
Volgens een van mijn vroegere ‘chefs’ was ik in die paar jaren dat ik met hem werkte, een ‘Amsterdamse straatvechter’ en daardoor nergens bang voor en sloeg ik me met veel bluf dwars door zakelijke uitdagingen die andere mensen uit de weg zouden gaan. Hij zelf was afkomstig uit een of ander boerengehucht en had niet veel op met onze grote stad. De hoofdstad (maar ook Rotterdam of Den Haag) waren voor hem oorden waar je als provinciaals mens niet wilde komen en hij verdwaalde ook steevast als hij dat al een keer deed. De bewoners van die steden waren volgens hem ook uit hetzelfde hout gesneden. Gek genoeg, ik heb daar zelden last van, was de herhaling van die uitdrukking bij vrijwel elke gelegenheid reden om er soms zelf nog eens goed over na te denken.

Ik ben zeker wat je noemt een selfmade-man. In de jeugd vaak de juiste keuzes gemaakt, flink gestudeerd, hard werken bij diverse bedrijven uit allerlei branches, en zo relatief snel carriere gemaakt. Talen leerde ik in de praktijk beheersen. Maakte van nadelen een voordeel en was zeker niet op het mondje gevallen. Dat bracht me wel eens in de problemen, maar die zijn vrijwel altijd op te lossen. Maar een ding is zeker, ik sta voor wat ik zeg en wie mij goed behandelt(de) heeft of had een meer dan loyale gast aan die Amsterdammer. Heeft dat iets van doen met vroeger? Ja zeker. In de straten van Amsterdam-Zuid waar ik opgroeide was het aantal lieden van mijn leeftijd indertijd relatief groot. Je had er zelfs nog een verdeling tussen katholiek en protestant, arm en rijk (nou ja welvarend..), er speelden oude vetes uit de Oorlog een rol en de eerste immigranten (Chinezen) kwamen toen ook al in de straat wonen.

Er waren veel (mkb)bedrijven te vinden met hun eigen dynamiek. De weg naar school was zeer goed beloopbaar. Maar als keurig katholiek kind moest ik dan wel elke dag langs een huis waar protestanten woonden die meenden dat de straat hen toebehoorde. Althans het deel waar zij hun oud-ijzerhandel runden. Diverse keren renden die kinderen uit dat gezin naar buiten als dolle honden zodra wij er langs liepen. En een van hen had de neiging zich sterk op mij te richten. En dan lag ik weer over straat te rollen…voor niks. Dat werd ik op enig moment zat. En nam op een middag uit de grote tuin van de katholieke kathedraal naast onze school een stuk steen mee. Toen de agressieve broeder uit dat gezin weer op me afkwam en me greep ramde ik die steen tegen zijn neus. Kermend ging hij af. Nooit meer last gehad van dat spul. Maakt je dat tot een straatvechter? In letterlijke zin wellicht, maar verder houd ik niet zo van dat geknok. Een scherpe tong en stevige mening helpt meer. Ook in het zakendoen. Maar verder best een aimabel mens hoor. En die chef? Ach, die haalde naar mijn idee zelf vaak de verkeerde mensen naar voren op functies die hen pasten maar de zaak in mijn ogen niet vooruit hielpen. Lang geleden alweer, vergeven intussen. Maar niet vergeten….(beelden: archief)












































