steden, winkels, eten, gastvrijheid en bereikbaarheid. Met een beetje geluk rijd ik binnen twee uur de meeste van de ons geliefde bestemmingen zo aan vanuit onze Hoofdstad. Halverwege september dus weer eens naar Aken. De oude Karelstad ondergaat een metamorfose. Men pakt de oude binnenstad flink aan en volgt daarbij de trends uit de andere grote Duitse steden op het gebied van winkelfaciliteiten. Eind vorig jaar ging een nieuw overdekt winkelcentrum open dat een enorme aanwinst is voor de stad die de laatste jaren wel wat kraakte in de economische jas door de crisis etc. Wij zagen door de loop van de jaren heel wat van oudsher bekende winkels verdwijnen en de lege panden niet meer opgevuld worden. Zo raakte je dan bekende namen kwijt zonder dat er veel voor terug kwam. Maar met de komst van dat nieuwe centrum is dat in een klap opgelost.
Prachtig gebouwd (men deed er ook een paar jaar over) en voorzien van etages vol winkelplezier, maar ook een breed aanbod van horecazaken. Waar je terecht kunt voor allerlei voedsel uit de hele wereld. Wij aten er heerlijk Indiaas, maar dat had ook Chinees, Turks of Japans kunnen zijn. Bedenk het en het wordt aangeboden. Betaalbaar en zeer smakelijk. Er is (logisch) veel bewaking aanwezig en ook de schoonmaakploeg doet haar best alles tiptop in orde te houden. Toiletten zijn er ook, jammer dat je daarvoor tenminste 50 cent per persoon moet betalen aan een (buitenlandse) chagrijnige dame. Maar het moet gezegd, verder is dit winkelcentrum een aanwinst. Aken pakte ook uit met allerlei culturele evenementen. Men was even hoofdstad voor allerlei digitale congressen en er liep een zomers festival vol muziek en speciale markten.
Voor ons trouwens minder interessant. Wij waren meer bezig met onze vaste adresjes op het gebied van liefhebberij en kleding. Maar het totaalpakket is zo plezierig dat je er graag terugkomt. Aken is een leuke en mooie stad. We kennen hem door de vele bezoekjes in voorgaande jaren en dat helpt bij het vinden van de juiste plekken. Parkeren deden we in een Parkhaus onder een groot hotel. Hele dag voor zeven hele Euro’s. Ook dat is aantrekkelijk i.v.m. andere steden. U snapt het wel, we genoten. En dat komt dus mede doordat het aanbod van winkels nu flink groter is dan het ooit was. Oud werd ingeruild voor nieuw. Maar wie zijn weg kent zal verslaafd raken aan deze stad. Die nu al druk is, want er komen veel (Limburgse) Nederlanders en Belgen die de stad ook waarderen om zijn gastvrije manier van bezoekers verwennen. Er zijn helaas ook wel heel wat zwervers te vinden. Bescheiden zittend bij hun hoedje of petje. Meer dan ik me van vroeger kan herinneren. Maar dat is een verschijnsel dat je in Duitsland wel meer ziet. Wir Schaffen Dass heeft kennelijk ook zo haar schaduwkanten.
Ik verleg de verhalen over ervaringen met (horeca)bedrijven en instanties vanuit mijn Belgische schaduwblog voorlopig maar even naar dit intussen redelijk gewortelde mening blog. Dat scheelt me dubbel werk en ik denk dat de lezersgroep er ook wat groter mee is of wordt. Onlangs waren we te gast bij een van de vestigingen van de Toekanketen. In Vught deze keer. Ik kende deze vestiging nog niet, hij lag wat verscholen aan de lokale wegen rond Den Bosch, maar strategisch ten opzichte van de omgeving die we wilden verkennen. Zie daarvoor de eerdere blogjes over de St.Jan en Heusden. Zoals alles bij Van der Valk was de incheck efficiënt. Het hotelgebouw maakt een qua indeling ‘Britse’ indruk. Dat wil zeggen ‘rommelig’, je moet echt je weg zoeken.
Men gebruikt diverse gebouwen die met elkaar verbonden zijn via loopbruggen en trappen. Er zijn liften, maar ook die moet je ook zoeken. Op het tijdstip dat wij arriveerden, net iets te vroeg, kregen we zonder probleem de kamers toegewezen die we hadden geboekt. Ze lagen in een tweede gebouw op de begane grond. De auto kon er via de achterkant voor de deur worden gezet. Scheelt veel sjouwen als je de nodige bagage bij je hebt. Het bordes dat daartoe diende was overigens van de simpele soort. Grondplaten van grind, geen afscheiding tussen de kamers onderling, en bij de ene kamer wel een paar tuinstoelen, bij de andere niet. Opmerkelijk. Dat gold ook voor de kamer die ons was toegewezen.
Ik ben kritisch, zeker, maar voor de prijs van het gebodene wil ik ook wel een kamer die voor mekaar is. Nou dat viel iets tegen. Zo vonden we een enorme vlek in een van de geleverde fauteuils. Ook lag de kap van de grote schemerlamp op de grond. Die was ook stuk. Dat constateerden we meteen. Melding gemaakt bij de receptie (eindje lopen door die gangen en trappen). Dat zou men direct oplossen. Bij terugkomst op de kamer na een ronde door Den Bosch bleek dat ook het geval. Nieuwe kap op de lamp. Vlek nog in de stoel en de lamp zelf deed het niet. Had men dat niet even kunnen controleren? Een ander opmerkelijk aspect was dat het ligbad aan de lage kant was. In andere hotels met de toekan voor de deur zijn die vaak hoger. Dat is comfortabeler.
Dat geldt zeker ook voor de in die badkamer gebruikte ornamenten. Niet rond, maar hoekig, hypermodern wellicht, maar goed voor veel blauwe plekken, maar erger nog, door de positie t.o.v. de gebruiker, gevaarlijk heet. Zowel vrouwlief als ik kwamen er met ons linkerdijbeen akelig mee in aanraking. Hier keek men niet naar de menselijke maat. Bedden kregen van ons overigens een heel hoog cijfer. Heerlijk hard, genoeg stevige kussens, rustige omgeving, we sliepen als een roos. Het ontbijt (in een echt ongekend omvangrijke zaal) was van grote klasse. Bedenk het en men bood het aan. Kost wat, maar je krijgt ook echt iets. Zo wil je het en dit was een compliment waardig. Daar heeft men aandacht voor. Meer dan voor die kamers. En dat is jammer. Anders had men in Vught van ons een hoger cijfer gekregen dan het nu wat magere cijfer 7. House-keeping moet hier echt nog eens leren hoe het hoort. Wellicht in de leer gaan bij die mensen van het restaurant. Want die snappen het wel!













