
Als je het aan groenige mannetjes en wat besmeurde ongewassen vrouwtjes zou overlaten moeten wij allemaal onze auto inleveren. Immers, gemaakt van oude materialen, rijdend (in meerderheid) op fossiel aangeduide brandstoffen en zorgend voor veel ellende en vervuiling. Het aantal auto’s over de hele wereld bekeken loopt in de miljarden, in elk fatsoenlijk land is de auto een statusbezit en biedt het vrijheden die in vroeger tijden ondenkbaar waren.

Soms heeft een land (zie Europa) een prachtige infrastructuur voor al die vervoermiddelen, in bepaalde streken moet die zelfde auto zich door de meest heftige omgevingen heen vechten om op een bestemming te komen. De auto als trouwe kameraad. Mits goed onderhouden kan hij (of zij naar mate je dat een leukere aanduiding vindt) jaren mee. En mensen die er hard voor hebben gewerkt of spaarzaam hebben geleefd om er een aan te kunnen schaffen, beschouwen hem (of haar..) als verlengstuk van de familie.

Maakt niet uit of je in het vrije kapitalisme rond rijdt of onder het juk van het communisme. Want ook daar werd en wordt sterk gehangen aan die vrijheid van reizen. Het waarom zit in ons aller (nou ja, de meerderheid) persoonlijke geschiedenis. Veel mensen hebben reizen gemaakt naar diverse landen en streken, ze herinneren zich nog goed wat ze daar zagen en meemaakten. Al was het maar die ‘enge bergpas’ of die ene hoge brug in Frankrijk tijdens een storm. De auto is een deel van ons zijn, en we nemen dat mee in het taalgebruik. ‘Ik heb last van mijn remmen’ of ‘ik heb een lekke band’.

Je vraagt je dus af als modern mens waarom er een kleine minderheid van onze soort keihard pleit voor het stopzetten van de mobiliteit. Immers, vervuiling, uitstoot, plek, de wegen, lawaai en zo meer de argumenten. Vaak ingegeven door het principe van de wens tot wonen in stilte of pure jaloezie. Een auto kost een stuk meer dan een fiets. Dus…Maar wat nu als we een wereld zouden kennen zoals die er in pakweg de 18e eeuw uitzag.

Dorpen met modderige zandpaden waarop hardwerkende boeren of ambachtslieden met ossenkarren of paarden van de ene gemeenschap naar de andere konden reizen. Soms ‘wel 50 km verderop’. Ziekenhuizen waren er niet, dokters waren ook vaak kapper, je woonde in een lemen hut of houten huis en van vakantie was geen sprake. Grootste uitje van de week, bezoek aan de alom aanwezige kerken. Nee, een grote wereld bestond niet, we hadden geen idee van hoe die wereld er elders uitzag, nou ja, als Oom Henk zn. langs kwam die ooit bij de VOC had gevaren en nu de lokale trekschuit bediende bij een mok bier zijn verhalen vertelde. Maar verder? Het volk achterlijk, de cultuur agrarisch, de steden vervuild, kansloze burgers. De auto heeft dit allemaal veranderd. En hoe! Nederland kent ruim 9.5 miljoen auto’s. En die rijden nog wel eens rond. Het overgrote deel daarvan op benzine, diesel of gas, een kleine minderheid op elektriciteit. Maar wel allemaal gemaakt van hetzelfde materiaal. Kortom de wens van al die linkse smurfen om totaal autoloos door het leven te gaan is een droom die zal eindigen in een nachtmerrie. Om vele redenen. Maar zeg niet dat ik niet heb gewaarschuwd…(beelden: archief)




















Daarvoor is een paar redenen te noemen. Allereerst….die elektrische auto’s zijn domweg te duur! Veel te duur. Ook al schermen die voorstanders dan met allerlei kilometer/kostprijsberekeningen, men houdt daarbij angstvallig de prijs van accu-pakketten buiten beeld. Als je die moet vervangen ben je zo een paar duizend Euri verder. Ook wordt je nooit verteld dat de actieradius (over het algemeen al met dik 40% overdreven) met 50% afneemt als het een beetje koud is buiten en je de kachel, verlichting, navigatie en ruitenwissers moet gebruiken. Daarbij is de oplaad-infrastructuur nog nauwelijks van de grond gekomen. Wil je dus in 2030 (12 jaar na nu) alle benzine/diesel/gasauto’s hebben vervangen dient een kapitaalslag te worden gemaakt die zijn weerga niet kent. De voorstanders, veelal zelf rijdend in leaseautos van een of andere organisatie die milieutechnisch welwillend doet wat haar personeel vraagt, zien die nadelen niet. Als wij nu maar uit onze ‘ouderwetse’ auto’s stappen en die massaal onder de grond laten begraven komt het goed met de wereld. Nou vergeet het maar!
We rijden momenteel alleen in ons landje al met 8,5 miljoen traditionele (om de term maar eens te gebruikten) maar zeer efficiente voertuigen rond. Het aandeel van de elektrische auto is ook na alle jaren propaganda uit de linkse hoek, plus de staatssubsidies op het gebruik, niet meer dan 1% van het jaarlijkse totaal aan verkopen. En van die 1% zit een groot deel in de zakelijke hoek i.c. de taxiwereld. Een deel van deze wagens verdwijnt na een paar jaar gebruik richting buitenland. In ons land zijn die wagen ook tweedehands nauwelijks gevraagd. Het resultaat is een lagere restwaarde dan vooraf bedacht. Vraag en aanbod en zo meer. Dan gebruikt met ook graag het argument dat de uitstoot van CO2 en dat soort stoffen enorm wordt teruggebracht als we elektrisch gaan rijden. Vergeten wordt dan dat van alle uitstoot 16% aan het totale verkeer kan worden toegeschreven. De rest is industrie, landbouw, veeteelt, huishoudelijk gebruik. Maar de symboolwerking is voor de actievoerende voorstanders van groter belang dan de feiten.
Grensoverschrijdende vervuiling bijvoorbeeld. Blijkt veel groter dan men dacht, maar die feiten worden weggepoetst. Net als de productie van accu’s, of de afvoer van de gebruikte exemplaren. Kortom, als we elektrisch gaan rijden komt er in de marge verbetering van die situatie. En niet veel meer. Leuke groene hobby dus, geen oplossing! En intussen kijk ik naar de vertegenwoordiger van zo’n groene partij die bij mij in de straat woont. En waar drie normale benzineauto’s binnen het gezin in gebruik zijn die regelmatig worden gebruikt. Het gezin heeft wel zonnecellen op het dak. Kennelijk om het geweten te sussen?! Intussen ben ik blij met mijn compacte benzineauto die me heen en weer naar Aken bracht met vier man en bagage. Zonder dat ik met de zenuwen hoefde te zitten over mijn actieradius. Nee, ik ben er nog niet aan toe. Eerst maar eens betaalbaar maken die dingen, een bruikbare actieradius bieden, een goede restwaarde, een laadinfrastructuur die vergelijkbaar is met die van normale tankstations en een oplaadtijd die niet in uren maar minuten wordt uitgedrukt. Pas dan zou ik eventueel ook enig enthousiasme kunnen voelen bij het idee dat we in 2030 allemaal elektrische zouden kunnen rijden. Vraag is wel of ik het tegen die tijd nog wel zou willen…… De leeftijd en zo meer…..:)

