Teilgenoegen…

Teilgenoegen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkujip-zinken-teil-img_1455.jpg

Ik stam nog uit de tijd dat je in het gemiddelde huis binnen onze woonbuurt geen badkamer of zelfs douche aan trof. Dat was voorbehouden aan huizen in wat duurdere wijken, maar in onze buurt met vooral arbeiders, burgers en mkb-ers was bij de schoonmaakbeurt vooral een rol weg gelegd voor een zinken teil die met ketels vol warm water en het nodige Sunlight zeepschuim veranderde in een plek waar je als kind het blote lijf zag opgloeien en na afloop glimmen van het gladde gevoel. Dan met een handdoek stevig afgedroogd, schone kleren aan, haartjes gekamd en klaar voor de nieuwe week.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-2.jpg

In de meeste gezinnen werden de oudste kinderen als eersten en de kleinere als laatsten gedaan, in enkele gevallen in omgekeerde volgorde. Het bleef behelpen met al dat gewas. Want meer dan koud water kwam er niet uit de kraan, de douche en aanverwante gasgeiser was iets van pakweg begin jaren 60 van de vorige eeuw. In de tussenfase elk weekend op zaterdag naar het badhuis in de buurt, maar dat beschreef ik al eens. Welk een genoegen gaf die douche thuis, wat een schoon genot. Elke dag onder lauwwarm water. Het kon niet op…. Nou ja, dat kon het wel, want dat systeem baseerde in de typische huurwoningen van toen op een boilervat dat door de geiser opgewekte warm water opsloeg maar niet oneindig uiteraard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-4.jpg

Waren andere huisgenoten eerst gaan douchen bleef er maar verrekte weinig water over voor de types die als laatsten naar school of kantoor moesten. Behelpen, maar met een zeker luxe element. Ik ben nadien (ging al vroeg het huis uit) nooit meer verstoken geweest van het warm water wascomfort, en voel me nog steeds het meest senang in een heerlijk bad waar ik best een half uur of zo in kan liggen terwijl ik geniet van een boek, blad, glaasje of wat ook.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-6.jpg

Jammer dat we in de moderne tijd weer zien dat bepaalde groepen willen dat we minder douchen, minder zeep gebruiken, ja dat we eigenlijk terug gaan naar de Middeleeuwen en die teil maar weer van stal halen. Nu kwam ik er onlangs bij een Kringloopwinkel eentje tegen. Er zat geen ‘lekgarantie’ op en hij verdiende wat onderhoud, maar in het kader van de voorbereiding op de nodige crises kon dat wel eens een goede investering zijn. En indien niet nodig zullen er ongetwijfeld ook geraniums of viooltjes in kunnen bloeien. Altijd leuk om daar dan een studie van hun groei aan te wijden… Maar intussen geniet ik van de badgeneugten anno 2025. Die nemen ze me niet meer af…. (Beelden: Prive/internet)

Merkgekke kleding..

Merkgekke kleding..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf01.jpg

Voor sommige mensen is een merk een statement. Het toebehoren aan een of andere stam, het oergevoel, er toe doen. Zelf afkomstig uit de commerciele wereld weet ik vrij aardig hoe belangrijk het is om zo’n merk goed in de markt te zetten en er een brede doelgroep mee te verbinden. Het gaat tenslotte om omzet en winst. In de kledingindustrie is dat zeker ook het geval. Vergis je niet in hoe belangrijk merken als Nike of Adidas voor sommige mensen zijn, of Helly Hansen. Mensen die daarvoor kiezen betalen graag een meerprijs voor een paar schoenen, jas, trui of broek van zo’n merk. Maakt niet uit of ze man, vrouw of iets daar tussenin zijn.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf06.jpg

Zelfs de praktische draagbaarheid telt minder dan opvallen in een of andere merkoutfit, althans zo lijkt het. De nieuwste trend, The North Face kleding. Als ik in onze stad rondloop zie ik dat 3 op de tien mensen deze merkkleding met trots dragen. Opvallend want het is vaak ook zeer in trek bij lieden die het met de 10 geboden van Mozes niet zo nauw nemen. Let maar eens op bij de diverse opsporingsprogramma’s. Kennelijk heeft het merk een rauw randje en doet het zelf via haar reclamecampagne ook wel een zekere moeite bepaalde culturele groepen aan zich te binden. Ik deed daartoe even wat vergelijkend warenonderzoek en zag dat men bij deze kledingketen in de reclamecampagne stevig inzet op gekleurde modellen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf-04-images.jpg

Wellicht dat het daarom die groepen zo aantrekt? Niet dat het een meteen met het ander van doen heeft hoor, maar toch. Ik zelf zoek altijd naar kleding die praktisch is. In de winter graag wind/waterdicht, comfortabel en ook liefst vol zakken aan binnen en buitenkant. En als dat ook nog betaalbaar is? Prima. En hoewel ik het liefst zou rondlopen in PME jacks die lijken op die van WO2 vliegers kies ik daar toch niet voor. Te duur en ook wat te macho-achtig. Daarbij, waarom zou ik een mij verder onbekend merk sponsoren als niet-roker?? En dat The North Face is dus ook niet mijn keuze. Overigens is het al een wat ouder merk. Opgericht in 1964 en genoemd naar de Half Dome, een opvallende rotsformatie die bijna 3km uitsteekt boven Yosemite National Park. Vanaf moment een is het bedoeld om goede outdoor recreatieproducten te leveren aan haar klanten. En die klantenkring van toen bestond vooral uit beklimmers van die rotspieken…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tnf03.jpg

Het kan verkeren. Latere eigenaren van het bedrijf behielden het logo en imago en bouwden dat snel en breed uit. Opvallend daarbij is dat die kleding en haar dragers op enig moment ook slachtoffer werden van hacks via de website en zelfs diefstal van die kleding. Intussen is het bedrijf bewust de woke-hoek opgegaan en steunt acties als BLM etc. Beschuldiging van racisme richting blanke Amerikanen kwamen in de VS ook naar voren toen het management van het bedrijf vragenlijsten publiceerde waarin men deelnemers vroeg naar hoeveel verschillende rassen men kende en of men wel eens ervaringen met racisme had meegemaakt. In een land waar meer dan de helft van de kiezers gaat voor meneer Trump komt dat niet best binnen. Maar snap je wel dat dit merk bepaalde groepen trekt. En mochten jullie als lezers hier in je omgeving mensen zien lopen die deze kleding dragen weet je meteen wat er achter steekt en waarom het bij sommigen zo populair is. Verder ben je voor mij net zo van belang wanneer je rondloopt in een C&A jas of Primark trui hoor. Niks mis mee…. (Beelden: Internet/TNF)

Devotie….

Devotie….

Geloof is een persoonlijk iets. Of je nu gelooft in God, Allah, Jaweh, of het ondergaan van de wereld door een klimaatverandering dan wel een of andere oorlog. Altijd zit dat geloof in de geest. En dat kenmerkt ons mensen al eeuwen lang. We leven er naar, voeren er oorlog voor of vinden het niet gek om er anderen mee te onderdrukken. De recente geschiedenis laat dit in alle heftigheid zien. Maar er zijn ook fraaie kanten in dat geloof. Zo kent de oer-kerk van de Katholieken naast de strenge drie-eenheid van God de Vader, zoon en heilige geest nog een figuur die door velen in die kerk wordt aanbeden. De Heilige Maria, moeder van Jezus. Neem een kijkje in een van de overgebleven katholieke godshuizen en je ziet wat ik bedoel.

Maria wordt gezien als een oervorm van onbaatzuchtige liefde, maar ook als bron van genezing. Dat wordt haar al heel lang toegedicht en zo ontstonden diverse bedevaartsoorden waar men deze hemelse dame vol devotie aanbidt en vraagt om vergiffenis of genezing. Een van die oorden is Lourdes, gelegen aan de Franse kant van de Pyreneen. Vanuit heel de wereld reizen mensen af om daar te drinken van het vermeend genezende (en gezegende water) en door een bezoek aan de grot waar zij ooit in 1858 zou zijn verschenen aan de inmiddels heilig verklaarde boerendochter Bernadette.

Dat kind was toen 14 jaar en de verschijningen en opdrachten die zij kreeg werden later zowel door de Kerk als wetenschappers onderzocht op hun waarheidsgehalte. Iets verder in de tijd zou men geen enkele twijfel meer hebben aan het fenomeen en werd Lourdes de plek die het nu nog is. Een stad vol hoop voor hen die juist die hoop naast hun geloof nodig hebben. Er zouden ook wonderbaarlijke genezingen hebben plaatsgevonden en ook die zorgen weer voor extra bezoekers. Onlangs zag ik een documentaire-reeks die werd gemaakt door zangeres Francis van Broekhuizen.

Deze dame die ik in het recente verleden normaal vooral als vervelend vond overkomen maakte in dit geval een zeer integere reeks persoonlijke beelden van hen die naar Lourdes komen in de hoop dat hun leven nog een beetje dragelijk zou worden en hun pijnen weggenomen. Sommige daarvan waren ook geestelijk ontwricht door plotseling verlies van naasten of grote liefdes. Van Broekhuizen bleek overtuigd katholiek en helpster van het eerste uur. Zij droeg bij aan de sfeer, zong (niet te fraai) een liedje voor de aanwezigen bij een grote Mis. Maar was vooral gids voor tv-kijkers die Lourdes wellicht niet zo goed kennen. Duidelijk werd dat deze plek ook een toeristische trekpleister is, getuige de vele hotels, horeca en souvenirshops. Bussen en vliegtuigen vol bezoekers komen hier jaarlijks langs en de stad zal er zeker haar statuur aan ontlenen. Maar wat mij vooral opviel was de devotie. Ware gelovigen kennen dat. Die geloven in een wereld vol warmte, nemen geen afstand van anders denkenden (wie niet gelooft in de Heilige Maagd moet dat zelf weten..) en proberen dat gevoel mee terug te nemen naar huis. Net als jerrycans vol geneeskrachtig water. Want de bronnen in dat stadje worden uiteraard afgetapt omdat ook daar weer een genezende werking aan wordt toegekend. Ik vond het een prachtig verslag van een vrouw die heel andere talenten liet zien dan die zij normaal op tv showt. Een kant die haar naar mijn mening ook veel beter past. En dat is iets waar ik in dan weer in geloof. Hoe dan ook, het ware geloof bestaat nog steeds. Kunnen al die namaak-religieuzen met hun haatzaaierij nog iets van leren. Maar dat is een ander verhaal… (beelden: Internet)

Het watervliegtuig…

Het watervliegtuig…

Het is wellicht goed om terug te gaan naar de jaren dat de luchtvaart trachtte een combi te zijn tussen het moderne van het toenmalige vliegen en het klassieke van het vroegere varen. Veel van die eerste toch vrij eenvoudige vliegtuigen uit de geschiedenis hadden drijvers onder de romp of vleugels zitten en waren in staat om vanaf het water te opereren.

Voordeel daarvan, je had geen vliegvelden nodig en kon vooral op militair terrein zonder vast onderkomen aardig opereren. Ook passagiersvervoer werd op die basis opgezet. Al waren die eerste toestellen die over water naar hun bestemming vlogen toch vooral bedoeld voor transport van post en vracht. Maar in de meeste landen ontstonden na verloop van tijd toch toestellen die meer leken op vliegende klompen dan op de slanke toestellen die vanaf land opereerden. Met name de Britten kwamen daarbij heel ver met hun grote Short vliegboten. Men onderhield een flink netwerk met die stoere toestellen dat eigenlijk rond de hele wereld verbindingen legde, al moest je wel onderweg van het ene in het andere vliegtuig overstappen. Voordeel van die vliegboten was ook dat zij die er mee konden vliegen (tickets peperduur) in alle luxe konden genieten van de tochten die soms enkele uren per traject duurden.

De ingebakken tegenwind bij die vaak plompe ontwerpen hield de snelheid laag. De Amerikaanse maatschappij Pan American deed hetzelfde in het gebied van de Stille Oceaan. Met grote Sikorsky’s of Boeings vloog men later ook over de Atlantische Oceaan. De allergrootste machine van dit type was de door Howard Hughes in de jaren 40 gebouwde achtmotorige Spruce Goose, een vliegboot die in principe bedoeld was voor het vervoer van troepen en materieel voor de strijdkrachten. Het ontwikkelen van dit ontwerp duurde zo lang dat de machine uiteindelijk met Hughes aan het roer een kort vluchtje maakte van 25 seconden voor het peperdure en eigenlijk overbodige project werd gestaakt. De Fransen gingen net als de Britten na de oorlog gewoon door met de ontwikkeling van hun eigen vliegboten. Latecoere was zo’n bouwer aan Franse kant.

Haar toestellen bedoeld om tussen Frankrijk en Zuid-Amerika te opereren. Maar met de motoren van toen hadden deze enorme machines een aanloop nodig die (overdreven) vele kilometers lang was en de vlieghoogte ook aardig beperkten. De Britten bedachten een Saunders-Roe vliegboot met een hele reeks turboprop-motoren die weliswaar prima vloog maar tegelijk werd uitgebracht als de nieuwe De Havilland Comet 1 straalmachine. De nieuwe zakelijke reizigers keken nog niet met hun nek naar die vliegboot maar stonden in de rij voor het nieuwe straalvliegtuig. Al die ontwerpen voor naoorlogse vliegboten stierven dus vaak een stille dood. Vliegboten waren ineens ouderwets, inefficient en uiteindelijk veel te duur om ze te opereren.

Intussen heeft Rusland een stel van deze machines voorzien van straalmotoren en ook in de aanbieding. Gebouwd door specialist Beriev en goed geschikt voor bestrijding van bosbranden. De verkoopkansen van die machines natuurlijk tot het nulpunt gedaald door de oorlog in Oekraine. Nog even een aparte vermelding voor de Martin Mars vliegboten die bedoeld waren voor de US Navy maar door de vrede in 1945 nooit meer echt afgenomen. Een paar daarvan kwam terecht in de brandbestrijding en dobberden jarenlang op een meer in het noorden van de VS of Canada in afwachting van opdrachten. Kwamen ze dan in actie was het een majestueus gezicht om deze enorme machines hun lading bluswater te zien blussen. Onlangs is besloten om ook deze laatsten der Mohikanen naar een museum af te voeren. Het is gedaan met het concept. De moderne vliegtuigen met hun zuinige en stille straalmotoren zijn niet meer in te halen met een vliegboot. Al weet je maar nooit hoe het wordt als we in staat zijn om ook die dingen op stroom te laten vliegen. Met pakweg een lading van 10 ton accu’s aan boord is veel mogelijk. Alleen wordt geld verdienen nog best een dingetje dan… (beelden: archief Yellowbird)

Urk…

Urk…

Het was aardig zomers weer in de afgelopen maanden en als de dag iets positiever verloopt dan normaal maken we direct plannen voor een tripje hier of daar heen met wat mogelijkheden tot verpozen waar nodig of nuttig. Een van die dagen bracht ons ‘op Urk’. Want zo duidt je dat aan als je deze omgeving bezoekt. We kennen het cultuurtje vooral van de bij SBS-6 uitgezonden serie over bepaalde types die daar rondhobbelen en intussen een bijpassende status van BN-er hebben verworven, maar het eiland bezochten we ooit lang geleden eerder om het kruiende ijs te bekijken en te constateren dat de lokale horeca in de winter vooral de poorten sluit en je voor wat dan ook echt in de kou stond.

Maar dit keer was het totaal anders. Urk presenteerde zich van de positieve kant. De haven vol jachten en vissersboten, de terrassen vol, in de haven een groot hotelschip t.b.v. Oekrainse vluchtelingengezinnen. Helaas bleek de befaamde vuurtoren ingepakt vanwege onderhoud. Toch een gemis. Maar wat je verder kunt bekijken maakt duidelijk dat het leven op dit eiland best bijzonder moet zijn geweest toen het daar nog echt allemaal draaide om de visvangst en men los was van het vaste land.

Nu is dat anders, door de inpoldering van de Zuiderzee werden eilanden als dit gewoon vastgemaakt aan de rest van het land en was het met de vette jaren van de visserij wel gedaan. Veel van de moderne trawlers die Urk op het water heeft met de eigen registratie van het eiland, brengen hun verse waar nu naar Friese havens waar vandaan het voorheen zwemmende spul dan per truck naar Urk worden gebracht voor verdere verhandeling. Het maakt Urk overigens tot een welvarende gemeente. Zeker ook omdat men in het zweet des aanschijns het dagelijks brood moet verdienen hier. Het geloof kent vrijwel geen grenzen, net als het aantal kerken. In tijden van nood wist men die kerken wel te vinden.

Maar ook daarna, en dat zal in de hemel vast extra plekken opleveren. Urk dus, gewoon een leuk uitje. Er zijn wat winkels (en de mensen die daar werken stuk voor stuk aardig en klantvriendelijk..) een behoorlijk brede (niet al te goedkope) horeca en ook de nodige voor toeristen bedoelde evenementen als rondvaarten over het Flevomeer. We werden blij verrast. En dat maakte dat het een leuk daggie was. Niet om de hoek wellicht, wel interessant. Ook al kwamen we niet een van die SBS-sterren tegen daar. En dat was misschien maar goed ook. Urk heeft van zichzelf genoeg te bieden.. (beelden: Prive)

De Hoep en meer…

De Hoep en meer…

Ik geef meteen toe dat ik de afgelopen drie jaar maar weinig op de fiets heb gezeten door allerlei omstandigheden. Eigenlijk doodzonde want ik ben als ik wil op die tweewieler binnen een paar kilometer gewoon buiten de grote stad in het zo fel bevochten boerengebied ten zuiden van de hoofdstad. En het zou natuurlijk tragisch zijn als juist dit gebied omwille van flauwekul-argumenten moet worden opgeofferd aan woningbouw t b v nieuwkomers. (Sorry..kan het niet laten…)

Nee, zoals het nu is, zo moet het blijven. Immers het gebied van de Ronde Hoep en Waver plus Angstel is echt een prachtige omgeving. Op nieuwe banden en met wat olie op de ketting reden we dus onlangs met wat noodzakelijke tussenstops bij mooi weer door het gebied en genoten als vanouds van wat je hier ziet en ruikt. Want de boerenlucht (mest) komt je tegemoet. Net als de dieren die nieuwsgierig als ze zijn als daar mensen lopend of op twee wielen passeren even hun neuzen laten strelen van over het hek waarachter ze meestal te vinden zijn. Onze route onlangs ging van start aan de oostkant van de Ronde Hoep, startpunt Ouderkerk a.d. Amstel, naar Abcoude waarbij je dan op enig moment de Hoep verlaat en een pad volgt naar het Abcouder Meer.

In Abcoude namen we even rust, keken rond, vonden nergens een vrij plaatsje op een van de leuke terrassen. Jammer want juist dit plaatsje kenmerkt zich door de diverse stromen die er doorheen voeren zoals de Angstel of de Oude Utrechtse Vecht. Door dus. Ten zuiden van Abcoude bouwen ze nu op oude weilanden enorme villa’s voor de rijken, schuin tegenover de ook al zo uitbundige bouw van Vinkeveense inwoners aan de andere kant van de A2. Per fiets passeer je die via een tunnel en trekt dan langs een van de oude forten rond de hoofdstad uit het verleden naar Bon. Dat is een horeca-gelegenheid aan je linkerkant met een geweldig terras, vlak naast een sluisje dat het Amstelland verbindt met de Vinkeveense Plassen. Bij Bon valt heerlijk te eten, de parasols boven je hoofd zijn enorm en de bediening is er vlot en netjes. De prijzen goed te doen. Door weer naar de Ronde Hoep dat vanaf hier toch best een half uurtje doortrappen betekent.

Maar wat een prachtig gebied. Alles landerijen in de omgeving om je heen, mooie huizen en dito boerderijen en naast je zo’n klein kronkelend riviertje dat je als je stroomopwaarts vaart terug brengt naar Ouderkerk, de Amstel of zelfs Amsterdam. Fietsend kom je op enig moment weer uit bij een bruggetje dat je aan de zuidoostkant van de Ronde Hoep brengt waar je dan kunt kiezen om verder te gaan in westelijke of oostelijke richting. Amsterdam zie je op afstand liggen. Hemelsbreed wellicht net aan 10 km maar bij helder zicht erg dichtbij. Net als Amstelveen dat ook steeds hoger bouwt en soms de verkeerstoren van Schiphol afdekt die je bij helder zicht ook kunt zien. Het is en blijft een prachtig gebied.

Pas in de buurt van Ouderkerk wordt het dan wat drukker, en als je eenmaal daar vandaan langs de Amstel terug rijdt langs de fraaie landhuizen uit verleden en heden en voorbij wordt gestoken door Tesla’s en racefietsen weet je dat je weer in de buurt van Yuppenstad Amsterdam bent. Maar een paar kilometers terug is dus gewoon helemaal stil, groen en plezierig. Tot men ook daar in verband met de door links aangedragen stikstofflauwekul bedenkt dat je er allerlei sociale woningbouw kunt neerkwakken. De protestvlaggen en borden die we tegenkwamen wezen er wel op een bepaalde verwachte ontwikkeling. Doodzonde natuurlijk…. (Beelden: eigen archief)

Reinheid…

Reinheid…

Toen ik ooit het verhaal hoorde dat de fraaie bepoederde dames aan het Hof van Versailles hun ingewikkelde jurken en rokken met daaronder baleinen maar geen echt ondergoed, gewoon optilden als ze iets kwijt moesten uit blaas of darmen kreeg ik toch visioenen over hoe het in dat paleis moet hebben gestonken. Bij een bezoek aan dat Paleis een aantal jaren geleden zag ik wel op de trappen allerlei wonderlijke sporen, uitgebeten door…ja wat eigenlijk. Daarnaast kende men speciale stoelen op de eigen kamer waar je de darminhoud kwijt kon om daarna weer lekker te gaan slapen… De fantasie sloeg op hol. De geschiedenisboeken vertellen het verdere verhaal. Anders dan wij nu denken stonken mensen in die dagen van Louis een uur in de wind. Lekker badderen deden ze wel een keer in de fontein of zo, eens per jaar. De voeten werden nog wel door een bediende gewassen wellicht…maar verder..?. Intussen groeide en bloeide er van alles onder die op zich prachtig uitziende kleding. Men bepoederde zich, deed een pruik op de vol luizen zittende vette haren en zag er respectabel uit. Bij arbeiders was het in die tijd niet veel anders. Een toilet bestond nog niet, dus een houten emmer ergens in of achter het huis de plek om je te ontlasten. Stank en ongedierte zorgden voor een bijzondere atmosfeer, zeker bij warm weer. In sommige steden was men gewoon om die potten gewoon uit het raam leeg te mikken of desnoods in de aanwezige grachten. Het water sterk verontreinigd en wie daar van dronk wist dat zijn/haar einde snel in zicht zou zijn. Bier verving dat drinkwater dan en dat maakte na consumptie de boel niet schoner, maar de fysieke weerstand wellicht groter. Een stinkende massa mensen dus, ziekten sloegen dan ook heftig om zich heen en een wondje was al snel een heftige zweer. Pas ergens in de 19e eeuw ontdekten we dat persoonlijke hygiene wel eens van enig belang kon zijn. Zeep en tobbes warm water een keer per week luxe.

In de 20e eeuw kregen stedelingen de beschikking over badhuizen in hun eigen buurt. Voor een kwartje even douchen met heet water en alles een keer goed poedelen. Naaktheid kon weer. In de jaren zestig de echte kentering. Douches kwamen ook bij normale arbeidershuizen in zwang, aardgas maakte dat warm water geen luxe meer was, en de dagelijkse reiniging van lijf en leden een verplichting. Daarmee samenhangend toch ook een steeds langere levensduur. In ons huidige tijdsgewricht zie je weer de adviezen om ten behoeve van ‘het klimaat’ vooral minder te douchen, wassen bij sommigen weer een soort luxe die eens per week of maand zou moeten. Gas onbetaalbaar, de alternatieven niet in staat om een zekere mate van comfort te garanderen. Gaan we nu dus weer op weg naar die tijden van Louis? De wereld redden door onszelf te kort te doen en een uur in de wind te stinken. Als ik soms in winkels rondloop krijg ik wel de indruk. De geur van ongewassen oksels en meer hangt soms een meter om bepaalde mensen heen. Ingepakt, maar zelden uitgepakt laat staan gereinigd. En wie daarbij ook nog rookt maakt de stankkring nog wat groter. Ik vind het vies, vond het in Versailles al onvoorstelbaar dat iemand zo ooit wilde leven.

Maar anno 2022, bij een beetje warm weer….? Dus, hup, wassen die hap en schone kleding aan. En stop ook meteen eens met dat vreselijke gerook…. Zeker als ik in de buurt ben…. Zij die zich overigens omwille van wat ook ook maar een keer in de maand poedelen…laat maar weten. En zeker als je ook nog een ton voor de behoeften achter het huis hebt staan…… Ben benieuwd… (beelden: internet)

Heksen…

Heksen…

Pak er een beetje sprookjesboek bij en al snel wordt duidelijk dat wij zijn opgevoed met het idee dat heksen vooral eng zijn en goede, veelal brave mensen betoveren of kinderen opsluiten dan wel koken in een pot met boskruiden.

Veel van dit soort verhalen komt voort uit de geschiedenis waarin we door het geloof geindoctrineerd op zekere wijze aankeken tegen mensen die anders leefden of handelden. Beetje vergelijkbaar met in onze tijd hoe mensen met een afwijkende mening t.a.v. klimaatverandering worden behandeld, dan wel zij die menen dat Covid19-vaccinaties de regering bevoordelen. Zie daarvoor mijn blog van 3 augustus jl. nog maar even. Hoe dan ook die heksen uit de oudheid hadden het best lastig. Zeker als ze helemaal geen heks waren, maar gewoon leefden op een van de toen geldende christelijke normen afwijkende manier.

Tijdens de vroegmoderne tijden, net na de Middeleeuwen, werden naar schatting een 50-100.000 mensen op verdenking van hekserij afgeslacht na meestal een afgrijselijke periode van folteringen en zo meer. Tot in de 18e eeuw werden nog soortgelijke ‘processen’ gevoerd in Engeland en zelfs de Duitsers waren tot laat in de 18e eeuw bezig met opsporen van hekserij. Ook in ons land was men niet vies van een al dan niet valse beschuldiging. Veelal totaal onschuldige vrouwen, vaak niet bereid zich over te geven aan de vleselijke lusten van een of andere rijke boer of kerkelijk leider, werden beschuldigd en zonder al te veel morele bezwaren voor een godsdienstelijke rechtbank gevoerd. En bekennen deden ze veelal al snel want daar had men zo de methodes voor. Men kraakte die arme dames (en enkele heren) op trekbanken waardoor de botten braken of bewerkte ze met brandmerken. Dan bekenden die arme zielen al snel. En dat leidde dan tot een doodvonnis dat veelal werd uitgevoerd op de brandstapel. In de oud-christelijke boeken van toen vond men rechtvaardiging.

Hekserij en tovenarij was verboden en volgens de toenmalige wetgevers werk van de duivel, dus de straffen bijpassend. Ketters wist men al snel ook op die wijze te berechten. En je leest je gek als je ziet wat men zoal bedacht aan beschuldigingen om tot berechting te komen. Eten van kinderen was er maar een van, copuleren met de duivel een andere. Rampjaren zorgden voor extra wijzende vingers. Naast joden, Roma, melaatsen of andere bijzondere types(..) uit die periode waren heksen de aangewezen schuldigen voor al dat onheil. Beproefd (zie Oudewater) was de methode om een eventuele heks te wegen. Kwam diens gewicht onder een bepaald vastgesteld niveau was ze te licht bevonden en hup, bewijs geleverd.

Ook de waterdompeling was er zo een. Heksen zouden blijven drijven was het toenmalige idee, dus werden ze vastgebonden onder water gehouden. Veelal met de verdrinkingsdood tot gevolg. Jammer, maar helaas. In onze tijden kom je echte heksenvervolgingen nog steeds tegen. In landen als India, op het Afrikaanse continent maar ook in de Islamitische wereld waar men juist dit onderdeel van het christelijke geloof kennelijk graag overnam. In 2009 moest een mensenrechtenorganisatie nog pleiten voor het sparen van het leven van een Libanese man die in Saudi-Arabie werd veroordeeld tot de dood wegens hekserij. Maar ook de Indonesiers zijn er nog gek op waarbij de islamitische regering veelal wegkijkt. Heksen krijgen in ons land een wat positiever imago omdat er zelf verklaarde ‘goede’ heksen bestaan. Die leven graag van de natuur en geven advies aan hen die dat nodig menen te hebben. Maar als je die geschiedenis leest zou je anno 2021 toch even nadenken voor je jezelf tot heks verklaart. De veranderingen in de samenleving zouden zomaar ineens een andere kijk op dat feit kunnen werpen. En dan is je leven ineens een stuk minder zeker…(Beelden: eigen archief/Oudewater)

Lekkere Dordtse hapjes…

Onze Zuid-Hollandse vriendjes namen ons op een mooie dinsdag in augustus mee naar het altijd leuke centrum van Dordrecht. Leuke winkeltjes, havens, oude schepen en dito panden. Zeer de moeite waard. Een van hun tips volgden we met veel plezier. Een bezoek voor koffie en iets lekkers bij de in Dordrecht bekende maar ook befaamde patisserrie & lunchroom v.d. Sterre. Gelegen in een zijstraat van het centrum, de Vriesestraat, zit deze zaak op nummer 97. Relatief bescheiden aan de buitenkant, verrassend ruim van binnen. Ook in deze lastige tijden met dat heersende virus en zo, meteen welkom geheten en een tafel uitgezocht die paste voor ons viertjes. Geen echt gedoe. Men serveert hier de meest lekkere hapjes, maar hun specialiteit is een zelf bedachte lekkernij, de Appelmarijn.

Een krokant gebakken taartje met appelsmaak. Bedacht door eigenaresse Marijn v.d. Sterre. Althans zo is het verhaal. Ik nam als enige de variant met slagroom, zalig, maar het kan ook nog met ijs er bij. Je eet er de vingers bij op. Ook de andere gebakjes waren heerlijk zo bleek wel uit het commentaar van de tafelgenoten. Thee en koffie van goede kwaliteit. Toiletten keurig verzorgd, een winkel om trots op te zijn en ook nog eens met een klantvriendelijke en plezierige bediening. Kijk, naam en faam bouw je zo op, het vasthouden is een extra ding en dat hebben ze hier in Dordrecht goed begrepen. De zaak dateert al van 1891. Dat zegt ook wel iets. Goede kwaliteit, prima service, redelijk van prijs. We hebben dat in Dordrecht wel eens anders beleefd. Aanrader dus! Als je daar een keertje bent, gewoon even Googlen en genieten. Zelfs in deze lastige tijden een dik verdiende 9,5! (Beelden: Yellowbird archief)

Aantrekkingskracht…

Tuurlijk, het ligt aan mij. Mijn observaties zijn uiteraard puur persoonlijk en vol van fantasie. Ik deelde al eerder in de afgelopen blogjaren wat ik zoal om me heen zie en welke conclusies mijn (soms verdorven)geest dan daarbij maakt. Ik zie vaak matig communicerende paren, chagrijnige uitstraling tentoonspreidende mannen en vrouwen, ouders die hun kinderen niet in bedwang houden en zo meer. Ook zie ik soms heel liefdevolle taferelen waarvan ik al doordenkend hoop dat die ergens op een verborgen plekje vervolg krijgen. Mensen zijn een zeer interessante en vooral onuitputtelijke voedingsbodem voor mijn blogfantasie. Ik kijk, zie, maar bedenk toch iets anders. Niet zo lang geleden, we zaten ergens op een leuk en warm terras aan het water, stopten er twee mensen van een jaar of 45, om hetzelfde te doen.

Ze reden op de fiets, waarbij de man de indruk maakte dat hij was voorbereid op een plotselinge sneeuwbui, de vrouw liet zien dat zij nog behoorde bij de aantrekkelijken dezer Aarde. Ik observeerde haar kledingkeuze, de designer-zonnebril, de strakke broek. Zag er als totaalpakket goed uit, mede doordat haar kapsel zat alsof ze zo van de kapper was gekomen. En dat terwijl ze vast een stuk hadden gefietst. Ze streken naast ons neer. De lichte parfumgeur van haar combineerde met een wat vreemde zweetgeur van zijn kant. Alles aan de man was naar mijn idee saai en grauw. Ook zijn gezicht toonde weinig aantrekkelijks. Toch waren ze al snel innig in gesprek, ze dronken een wijntje, keken naar dat wat zich afspeelde rond het terras en spraken zacht tegen elkaar als twee jonge geliefden. Ik snapte het niet. Ik zag de klik niet, de smaak van de vrouw voor een toch wat ‘bijzondere’ man. Omgekeerd prees ik hem in mijn gedachten wel om zijn smaak. Mooie vrouw, aantrekkelijk en dartel pratend. Sophisticated. Zou dat met geld van doen hebben? Moest wel.  De fietsen waren van de wat duurdere soort, een goed bekend Nederlands merk met echt alles er op en aan. Het mocht wat kosten. Vermoedelijk reed hij normaal in een lease-Mercedes, zij in een leuke Mini of zo. Maar nu op de fiets. Toen wij vertrokken van dat terras zaten zij er nog. Hand in hand, genietend van de zon en elkaar. Zeer gegund. Maar niet begrepen…Uw meninggever moest er even over nadenken…… En schreef daarom dit blogje….Kan iemand het me uitleggen wat de een in de ander ziet en waarom??? Ben benieuwd naar de reacties…(Beelden: Internet/archief)