De ramp van Munchen…

De ramp van Munchen…

Ik was als piepjong mens nog vol dromen over een carriere als piloot, trambestuurder of desnoods stervoetballer toen lang geleden een ramp plaatsvond waardoor ik ineens die droom van dat voetballen maar ging nastreven met als ultieme plek, die in het doel van een groot(s)elftal. Het waarom zat in de naam van de keeper van de Britse club Manchester United die wonderlijk genoeg een vliegtuigcrash overleefde waarbij het grootste deel van het toenmalige elftal en begeleiders van ManU werd gedood. Het ongeluk vond plaats in Munchen toen het vliegtuig waarmee die lui terug zouden vliegen vanuit die stad naar Manchester neerstortte.

Het betreffende vliegtuig was een Airspeed Ambassador van British European Airways. Een slanke en elegante hoogdekker met twee zuigermotoren waarmee een kleine 50 passagiers en bemanningsleden werden vervoerd. Het vliegtuig had vertraging en kwam door dat feit terecht in een fikse sneeuwbui die de omstandigheden op het vliegveld zodanig verslechterden dat de machine twee pogingen om op te stijgen moest afbreken. Terwijl de bemanning zich gereed maakte voor een derde startpoging begon het nog zwaarder te sneeuwen.

Omdat niemand indertijd zat te wachten op eventuele vertragingen tot de volgende dag ging de BEA-machine dus alsnog van start maar kwam niet van de grond. De sneeuw op de baan had een dusdanige weerstand opgeleverd voor het vliegtuig dat het niet voldoende vaart kon maken en het botste uiteindelijk fataal tegen een hek en een huis aan de rand van de startbaan, brak in stukken en vloog in brand. Van de toen 44 inzittenden overleden er direct 21 waaronder 8 spelers van het ManU elftal. O.a. de later zo befaamde Bobby Charlon (onlangs overleden..) en keeper Harry Gregg overleefden de crash.

Die laatste redde ook nog de vrouw en dochter van een ook meevliegende Joegoslavische diplomaat met gevaar voor eigen leven. Meest opvallend, na thuiskomst en de plechtigheden rond de dood van die spelers die de crash niet hadden overleefd, ging Manchester gewoon weer meedoen in alle competities waarbij de overlevende spelers ook weer aan de bal kwamen. Harry Gregg in het doel, en ik was meteen fan van de man. Goede keeper, maar meteen ook een jeugdheld. Ging het Manchester United verder goed? Nee, niet echt. Het had er allemaal behoorlijk ingehakt natuurlijk en het elftal had tien jaar nodig om weer tot grote resultaten te komen. Harry Gregg was op dat moment in de tijd geen onderdeel meer van de selectie. Charlton wel. Dat werd een heel grote naam in het Britse voetbal en kreeg in oktober jl dan ook alle credits die hij verdiende voor wat hij voor die club en het nationale team had betekend. De crash van dat elftal blijft pijn doen bij de Britten. Ook al is het al lang geleden. De captain van het vliegtuig kreeg vrijwel direct na de crash de schuld maar bleef daar jarenlang tegen in verweer komen. Na decennia knokken werd hij uiteindelijk in het gelijk gesteld. De directie van het Munchense vliegveld werd alsnog aangewezen als nalatig. Het had de startbaan moeten ruimen van sneeuw maar verzuimde dit waardoor de sierlijke Britse machine niet los kon komen uit de sneeuwmassa. En hoe verging het mij als keeper? Nou niet zo best. Na wat pogingen om in amateurelftallen mijn skills te laten zien zag ik verder maar af van een carriere in de sport en koos voor de luchtvaart en zo meer. Maar beter ook. Echte helden moet je niet willen imiteren… (Beelden: Wiki/archief/internet)

Wie kent nog…..Zundapp?

Wie kent nog…..Zundapp?

Het bedrijf en merk werden bij ons vooral bekend door de bromfietsen en motoren die de Duitsers maakten en verkochten. Tweewielers, scooters, brommers, en dan met tweetaktmotoren, het werd een handelsmerk van deze firma. Opgericht in 1917 als de Zunder Apparatebau Gesellschafft MBH door Fritz Neumeyer die daarbij samenwerking zocht en vond bij klokken/gereedschapmakers Thiel en staalfabrikant Krupp. In eerste instantie werkte Zundapp als toeleverancier van onderdelen voor de Keizerlijke strijdmacht, later moest het gedwongen overstappen op andere zaken.

En dat werden tweewielers. Vanaf 1921 werden de eersten daarvan geproduceerd. Baserend op Britse licenties en altijd met een tweetaktmotor waar men in Duitsland indertijd heel lang in bleef geloven. Na hele reeksen lichte, middelzware en zelfs zware motorfietsen die eerst met een ketting werden aangedreven bracht Zundapp later ook cardanaandrijving uit voor haar zwaardere modellen.

Door deze ontwikkeling overleefde het bedrijf ook de financiele crisis van een kleine eeuw geleden. Daarna mocht men voor de nieuwe Duitse Wehrmacht aangepaste motoren leveren vanwege de goede band die de leiding had met de nazi’s. Dat leverde heel wat orders op, mede doordat de Zundapp’s het tijdens de Tweede W.O. prima volhielden in allerlei omstandigheden.

In de jaren dertig ging men ook aan de slag met vierwielers. En opvallend, men haalde Ferdinand Porsche in huis om de eerste daarvan te ontwikkelen. Een auto voor iedereen moest het worden, in feite een voorloper op de Volkswagens. De Type 12 van Zundapp kreeg achterin een vloeistofgekoelde vijfcilinder stermotor, toen meer een type motor voor vliegtuigen. Porsche had zijn oog laten vallen op de bekende viercilinder boxer met luchtkoeling.

De eerste prototypen werden opgebouwd uit staal en hout met een los ladderchassis. Productiewagens zouden een zelfdragende carrosserie krijgen. Maar de prototypen voldeden niet. De koeling deugde niet en Zundapp besloot de verdere ontwikkeling te staken. Porsche verhuisde naar NSU om daar zijn eigen auto met boxermotor te ontwikkelen.

Maar dat werd door de Fuhrer zelf tegengehouden. Dat is echter aan ander verhaal. Bij Zundapp ging men overigens wel verder met de productie van auto’s. Driewielige vrachtwagentjes, maar ook een zgn. Schnell-laster die opvallend genoeg wel weer werd geleverd met de door Porsche zo gevraagde boxermotor. En die motoren haalde men uit de tweewielerproductie en ervaring. Na W.O. 2 was Zundapp even het spoor bijster.

Maar zoals zo veel Duitse bedrijven krabbelde men langzaam aan weer overeind en nam opnieuw de productie van tweewielers op. Halverwege de jaren vijftig ontdekte men echter dat er een nieuwe markt was voor piepkleine zgn. ‘dwergauto’s’ die populair waren bij autokopers met heel weinig geld, een gezin, en de behoefte om overdekt te rijden. Bij toeval had men een ontwerp van Dornier overgenomen voor zo’n wagentje dat bij Zundapp de Janus werd genoemd. Niet zo gek want de voor- en achterkant verschilden niet zoveel van elkaar en boden ook meteen de toegangsdeuren naar het interieur. Daar zat je rug aan rug tegen elkaar aan, maar met wat passen en meten konden wel vier personen mee.

De kleine vierwieler had een maximum snelheid van 90km/u met dank aan een 1 cilinder tweetakt van 248cc. Die leverde 14 pk bij 5000toeren, wat het geluid aan boord niet meteen ‘op afstand’ hield. Hoewel de auto een prima kwaliteit kende t.o.v. de concurrentie van o.a. BMW of Messerschmitt was de Janus toch een auto in de marge. Er werden er geen 7000 van gebouwd. Maar die zijn tegenwoordig nog wel geliefd in bepaalde kringen. Het project liep uit op een megaverlies en Zundapp stond zowat op omvallen. Men verkocht een deel van de productielijnen aan Glass (toen ook een automerk) en de fabrieksgebouwen in Neurenberg deed men ook van de hand. Zo kwam er weer wat geld in de kas. Tweewielers moesten het merk overeind blijven houden daarna. Auto’s bouwde men niet meer. Maar wat men bouwde is natuurlijk wel bijzonder en had via via invloed op ontwikkeling elders…In 1985 fabriceerde men de laatste tweewielers en ging het bedrijf alsnog ter ziele. (beelden: Internet)

Droommuseum…

Droommuseum…

Hoewel ik niet mag klagen over de mij toebedeelde (of is het nu toe geeigende..) ruimte in huis om daarin mijn mini-museum annex bieb te huisvesten, is de ultieme droom toch wel om nog eens een echt museale omgeving op te vullen met wat ik door de jaren heen zoal om me heen verzamelde. Inclusief beelden die al dan niet bewegen. Wie, net als ik, gek is van alles wat met transport over de weg, rails of door de lucht beweegt snapt meteen wat ik bedoel.

Velen zijn overigens tot zo’n museale omgeving geroepen, weinigen uitverkoren. En ik ben met die groep lieden die smachten naar meer ruimte zeker niet uitzonderlijk. Je hebt allerlei soorten verzamelaars, je komt ze tegen in diverse kringen en met onderscheidende soorten collecties. Van postzegels tot echte trams, van teddyberen tot WC-brillen. Het begint meestal bescheiden met een klein stukje vitrine of boekenkast, een schuurtje of garage wellicht, maar veelal loopt het daarna danig uit de hand. Dus ga je, net als ik, dromen over huizen of gebouwen waarin je alles wat je zoal om je heen koestert kunt uitstallen en er de nodige verhalen over wilt vertellen dan wel kennis delen. Soms zie ik wel eens van die huizen ergens te koop staan.

Maar meestal overstijgen ze twee tot drie keer het eventueel beschikbare budget. En dan moet je vaak nog gaan (ver)bouwen voor dat gewenste museum. Eigenlijk zou ik zelf wel willen kiezen voor een qua omvang relatief bescheiden huis als daar een grote loods of zo achter stond die zich liet verbouwen tot… Maar ja…ik heb er heel wat bekeken door de jaren heen maar altijd stonden ze op plekken waarvan ik dan dacht…’Tja, dat is wel ver weg…’, dus ook niet alles. Collega-verzamelaars loeren daar ook op natuurlijk.

Sommigen verbouwen een garage aan/in hun huis tot ultieme mancave, maar ja, haal daarna maar eens een hoop mensen binnen. Je wilt daarbij ook niet de deuren open stellen en mensen binnen halen die later nog eens onuitgenodigd terugkomen. En echt, ook dat is al gebeurd. Net zoals in de wereld van de autodealers of fietsenhandelaren dan wel telefoonwinkels. Altijd blijven er lieden rondlopen die wat jij zoal verhandelt of laat zien gratis willen ‘inkopen’. Nee, dat is het dus ook niet. Blijven daardoor alleen al de wildste dromen. En op mijn geachte leeftijd komt van al dat verhuizen wellicht ook niet veel goeds meer. Blijft de optie om de boel te verkopen en op te ruimen. Een halve eeuw verzamelwoede. Keurig gerangschikt…maar niet gratis. Al was het maar om al die onuitwisbare herinneringen. Iets wat een niet-verzamelaar helemaal niet kent of wil kennen. Logisch. Maar ik ben blij dat ik af en toe nog van die jeugdige dromen heb rond dat museum….Het houdt me jonger dan ik ben. En zo hoort het ook….Toch? (beelden: prive)

Cees….

Cees….

Ik had gelukkig nog net de tijd om afscheid van hem te nemen. Ook al hield hij daarbij zelf vol dat hij nog van alles moest regelen. De notaris, zijn collectie en wat dies meer zij. Maar het mocht niet zo zijn. Cees is overleden. Gisteren, zijn lijf gaf het op. Binnen vier weken van een eerste doktersconsult naar het definitieve einde. En dat geeft een knock-out gevoel. Immers, ik kende hem vele decennia. Ooit begonnen op een bankinstelling waar hij door mijn jeugdige komst daar een plekje opschoof in de toen heersende hierarchie. We deelden onze passie, vliegtuigen, en er ontstond een vriendschap. We deden van alles om aan die hobby tegemoet te komen. We bouwden vliegvelden, vliegtuigen, maar zetten ook een aantal bladtitels op, waarbij Cees zijn creaviteit op tekengebied benutte. Want dat kon hij. Van vliegtuigen tot logo’s. Onze vrouwen kwamen, en die mochten elkaar ook dus die vriendschap werd ook uitgebouwd. Kinderen, verhuizen naar andere oorden. De afstand werd wel groter, maar als we mekaar zagen of spraken was het goed. Niks mis mee. Cees ging na de bank via via naar de overheid. Bouwde zich een carriere bij de Rijks Luchtvaart Dienst op Schiphol, terwijl ik daar zelf een gebouw verderop mijn weg zocht en vond in de commerciele en operationele kant van het logistieke wereldje. Zagen we mekaar weer regelmatig….

We deelden samen ook een rol in een Stichting die luchtvaart promotie bedreef, inclusief een uitgave die we van de eerste teksten tot de distributie zelf regelden. Exposities voor eerst een paar honderd mensen, later voor duizenden. Cees wist altijd wel iets speciaals te regelen als we dat nodig hadden. Of hij stond een stuk van de op te bouwen stand te schilderen. Maar hij vergat nooit dat hij ook nog een partner of familie had, kinderen, ooms, tantes, vrienden, buren. Als ergens een crisis dreigde of ontstond, Cees stond voor ze klaar en regelde van alles en nog wat. Hij werd later, na zijn werkende leven aangesteld als beheerder van een speciaal op de RLD gericht museum. Weer wat later, toen die rijksdienst een zgn. geprivatiseerd leven moest leiden, regelde hij opnieuw dat onderdelen van de museale collectie werd gedeeld met het Aviodrome op Lelystad waar dat spul nog steeds uitgestald staat. Een week of vier geleden ging er iets mis. Hij voelde zich niet lekker. Doktersbezoeken en analyses maakten duidelijk dat het goed ‘mis’ was. De realisatie was verbijsterend. Ook voor mij. Cees staat in mijn testament. Hij kon goed regelen dus zou dat bij mijn verscheiden vast ook doen. Nu is het omgekeerd, en dat was niet de afspraak. Een goed en mooi mens verdween van onze Aarde. Wellicht dat hij nu boven de wolken de andere inmiddels definitief opgestegen lieden uit de actieve luchtvaartclubs waartoe wij beiden ook behoorden tegen zal komen. Ik hoop het oprecht. En als het na nu ineens mooi weer wordt, wellicht tegen de verwachting in, dan is Cees ook boven actief. Zoals we hem kennen. Voor de nabestaanden rest een woord van sterkte en hopen dat het gemis een plekje krijgt. Maar dat zal lang gaan duren. Als dat voor mij al geldt…. (beeld: Cees bij een DC-2 in het Nederlands Transport Museum)

Potloodkeuzes….

Potloodkeuzes….

Nog een nachtje slapen en wij mogen als weldenkende burgers en buitenlui weer een keuze maken voor een politieke richting die naar ons aller of eigen mening gaat zorgen dat alle ellende van de afgelopen periode eindelijk wordt opgelost dan wel vermeden. We gingen in de afgelopen jaren van crisis naar crisis, van heffing naar heffing, van minderheden die geld vroegen naar onoplosbare problemen op gebied van immigratie of huisvesting. Veelal veroorzaakt door politieke onwil of spelletjes binnen coalities. Ik werd het persoonlijk spuugzat om te zien dat sommige stromingen er alles aan doen om ons Nederlandse volk uit te kleden, maar dan wel op dusdanige wijze dat minderheden zich daar dan weer niet aan stoorden. Extremisme van linkse groepen nam hand over hand toe, net als antisemitisme en homohaat.

Partijen die vroeger vochten voor arbeiders zijn nu meer van de grachtengordelteslarijdersvandebaas soort. Windmolens en zonnecellen bleken intussen bepaald niet de oplossing van onze zogenaamde ‘energietransitie’. Linkse partijen willen af van alles wat modern is. Daarbij gesteund door christelijke stromingen die menen dat wat de Joden in WO2 overkwam niet is weggelegd voor hen zelf als hier totalitair denkende lieden aan de macht komen.

Onlangs nog zagen we hoe Nederland in twee gedeelten spleet toen het ging over dodelijke en barbaarse terreur die weer tot gevolg had dat een land dat daardoor werd getroffen keihard terug sloeg. Gek genoeg zag je diezelfde reflexen minder tot niet waar het ging om de invasie van Rusland in Oekraine. Elke dag doden en gewonden onder de burgerbevolking maar geen namaak-acteur/trice die zich daar druk om maakt. Want dat zijn christenen, dat telt niet. Zelfde reflex zag ik twee maanden terug toen de enclave Nagorno-Garrabach door het islamitische leger van Azarbaian werd bestookt en de Armeens/Christelijke bevolking moest vluchten dan wel zich moest bekeren tot de islam. Geen een protest uit linkse kring in ons land. Het is soms niet te begrijpen. Hoe dan ook, ik ben niet van de linkse leugens of dromen, het zal niet verrassen.

Ik ben zelf ook niet van de nieuwe Middeleeuwen, de vertrutting, de nationalisering, de ontmanteling van onze industrie of logistiek. Ik ben niet van de bomenkap t.b.v. biomassacentrales, niet van de verstening van groen landschap, niet van de massaimmigratie. Ik ben van het realisme. Benoem en verander. Kom op je schreden terug en denk eens in waardigheid. Terreur en extremisme is niet wat we moeten accepteren. Wetten zijn er voor iedereen, niet alleen voor hard werkende belastingbetalers. Ondernemers, mensen die het beste voor hebben met anderen maar ook met zichzelf. De gratisgeld-gebruikers of respectclaimers mogen wat mij betreft best iets bescheidener zijn in hun eisen of verhuizen naar oorden waar het veel leuker is. Soms moet je wat meer doen aan geschiedenisleer of algemene kennis. Dat helpt vaak bij het maken van keuzes. Keuzes die ik op de 22e, morgen dus zeker ga maken. Voor een betere toekomst, minder dreiging, meer democratie en zeker vrijheid van meningsuiting maar ook minder armoede bijvoorbeeld. Jullie ook? Al duidelijk welke kant jouw rode potlood op gaat? Kies je voor inhoud of mannetjes/vrouwtjes? Of denk je…ik doe maar wat….? Dat laatste hoop ik niet. Een ding is zeker, laten we vooral gaan stemmen nu het nog kan en mag…. (Beelden: Internet)

In de sneeuw naar Berlijn…

Telkens als we iets te vieren hebben of hadden deden of doen we iets leuks. Zo wilden we nog wel eens een tripje maken als bijvoorbeeld vrouwlief jarig was. Dat kon soms uitgebreider dan op andere keren in onze persoonlijke geschiedenis, maar in november 1988 vierden we een kroonjaar voor haar en besloten we dat te doen in Berlijn. Nu was dat een stad die je vanaf Schiphol alleen kon bereiken met Amerikaanse of Britse vliegtuigen, andere carriers zoals KLM mochten er door de toenmalige verdeling van Duitsland nog niet heen.

Dus checkten we op de 16e november, een dag voor haar daadwerkelijke verjaardag in voor de DanAir-vlucht uit die periode, in de vroege ochtend. Het vliegtuig waarmee we vlogen was een tweemotorige turboprop van het type British Aerospace/Avro 748 en zo’n kistje nam een 50-tal passagiers mee. Achter in de cabine was een open ruimte achter een vangnet waar men de bagage of wat vracht kon opbergen en de piloten liepen ons voorbij richting cockpit in een half militaire outfit.

De twee Rolls Royce Darts maakten voldoende geluid om elkaar nauwelijks te kunnen voorstaan maar in een uur en 38 minuten stonden we op het vliegveld van Berlijn (Tegel). De bijzondere ervaringen daar konden beginnen. Zo was de verdeelde stad nog echt een avontuur. We vermaakten ons prima en deden veel inzichten op over de enorme kloof tussen het vrije westen en het communistische deel van Duitsland dat nog onder een echt juk zuchtte van autoritaire controles en AK-47’s.

We bezochten uiteraard de bekende plekken van Berlijn en vierden de verjaardag van vrouwlief in alle vrijheid en sfeer die past bij zo’n gelegenheid. Op de 20e november 1988 moesten we weer terugvliegen richting Amsterdam. En was het de bedoeling dat we onze hotelkamer om 11u leeg verlieten. We mochten de bagage stallen achter de lobby. Maar verrassing…het begon te sneeuwen, en niet een beetje. Binnen de kortste keren lag er een dik pak van dat witte spul.

Dus maar even naar de Zoo, daarna in het Europacentrum een bakkie doen met een lekker broodje, dan nog even over de net gestarte Kerstmarkt daar vlak bij en genieten van een Gluhwein mit Schuss. En dan met de bus naar het vliegveld. Waar we al snel zagen dat de (zelfde) Britse turbopropper onder een fiks pak sneeuw verkeerde….Zou het toestel nog wel gaan? Toen we uiteindelijk konden inchecken deden we dat en bekeken het tafereel van het ijsvrij maken van de kist. Al snel zag die er toonbaar uit, maar ging het daarna toch weer sneeuwen…Het werd spannend.

Toch kwamen we zonder vertraging aan boord. Het voor de tweede keer ijs en sneeuw verwijderen ging zo heftig en met zoveel kracht dat het dwars door de randen van de raampjes naar binnen kwam zetten. Dus natte arm en shirt…Maar de kist startte de motoren en reed door de kledder en over een halve ijsbaan naar de schoongeveegde startbaan… In een uur en dit keer 35 minuten terug naar Amsterdam. Waar het helemaal schoon was. Nooit sneeuw gezien in Nederland. Het avontuur voorbij. Naast die leuke ervaringen waren we ook verliefd geworden op die prachtige Duitse hoofdstad van de toekomst toen. We zijn er nog een paar maal terug geweest. Maar niet meer in zo’n nostalgische propliner. Was best jammer eigenlijk…. (Beelden: Prive)

Creatieve cheffin…

Creatieve cheffin…

Afgelopen weken vermaakte we ons af en toe op tv met de geweldige politieserie Scott & Bailey. Die kenden we uiteraard al, maar deze werd nu weer eens herhaald bij zowel RTL als BBC One dus we konden door een beetje slim plannen alle reeksen en afleveringen achter elkaar opnieuw bekijken. Een waar genoegen. Al was het maar om het prachtige acteerwerk van alle deelnemende dames en heren. Mij valt altijd weer op dat deze Britse mensen bij het acteren gewoon veranderen in de types die ze spelen en je dus meent dat zij zijn wie ze uitbeelden. Dat is in Nederland veelal niet het geval al moet ik die serie #Oogappels van de NPO nageven dat het daar ook prima lukt in de huid van de karakters te kruipen.

Hoe dan ook, een van de opvallende types in de Britse serie is de verantwoordelijke inspecteur van het politiebureau waar zich zoveel afspeelt, Gill Murray. Dat is een vrouw die met een uitgestreken gezicht en de nodige cynische humor haar werk doet. Maar ook aardig boos kan worden over onrecht of stom handelen van haar ondergeschikten. Met een spits gezicht, rattenkopjeshaar en ogen die fonkelen wordt deze rol neergezet door Amelia Bullmore. Een actrice van naam en faam in het Verenigd Koninkrijk want ze speelde oa. jarenlang in Coronation Street, maar ook in diverse films en toneelstukken.

Bullmore is geboren in 1964, intussen dus bijna een zestiger. En wie dan ziet in welke creatieve rollen ze bezig is geweest verbaast zich nog meer als ik schrijf dat zij o.a. zeven afleveringen van Scott & Bailey heeft geschreven en daarnaast nog een reeks andere scripts voor diverse Britse series en toneelvoorstellingen. De dame komt uit een creatieve familie van reclamemakers en schrijvers terwijl twee van haar broers ook op hoog niveau hun vak uitoefenen. Als je diverse rollen ziet waarin zij actief was ontdek je direct dat deze dame erg veelzijdig is en het vreemde of lastige in haar vak niet schuwt. Ze is intussen al jaren getrouwd met een collega-acteur, de Schot Paul Higgins, met wie ze ooit samen acteerde in de serie ‘a View from the Bridge’. Samen hebben ze twee dochters. In de vijfde reeks van die beschreven politieserie was haar karakter met pensioen gegaan en neemt die reeks daardoor een andere wending. Ik vond en vind dat een verlies. Want die uitstraling en die specifieke manier van een vrouw als deze neerzetten vind ik echt te gek. Amelia Bullmore, vast bij de meesten van jullie onbekend, maar nu een stukje minder…. (Beelden: Internet)

Smullen bij de Witte Bergen..

Smullen bij de Witte Bergen..

Ik neem de lezer graag even terug naar de Dierendag van vorige maand. Die dag vieren wij meestal buiten de deur, zonder de dieren thuis verder iets te kort te doen. Op die datum namelijk, lang geleden alweer, trouwden wij en dat vieren we samen veelal in alle bescheidenheid. Grote feesten zijn aan ons niet besteed, we doen dat graag even samen. Dus reden we die dag begin oktober rond in het Gooi. Wandelden over de hei, rommelden wat in onderweg tegenkomende winkels, bekeken leuke plaatsjes en besloten een lekkere lunch te nemen in Hotel-Restaurant de Witte Bergen. Een onderdeel van de Van der Valkketen, wat inhoudt dat wat je eet vaak lekker is en redelijk betaalbaar. Dit filiaal van de Toekanfamilie ligt sinds jaar en dag aan de snelweg A1 bij Hilversum.

Het was er bij ons bezoek als altijd druk, zakenmensen ontmoeten elkaar hier, er wordt door de mediawereld nog wel eens wat vergaderd en mensen met een goede band op welk terrein ook vinden elkaar in de anonimiteit van de drukte. Druk is het vooral ook op het parkeerterrein naast het spulletje. Maar eenmaal de auto veilig weg gezet is het binnenshuis redelijk goed mogelijk om een tafel te scoren die voldoet aan de verwachtingen. Wij zaten aan het raam, de A1 loopt er vlak langs en dat is best een aardig verzetje als je elkaar niks meer te vertellen hebt. Nu komt dat bij ons vrijwel nooit voor hoor, wij kakelen ons wel door de dag heen, maar toch…. De bediening werd verzorgd door een stevige dame op enige leeftijd, maar die deed dat met verve en humor. Bij zo’n gelegenheid net de juiste toon voor ons. We kozen een Twaalfuurtje, lekker drankje er bij, niet te veel, maar net vet genoeg om er extra van te genieten.

De wachttijd op het bestelde eten was niet te lang, we luisterden intussen deels mee met de gesprekken om ons heen. Van de miljoenendeals die over tafel vlogen bij de twee zakenmannen links van ons tot de verhalen over Tante Jo en haar nieuwe lover achter ons. Blijft leuk bij Van der Valk die diversiteit. Grappig genoeg was duidelijk dat toen wij eenmaal waren uitgegeten het restaurant intussen half leeg was gelopen. De lunchgasten verdwenen. Rust weergekeerd. Dus nog maar een bakkie…. De dame bracht het met een glimlach en veel snelheid. Zij kon er wat van. Na afrekenen nog even de toiletten bezocht. Die bevinden zich in een onder-etage naast de lobby van dit bekende hotel. Keurig netjes, zoals je verwacht. Niks mis mee. Kortom, een plezierig bezoek aan een van oudsher bekend adres. Het was voldoende voor onze stemming van die dag. Groots vieren gaat aan ons voorbij zoals gezegd en samen is een blijft toch wel overeind. Van der Valk krijgt van ons een prima 9 voor wat we hier hebben ervaren. Prijs/kwaliteit klopt, ambiance druk maar eigenlijk ook wel gezellig. Alleen dat parkeerterrein, dat is wel een dingetje. Want als ik geen parkeerplek had kunnen vinden was ik hier wel doorgereden. Maar goed… (Beelden: Internet/prive)

Rusland’s topproduct; ZIL…

Rusland’s topproduct; ZIL…

Tijdens de jaren van de Sovjet-Unie was er de leiding van dat enorme rijk alles aan gelegen om de concurrentie aan te kunnen met het rijke westen. Op vrijwel elk gebied trachtte men gelijkwaardige producten te produceren en uit te leveren. Een van die gebieden was die van de auto-industrie. Daarbij werd men nog wel eens geholpen (..) door westerse investeerders als Henry Ford die zich niet schaamden om de communisten te helpen met de opbouw van hun mobiele industrie.

Maar ook in de tijden van voordat de Leninisten aan de macht kwamen werden er al grote en luxe wagens gebouwd in het Tsaristische Rusland, zoals de Russobalt die de concurrentie met Rolls-Royce aardig aan kon. Hoe dan ook, de Sovjet-leiders waren niet allemaal zo van het gelijke monniken en kappen idee dat ze zelf wilden rondrijden in piepkleine Moskvitches of wat dan ook. Nee, grote wagens moesten er komen en men keek dan graag naar de Amerikaanse wagens uit de periode.

Het Moskouse bedrijf ZIS (Zavod Imieni Stalina) maakte al jaren vrachtwagens en kreeg op enig moment de opdracht om de Grote Leider (Stalin) te voorzien van een auto waarin hij beveiligd langs de kaders van de Volkskameraden kon rijden. Dat werd de ZIS 110 die in 1946 verscheen en sprekend leek op een Amerikaanse Packard. Met een 8-cilinder van 6 liter inhoud was het een mastodont van een auto. De motor was zodanig in elkaar gestoken dat hij toe kon met de matige kwaliteit benzine die de Russen indertijd gebruikten. Er werden enkele exemplaren van gebouwd, waarvan sommige open en wit van kleur. Maar de meeste ZIS’s waren zwart gespoten. Na de dood van Stalin werd de fabriek snel van naam veranderd en kreeg het merk de L toegevoegd van Lichatchev, de toenmalige directeur. ZIL dus.

Dat ging nog even verder met de 110. De opvolger van deze klassieker werd de ZIL 111 die weliswaar een eigen ontwerp zou zijn van de Sovjets maar weer veel leek op een grote Chrysler of Cadillac. De vormgeving was best fraai, de motor nu in V-vorm gebouwd en leverde 200pk. Uit deze wagens ontwikkelde men door de jaren heen steeds nieuwere versies, die uiteindelijk leidden tot de enorme ZIL 114 die o.a. nog door Gorbatsjov, Jeltsin en zelfs Poetin zijn gebruikt.

Bij die wagens was de vormgeving strak, de carrosserie gepantserd en de lengte gegroeid tot dik 6.29mtr. Daarmee kon en mocht je gezien worden. Gold ook voor het brandstofverbruik want 1 op 2 was heel normaal. De ZIL 114 had ook een automaat en je kon er het halve Politbureau mee vervoeren. Toen de Sovjet-Unie ineenstortte kwamen deze wagens vaak op de vrije markt terecht waar liefhebbers van Ostalgie ze graag kochten. De wagens rijden prima natuurlijk (mits je er een aanhangwagen benzine mee trekt…) maar onderdelen zijn wel lastig te verkrijgen. Gek genoeg is de beperkte beschikbaarheid daarvan juist een reden dat deze auto’s in waarde stijgen. Poetin rijdt er niet meer in rond, die verkiest moderne alternatieven. Maar zo’n ZIL is wel een duidelijk statement rond waar het eigenlijk mis ging bij die Sovjet-leiders. Communistisch van denken, maar verheven boven de gelijk gestelde massa. En dat wreekt zich. Ook bij het uiterlijk vertoon…. Maar indrukwekkend zijn die wagens wel…(beelden: archief/internet)

Zenuwen….

Zenuwen….

Ik betrap me er op dat ik op die avond voor die bewuste dag altijd wat nerveus ben. Dan bedenk ik me welke rugzak ik mee zal nemen, welke kleren ik aan moet (want het wil dan best wel fris zijn in de ochtend..) en hoe we onze route precies plannen. Immers het is die volgende dag carnaval in de hoofdstad. En dan bedoel ik niet het echte, want dat vieren ze in het zuiden van het land, maar Koningsdag, de vroegere Koninginnedag.

Dan verandert Amsterdam in een mix van feest, handel, muziek en zo meer. Datzelfde gevoel zal vandaag in het zuiden leven. Immers, morgen is het de 11e van de 11e en dan start in het zuiden van ons land de carnavalsperiode. Men verkleedt zich, feest, misdraagt zich (een enkeling) maar komt via allerlei activiteiten de donkere dagen die volgen op deze datum in warmte en gezelschap door. Wij noorderlingen proberen ons soms een voorstelling te maken van hoe dat dan is of gaat.

Ik kwam daar onder de grote rivieren in het verleden redelijk vaak en in sommige dorpen kun je voorafgaand aan dit feest een kanon afschieten overdag zonder iemand te raken, maar eenmaal in de carnavalsstemming gaan de slingers naar buiten en lopen de meiden er bij als dansmariekes. Leuk natuurlijk en het heeft al een fiks oude traditie. Vanuit het Rijnland langs katholieke lijnen doorgedrongen tot onze streken waardoor je ook allerlei verschillen ziet. In Limburg is men wat uitbundiger met de aankleding dan in Brabant, maar daar zijn de wagens weer wat groter als het echt carnaval is en de economie vooral draait door de lokale horeca. Men sjokt door de straten, smijt met geld en slingers, omarmt elkaar (en meer) en geniet van wat zo’n feest de vierders biedt.

Tegenwoordig zie je die festiviteiten ook elders in het land ontstaan. Waar men overwegend katholiek is van geloof houdt men dan ook optochten en zo meer, maar het lijkt natuurlijk niet op dat wat het zuiden je biedt. Ooit was er ook zo’n organisatie die in onze stad haar best deed de winterse carnavalfestiviteiten op poten te krijgen. Maar het werd niet veel. Wij zijn meer van de Koningsdag (yesss) en de Gay Pride (ook leuk). Maar carnaval…nee. Daarbij spreken de meeste mensen hier ABN. En dat is nu net de charme van het zuidelijke carnaval. Je hebt als ABN-er geen idee waar het soms over gaat, je bent al blij als je al die feestvierders voor een deel verstaat. Ooit stond ik in Maastricht te kijken naar een grote optocht…alle wagens versierd met lokale opschriften, ik snapte er niks van. En zo houden die zuiderlingen hun cultuur zuiver. Wie er niet geboren en getogen is snapt er uberhaupt niks van. En zij die mee gaan vieren vanuit het noorden merken vanzelf dat je slechts wordt opgenomen als je een heel gezellige en volle kroeg rondjes geeft. Kost je een vermogen. Maar dan heb je ook wat. Hoe dan ook, deze Mokummer wenst alle carnavaleske zuiderlingen vanaf morgen alle plezier en vertier. Voor de goede orde, ik kijk op afstand, maar blijf wel hier….(beelden: Prive archief en internet)

(Beelden: Prive/internet)