Vraag mensen die iets verstand hebben van auto’s naar het merk DKW en al snel zal men een imitatie geven van de geluiden die de motoren van die wagens ooit maakten. Rengdednggdengggdenggg… DKW benutte voor haar wagens namelijk tweetakt-techniek. Was in de jaren voor de oorlog buitengewoon modern en goed toepasbaar in lichte wagens waarvan de eigenaren geen zin hadden in al te veel gedoe. Tweetakt hield in dat motorsmeerolie werd gemengd met benzine en dan verhit tot ontbranding gebracht. Het geluid was een aspect van dat verhaal, een grotere rookontwikkeling het andere. DKW werd opgezet in 1928 en startte met de fabricage van een auto die men had overgenomen bij een andere fabrikant. Het merk DKW werd gemaakt en opgezet in Berlijn, maar verhuisde al snel naar Zwickau in het oosten van Duitsland.
Door de jaren heen bouwde men diverse succesvolle kleine en wat grotere wagens, maar ook motorfietsen die over het algemeen een prima kwaliteit vertoonden. In 1932 werd het merk toegevoegd aan de Auto Union waartoe ook Horch, Audi en later NSU behoorden. De Tweede Wereldoorlog bleek een streep door de rekening van het merk. En met name de bevrijding van het oostelijke deel van Duitsland door de Russen zorgde voor grote problemen. Immers de fabrieken van DKW vielen in handen van de grote beer en die klauwde alles mee wat voorhanden was. Gelukkig niet de ontwerptekeningen voor een nieuw model dat DKW nog tijdens de oorlog had ontwikkeld en voor die tijd hypermoderne lijnen liet zien. Alleen lagen die tekeningen dus in Zwickau. De directie van DKW was intussen verhuisd naar Dusseldorf, maar de techneuten van het merk zaten in Zwickau.
En daarmee kwam aan beide kanten van het toen al gestikte IJzeren Gordijn de productie op gang van de nieuwe DKW’s. In het westen onder regie van Auto Union maar wel onder de oorspronkelijke naam, in het oosten onder regie van IFA en in eerste instantie ook onder die naam van DKW. De Oost-Duitsers waren qua bouw de West-Duitse vroegere zuster te snel af. Maar de West-Duitsers hadden betere juristen. De oorspronkelijke fabriek in Zwickau mocht de naam DKW niet meer voeren en zette voortaan IFA op haar identieke modellen. Opvallend genoeg zijn beiden ook in Nederland verkocht. Nog steeds hadden die modern uitziende wagens trouwens een tweetaktmotor, geen verschil van inzicht tussen oost en west. Alleen ging de ontwikkeling van nieuwe modellen in het westen een stuk sneller. Na de Meisterklasse kwam DKW met de Sonderklasse en weer later met de erg fraaie 3=6. Die was in maatvoeringen gegroeid, had weliswaar nog steeds dezelfde motor maar die leverde nu meer vermogen.
De topsnelheid ging nu naar 125km/u waardoor DKW vond dat de driecilinder tweetakt net zo goed reed als een zescilinder van andere merken. De ultieme stap bij het oermodel was de 1000 die nu ook als Auto Union 1000 werd aangeboden. Uit een 1000cc motor haalde men nu 50pk en een top van 135km/u. Prachtige auto’s, alleen flink duurder dan een VW Kever of Opel en dat hielp de verkopen niet. Fraai was de 1000Sp Coupe. Een soort mini-Thunderbird met prachtige lijnen, een panoramavoorruit en vinnen op de achterschermen. Met 140km/u nog sportief ook. Mits je dat motorgeluid en de rook voor lief nam. DKW ging maar door met ontwikkelen van nieuwe wagens maar dat zorgde ook voor problemen. In 1964 zette men de F102 neer, een fraaie sedan, met een 1200cc tweetaktmotor en de kenmerkende vier ringen op de neus.
De auto was mooi gemaakt, maar te duur. En het einde van Auto Union kondigde zich aan. Mercedes nam de boel over, Audi werd de nieuwe naam voor de DKW’s en de F102 gewoon Audi 60 maar wel met een viertaktmotor die goed verkocht. Daarmee kwam een bekend merk dat ook nog bestelwagens had verkocht overigens, tot een roemloos einde. Audi werd de nieuwe naam en al snel kwam die in bezit van Volkswagen. En wat die ermee deden is voor eenieder wel duidelijk denk ik. Overigens ging dat DKW in het oosten dus op in IFA en leverde dat weer uiteindelijk Trabants en Wartburgs op. Zelfde techniek en geluid, maar toch een andere beleving…(Beelden: Yellowbird archieven)

Ooit, in de jaren tussen 1948 en 1989 bestond er een deel van Duitsland dat viel onder de Russische bezettingszone. Aangeduid als de Deutsche Demokratische Republik. Heel lang het toonbeeld van de beste vorm van hoe communisten een land bestuurden. Met veel historische Duitse bedrijvigheid die nu onder Staatstoezicht vielen, maar nog steeds in staat waren om redelijk goede waar te leveren. Alleen werd in onze westerse ogen die DDR bestuurd door malloten en was de kwaliteit van die geleverde waar niet meer dan ‘bagger’. Zo gaan die dingen in een wereld die bestond uit tegenstellingen tussen Oosten en West. We vergeten dan snel dat wat in West-Duitsland plaatsvond door de nijverheid van het volk daar, ook in het oosten zijn voortgang kende al vertraagde het systeem elk eigen initiatief waardoor het leek of die DDR jaren achterbleef bij het westen.
Tijdens de expositie die we onlangs weer eens zagen in het altijd interessante Hoornse Museum van de Twintigste Eeuw werd uit de doeken gedaan hoe het leven eraan toeging in dat oostelijke deel van Duitsland. Waar de beknotting door de Russen en het communisme natuurlijk wel een stempel zetten op denken en doen. Maar waar men goed door had hoe je geld moest verdienen door zaken te maken die vooral gefabriceerd werden voor afnemers in het westen. Bedenk maar eens dat veel van de goederen die de Wessies kochten bij Neckermann of andere postorderbedrijven, gemaakt werden in de DDR. En men daarover weinig klachten kreeg. Goedkoper, behoorlijk van kwaliteit en dus geslaagd. Zelfde gold voor speelgoed. Men kon heel wat maken dat ook in het westen aankwam en daar fans kende. Denk ook maar eens aan het treinenmerk Piko dat indertijd soortgelijke zaken maakte als Marklin of Trix.

Meer nog dan de KGB was die Stasi in staat om de eigen bevolking compleet onder controle te houden. Toch stevende het land af op de eigen ondergang omdat men niet in de gaten had dat elders in Oost-Europa grote veranderingen plaatsvonden die niet meer door Moskou zouden worden onderdrukt. De tijden van Budapest (1956) en Praag (1968) waren definitief voorbij. En de DDR ging door eigen falen ten onder. Toen men de Muur in Berlijn openstelde voor de eigen bevolking was het hek van de dam. Binnen een jaar was het land DDR opgeheven en onderling verbonden met de BRD. En ontmantelde men de totale economie en industrie. Resultaat, talloze werklozen, een land met een verarmende bevolking en minderwaardigheidscomplex. Dit alles was tijdens die expositie in Hoorn te zien. Indrukwekkend, confronterend en op vele vlakken bijna angstaanjagend. Zeker als je zag hoeveel dossiers van de Stasi na de zgn. Wende beschikbaar kwamen. En voormalige buren of vrienden ontdekten hoe ze door geliefden of anderen waren geobserveerd en verraden. Het blijft een apart verhaal. Een expositie als deze meer dan waardig. Helaas intussen gestopt en het museum door de Corona-ellende al een tijdje gesloten. Maar ik genoot ervan. Ben zelf nog wel eens op bezoek geweest in die DDR en ik vond het qua sfeer een akelig land. Maar dit terzijde…(Overigens…wie wil zien hoe het leven was in die DDR moet de serie Weissensee van Netflix eens opzoeken. Je zult verbijsterd zijn..)(Beelden: Yellowbird prive)
Hoewel we BMW toch vooral kennen van haar auto’s was het oorpronkelijk vooral een fabrikant van vliegtuigmotoren die in 1916 al werd opgericht. Men had twee vestigingen, een in Munchen en de andere in het Oost-Duitse Eisenach. BMW was dus in principe bekend van haar motoren die dienst deden in vliegtuigen, trucks, auto’s en boten en vanaf 1923 begon men ook met de bouw van eigen motorfietsen. In Eisenach startte men in 1928 met de kleine Dixy, een autootje dat was afgeleid van de toenmalige Austin Seven. Eisenach werd de hoofdvestiging voor auto-productie, Munchen bouwde verder aan waar men goed mee was, motoren.
De auto-modellen ontwikkelden intussen door. Vanaf 1933 was er al een type met zescilindermotor leverbaar en bekende modellen van toen waren de 315, 319, 327 en 328. De laatste auto van het vooroorlogse BMW was de 335 die vooral bedoeld was voor de Britse markt en daar als Frazer-Nash kopers moest vinden. Tijdens de oorlog werkte BMW vooral aan de oorlogsindustrie van het Nazi-regime en overleefde zo een total stilval of faillissement. Na de oorlog was men door de Russische bezetting van Oost-Duitsland de belangrijke vestiging in dat gebied, Eisenach, kwijt.
De Oost-Duitsers bouwden al snel verder op de modellen van net voor de oorlog, maar moesten onder druk van BMW in Munchen de naam wijzigen in EMW. En dat werd later weer IFA Wartburg. De West-Duitse tak ging door als BMW en bouwde al snel vanaf begin jaren vijftig de 501, een auto met een zescilinder-motor. Die was bedoeld voor de rijken der Aarde wellicht, maar in het door de oorlog totaal vernielde Duitsland was de markt buitengewoon klein.
Latere auto’s uit die range kregen zelfs een 8-cilinder onder de kap. Mateloos populair bij de toenmalige Duitse politie trouwens. Fraaie auto’s maar zo duur dat de fabriek financieel onder water dreigde te gaan. Een oplossing was snel gevonden toen men de piepkleine Italiaanse Isetta driewieler zag en in 1955 de licentierechten overnam van de oorspronkelijke bouwers.
Met dat kleine autootje maakte men de winst die de grote modellen niet brachten. BMW verfijnde de Isetta consequent en maakte er o.a. de 600 vier-zitter van. Een doorontwikkeling was de 700 die nog steeds een kleine luchtgekoelde tweecilinder in het achteronder had zitten. Maar die kleine wagens maakten wel dat men het weer aandurfde om meer normale auto’s te ontwikkelen en te bouwen. De 1500 bijvoorbeeld en de latere 1800. Al snel kwamen er 2000’s in het programma met zeer sportieve prestaties. Voor de prijskoper de 1600 en die weer opgevolgd door de latere 3-serie die ook bij ons een grote schare kopers wist te trekken.
BMW bouwde verder uit en werd een merk van formaat. In Duitsland de grote concurrent voor Mercedes-Benz (Daimler) en Audi. Tegenwoordig met een prachtig gamma modellen dat elke auto-liefhebber zal aanspreken. Niet goedkoop wellicht, maar wel voor iedereen een leuk model in de bewerkte klasse. Tweedehands zeer gevraagd. Wie dat wil ook een elektrische aandrijving, en voor de ware sportieve chauffeur ook een M-uitvoering van zowat elk model waarmee je vaak moeiteloos de 200km/u grens passeert. Daarnaast is BMW nog steeds bouwer van schitterende motorfietsen en heeft het ook aandelen in de luchtvaartindustrie waarvoor men nog steeds de nodige technologie levert. Munchen nu het centrum van haar activiteiten.
Een merk dat je vrijwel niet meer kunt wegdenken en Made in Germany, dus ook nog eens gedegen en kwalitatief op hoog niveau. Vandaar dat ook aan dit fraaie merk even aandacht werd gegeven, zij het op bescheiden en beknopte wijze. (Beelden: BMW/Yellowbird collectie)
Nu mijn vervolgverhaal over dat Tsjechische automerk en alle wetenswaardigheden die daarmee van doen hebben na ruim een jaar elke zondag tekstueel heeft ingevuld, wordt het tijd voor iets anders. Maar als overgang wel in dezelfde hoek van mijn interessen. Dit keer vertel ik u allen even iets over een Oost-Duits merk dat tijdens de DDR-tijden net zo bekend werd als het West-Duitse DKW of Audi. Uit dezelfde hoek voort komend en toch een gevolg door de overrompeling van Nazi-Duitsland door de Sovjets in 1945. Die Russen troffen in Oost-Duitsland een reeks aan autofabrieken aan die o.a. eigendom waren geweest van Auto-Union, BMW en Opel. En terwijl ze de ene fabriek na de andere leeg haalden en als compensatie voor de geleden oorlogsschade mee terug namen naar het thuisland stonden ze aan de andere kant toe dat goed willende (..) Duitsers hun auto-industrie weer op enig niveau trachtten te brengen. Een daarvan was het vooroorlogse DKW (Auto-Union) in Zwickau.
Daar werden na productiestart eerst gewoon nog wat vooroorlogse DKW’s gebouwd, maar later ging men over op de veel moderner F9, die ook al een DKW-geschiedenis kende. Want de fraaie carrosserie en de tweetaktmotoren stamden uit de ontwerpafdeling van de vroegere groot-Duitse merk. Omdat men in Oost-Duitsland gewoon aan de slag bleef als DKW werd daar door de West-Duitse aandeelhouders van het daar opnieuw gestarte merk met diezelfde naam succesvol bezwaar tegen gemaakt. Men wilde eigenlijk niks te maken hebben met die Oost-Duitse wagens ook al leken ze als twee druppels water op elkaar en lagen die ontwerpen op een enkele tekentafel. En zo werd de in de DDR gebouwde DKW voortaan een IFA en moest deze via een nieuwe aparte organisatie worden verkocht.
Die nieuwe IFA was een vlotte wagen en deed maar weinig onder voor de inmiddels in het westen ook gebouwde DKW’s. Ook al bouwde men veel minder IFA’s dan DKW’s, want de Russen hielden de staalimport voor de Duitsers tegen omwille van hun eigen behoeften. Zolang men in de DDR deze wagens bouwde op basis van de DKW-tekeningen ging het met de kwaliteit overigens ook prima. En mochten er af en toe ook wat afwijkende modellen worden gebouwd.
Zoals een fraaie cabriolet. Later kwamen er ook stationcars van de band (met veel ruimte) en een afgeleide bestelwagen. Aangedreven werd het geheel nog steeds door een pruttelende tweetaktmotor maar ook dat was een erfenis van DKW dat deze zelfde techniek ook voor het westerse modellen gewoon voerde. Het gebrek aan metaal begon zich echter te wreken. De ronde vormen van de IFA maakten het lastig om alternatieven te bedenken, maar men experimenteerde in het oosten wel al met kunststoffen onderdelen die later bij de Trabant zo belangrijk zouden worden. Werden die IFA’s ook in ons land gevoerd? Ja zeker! Via een aparte importeur, De Binckhorst in Den Haag en langs aparte dealers van die welke ook DKW voerden.
Want die laatste organisatie wilde niets met de IFA’s te maken hebben. De grote wereldpolitiek speelde een rol. De IFA’s werden gebouwd tot en met 1956. Daarna zette men in op een totaal andere en veel minder fraai gevormde auto, die als P50/70 zijn intrede zou doen maar in ons land niet meer leverbaar was. Daarbij paste men het systeem van de geperste kunststof carrosseriedelen toe en was dit de opmaat voor de latere Trabants. De aloude naam IFA werd de overkoepelende voor alle auto-activiteiten in de DDR en ook gekoppeld aan vracht en bestelwagens die in dat communistische land werden gefabriceerd. IFA’s van toen zijn nu best bijzonder.
Er zijn wat liefhebbers voor en die koesteren hun oude wagens uit die bijzondere jaren als schatten! En dat is terecht. In mijn leven kwam ooit een enkele IFA voor. Ik beschreef hem al eens in mijn vervolgverhaal rond de jeugdperiode. Daarover is trouwens een verhaal apart te vertellen. Doe ik wellicht nog wel eens…. (Foto’s: Yellowbird archief/internet)
Terwijl de fabrieken in het Tsjechische land dus relatief grote aantallen van die sinds 1970 gebouwde Skoda’s uitspuwden werkten technici aan hele series nieuwe ontwikkelingen die halverwege de jaren zeventig de opvolgers zouden kunnen vormen voor de zo om hun wegligging (motor achter) bekritiseerde S100-110 modellen. Soms deed Skoda die ontwikkeling alleen, dan weer in combinatie met de Oost-Duitse fabrikanten EMW Wartburg en Sachsenring Trabant. Die laatste merken hadden weliswaar wagens met voorwielaandrijving in de aanbieding, zij misten expertise op het gebied van viertaktmotoren en goede versnellingsbakken die de Tsjechen nu net wel bezaten. Prototypen van erg aardige modellen voor de toekomst verschenen zowel in de DDR als in Tsjecho-Slowakije. Die toonden aan dat Skoda in beide landen technisch de touwtjes aardig in handen kon krijgen als de politieke leiding van beide communistische staten durf had gehad op dit punt.
Die bleek echter niet voorhanden en alle pogingen om moderner auto’s te bouwen moesten van de hoge communistische leiders in die staten worden gestaakt. De Oostduitsers gingen daardoor gewoon door met hun pruttelende tweetakts en Skoda zocht naar een ultiem model dat de oude reeksen zou kunnen opvolgen. Daarbij maakte men gebruik van ontwerptekeningen voor een grote middenklasser die men ergens in 1974 had uitgetest. Een wagen met een 1400 of 1600cc motor voorin en de aandrijving op de achterwielen. Groot, ruim en comfortabel. Hoekige lijnen en bij sommige van die ontwerpen een opvallende hop-up bij de c-stijl zorgden voor een lekker modern uiterlijk. Omdat al die ontwikkelingen smoorden in politieke onwil bleef men bij de fabrikant zitten met veel frustraties. Die werden nog groter toen werd besloten dat om kostenbesparende redenen de opvolger voor de S100-110 reeks technisch gebaseerd moest blijven op die toen geproduceerde modellen. Skoda schoof daardoor inventief als Tsjechen zijn, twee zaken maar over elkaar heen. Slim wellicht, goedkoop zeker, maar eigenlijk ook wel wat achterhaald.
Men nam de carrosserie van die middenklasser, vijlde dat ontwerp links en rechts bij en hing er de techniek van de 100/110/serie onder en achterin. Waarbij de basismotor iets werd opgevoerd, net als die van het grotere luxe model. 1050cc en 1200cc werd de cilinderinhoud en men verzon het al eerder genoemde technisch wat risicovolle koelingssysteem met radiator in de neus en pijpen en slangen richting motor achterin. De nieuwe wagens kregen een opmerkelijke kofferbakklep, die naar opzij opende. Dat deed men om veiligheidsredenen. Immers, een normale koffer- of motorkap kon soms onder bepaalde omstandigheden aardig vervelende verwondingen of erger verzorgen bij inzittenden als een auto als deze frontaal botste. Door die zijwaarts openende kofferklep werd dat risico met ruim 50% verminderd. Maar het bleef wel raar staan als die klep open stond. De kofferbak zelf was door een wat slimmere constructie flink groter en het interieur schoot er een heel stuk op vooruit. De wagens waren ruim genoeg voor een gemiddeld gezin, waarbij je dan ook nog doorklapbare achterbanken kreeg met extra bergruimte achter de rugleuningen van de achterbank. Een doordachte auto, alleen die wegligging…….. Wordt vervolg! (Beelden: Yellowbird collectie/archief/Skoda)
Zoek maar eens op; het Wartburg-college. Een puur Hollands reformatorisch bolwerkje in een omgeving waar het bijbelse geloof nog deel uitmaakt van de dagelijkse gang er dingen. Reformatorisch in de ware zin des woords. Lange rokken, ongeschoren vrouwenbenen en zeker geen lange broeken voor de meiden-leerlingen. Maar ook gewenst keurige aankleding voor de jongens en een onbesproken gedrag voor de leerkrachten. Onbesproken als in, de ware zin van het daar als basis dienende geloofstrominkje onderschrijven en niet afwijken van de (niet zo heel goed gedocumenteerde)schoolregels. Of zelfs maar de indruk wekken dat te willen doen. Op zich niks mis mee, maar net als bij sommige politieke stromingen (denk aan D66) zijn principes aardig voor de buhne, ze zeggen weinig over hoe mensen zich binnen die doctrine dan gedragen. Barmhartig? Nee! Inlevend? Nee! Christelijk? Nee! Men liegt en bedriegt als het zo uitkomt en zoekt naar wegen om mensen die wellicht 1% van de koers afdwalen tot de orde te roepen of zelfs te ontslaan.
De stroming zelf moet in stand gehouden worden en die ‘ene’ uitleg van de bijbelse woorden zoals men die daar beleeft telt als de enig ware. Nu ben ik zelf ooit streng katholiek opgevoed. En in die opvoeding zat ook de afwending van hen die zouden of waren gaan dwalen, afvalligen van de enige Heilige Moederkerk. Je speelde niet met protestantse (..) kinderen en heidenen waren helemaal uit den boze. Dit om de interpretatie van de enig juiste woord in perspectief te plaatsen….. Die naam Wartburg komt overigens voort uit het oosten van Duitsland. Voor autoliefhebbers zoals ik is het meer een verwijzing naar een reeks typische Oostblokmodellen met een pruttelende tweetaktmotor die hun naam ook al dankten aan dat kasteel met die naam. Maar die zelfde naam van dat bewuste kasteel kende nog een historisch diepere betekenis en vermoedelijk dankt deze school in het Dordtse zijn naam en faam daar aan. Ooit was er de ketter Maarten Luther. Die was het gedoe in de toenmalige katholieke kerk zat en spijkerde wat stellingen aan een kerk in het Duitse Wittenberg. Hij werd er voor vervolgd door de Roomse inquisitie. Immers, afwijkingen van de leer van de kerk van Petrus, hoe corrupt ook, werden niet op prijs gesteld. Ik druk me daarbij nog mild uit.
Luther moest vluchten en kon uiteindelijk terecht op het kasteel van een hem goed gezinde vorst. Op de Wartburg. Hij verschool zich daar voor zijn verantwoording en ging wat andere zaken doen. Kortom, die naam Wartburg moet alleen daarom al beschermend werken, verwijzend, verwarmend bijna. Nou, niet als je er werkt(e) en van die ene procent van de leer afweek. Dan blijkt dat de nakomelingen van Luther in naam veel lijken op de oude inquisitie en echt elk middel gebruiken om jou te excommuniceren. En dan blijkt ook dat ze de mazen in de wet weten te vinden om je te dumpen. Ik ben dan zelf al snel in staat tot rituele moorden, maar ja, dat mag niet volgens de tien geboden. Maar kruizigen mag wel toch? Laten we wel zijn, dat deden de Farizeeers met Jezus, trouwens, samen met de Romeinen. De Wartburgers deden dat onlangs met iemand die mij na aan het hart ligt. Samen met hun buitengewoon enge jurist. Afgescheept met een financiaeel schijntje, en daar dan ook nog ruim anderhalf jaar over steggelen. Je zou ze ophangen aan hun………
Maar goed. We blijven een soort van fatsoenlijk. Denk bij Wartburg dus maar liever aan die Oostduitse limousines. Die waren stuk voor stuk van een betere kwaliteit dan het schoolbestuur bij dit college. Wil heel wat zeggen. En je kreeg er nog garantie bij ook. Ook dat is in deze bijbelse kringen onbekend. Kortom, eigenlijk gewoon afvalligen, en als het er op aankomt!? Gewoon heidense methoden! Niks christelijks aan te ontdekken! Jezus zou zich diep schamen voor zulke volgelingen. Gelukkig heb ik de echte gelovige christen in het lijdend voorwerp gedurende al die maanden van onzekerheid zonder moeite kunnen ontdekken. En die werkt (gelukkig) niet meer op het Wartburg. Dat is een ballentent! (Mijn mening slaat in dit geval uiteraard op de leiding, de directie, de mensen die daar vroeger de leiding hadden en allen die nu de handen in schijnheilige onschuld wassen….)

Het CIS (de unie van samenwerkende staten) werd de opvolger. Anno 2016 zien we weer een sterk Duitsland, dat in feit de EU bestuurt, zorgt voor de enorme vluchtelingenstromen vanuit de arme en geplaagde gebieden in Afrika en Midden-Oosten. We zien een Russische Beer die langzaam aan haar verloren gebieden weer inneemt. Goedschiks of kwaadschiks. Een leider aan het roer die de Russen weer zelfvertrouwen schenkt en de defensiemacht opnieuw brengt tot Sovjet-niveau’s. Poetin wordt een soort moderne Tsaar genoemd, Merkel de ‘Leider van Europa’. En de landen die tussen deze twee grootmachten in zitten kijken er naar en weten niet wat ze nu precies moeten. Kiezen of kabelen. Het lijkt er op dat die keuze nog wel eens een lastige kon worden. Feit blijft dat deze landen net als de VS een belangrijke rol spelen in de moderne geschiedenis en vermoedelijk ook de nabije toekomst. In hoop of vrees. En wij in ons kleine landje zullen daar mee moeten leren leven. Of we nu willen of niet.







