Werken op Schiphol – 28 – conclusie!

Werken op Schiphol – 28 – conclusie!

Uit mijn vervolgverhaal over dat werken op Schiphol zou de lezer hunnen opmaken dat het soms alleen maar kommer en kwel was in die jobs die ik indertijd uitoefende.

Ach, dat is bepaald ook niet zo. Wel was het er altijd keihard werken en bleek het stressniveau hoog. Met name managers die een grote dorst vertoonden en weinig gevoel voor aansturing van een organisatie zorgden voor die soms beschreven stress. Met de meest klanten had ik daarnaast, achteraf gezien, wel een goede band. Ook internationale relaties verzorgde ik prima. Bij dat laatst beschreven bedrijf ging ik vaak op stap met die lui en liet ze dan Nederland zien, op andere wijze dan ze normaal wellicht een beeld zouden krijgen van dit logistiek sterke land. En hield met een aantal van hen vaak nog lang contact. In die periode dat ik zowel in de auto’s of luchtvaart werkte deed ik nog wel eens aan kruisbestuiving. Zo verkocht ik auto’s op Schiphol toen ik daar nog werkte die dan werden geleverd door de dealer waar ik later zelf terechtkwam, maar benutte, eenmaal in de auto’s, weer contacten die ik in die luchtvaartwereld had opgedaan. Zo werd het computernetwerk indertijd bij Pon in Voorschoten aangelegd door een oude Schipholse relatie die daarin gespecialiseerd was geraakt.

En deden we veel trips naar Tsjechie in die jaren met de reisorganisatie van mijn oude contact bij CSA, de Tsjechische luchtvaartmaatschappij. Omgekeerd leverde ik dan weer auto’s aan die lui toen ik dat vak verkeerde. Maar wat vooral van belang was dat ik ontdekte hoe belangrijk die logistieke sector is voor de economie van ons land. Juist nu, Corona en zo, zie je weer dat we zonder vrachtvervoer door de lucht eigenlijk een middeleeuws landje zouden zijn waar serums, mondkapjes of desinfecterende gels en zo meer pas na maanden leverbaar werden in plaats van na enkele weken. De sector is goed voor 100.000 directe banen (luchtvaart) en nog eens 300.000 indirect. Veel bedrijven die wij n u zien als typisch Hollands vestigden zich in de buurt van Schiphol en zorgen nog eens voor lokale ontwikkeling van economie, woningbouw en sociale cohesie. Nederland werd door de jaren heen, ik maakte dat uiteraard aan den lijve mee, draaipunt voor luchtvracht. Transitgoed een dikke business.

Zelf leerde ik er extra disciplines ontwikkelen, vindingrijk denken, wat talen, maar ook dat malloten aan de top slecht nieuws zijn voor mensen zoals ik. Vakmensen, absoluut, maar als hiervoor gesteld niet zo geschikt voor aansturen van een organisatie. Nu was en is voor mij (al eerder beschreven) zwart vooral zwart en wit, wit. Anders kom je er niet en het vliegtuig mag geen vertraging ondervinden. Je moest aan de andere kant ook leren improviseren. Want op jouw weg naar doel en succes kon zo maar een obstakel zitten zoals een douane-beambte die zijn job wel heel serieus nam. Ik leerde er ook professioneel schrijven voor vakbladen. Ik leerde er presenteren voor groepen mensen. Zaken waar ik later in die andere branches waar ik voor koos te werken, veel baat bij had. En, niet onbelangrijk, ik behield de liefde voor alles wat vliegt en in die andere branche…rijdt. Nee, mensen, ik heb er geen spijt van. Had wellicht zaken anders aan moeten pakken, iets meer diplomatiek moeten zijn…maar dat zit niet in de aard van het beestje. Schrijven wel. En dat heb ik er ook hier over gedaan. Op naar een nieuw avontuur op dat gebied….Dank voor de belangstelling….. (Beelden: Yellowbird)

Nieuwe lapper…

Kijk, ik ben nogal trouw aan de mij toevertrouwde spullen. Of het nu een auto betreft, het huis, apparatuur of wat ook. Als het nog functioneert tenminste. Eenmaal stuk is het afscheid snel gedaan. Bij de laptop die ik al vele jaren gebruikte en die toen ik hem kreeg behoorde tot de top van het apparatuursegment, zat ik een beetje op het randje. Hij was nog lang niet vol, wel trager dan traag geworden. Het opstarten duurde soms een half uur. Zoonlief, zelf altijd haantje de voorste met de nieuwste apparatuur en/of software, waarschuwde me dan wel eens dat ‘het tijd werd voor een nieuwe laptop Pa’. Maar Pa sloeg die woorden in de wind. Als het ding aan de gang was kon ik er aardig mee uit de voeten, dus… Tuurlijk beetje angst voor het nieuwe maar vooral het opnieuw moeten installeren en programmeren van alles wat ik relevant of belangrijk vind zorgde voor min of meer bewust uitstel. Tot zoonlief me eind augustus ineens verraste. Een nieuwe laptop die hij zelf niet zo lang geleden zelf had gekocht voor zijn eigen website-onderhoud en zo meer. Maar nu overbodig was geworden.

Hij gaf hem me mee met de mededeling dat dit mijn verjaardagscadeau was. Ik was er verlegen mee. Zeer zelfs. Wie mij kent en regelmatig leest weet dat ik mijn schrijfwijze nog nooit heb aangepast aan al die nieuwe apparatuur en nog een beetje werk zoals op een schrijfmachine. En zo’n ding moet dat in mijn optiek gewoon intuitief kunnen volgen. Nou die eerste dagen met de nieuweling was dat zeker niet zo. Hij startte niet eens op! Gaf constant foutmeldingen die ik dan weer trachtte te bestrijden wat zorgde voor nog meer ellende. Uiteindelijk kwam zoonlief naar me toe om de boel te redden. Binnen een paar uurtjes had ik een goed werkend en echt supersoon snelle laptop ter beschikking. Nu nog even wat zaken overzetten die van belang zijn. De sociale media staan er nu op en ik kon er zelfs sinds aan het begin september mee bloggen. Opbouwen de boodschap, en de oude ontmantelen. Relevant spul er af halen, de rest afvoeren naar de digitale prullenbak. In de hoop dat daar nu niet net die informatie tussen zit die ik nu een paar maanden later eigenlijk had willen bewaren. Maar ja, weggooien kan altijd nog. Gewoon allebei bewaren dus….en intussen genieten…van die nieuwe mogelijkheden…en snelheid. (Beelden: Yellowbird collectie)

Jeugdvermaak….

Het is weer zomers qua zon en temperaturen buiten en dan komen traditiegetrouw de onderzoekingen voorbij door afgestudeerde mensen die van alles en nog wat uitzoeken waarvan het nut soms wel maar ook vaak niet te bewijzen valt. Komkommertijd of zo. Onlangs was er weer zo’n onderzoek. De ‘jeugd’ zat te veel achter de computer en kwam te weinig buiten. En dat ‘was slecht voor de ontwikkeling van fysiek en herseninhoud’. Nu twijfel ik vaak aan dat laatste omdat pubers sowieso vaak gedrag vertonen dat leeghoofdigheid doet vermoeden. Maar dit terzijde. Wat zijn trouwens de uitkomsten van die onderzoeken na een x-aantal jaren? Er wordt zoveel in beweerd wat lastig te controleren valt. Immers, een aantal jaren geleden wees men weer naar andere oorzaken van verkeerde tijdsbesteding. Altijd was er wel een of andere reden te twijfelen aan goed opgroeien van die jeugd als men dit of dat zou blijven doen.

En is dat ook zo? In mijn jeugd waren de kerken sterk van organisatie en maakten zij de normen en waarden die ons allemaal in het gareel moesten houden. Handen boven de lakens, zowel jongens als meisjes moesten dat ondergaan, maar het waarom werd er niet bijverteld. Want zondig gedrag en o wee wat er dan met je kon gebeuren. Hersenverweking of een zwakke ruggengraat. Ik denk dat echt niemand later last had van zijn eigen experimenten. Integendeel. Zo ging dat ook met ons straatgedrag. Binnen zitten was er niet bij, buiten was het leven te vinden wat je moest leiden. Samen met je vrienden. Klooien, knokken, achter de meiden aan, op de brommer zinloos rondracen, roeien op groot water zonder dat je de zwemkunst beheerste en zo meer.

Wat waren we nog onder de indruk van zo’n uniform….andere tijden…!!

Toen we later groter werden kwam het werk, de studie, het meisje, de verkering, verloving en trouwen. Een carriere volgde vanzelf en alles wat daarmee van doen had. Wat tegenwoordig internet is was vroeger voor ons de jeugdfilm. In de bioscoop. Vecht- en oorlogsfilms! De pastoor had er van gerild. Maar wij deden wel inspiratie op. Later naar films voor 18 jaar en ouder. Avontuurlijk als je er in kon met je 16e. Gewoon goed aankleden en stoer kijken. Lukte vaak. En dan zag je dingen die volwassenen als bijzonder of spannend omschreven. Ongecontroleerd, en weinig nadenken over je latere opgroeiperiode. In de tussenliggende generaties was er wel weer iets anders wat ‘ons’ als jeugdigen zou kunnen beinvloeden. Maar het kwam altijd goed. Nu waren wij nog wel opgevoed met ontzag voor ouders, politie, leraren, kerkdienaren en zo meer. We spraken nog beleefd tegen ouderen, en liepen er zelfs door de week bij alsof we elk moment naar de kerk moesten. Normen en waarden waren er aardig ingeprent.

Dat is tegenwoordig wel anders, maar of dat nu ligt aan gebruik van smartphones of het spelen van games waag ik te betwijfelen. Er zijn kennelijk wel generaties opgegroeid zonder enige opvoeding die ook maar in de verste verte leek op wat wij  nog hadden meegemaakt. Men heeft maling aan gezag, de politie (maar ook abulancemedewerkers en brandweer) mogen worden aangevallen, ouders zijn geldkoeien, de echte kerken tellen niet meer mee en de selfiecultuur is ingeburgerd geraakt. Aan dat laatste zal ik nooit wennen. Van de 6.500 foto’s die ik alleen al met mijn iPhone heb gemaakt in een jaar tijd zijn er twee van mij zelf. Althans met mij als zelf verkozen onderwerp er op. Dat is omgekeerd evenredig aan wat de meeste jeugdigen tegenwoordig doen. Je zelf centraal stellen is nieuwe norm geworden en daaruit komt ook het verlangen naar respect krijgen. Terecht of niet. Maar dat is een ander onderwerp en wellicht opnieuw een onderzoek waardig. Ik ben wel benieuwd hoe mijn lezers hier en op de sociale media aankijken tegen het geschetste beeld. En houdt je niet in hoor…..

De wonderlijke wereld van printers en hun vullingen…

Een printer is niet veel meer dan een schrijfmachine die door jouw toetsenbord op je laptop of anderszins in beweging wordt gezet. Hij drukt af wat jij hem wilt laten afdrukken. Een stom ding, maar tegenwoordig best slim uitgerust. Je kunt er vaak mee scannen (noem het kopieren) en in sommige gevallen mailen of als dat nog bestaat, faxen. Er bestaan wat verschillende soorten printers, maar de meest gebruikte zijn de inkjet- en laserprinters. Een paar merken maken ze zelf, anderen laten dat over aan andere bedrijven. Canon doet het zelf. En in goede kwaliteit. Ik ben nu al een jaarthe of 20 vaste klant bij die lui en de gemiddelde printer gaat een jaar of 2,5-3 mee. Daarna zit de afvaltank vol en is een nieuwe kopen goedkoper dan de oude schoon laten maken. Noem maar eens een onderwerp waarmee het milieu beter gediend zou zijn. Bij andere fabrikanten gaat het vast niet zoveel anders op dit punt. Hoe dan ook, je koopt dan weer een nieuwe en tracht te snappen wat daar dan weer voor vullingen in zitten.

Vertaald…een vulling van een printer heet een cartridge. En daar wringt mijn ergernisschoen. Want ik heb nog nooit een opvolgende printer kunnen kopen die de cartridges van de vorige met liefde accepteert. Nee, telkens weer een andere soort. Wie net als ik niet zonder wil komen zitten op het moment dat een concept of een of ander geschrift uitgeprint moet worden, neemt van die dingen op voorraad. En als je dan van printer wisselt zit je al snel met een overbodige voorraad. Ik ben er zo een. Een bak vol. Allemaal nieuw gekocht. Met een houdbaarheidsdatum die ver uitstijgt boven die van die printers waarvoor ze bestemd zijn. Maar wie neemt die van je over? Ik heb het al eens geprobeerd tijdens een rommelmarkt. Alsof je griepvirussen tracht te verpatsen. Men kijkt er naar, trekt de neus op en loopt door. Nee, geen handel. Ook bij de kringlopers van dit land kom je ze wel eens tegen, maar als ze al nieuw zijn, nooit die soort die jij in jouw printer nodig hebt.

Ruilen zou een optie zijn, maar ik denk wel eens dat iedere printereigenaar zijn eigen cartridges heeft en niemand vergelijkbare exemplaren kan benutten. Bij mijn hofleverancier, een groothandel, hangen er voor mijn printer altijd net twee exemplaren. Een voor de zwartwit-kant van de teksten en een voor de kleurenfoto’s. Meer niet. En aan de prijs. Het verdienmodel voor deze apparatuur is natuurlijk nu net die cartridges. Want zo’n schrijver kost je vaak nog geen honderd euro. Kortom, het is een aardige handel. En ik ga nu toch echt eens nadenken wat ik met die nieuwe oude cartridges aanmoet. Toch maar naar de kringloop?? Wellicht! Maar voordien ben ik wel benieuwd wie onder mijn lezers hetzelfde ervaart als ik. Want ik kan daarin toch niet uniek zijn….toch??

Aanslag…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Ooit, lang geleden, ik zat nog op school, leerde ik tikken op een schrijfmachine. Voor hen die geen idee hebben over wat voor ding ik het heb, de schrijfmachine was min of meer het technische hoogstandje van de jaren 50-90. Een soort computer zonder verbindingen maar wel met een mechanisch systeem om letters op papier te tikken door middel van toetsen. De oudere exemplaren hadden nog geen elektrische bekrachtiging dus je werd geacht aardig te hameren op die dingen om het papier te vullen met alles wat je er op moest of wilde zetten. Dat leren tikken hield in dat je met gelijke kracht met tien vingers deze machines bediende. Logisch, er zat vaak een enkel velletje papier in dat werd opgerold richting de plek waar de letters een voor een hun afdrukjes achterlieten. Toen ik later met al die bij een typecursus opgedane theoretische kennis in de praktijk aan de (aan)slag ging op kantoor en bij de eerste mediale uitgaven die ik toen het levenslicht liet zien, bleek al snel dat ik een ‘stevige aanslag’ bezat. Ik ramde die hamertjes echt tegen het papier, en dat ook nog eens met een grote snelheid. Noem het talent of zo, maar het was vaak niet goed voor de documenten die ik bewerkte.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Daartoe behoorden ook zgn. stencilvellen. Dat waren technische manieren om om goedkope wijze bladen of documenten te verveelvoudigen. Bandaline, Gestettner, noem maar een paar namen. Dat moedervel moest echt met de nodige voorzichtigheid behandeld worden. Dan haalde je het ‘schutvel’ er af en werd het flinterdunne moederblad op die stencilmachine geklemd en rond gedraaid. Net ongeveer als een fotokopieermachine van later dat kon. Maar dan allemaal mechanisch. Tikte je echter te hard sloeg je bijvoorbeeld het hart uit een letter o of bij het cijfer 0, kreeg je zwarte vlekjes bij de afdrukken op juist die plekken. Zag er niet uit. Nee, dan moest je niet zo hameren. Ging al snel beter toen de elektrische schrijfmachines verschenen. Van IBM, Hermes etc. Die filterden de aanslag wat en zo kon je dan zelfs als hameraar nog redelijk uitziende publicaties verzorgen. Op Schiphol werkte ik met zgn. Airwaybill’s. Dat waren dcocumenten die je nodig had om lading per vliegtuig van A naar B te vervoeren. Maar die dingen moesten in 20-voud of zo worden doorgedrukt. Het origineel was voor je eigen dossier, de rest moest overal leesbaar zijn. U snapt het al!

wp_000961De aanslag die ik had was net goed. Rammen maar. En als je een vliegtuig vol gecharterd had werd er heel wat raak getimmerd in erg korte tijd. Liefst foutloos!  Die vliegtuigen wachtten niet dus het moest snel en leesbaar. Ik kreeg er een aanslag door die ik nu nog heb. Toetsenborden van computers en laptops hebben het lastig bij mij. Ik zie vaak de letters ook op die bordjes wegslijten. QWERTY staat gelukkig altijd op dezelfde plekken dus ik weet waar veel letters te vinden zijn, maar toch. Subtiliteit is qua eigen tikstijl niet terug te vinden. Hoezeer ik mijn best doe. En die tien-vinger-aanslag? Ook niks! Ik tik met vier vingers en mijn duimen voor de spatiebalk. Snel als een hinde, maar qua tikaanslag zelf net een neusdier of stevige olifant. Ondanks alle vermaningen van mensen om me heen die me steeds weer wijzen op het feit dat ik die machines stuk tik zo. Ik kan niet anders. Gelukkig tik ik de letters niet stuk. Geen gaatjes meer in de o’s en 0-llen. Goed geleerd is slecht achterhaald op dit punt. Sorry mensen. O…maar u merkt het helemaal niet? Goed zo. En hoe tik je zelf dan? Net als ik of toch een slagje rustiger??? Ben benieuwd….naar jouw aanslag….

De Smartphone….

Nokia mobiels 001Hij oogde niet echt oud. Jaar of 40/45. Vlot type, T-shirt, zo’n hangende jeansbroek zonder riem waardoor zijn merkboxerband zicht- en leesbaar was. Kale kop, net als ik. Hij stonk naar drank. Niet dat me dat nu meteen zorgen baarde, maar om half elf in de ochtend is mij persoonlijk wel erg vroeg. Hij stapte hijgend na mij de lift in van het gebouw waar ik voor familiebezoek te gast was. Moest een paar etages lager zijn. Zodra de lift zich in beweging zette begon hij tegen me te praten terwijl hij zijn smartphone uit zijn broekzaak opviste. ‘Tis toch wat he’, zei hij met tamelijk luide stem, licht hijgend nog steeds, ‘vroeger had je helemaal geen benul van het bestaan van die dingen, je had het ook niet nodig. Maar nu, je ken nie zonder he.’. En om het bewijs te leveren van nut en noodzaak ging het ding af en drukte hij op drie of vier knoppen om een gesprek aan te nemen. Lukte niet. Misprijzend keek hij naar het op zich slimme ding. Toen naar mij. ‘Nou dat wordt terugbellen……’zuchtte hij. De alcoholwalm kwam me tegemoet. Intussen had hij zijn etage bereikt en stapte uit. Wenste me een geweldige dag verder en liep naar de toegangsdeur van de hal waar ook de lift zijn tussenstop had gevonden.

sts104-315-013Ik vervolgde mijn reis, hangend aan de liftkabels, naar een paar etages hoger. Dacht na over wat hij zei. Ik ben, ik schat het netjes in, twintig jaar ouder dan de betrokken vent, weet ook nog dat we geen smartphones hadden of diens voorgangers. Maar ik weet ook dat ik mijn eerste mobieltje een jaar of twintig geleden toevoegde aan de spullen die behoorden bij werkstatus en gemak. Je kon met die eerste dingen vooral bellen. Handig onderweg, al waren de batterijen dan vrij snel leeg. Maar ik was ook veel in het buitenland en dan was die telefoon ook mijn levenslijntje naar de thuisbasis. Later kon je sms-sen, dat was een prachtige toegevoegde waarde. Met een handsfree-set was er met die toestellen ook in de auto te bellen. Het comfort en gebruiksgemak werd er steeds groter door. Om over te gaan in die smartphone-generatie waardoor ik nu een toestel heb waarmee ik betere foto’s maak dan met veel van mijn compacte digitale camera’s, mijn socials bedien, een agenda bijhoudt, kijk hoe het weer onderweg zal zijn, het laatste nieuws kan bijhouden zodat de kranten overbodig werden en ook nog kan mailen en whatsappen.

INMAG2-NOKIA-n95-Main-Flash_nlHet ding helpt me via satellieten bij het reisroutes kiezen, zoekt of boekt de dichtstbijzijnde restaurants als dat nodig is of de benodigde parkeergarages. Kortom, Smart is echt Smart en ik geniet daarvan. Met dank aan zoonlief die me aan die machinerie wist te helpen. Kostte wat moeite maar eenmaal over stag ben ik een adept. Ik kan me niet eens meer voorstellen hoe het is zonder…… De Smartphone verving veel wat vroeger allemaal apart moest worden bijgehouden. Kortom, geweldige dingen. En oh ja…..je zou er ook mee kunnen bellen natuurlijk. Mits je weet waar de knop zit om aan te nemen. En daar ga ik net als die liftreiziger onlangs ook vaak de mist mee in. ‘Kan altijd terugbellen’ is dan ook mijn conclusie. Maar of dat nu zo ‘smart’ is…?

Bloggen en stoppen….

1107 F-102 resizedNee, geen angst, mijn Meningblog gaat gewoon door hoor, ook al zijn er heel wat mensen die me een vroegtijdige monddood nog steeds toewensen. Schrijven zit me in het bloed, dus dat gaat door. Maar diezelfde passie voor het geschreven woord maakte ook dat ik in het verleden nogal wat specialistische blogs heb opgezet die maar een onderwerp kenden. Zoals mijn verhalen over de luchtvaart. Lang vol gehouden, maar vanaf  begin dit jaar toch maar mee gestopt. Kostte me zoveel tijd dat ik er niet toe kwam om er iets zinnigs op te zetten. Binnenkort trek ik de stekker daar uit het verhaal en verdwijnt alles richting digitale prullenbak.

9864 - LiazDatzelfde geldt voor mijn Verzamelgek50-blogje dat ik al sinds een jaar of 5,5 dagelijks vulde. Met alles wat met mijn passie voor verzamelen van doen had of heeft. Het werd redelijk bekeken, ook al waren er maar weinig lezers die een commentaartje achterlieten. Sinds medio vorig jaar bemoei ik me ook met een groep verzamelaars (2850) op Facebook die bezig zijn met het showen en handelen van/met automodellen en nog een wat bescheidener groep die zich op de luchtvaartmodellen stortte. Daardoor was een nieuwe uitlaatklep voorhanden om dagelijks kond te doen van wat er zoal leeft in die werelden op schaal. En dus zette ik afgelopen weekend mijn eigen verzamelblog op ‘hold’. Even aankijken nog of het op Facebook goed blijft gaan, de digitale reddingsboot voor de wal, en dan de definitieve overstap. Scheelt me toch tijd.

87KFJKoWant dagelijks iets schrijven over…..is best spannend soms. Ik heb hier niet voor niets de tweedaagse intervals ingesteld. Facebook maakt dat veel reacties ook daar worden gegeven, waardoor het bloggen zelfs soms lijkt op een eenzaam bestaan. Controversiele onderwerpen maken dat er soms ellenlange reeksen reacties komen, en op dat digitale spoor kan dat simpel, zonder inloggen of wat. En ik kom er ook veel ‘oude’ bloggers tegen. Allemaal verenigd in dat Smoelenboek dat veel meer is dan slechts dat. Hoe dan ook, twee van de vijf blogs die ik zoal vul zijn nu gesneuveld. Blijft er wat meer ruimte over voor de rest. Het is maar dat u het weet. En voor hen die dat jammer vinden, zoek me op via Facebook of Twitter en je bent zo weer op de hoogte…….

Smartphone….

Leo - schaduw voor Kruidvat Weesp WP_004695Het is niet eens zo heel lang geleden dat ik niets moest hebben van het idee om met een smartphone aan de gang te moeten. Laten we toch gewoon zo´n mobiel ding benutten waar het voor bedoeld is, zo was mijn devies. En dat leek mij vooral bellen, of het toen nog gebruikelijke sms-sen… Tot zoonlief me voorzag van mijn eerste smartphone. Een Nokia Windows Phone met een erg aardige Carl Zeiss lens voor het maken van zeer fraaie foto´s. Je kon er alles mee wat ook op een computer of laptop mogelijk was, al was het schermpje dan een stuk kleiner. Binnen de kortste keren kon ik mee lezen en schrijven. En dat laatste deed ik, Facebook, Twitter, blogs, alles kon interactief en via de compacte zakcomputer. Ik was ´om´. Het viel vrouwlief al op dat ik heel wat meer tijd met dat ding in mijn handen zat dan met een boek…. In september vorig jaar ging het mis. Door domme pech viel de Finse zakgenoot op de grond en brak zijn scherm. Maken kan, natuurlijk, maar bleek duur. Gelukkig had zoonlief een nieuwe voor me liggen, nou ja, een half jaartje gebruikt en dus kon ik snel vrij snel schakelen.

Utrecht - Selfie in museum Speeldoos WP_004642Weer wat sneller, flink groter en met een 20MP camera. Het bleek een groot genoegen met het ding onderweg te zijn. Nam ik voorheen de laptop mee op tripjes of zakelijke afspraken, nee, hoeft niet meer. Kan in de Smartphone alles net zo goed en snel en de foto´s zijn beter dan die gemaakt met mijn compacte micro/Japanner. Kortom ik ben een adept. Net als ongeveer ieder ander die ik onderweg tegen kom. We zijn er maar druk mee. Social media, selfies, filmpjes op YouTube. Zelfs mijn afspraken staan er in en worden uren voor de afspraak keurig gemeld. Je moet wel slordig zijn wil je dan een afspraak vergeten. Onlangs las ik een leuk onderzoekje onder zakenreizigers. Men wilde weten hoe veel waarde men hechtte aan bepaalde zaken die een mensenleven tot genoegelijk kunnen maken.

WP_000246Een van de vragen was…´Wat zou u opofferen voor een goed glas wijn..´. Het antwoord was echt opvallend. 23% van de ondervraagde zakenreizigers wilde daar wel een week lang de sociale media voor laten, er waren er ook heel wat die vonden dat ze wel een week zonder (vermoedelijk kwalitatief matige) seks konden als ze dat glas wijn maar mochten opdrinken en op 1 met stip, stond dat 29% van de ondervraagde wel een dagje zonder smartphone zouden kunnen voor dat glas. Kijk eens naar de waardebepaling van die drie zaken. Een week seks, of een dag smartphone…. Er gaat toch iets mis met ons mensen. Volgend jaar het volgende onderzoek. Zouden we dan twee weken seks en een uurtje zonder smartphone invullen…ik vraag het me oprecht af….

Eigen naam is goud waard…

182400881_e47df934ca_mAls je net als ik een beeldarchief bezit dat in de duizenden afbeelden loopt zit er best wel eens iets tussen dat door een ander is gemaakt. Al is het dan in de grijze oudheid. Nu is het voor mij als publicist door de jaren heen logisch dat je iedereen de credits geeft die zij verdienen als je gebruik maakt van beeld dat (kennelijk) door een ander is gemaakt. Ook al is dat dan lang geleden gebeurd. Met een simpel @-teken geef je dan aan dat je snapt dat niet jij maar een ander die foto heeft gemaakt. Tot zover de theorie. Maar nu de weerbarstige praktijk. Het internet wemelt van de afbeeldingen en vaak staat daar nergens iets bij van wie de afzender of maker is. Dat moet simpel oplosbaar zijn zou je denken, maar ook ik stapte in de val van de onwetendheid toen ik onlangs in een groep enthousiasten voor de vliegende vrienden een plaatje uit ongeveer 1965/6 plaatste van een oud vliegtuig. Opgepikt op het internet, nostalgie, persoonlijke herinneringen en een betere kwaliteit dan ik indertijd met mijn klikklak-camera kon bereiken. De reactie liet niet lang op zich wachten. De vermeende fotograaf zette me en-plain-publique te kakker als een beelddief.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het was ‘zijn foto en ik had dat moeten vermelden’. Dat HAD ik graag gedaan, ware het niet dat er niets bij die foto te vinden was over herkomst of maker. En het vliegtuig waar het om ging fotografeerde ongeveer iedereen indertijd. Ook ik zelf. Maar zoals gezegd, met die klikklakcamera. De ophef die de man maakte, hij bleef maar doorgaan, ook na aanbieden excuses en weghalen foto, zorgde voor een wrevelige sfeer. Immers, ik plaatste daar al tijden ook mijn gedigitaliseerde dia’s uit de oude doos en nergens mijn naam er bij, zullen vast wel eens gekopieerd zijn. De betrokken man bromde me per mail toe dat ik dan maar mijn @ op die beelden moest zetten ter bescherming. Opmerkelijk, hij deed het zelf ook niet. Maar dit terzijde. Ik was zo boos en beledigd dat ik meteen zo ver terug als het kon mijn eigen gedigitaliseerde dia’s verwijderde en op zoek ging naar software om die copyright-vermelding nu eens en voor altijd te regelen. Nou, dat lukte me dus niet. De software had ik zo, maar de werking bij al die programma’s bleek onbegrijpelijk.

altAj0cRHTudTP9O6D3arEBqteW_H773FamXHs7UK7rh5MrWat ik ook deed of doe, dat in beeld brengen van de naam van de fotograaf, ik dus, lukte me niet. Dus plaats ik niks meer op plekken waar men mij net zo kan kopieren als ik anderen..Toch moet het mogelijk zijn om je naam op een beeld neer te zetten toch? Of moet je daarvoor naar de fotovakschool? Voorlopig houd ik het er maar op dat ik er te stom voor ben. En doe ik maar net of het ook wel veel werk is om…..Overigens, veel van de beelden die ik hier gebruik komen uit eigen kring en anders van het internet. In 99% van de gevallen zonder dat ik weet wie ze maakte. U wilt mij wet vergeven?! Dank u!

Digitale verkeersdrempels

005Sinds de wereld digitaliseerde zit ik op de eerste rij. Van een eigen PC in 1983 tot en met nu doe ik zoveel mogelijk met de computer en was ik een van de eersten die de aloude schrijfmachine aan de kant mikte. Niet dat ik alles perfect doe hoor, soms wil ik iets wat geen enkel softwarepakket aan kan, maar ik heb ook ontdekt dat sommige programmatuur niet door of voor mensen geschreven kan zijn. Daar werkt het spul te stom voor. Ook snap ik vaak niet dat een aanbieder werkt met een soort ‘twee-werelden-politiek’ waarbij ze volgens eigen zeggen druk doende zijn alles leuker en sneller te maken voor hun klanten, maar aan de andere kant vasthouden aan analoge klantvriendelijkheid anno jaren tachtig. De overheid is er zo een. Aan de ene kant vragen van iedereen om digitaal aangiften te doen, maar in geval van aanslag of terugbetaling alles per brief op schrift aanbieden. Soms wel vier brieven over hetzelfde onderwerp.

Tussentijdse wijzigingen kunnen flink kostenverhogend werken....Terwijl ik mij dus door die brij van voor me liggende digitale snel- en zijwegen worstel gaat er nog wel eens iets mis. Zoals onlangs. Drie keer op een dag. Je zou bijna denken dat het dan aan jou ligt. Maar dat was oprecht gesproken niet zo. De eerste was een aanbieder waar ik iets wilde bestellen. Ik maakte een account aan, gaf de beschikbare bankgegevens in, bestelde wat ik wilde en kwam niet verder dan dat mijn ‘karretje’ gevuld was met die items. Geen millimeter verder. Wat ik ook deed. Nu bestel ik wel meer zaken op het www en dat gaat al jaren probleemloos, maar in dit geval…geen beweging. De helpdesk, toch handig als je problemen hebt, bleek niet bereikbaar tussen Kerst en Nieuwjaar. Opmerkelijk! Gelukkig bleek een noodverband, gelegd door een lieve vriendin, afdoende om alsnog bij de bestelling te komen, maar van vlotte verwerking was geen sprake. De tweede op die dag was mijn bankier.

Soms valt de rekening mee, soms tegen.....Normaal vlot met het doen van mijn betalingen en ook met het verstrekken van digitale afschriften, bleek dat ineens veranderd. Per 1/1/15 geen afschriften meer zoals ik ze wenste, nee in voor de belastingdienst en accountant geschikte bestanden. Leuk, maar onleesbaar voor mij! Dus een klacht verstuurd. Digitaal. Antwoord (uit de computer), uw klacht is verwerkt, over twee werkdagen krijgt u antwoord. De stoom kwam lichtjes uit de oren. Dat werd nog leuker toen ik mijn Btw-aangifte wilde doen. De overheid, hun website, dat het me lukte om het voor mekaar te krijgen (ik doe al vier jaar digitaal aangifte, nooit een echt probleem gehad, maar deze keer wel…)had vooral met mijn ‘geduld’ te maken. Dat god zelf nog niet uit de hemel kwam om mij te helpen (of te berispen) is het eerste wonder van 2015. Kortom, ik begon het jaar vol ontspannen plezier. En blijf geloven in dit digitale wereld. Jammer dat er mensen werken achter de schermen…anders was het wellicht perfect