Ultieme liefde..

O zeker, hij had er heel wat gekend, zowel oppervlakkig als intiem. Hij was er gek op geweest, achterna gelopen, had er kapitalen voor uitgegeven om hen goed gestemd te krijgen, had huizen verbouwd, vakanties georganiseerd, maar op enig moment toch ontdekt dat het kennelijk aan hem lag dat niets blijvends ontstond. Nooit de mooiste van de klas geweest tussen al die binken met hun strakke lijven, krullende haardossen, sterke verhalen en versierpogingen uit het boekje. Hij was wel slim en had daarbij de zakelijke genen van zijn vader overgenomen. Geld speelde op enig moment geen rol meer. Dus kon hij ‘kopen’ wat anderen met veel moeite bereikten. Maar hij was geen man met een wasbord als buik, licht kalend, hield van voetballen en auto’s, maar ook van zijn rust. Tuurlijk wilde hij dat allemaal delen met die vrouw van zijn leven die hem alles kon geven en echt ook het diepere van zijn wezen zag, maar buiten de eerder genoemden die vooral vroegen voordat ze iets gaven, was het geluk hem min of meer ontglipt. En dus nam hij een drastisch besluit. Voortaan hield hij het bij die blonde schoonheid die hem zoveel gaf en weinig vroeg. Die onbaatzuchtig was in de liefde, een eigenschap die hij bij al die vorige types nooit had ontdekt. Hij noemde haar zijn lieveling, en in feite was ze dat ook. Zeker als ze zich bij hem nestelde in zijn riante bed. Mira noemde hij haar, vond hij lekker klinken. En ze luisterde er ook naar…die lieve Labrador die hij als puppie in huis haalde en nu zo leuk jong volwassen werd. Hij verheugde zich op dat uitje naar het strand straks….Toch maar een goed jack aan doen, het zou vast fris zijn daar…..

Leven met de Vliegende Pijl – 35 – Export!

Toen we met de fabrikant na lang en intensief onderhandelen waren overeengekomen om de nieuwste varianten van de Favorit en de daarvan afgeleide stationcar Forman snel af te nemen om zo de vast zittende verkopen wat te stimuleren werd het besef groot dat we echt iets moesten doen aan die nog steeds bestaande ‘prop’ aan oudere modellen. En dus bedachten we allerlei trucs om auto’s die al erg lang bij importeur en dealers in voorraad stonden te verkopen waarvan we vrijwel zeker wisten dat de toenmalige dealers er niets mee zouden doen omdat ze nu eenmaal hun lokale markten niet proactief konden of wilden bedienen. Desnoods aan buitenlandse afnemers. In die jaren, ik schreef er al eerder iets over, was er een levendige handel in tweedehands en ingeruilde Skoda’s aan de gang. Vooral de Skoda-dealers zelf verkochten massaal hun voorraden gebruikte ‘achterwielaandrijvers’ aan Tsjechische handelaren die daartoe ons land afstroopten voor ‘buit’. Die Nederlandse wagens waren meestal goed onderhouden, voorzien van een stevige antiroestbehandeling en voor redelijk lage prijzen te koop. Ik denk dat in die jaren zo’n 70% van het rijdend Skodabestand aan oude modellen werd teruggestuurd naar het voormalige thuisland. Net zoals bij het Russische merk Lada overigens gebeurde met wagens van dat oude Sovjetmerk.

Scheepsladingen tegelijk gingen daarvan indertijd ook terug naar huis. Dealers kregen daardoor weliswaar iets van financiële ruimte, op de langere termijn hield het ook in dat ze geen werkplaatsvulling konden verwezenlijken en dat ze daardoor en bij hun uitblijvende verkoopsuccessen met de Favorits een ongewisse toekomst tegemoet gingen. Toen we de eerste nieuwe Skoda Favorit Monomotronic in huis kregen werden we helemaal enthousiast over de kwaliteit van die wagens. De nieuwe Duitse aandeelhouders gaven de wagen precies dat mee wat al eerder had moeten gebeuren. Keurige interieurs, donkerblauw tot zwart kunststof voor het dashboard, volkomen naar beneden draaiende ramen, een injectiesysteem op de motor en een veel betere bij een traditioneel merk als Skoda passende afwerking. Gewoon keurige auto’s die voor een redelijke prijs in de daarbij behorende nieuwe overzichten en catalogi kwamen te staan. Ook de lakkleuren waren nu plezieriger. Geen rare ‘Oostblokkleuren’ meer, maar frisse tinten, passend bij een Volkswagenmerk. De nieuwe wagens kregen van huis uit ook een sticker op de achterruit waaruit bleek dat Skoda nu toebehoorde aan de Volkswagen-Groep.

Die stickers alleen al waren reden om onze dealers iets enthousiaster te maken dan ze voorheen waren. Nu de klanten nog. Die waren op hun beurt nog steeds erg terughoudend naar het merk en al snel zagen we de even oplevende verkopen van die nieuwe modellen weer terugzakken naar de oude lage niveaus. De organisatie wachtte vooral af of klanten spontaan binnen stapten. En dus kwamen de contacten met de buitenlandse afnemers als geroepen. We ruimden dan als importeur maar eens op. Alles wat niet meteen behoorde tot de reeks actiemodellen die nu bij Skoda in grote aantallen van de band liepen werd in de aanbieding gedaan en verdween met truckladingen tegelijk over de grens. Veelal in een combinatie waarbij we de zeer begeerde Monomotronics aanvulden met ook altijd een reeks minder goed te verhandelen en oudere Ecotronics. Die laatsten behoorden tot de oorspronkelijke Favoritreeks. Zelfs tot in Midden-Amerika verdwenen die wagens, het zou me niks verbazen als er nog exemplaren van te vinden zijn op een van de Caribische Eilanden. Het gaf ons lucht, al moest iedereen er wel over zwijgen, want export was bij de fabriek niet echt populair. Omdat ook dealers, vooral in de grensstreek, alles aangrepen om voorraadauto’s op deze wijze weg te werken was het ‘probleem’ soms best behoorlijk. Maar in tijden van nood mag en moet men dopen, en het voortbestaan van de hele organisatie stond in feite op het spel. Wat je niet kwijt kon in ons land moest dan maar richting Europa of elders worden afgevoerd. Waren wij daarmee uniek? Nee hoor! De meeste merken met een wat terugvallende verkoop pasten deze methodiek in die jaren toe, zelfs bij VW waren heel wat dealers druk met dat exporteren. Het leverde ons in ieder geval wat legere terreinen op, dat scheelde veel geld en stilstaand kapitaal en we konden de dealers waarmee we verder wilden op termijn tenminste het laatste nieuwe van de Tsjechen leveren. Het was buigen of barsten…Of we nu wilden of niet! Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird/Skoda/internet)

 

Wandelen door Zuid…

Het oude Stadhuis van Nieuwer Amstel werd uiteindelijk het Gemeente-archief Amsterdam.

Als ik wel eens mensen te gast had of heb die Amsterdam willen zien en dan niet specifiek de bekende plekken als Dam, musea of de P.C. Hooftkoopgoot, laat ik ze vaak bepaalde routes lopen. En stevig ook. Dan wandelen we bijvoorbeeld in redelijke tempo langs de Amstel, toch de naam gevende stroom water die de stad in feite vormde, richting het oude centrum. En dan komen we steevast langs ofwel de Amsteldijk dan wel Weesperzijde voor onze toeristische route met uitleg. Want die route laat goed zien hoe de stad ooit door de eeuwen heen over de eigen grenzen heen bleef uitbreiden. En dat doet Amsterdam nog steeds. Heel wat vroegere buurgemeenten werden zo opgeslokt of men kocht land van die buren om daar stadsuitbreiding ruimte te geven. Tijdens onze wandelingen laat ik ook de diverse schillen zien die de eeuwen verbeelden waarin dit zich allemaal afspeelde. Het grappige is dat de grote expansie eigenlijk plaats vond in de 19e eeuw. De grote stad trok mensen aan vanuit heel wat verre streken, al was dat dan wel in Nederland zelf. Friezen, Zeeuwen, Limburgers, bedenk het en men kwam zich omwille van de economische dynamiek in Amsterdam settelen.

Aan de Weesperzijde staan fraai versierde panden…peperduur tegenwoordig.

Daarvoor had men huizen nodig. En omdat de meeste nieuwe bewoners vaak leefden van een laag inkomen mocht dat weinig kosten. En zo ontstonden de nu nog bekende arbeiderswijken als De Pijp. Waarvan een groot deel werd gebouwd op het grondgebied van Nieuwe-Amstel dat een zeer behoorlijk gebied van haar gemeente in die periode over deed aan de grote buurman. Inclusief het oude Gemeentehuis. Dat vindt je nu nog langs de Amsteldijk, ter hoogte van de zgn. Tolstraat. En die dankt zijn naam weer aan de oude tolhuizen die daar ooit hebben gestaan. Amsterdam dempte sloten, en bouwde in feite op dezelfde wijze als die waterwegen de nieuwe straten. Zat ergens een bocht in een sloot zit die dus ook in de straat. Overigens heette dat deel van de stad waarover ik het heb ooit gewoon Amsterdam-Zuid.

Het plan Zuid en Oud-Zuid links op deze foto. De Amstel is hier op haar breedst..

Toen achter de waterstroom dat we nu kennen als de Jozef Israelkade het Plan Zuid van Berlage werd gebouwd was die nieuwe buurt Nieuw-Zuid en noemde de gemeente Amsterdam het oudere deel Oud-Zuid. Latere stadsbestuurders gaven er weer andere benamingen aan, alles moest met de tijd mee. En wat voor Zuid gold was ook van toepassing op de uitbreidingen aan de westkant van de stad of het oostelijke stadsdeel. Kenmerkende eigenschappen, revolutiebouw, lange rechte straten en veel gelijkvormigheid. Al snel werden de huizen door de beoogde huurders ingenomen, en soms door de jaren heen compleet uitgewoond. Nog niet zo lang geleden zijn veel oudere woningen opgeknapt en onderdeel geworden van de yuppenbuurten die Amsterdam er nu zo veel telt. Waarbij veel van die oude huurvoorraad in de particuliere verkoop werd gedaan.

De Rijnstraat was ooit de belangrijkste toegangsweg vanuit Utrecht richting het centrum..

Opvallend detail is ook dat langs die eerdergenoemde waterweg, de Amstel, de huizen aan beide zijden relatief duur en chique waren of zijn. Bedoeld voor de beter gesitueerden van toen. Versieringen, luxe, uitzicht op het water, het mocht wat kosten. En als je over die wandelwegen met me mee loopt zie je ook niets van die vroegere armenwijken maar slechts de chique van vroeger. Zo wilde de stedelijke bestuurders het ook graag zien. Eveneens mooi, aan die eerdergenoemde Tolstraat lag ook de diamantslijperij van de familie Asscher. Een groot gebouw dat zorgde voor flink wat werkgelegenheid.

Amsterdam kent heel wat groenzones….

De veelal joodse werknemers kregen een piepklein huisje van de firma in een buurtje dat wat verscholen ligt tussen de veel hogere huizenblokken waar de elders werkenden woonachtig waren. Je moet er eens doorheen lopen om te zien hoe armoedig dat vroeger allemaal zal zijn geweest. De term bloeddiamanten past ook best bij deze benadering vanuit de grote heren die flink verdienden aan de handel in dit harde edelstenenspul. Maar ook dit wijkje is intussen gerenoveerd en wordt bewoond door heel andere lieden. Kortom, een dorpje in de stad. En de moeite waard om te bezoeken. Mocht je eens in de buurt zijn…Maar wel de wandelschoenen aan. Een beetje wandeling is toch al snel 10-12 km lang. Oefenen is noodzaak….

De M van Maakbare Maatschappij

Vooral in linkse politieke kring bestaat het idee dat je alles kunt veranderen wat ‘is’ en nu niet goed lijkt. Vooral als het proces zelf wordt betaald door anderen (lees de belastingbetaler) is veel mogelijk. Toch is de grootste verandering die onze maatschappij recent meemaakte vooral die waarbij het kapitalisme en neo-liberalisme de overhand kregen en de sociaal-democratie volkomen aan invloed en waarde verloor. Een beeld dat je in veel landen om ons heen ook ziet. We gaan ‘participeren’ en verschuiven de sociale druk naar de private sector.  Ooit begonnen met het onzalige plan om de ziektekostenverzekering onder te brengen bij de verzekeraars in ons land die daar goede zaken mee konden doen. De overheid doet stappen terug, verschuift de verantwoording naar een lagere sector zoals de gemeenten die dan met een kwart minder aan voorheen beschikbaar budget maar moeten zien dat ze dezelfde vormen van ondersteuning en zorg bieden die voorheen in ons sociale paradijsje kwam van de centrale overheid. We hebben in een paar jaar tijd de arbeidswetten vrijwel volledig gesloopt, het ontslagrecht compleet ontmanteld.

Wie nu wil gaan werken krijgt vermoedelijk nooit meer een vast contract. Werkgevers maken meer winst dan ooit, werknemers hebben weinig zicht op loonsverhogingen. Daarbij zie je een ontmanteling van de ouderenzorg, worden leerkrachten opgezadeld met een overdaad aan regels die niets met de eigenlijk opleiding van leerlingen van doen hebben en worden zaken als lichamelijke opvoeding en zwemmen afgeschaft. De resultaten zien we elke dag terug. Want onze maatschappij is niet maakbaar zoals de socialisten geloofden, hij is onderdeel van een evolutie. En in die evolutie wordt ook ons landje overspoeld door mensen van buiten die afkomen op de sociale voorzieningen die wij in het verleden opbouwden en daar gretig gebruik van maken. Al is het slechts bed, brood, en bad, dan nog is het meer dan je krijgt in een kansloze positie op het Afrikaanse platteland. Vraag is wel wie die kosten draagt voor deze onverwachte opvang.

Want naast de Afrikaanse immigratie is er ook de vluchtelingenstroom (…) uit veelal islamitische landen, gezinsherenigingen en zo meer. Elke jaar schrijven zich 80-100.000 nieuwe mensen zich in als inwoner van dit land. Daardoor stijgt het aantal inwoners (te)snel en raken zaken in de samenleving uit balans. De gevolgen zien we elke dag in de media. Oproer, onrust, populisme van links en rechts, een lastig te vormen coalitie. En sociale media die soms ontploffen en bepaald geen voorbeeld zijn van een maakbare maatschappij met begrip voor het ene of andere standpunt. Ik denk ook dat de politiek nog steeds niets heeft geleerd van bewegingen die onder Fortuyn en later Wilders zijn ontstaan en gegroeid.

Men beslist nog steeds het liefst over de hoofden van bewoners van land en stad of dorp heen en vindt het vreemd dat steeds beter opgeleide burgers een andere mening verkondigen. Weg zetten als islamofoob of racist is dan een onfatsoenlijke benadering van de discussie. Maakbaar is een maatschappij waarin je zaken erkent, benoemt, maar ook waar je zorgt dat zaken die niet deugen worden opgelost. Met zalvende woorden alleen kom je er niet. En als iemand zijn oma uit een verzorgingshuis wordt geknikkerd vanwege de bezuinigingen en in een of ander tuinhuisje haar laatste participatiedagen moet slijten is het bouwen van nieuwe huizen voor asielzoekers wel wrang. Dat vraagt uitleg, fatsoen, begrip en wellicht ook het inzicht dat niet alles maakbaar is en dat je soms rekening moet houden met mensen die anders aankijken tegen de gevolgen van massa-immigratie of globalisering. En dat onbegrip is een gevolg van het falen bij de sociaal-democratie in mijn ogen. Had men daar meer opgelet was dat maakbare gewoon gebleven. En de splijting der geesten niet zo diep geworteld geraakt. Want dat brengt niks. Daarbij, toegeven moet geen eenzijdig proces zijn, maar van twee kanten komen. Pas dan wordt die maatschappij weer een beetje maakbaar…

Vrede op Aarde!

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Vrede, een woord, een begrip, maar we hebben geen idee meer wat het echt betekent. Is vrede een staat van soort van oorlog zonder dat wij er zelf bij betrokken zijn geraakt? Als we naar de wereld om ons heen kijken krijg je wel die indruk. Overal is wel iets aan de gang en het heeft op een of andere wijze altijd ook invloed op het leven hier, in het veilige Maduro landje achter de duinen. We denken dat wij veilig zijn, maar zijn we dat ook? De toenemende dreiging van terreur, de conflicten die niet zo heel ver van onze voordeur worden uitgevochten, de haat en de nijd die overal heersen, het is geen fijne wereld. En toch wensen wij allemaal, weinigen uitgezonderd, andere mensen vooral vrede toe als we denken aan het kerstfeest. We willen onze kinderen en kleinkinderen zien opgroeien in een fijnere wereld dan die waaruit wij zelf stammen. We willen ze beschermen tegen de gruwelen van een oorlog. Want een gruwel is dat. Ook al zijn wij er in ditzelfde kippenlandje in 1940-45 nog redelijk genadig van afgekomen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Tuurlijk, er was ellende, honger, er werden steden en dorpen platgewalst door de oorlogsmachinerie. Maar bedenk maar eens dat er 28 miljoen Russen, 17 miljoen Chinezen, en 6 miljoen joden omkwamen in dat wereldwijde conflict. En dat laat onverlet dat ook op andere plaatsen mensen enorm leden onder het geweld dat door die wereldbrand werd aangericht. Oorlog is ongekende ellende. Dat moeten we altijd zien te voorkomen. Maar het lijkt wel of de mensheid niet leert. Omdat geloof of doctrine belangrijker zijn dan de gedachte aan vreedzaam samenleven met andere volkeren of culturen. Rijk heeft minder belang bij vrede dan arm. De redenen zijn mij niet zo bekend, kan er hooguit naar gissen, maar ik snap helemaal niets van het idee dat je een meningsverschil over wat ook gaat uit knokken met wapens die op zich al zo gruwelijk zijn dat ze tig keer meer leed veroorzaken dan dat ze oplossen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Nee, vrede moet je bewaken, bevechten (zonder hardware), afdwingen. Maar je moet nooit denken dat het vanzelf komt. Ook niet met kerstmis, of op een andere symbolische datum. Wij moeten er allemaal naar streven. Maar als ik zie hoe we zelfs bij op zich democratische discussies onszelf ingraven in zelf gecreëerde loopgraven en desnoods op de vuist gaan voor ons recht op…. Is de hoop dat we als mensen wijs genoeg zijn om te gaan met vrede meer droom dan realiteit. Toch hoop ik dat eenieder van u die dit leest oprecht wil werken aan die vrede en deze dagen genietend zal kunnen doorbrengen. Daarbij wel denkend aan hen die het minder hebben getroffen. Die vrede niet vanzelfsprekend cadeau krijgen onder een kerstboom bij een gezellige open haard of snorrende kachel. Laat ik dan maar wensen dat die vrede in ons aller hart zal neerdalen en we een beetje daarvan gunnen aan anderen. Waar ook ter wereld. Wellicht dat de volgende kerst dan ook eens wordt gevierd vanuit die gedachte! Vrede op aarde voor iedereen, vooral zij die gewoon de pest hebben aan oorlog voeren.

Heel fijne kerstdagen toegewenst!