Trams..

Trams..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: blauwe-spitsneus-401-met-aanhanger-adam-160900-pict0541.jpg

Ooit, als jong mens, kreeg ik naast mijn interesses voor auto’s en vliegtuigen ook een zeker gevoel met de Amsterdamse trams. Een jong ventje als ik was, opgroeiend in een levendig buurt, een dito familie en daardoor onder de indruk van alles wat reed (rijdt) en vloog (vliegt) zag om zich heen van alles voorbij komen wat met die interesses te maken had. Daartoe behoorde zeker die op rails rijdende blauwe trams uit de periode. Amsterdam is een stad met een goed OV-net, en de tram was ook toen al decennia lang onderdeel van de geschiedenis. Bij ons huis liep Lijn 4 elke zoveel minuten voorbij, maar niet ver van ons af reed ook lijn 3 voorbij. Dat waren belangrijke tramlijnen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: bloedneus-drieasser-891-adam-160900-pict0547.jpg

En in die stad van toen was de tram een handig ding, dus zaten we er regelmatig in. Stapten ook over op andere lijnen en zo kreeg ik zelf een aardig beeld van hoe die dingen reden en wat het verschil was tussen de ene of de andere tram. Tweeassers, spitsneuzen, platte frontjes (Lijn 5), daarna de drieassers, de nieuwe gelede grijze trams en zo meer. Eenmaal op de middelbare school uitgekomen moest ik naar Amsterdam-West om daar de katholieke variant van dat onderwijs te kunnen volgen. Zomers op de fiets, in de winter per tram. Met een kaartje zien dat je met wat overstappen een aantal lijnen kon benutten.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: enkel-gelede-tram-586-lijn-2-adam-160900.jpg

Want dan reed ergens een nieuwe of juist een ouder exemplaar dat de moeite waard was. Het gevoel, geluid de geur, de bellen, of het fluiten van de conducteurs in de aanhangwagens, ik kan het nu nog steeds zo terughalen. Elke tram zijn eigen karakter (althans zo leek het). De bestuurders nog stoere kerels in vaak dikke GVB-pakken en jassen, de kaartjesknippers streng. Een drieasser was toen een soort luxe tram, want was afgesloten en had verwarming, de gelede trams aangestuurd met een soort joystick, geen draaiend wiel, best modern. Hoewel ik na mijn jeugdjaren nog maar weinig per tram door de stad reisde of reis, brommer, auto, metro het zijn allemaal prima alternatieven, de interesse bleef. Ik kijk nu naar die moderne tramwagens en voel er meteen wel minder emoties bij maar dat komt wellicht ook doordat ze allemaal op elkaar lijken. Dat unieke van die bepaalde trams, het is verdwenen. Zie ik een oude blauwe museumtram stop ik met lopen en zet die dingen op de foto. Met als achtergrond die in principe prachtige stad wat Mokum toch echt is. En dan voel ik weer dat wat ik toen ook had….. Het doet dan ook pijn als je weer moet lezen dat dit vreselijke linkse college besluit om bepaalde tramlijnen uit de dienstregeling te nemen. Reizigers moeten in de metro. De tram moet plaatsmaken. Een gruwel….Maar ja, ik word ook wat ouder… Gelukkig hebben we de foto’s nog… (Beelden: Archief)

Ook bij ons bekend; Crossley!

Ook bij ons bekend; Crossley!

Toen de Tweede Wereldoorlog was afgelopen zat ons land vrijwel compleet zonder openbaar vervoer op de weg. De Duitse bezetter had geplunderd en geroofd zodat bijvoorbeeld de meeste vervoerbedrijven zonder bussen zaten. En die waren essentieel om ons volk weer mobiel te krijgen na die vijf jaren van grote ontberingen. Met dank aan het Marshall-plan en het inzicht van de toenmalige directie bij de NS zocht en vond men een oplossing in het Verenigd Koninkrijk bij fabrikant Crossley waar men een serie van 1000 bussen (chassis/aandrijving) kocht die bij de scheepswerf van De Schelde in Vlissingen werden gebouwd naar Nederlandse specificaties.

Deze bussen (veelal groen van kleur) werden uitgeleverd aan de toenmalige buurtvervoerbedrijven en zouden al snel (en relatief lang) een bekend gezicht zijn op onze wegen. Die Crossley’s hadden een 140pk dieselmotor met overdrive en vijfversnellingsbak en men leverde zelfs gelede versies van deze bussen waarin je tot 80 passagiers kon meenemen. Ik herinner me de bussen van dit type nog goed, ze reden jarenlang voor de NBM (Nederlandsche Buurtvervoer Maatschappij) die haar centrale busstation aan de hoofdstedelijke Wibautstraat had ingericht, net achter de Amstel Brouwerij. Ook bij het hier al eens beschreven busbedrijf Maarse en Kroon uit Aalsmeer kwamen wat verdwaalde Crossley’s in gebruik. Uberhaupt waren Britse bussen toen ‘in’ bij ons Nederlanders.

Made in Britain stelde in die jaren nog wel iets voor. Crossley als merk stamde al uit 1923 en men leverde in dat tijdperk van haar geschiedenis allerlei vervoermiddelen die in het hele Gemenebest aftrek vonden. In 1930 leverde men zo de eerste dubbeldekkerbussen af met een dieselmotor. Men was hiermee de eerste bussenbouwer in het Britse Rijk. Tussen alle AEC’s, Daimlers, en Bristols waren die Crossley’s ook actief al werden ze vaak veel minder bekend bij de gebruiker of zelfs liefhebber. Was men voor WO2 nog actief als truckbouwer, na de oorlog was dat over en uit. Men concentreerde zich volledig op de autobus-fabricage en werd daar ook zeker goed in. In 1948 werd het bedrijf overgenomen binnen de zgn. Associated Commercial Vehicles Group en werden echte Crossley’s nog gebouwd tot en met 1951. In 1956 verlieten de laatste bussen van Crossley de fabriekshallen in Stockport. Dat waren overigens gewoon AEC’s. Crossley bestond niet meer….(Beelden: archief/internet)

30 jaar alweer…

30 jaar alweer…

Het was niet met al te veel enthousiasme dat wij indertijd het nieuwe land en die polderstad waar we veel mensen om ons heen wisten waarmee we het plezierig hadden, verlieten en terug verhuisden naar het oude land. In de periferie van de hoofdstad vonden we onze nieuwe woonstek. Dat had best nog wat voeten in de aarde. Want een oekaze vanuit het toenmalige bedrijf waar ik mijn managementtaken verrichtte vond de afstand tussen Almere en Voorschoten, mijn toenmalige werkplek, echt te groot en door de vele files ook veel te stressvol.

Nu was het zo dat net in die periode dat ik daar woonde en elders werkte allerlei werkzaamheden aan de verbindende wegen zorgden voor dagelijkse enorme files wat inderdaad leidde tot grote rijstress. Daarnaast was de forenzen-kilometrage voor de toenmalige directeur van het bedrijf reden om te bedingen dat ik echt binnen een jaar moest zien dichter bij kantoor te komen wonen. In de arbeidsovereenkomst stond dat ook letterlijk zwart op wit. Onze zoektochten van toen om echt te verhuizen deden we echter op een laag pitje.

We hadden indertijd een groot huis beschikbaar, een redelijk leuke omgeving, met buren, vrienden en familie om ons heen. Maar toen dat jaar zijn einde vond en de druk werd opgevoerd om nu toch echt eens werk te maken van die verhuizing namen we een besluit om er dan serieus naar te kijken. Een goede vriendin van ons gaf de doorslag. Een collega van haar moest ook gedwongen verhuizen toen het bedrijf waar zij werkten besloten had naar Oost-Nederland te verkassen. En ook die man moest mee. Zijn huis kwam aldus te koop, en zij, onze lieve vriendin, bedong dat wij prioriteit kregen bij het bekijken van en eventueel overgaan tot aankoop. Dat moest dus in rap tempo. Wij kwamen, zagen, en overwonnen.

De prijs werd afgemaakt, de hypotheek geregeld (toen met 8.2% effectieve rente) en in de laatste week van december de overdracht geregeld. Wij waren ineens huiseigenaar. December 1993. Precies 30 jaar geleden. Toen wij een dikke maand later echt verhuisden merkten we dat het huis toch ietsjes kleiner was dan we eerder hadden ingeschat, we moesten passen en meten om alles kwijt te kunnen, maar uiteindelijk kwam dat alles toch op zijn plek terecht. En dat bleef het tot op de dag van vandaag. Het huis werd een echt thuis. We trokken het b.w.v.s. ‘aan’. We deden de nodige aanpassingen door de jaren heen en voelen ons er nog steeds senang. Net buiten de drukte van het centrum, een dorp in stedelijke omgeving en met het OV zijn we in 20 minuten op de Dam, hartje centrum. We weten wat we hebben, niet wat we eventueel nog kunnen krijgen. Maar wie weet. 30 jaar is lang, persoonlijk heb ik zelf nog nooit zo lang ergens gewoond. Dat zegt veel. Wellicht alles. Ik vraag mij in dat kader wel af, hoe vergaat het jullie op dat punt? Zelf ook een regelmatige verhuizer of juist een ‘plakker’ voor wie het thuis precies dat biedt wat je als mens zoekt?? Laat maar weten. Intussen zitten wij aan de bubbels met taart, want 30 jaar is natuurlijk niet niks….(Beelden: Prive)

De bussen van Maarse & Kroon…

De bussen van Maarse & Kroon…

Je moet wel een iets oudere jongere mens zijn uit deze kant van ons land wil je bij het horen of lezen van deze naam ergens in de grijze cellen een lichtje zien of voelen gaan branden. Maarse & Kroon, ooit een befaamd autobusbedrijf in de regio Amsterdam, maar met lijndiensten in de wijde omgeving, zelfs tot en met Leiden of Utrecht. Met dank aan keiharde werker en ondernemer Jacob Maarse die zijn dromen op het gebied van openbaar vervoer voor iedereen in de genoemde regio zelfstandig voor elkaar bracht. Een bedrijf dat zich tijdens de jaren van haar bestaan wist te ontworstelen aan een regelzuchtige overheid, koos voor grote mate van zelfstandigheid, de concurrentie aan durfde met de NS maar later onderdeel werd van diezelfde spoorwegmaatschappij.

Met een hoofdkantoor waaronder technische faciliteiten in Aalsmeer waar nog steeds een grote mate van het OV wordt verzorgd met bussen. In de beste tradities van dat aloude Maarse & Kroon. Een bedrijf ook dat zich onderscheidde door de grote aantallen Britse bussen die men in dienst nam met een typerende cremewit/blauwe beschildering en het nodige chroom om de bussen te onderscheiden van de elders actieve saaiere vervoerders. Een busonderneming die naast haar vaste lijndiensten ook nog eens de nodige verre reisbestemmingen aandeed met een aparte en best grote vloot toerbussen, vol comfort en luxe. Voor mij als jong ventje was Maarse & Kroon het alternatief vervoer vanuit Amsterdam naar Schiphol waar ik dan heen ging om naar vliegtuigen te kijken, of er later op kantoor te werken. Lijndienst 9 was dan mijn geliefde busvervoer. Via Amstelveen naar het toenmalige Schiphol. Altijd op tijd. En zonder tussenstops in de stad want het Amsterdamse GVB verbood dat. Maar dat scheelde dan ook wel weer in reistijd. De geschiedenis van het bedrijf staat opgetekend in het 264 pagina’s dikke boekwerk ‘Het begon met de Kloek’ van Hans v.d. Wereld en Hans van Nieuwkerk uit 1999 dat ik onlangs zo goed als nieuw vond bij een kringloopwinkel in Uithoorn. Kostte wel wat, maar dan heb je ook een standaardwerk over een belangrijk bedrijf in handen. In 1970 verdween Maarse & Kroon onder haar eigen naam uit het verkeersbeeld. Het bedrijf werd Centraal Nederland, samen met de NBM uit Zeist. Het wordt door sommigen in de regio nog steeds gemist. Waaronder ook door mij. Al was het maar om de nostalgie van die vele ritjes met die Leyland bussen van toen tijdens winterse condities. Het boek was een genoegen om te lezen…. (isbn 90-288-1141-9)

Superbus van Ockels…

Superbus van Ockels…

In mijn verslagje van een bezoek aan het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep roerde ik ook de daar gestalde Superbus aan die ooit is ontwikkeld door ex-astronaut Wubbo Ockels. Omdat ik via de plekken waar ik dat blogverhaal publiceerde (AMM 281022)wat reacties kreeg over nut en noodzaak van die bijzondere creatie hier op deze zondag even specifieke aandacht voor het ontwerp daarvan. Wubbo Ockels was na zijn ruimtereizen in de jaren die volgden altijd bezig met het verbeteren van het milieu via vaak extreem-moderne en soms zeer kostbare projecten. Een daarvan deze Superbus die volgens het plan van Ockels (en zijn team) tussen de 150-250km/u zou moeten kunnen rijden met pakweg 25 passagiers over voor Nederland gezien, langere afstanden. Omdat de bus nogal bijzonder vorm was gegeven en hij elektrisch werd aangedreven was ook meteen bedacht dat zo’n bus buiten de bebouwde kom van de steden waartussen hij zou opereren een geleiderail zou kennen waar hij zijn stroom vandaan kon halen en zonder al te veel problemen met andere verkeersdeelnemers zijn maximum snelheid kon halen. Daarnaast was het dan mogelijk om een stel van die bussen als een soort treinen kort na elkaar te laten functioneren.

Die speciale busbanen moesten via geothermiek verwarmd worden zodat ook in de winter alles ijs- en sneeuwvrij zou blijven. Met miljoenen steun van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat werd hard gewerkt aan het eerste prototype. Dat ontwikkelen en bouwen nam veel langer in beslag dan gepland en twee jaar na de geplande datum werd pas de eerste proefrit gemaakt, we schrijven dan september 2010. Meteen daarna liet men het prototype zien tijdens een Transportbeurs in het Duitse Hannover. Daar ging men er vanuit dat deze bussen vijf jaar later wel operationeel zouden kunnen zijn. Maar ambtelijke molens malen langzaam. Op het ministerie en ook bij de betreffende provincies zette men de bus in een rijtje gewenste OV-verbindingen tussen de Randstad en de Provincie Groningen. Naast een conventionele treinenbaan en een door Groningen zelf nagestreefde magneettrein. Toen bleek dat men op deze afstanden de bus niet kon voorzien van een toilet, maar ook dat onderliggende plaatsen geen halteplekken zouden worden, was de belangstelling voor deze Superbus al snel tanende. Daarbij kwam uit wetenschappelijke hoek veel kritiek. De bus paste niet in het bestaande verkeer, vond men ook dat het in treinkaravaan rijden ronduit gevaarlijk was en zo verdween de Superbus toch vrij snel naar het land der fabelen. De draagkracht was er niet meer, de politieke wil om dit project beet te pakken en verder uit te werken ook niet. Daarbij hield de financiele crisis deze ontwerpen ook al snel om zeep. Het prototype verdween naar een opslagplek bij de TU in Delft. Ockels overleed en ondanks zijn toekomstgerichte visies raakten zijn projecten in vergetelheid. Vanuit Delft ging de Superbus naar een opslagplaats van het Transportmuseum in Lelystad om later verhuisd te worden naar Nieuw-Vennep waar hij nu in de totale collectie een bescheiden plek inneemt. Wie wil zien hoe we van een best aardig uitziend project toch een lelijk eendje wisten te maken moet hem daar maar eens gaan bekijken. Hij ziet er uit als een soort Batmobiel, maar de achterliggende gedachte was zo gek nog niet. Zoals zo vaak bij Ockels. Astronaut en uitvinder….(Beelden: Yellowbird/Wiki)

Dubbeldeks…

Dubbeldeks…

Als ik iets als typisch Brits ervoer in mijn jongere jaren, dan toch wel die dubbeldeksbussen daar en de zwarte speciaal gebouwde taxi’s. Met name die dubbeldeksbussen, veelal in de kleur rood, vond ik bij bezoeken aan dat land geweldig. Later bleek me dat het fenomeen dubbeldekker ook elders in de wereld bekend was. Wat te denken van de stad Berlijn waar ze ook al van voor de oorlog bekend waren of steden als Hong Kong waar de Britten ze uiteraard meebrachten en daar tot ultieme vorm werden uitgebouwd.

Het fenomeen op zich komt voort uit de oude voorschriften voor paardenkoetsen en latere paardentrams in het Verenigd Koninkrijk. Met smallere voertuigen die hoog werden uitgevoerd kon je meer passagiers vervoeren, waarbij de mensen die wat meer betaalden in het overdekte deel onder in die koetsen plaatsnamen en de mensen die weinig betaalden boven op een open dek werden neergezet. De autobussen met motor die later de paarden opvolgden bleven dit patroon volgen.

Veel straten in het VK zo smal dat je met deze voertuigen wel en met bredere bussen niet kon passeren. De Britten waren er zo gek op dat ze indertijd ook dubbeldeks-trolleybussen gebruikten en zelfs dubbeldekstrams. Kijk meer eens in steden als Brighton waar ze die oude trams nog wel gebruiken voor toeristisch verkeer. Ook in Hong Kong kent men die dubbeldekstrammetjes nog. De bussenbouwers van het VK waren AEC, Daimler, Leyland en Bristol om er maar een stel te noemen.

Eerst hadden die wagens de motor voorin, naast de chauffeur, later bouwde men die motoren achterin en kreeg de chauffeur een platte neus voor zich. De bussen groeiden vooral in lengte en zijn veelal van zo’n 10-11 meter lang verlengd naar dik 13 meter. Op die manier kon je op die twee dekken al snel een dikke 100 passagiers vervoeren. Bij de oudste bussen had je achterop een open platform waar passagiers onderweg konden op- of afstappen.

De conducteur van dienst (bijnaam Clippie omdat hij daar je kaartje knipte) zorgde dat zwartrijden niet mogelijk was. De moderne bussen zijn van de eenmansdienst waarbij de chauffeur dubbele taken heeft en moderne stempel/scan-automaten zorgen dat mensen zelf hun kaartjes kunnen in/uitchecken. Het comfort ging er uiteraard ook op vooruit. Buiten het Verenigd Koninkrijk is Ierland een van de grootste gebruikers van dubbeldekkers. Daar zet men ze ook in buiten de grote steden, wat in Engeland of Schotland anders is.

Daar benut men vaak speciale enkeldeks bussen voor dat regionale vervoer. In steden waar je geen last hebt van over de weg hangende tramlijnen of elektriciteitsdraden zie je die dubbeldekkers overal rijden. In Berlijn heb ik er ook vaak in gereisd en dat was plezierig. Ook die Britse bussen benutte ik graag en in Edinburgh was de verbinding tussen vliegveld en stad met deze bussen ingericht. Ik maakte er graag gebruik van. Vooral bovenin en vooraan is het een schitterende uitkijkpost waar je veel van de omgeving in je op kunt nemen.

En je ook meteen een dwarsdoorsnede van de per land of stad verschillende passagiersgroepen kunt ervaren. Ook in ons land kom je nu dubbeldekkers tegen. Eerst alleen bij die typische toeristenbussen voor langere afstanden. Vaak met een eigen catering aan boord en zelfs toiletten. Later ook op lijndiensten. Zo rijd R-Net met dit soort bussen tussen Haarlem Centraal en Amsterdam VU op en neer om zo het individuele forenzenverkeer te verminderen. Jammer dat men bij inzet van die bussen niet had gedacht aan de bovenleidingen van de trams in de hoofdstad, die hingen lager dan de bovenkant van die bussen wat leidde tot een hoop noodzakelijke aanpassingen. Maar nu functioneert het.

Ook elders in NL zie je nu wat dubbeldekkers verschijnen op lijndiensten. Je kunt er domweg meer passagiers mee vervoeren dan in die bij ons meer bekende gelede bussen van het OV. De dubbeldekker stond een aantal jaren terug onder druk in het Londense OV. Er werden ook daar steeds meer gelede bussen aangeschaft. Dat vond toenmalig burgemeester Boris Johnson maar niks en hij gaf opdracht tot de ontwikkeling van een nieuw bustype dat speciaal voor Londen moest zorgen dat deze wagens niet zouden verdwijnen. Men noemde de nieuwe fraai afgeronde bus, de Routemaster 2, naar zijn illustere voorganger uit 1958. En zo was de cirkel rond. En blijft Engeland toch een beetje bijzonder. Wat ze zelf natuurlijk prachtig vinden. Zelf reed ik mee in dubbeldekkers in Londen, Edinburgh, Dublin, Berlijn, Praag, Essen, Florida om maar wat steden en streken te noemen en ik vond het iedere keer weer leuk…. Zelf ooit wel eens een soortgelijke ervaring gehad?? Ben benieuwd…(beelden: Yellowbird archief/internet)

De schone auto…

De schone auto…

En laat je nu niet aanpraten dat een dergelijke frase moet hangen aan elektrisch rijden of het ongekend gecompliceerde hobbelen op waterstof, nee, de gemiddelde benzine- en dieselauto is nu zoveel schoner dan pakweg 10 jaar geleden dat zelfs de meest overtuigde groen-linkse gardist er geen feitelijke argumenten meer tegen kan gebruiken.

Daarbij zijn wij in de wereld over het algemeen verstokte auto-gebruikers geworden. 75% van de bevolking wil met de auto zijn/haar vervoer regelen. Die andere 25% zoekt het op de fiets, in het OV of blijft gewoon thuis. 80% van ons totale vervoer over land, doen we met de auto. Niet omdat het alleen maar leuk is, wat het is natuurlijk, maar ook omdat we met de auto onze vervoersdrang flexibel en in vrijheid kunnen invullen. Auto’s bieden door-to-door de grootste vrijheid voor vertrek en aankomst, besluiten we onderweg een omweg te maken voor een opduikend winkelcentrum of bosgebied waar we even willen lopen, kan dat. Probeer maar eens hetzelfde in het OV. Lukt je niet.

Kortom, de auto biedt vooral een gevoel van vrijheid. En tegenwoordig dus vele malen schoner dan men ons nog wel eens wil doen geloven. En als we de grondstoffen en bouwwijze van de ene soort auto met de andere vergelijken is de druk op onze aarde en het groene karakter daarvan even groot. Stroom komt niet uit de grond, is niet gratis en vraagt om een aanpassing van onze totale samenleving. Auto’s zorgen ook voor welvaart. Als we de linkse, soms wel erg elitaire, stromingen qua filosofie moeten volgen zou de postkoets, paardentram of trekschuit voor het volk een ideaal alternatief zijn, want die CO2 uitstoot en zo meer…. Daarbij ‘vergeet’ men dan graag de uitstoot van andere bronnen dan het verkeer mee te tellen in de optelsommen waarmee men de argumentatie onderbouwt.

Het nieuwe thuiswerken als oplossing voor het fileprobleem?? Zeker voor een deel. Juist zij die nu in Tesla’s rondrijden blijken prima thuis te kunnen werken. Ze hebben die auto van de baas, net als de laptop of de smartphone, ze wonen net even ruimer, zijn ook wat minder nodig op kantoor of bedrijf. Maar voor de gemiddelde werknemer is die auto domweg zijn of haar benodigde vervoermiddel om op het werk te komen, dan wel klanten te bezoeken. Hoe aardig al die beeldvergaderingen ook lijken, persoonlijk contact is in vele beroepen toch handiger. En als we tegenwoordig (peilpunt: April) onderweg zijn is het naar persoonlijke observaties weer gezellig druk op de wegen.

In de bus en trein zag ik afgelopen maanden toch vooral lege plekken, en in sommige bussen die hier voorbij trekken aan mijn blikveld zit overdag (behalve de chauffeur..)helemaal niemand. Gelukkig draait dat OV veelal op subsidie, dus die bussen rijden nog wel even, maar de frequentie gaat vast een stuk terug. Hoe graag we ook willen doen geloven dat fietsen het alternatief is voor de auto, een stevige regenbui doet je al snel van gedachten veranderen. Ouderen kopen zich tegenwoordig een elektrische fiets, logisch want leuk voor de pretritjes en veel van hen rijden niet zo graag meer in de auto. Prima ontwikkeling, al maakt het de gemiddelde snelheid op fietspaden wel een flink eind hoger. Maar vergeet ook niet dat de stroom voor al die accu’s op die fietsen ook ergens vandaan moet komen. Kortom, extra belasting van het stroomnet. Vrijheid=blijheid!

En met die auto komt ook dat enorme vol met heffingen zittende mobiliteitsfonds. Betaald door weggebruikers in hun autootje, maar veelal benut voor zaken die niks met het individuele verkeer van doen hebben. Zoals het op de rails houden van de monopolistische NS, het laten rijden van het verdere OV en de draaimolen-subsidies om al die extra stroom op te kunnen wekken voor hen die menen dat zij groen leven. Zonder auto stort ook die deel-economie in. En intussen moet die automobilist maar leren leven met door kennelijke wappies bedachte ineffectieve milieuzones, drempels, rotondes, snelheidsbeperkende maatregelen, pesterijen, een uitgedragen negatief imago opgeplakt door geitenwollensokkentypes, terwijl de feiten in hun (de automobilisten) voordeel spreken. Wellicht is het tijd om daar eens aan te denken als we weer eens bij de pomp ontdekken dat onze overheid tegenwoordig 80% van de literprijs omzet in belastingen en accijnzen. Een vorm van stelen die het leugentje om bestwil van Rutte in april doet verbleken tot een niemendalletje. Immers….Linksliegt! En dat al jaren vrij consequent. De ontluisterende omvang daarvan doet alles relatief zijn. Intussen wens ik alle lezers/essen heel fijne en veilige kilometers… (Beelden: archief)

Ov-kaart vernieuwen – fluitje van flink veel geld…

Net als veel mensen bezit ik ook een OV-chipkaart. De vervanger voor de door sommigen geliefde en door anderen verguisde strippenkaarten. Met die Ov-Kaart betaal je in het OV door middel van in- en uitchecken (afrekening voor- of achteraf) en gemak dient de mens. Eenmaal aan gewend loop je zo langs alle barrières die de aan die kaarten gekoppelde vervoersbedrijven voor je opwerpen voordat je überhaupt gebruik mag maken van hun diensten. Kaart op naam, met foto. Maar ook met een bepaalde geldigheidsduur. Het waarom daarvan is me niet geheel duidelijk, maar laten we zeggen dat men om misbruik te voorkomen wil dat je die kaarten eens in de zoveel tijd vernieuwt. Je krijg er vooraf keurig een mail over en dan moet je zien dat je als klant zonder kleerscheuren door het aangewezen computerprogramma heen geworsteld raakt. Want als altijd bij de (semi)overheden, het aantal voetangels en klemmen is digitaal flink breed voor je opgesteld. De website vinden waar je die kaart moet vernieuwen wordt nog wel netjes aangeduid.

Maar eenmaal in die website begint de ellende. Want welke gebruikersnaam en welke wachtwoord stelde je ook alweer x-aantal jaren geleden in? Ik wist het niet meer. Dus moet je je opnieuw aanmelden. Lukte overigens prima. Daarna begon de volgende ellende. Ik had voor de vernieuwing van mijn kaart een koppelcode nodig! Een wat? Tja, geen idee, maar die had ik dus ook niet (meer). Opnieuw aangevraagd. Na twee dagen per brief in huis. Keurig. Weer inloggen, dwars door het menu heen. Om daar dan op enig moment mijn bankgegevens te vermelden. Immers, die OV-kaart werkt met een automatisch opladend saldo, maar wel ten laste van onze bankrekening. Nou ja, dat ging ook nog relatief probleemloos. Net als de nieuwe foto voor op het pasje. Toch even een foto uitgezocht waarop ik niet te veel lach. Zo’n lol geeft het nu ook niet in die bussen en metro’s of trams. Daarna bleek dat er nog een handeling te verrichten viel. Betalen voor die nieuwe kaart. Wat?? Ja, administratiekosten omdat ik zelf die kaart had aangevraagd. E.7,50!! En dat moest meteen overgeboekt worden. Nou… simpel dacht ik nog, haal je toch van die opgegeven incassorekening af?

No way! Weer opnieuw! Het lukte. Maar ik was intussen wel een tijdje verder. Ik zou een mail krijgen ter bevestiging. Op een mailadres wat niet meer in gebruik is en ik bij de verlenging van de kaart had gewijzigd. Nou ja, we nemen maar aan dat die kaart er wel komt. Enig vertrouwen moet je organisaties soms wel gunnen…toch? Maar kan iemand die lui ook uitleggen dat deze handelingen zeker 50% efficiënter kunnen worden opgelost? Of is dat niet de bedoeling?! Dan snap ik wel dat men geen concurrentie op het spoor wil. Want een ding is heel vervelend van ook dit systeem, prijsverhogingen kan men ongezien doorvoeren. Pas bij uitchecken ontdek je dan dat op een bepaald traject de prijs weer met 10 cent of zo is gestegen. Deed je vroeger toch een stripje minder om dat te compenseren. Lukt niet meer in het digitale tijdperk. Maar goed. We kunnen er weer mee reizen. Met dank aan het geduld van uw meninggever. Niet aan de logica van de OV Chipkaart-organisatie. Zeker niet! (Beelden: Yellowbird archief)

Onderweg naar…..

leo-in-berlijn-in-citigo-2011Elk jaar kijk ik graag een beetje terug naar wat we zoal deden in zo’n kalenderjaar als het huidige. Omdat een mens zoals ik dat ben, zoveel onderweg is en niet schroomt om dan even een paar uurtjes rond te rijden in ons land of daar buiten. Het ene jaar reiken of reizen we dan soms verder dan in het andere. Door de jaren heen hebben we zo heel wat plekken leren kennen die we normaal nooit zouden hebben gezien of bezocht. Je moet er iets voor over hebben, maar dan leer je de leukste plekken in binnen- en buitenland goed kennen. Dat doen we overigens ook per trein, bus, fiets of gewoon lopend hoor. De auto is er voor de andere stekjes die we op de agenda zetten. Ik zet ze toch eens achter elkaar. Geteld tot eind medio november dit jaar…

wp_20150706_080Duivendrecht, Mijdrecht, Haarlem, Aalsmeer, Weesp, Wormer, Purmerend, Volendam, Amstelveen, Naarden, Uithoorn, Almere, Diemen, Sassenheim, Noordwijk, Katwijk, Rijnsburg, Goudswaard, Roosendaal, Oud-Beijerland, Hoofddorp, Soest, Hilversum, Baarn, Bunschoten/Spakenburg, Soesterberg, Eemnes, Leiden, Schiphol, Kleve, Hoorn, Breukelen, Dongen, Eindhoven, Vught, Zuid-Beijerland, Zierikzee, Abcoude, Heinsberg, Amstelhoek, Woerden, Ter Aar, Oude Meer, Waddinxveen, Zwanenburg, Bocholt, Deventer, Twello, Teuge, Voorthuizen, Den Bosch, Utrecht, Bilthoven, Lelystad, Harderwijk, Hardenberg, Nordhorn, Denekamp, Scharendijke, Ouddorp, Valkenburg (ZH), Rosmalen, Wijk en Aalburg, Heusden, Woudrichem, Gorinchem, Leerdam, Edam, Beek (GLD), Hendrik-Ido-Ambacht, Nieuw-Lekkerland, Zeewolde, Driemond, Aken, Heerlen, Herzogenrath, Geldern, Zwolle, Laten, Lage en Hoge Vuursche….

wp_20141110_008Natuurlijk hebben we soms echte en serieuze redenen om die plekken te bezoeken. Een markt, vrienden, familie, musea, speciale winkels, bedenk het maar. Soms kwamen we er ook zo maar toevallig langs en besloten er dan toch maar even een kijkje te nemen. Het is ook slechts een aardige doorsnede van onze reislustigheid in deze vaderlandse streken of net achter de grens. Sommige plaatsen bezochten we diverse malen, andere slechts een enkele keer. Kan volgend jaar zo maar anders zijn. En de score van dit jaar wijkt weer voor 50% af van die in vorige jaren. Daarbij, vrouwlief en ik reizen soms ook nog wel eens apart ergens heen. Ook dat moet kunnen. Hoe dan ook, we zijn op onze manier lekker druk en dat is ook een oorzaak voor soms wat minder aandacht voor het geschrevene op dit en uw blogs. U wilt mij wel vergeven mag ik hopen? De auto wacht al weer….een volgende bestemming lonkt…

Stadsdeelamateurisme…

WP_20141104_008Amsterdam is soms net de UdSDR (Unie der Socialistische DeelRaden). Het onzalige plan om de centrale stad op te knippen in 12 of 13 deelraden met een eigen bestuur en ambtenarenapparaat heeft de stad en haar bewoners meer ellende dan goeds gebracht. Zeker omdat, ik oreerde het al eerder, nogal wat provincialen hier worden gedropt om zich eens lekker met het stadsdeelbestuur te bemoeien. Dat doet men vanuit de meestal groenlinkserige of rozerode beginselen van het politieke denken. Wat inhoudt dat men stelselmatig tracht de delen van de stad die onder het eigen bestuur vallen om te vormen tot kopietjes van de vroegere dorpse gemeenschap waar men vandaan komt. Zonder in- of tegenspraak worden zaken doorgedrukt die op termijn de UdSDR voorgoed uit de aandacht van bijvoorbeeld toeristen of investeerders doen geraken. Zo pest men de automobilist de stad uit, en als hij daar niet voor voelt, wordt hij uitgeperst. De parkeertarieven zijn zowat de hoogste ter wereld. Lukt het niet met beprijzen, hef je gewoon parkeerplekken op. Bij elke onderhoudsbeurt aan een straat of buurt weet je op voorhand al dat men de stoepen verbreed en de wegen versmald. Parkeervergunningen worden niet meer verstrekt. We zullen ze krijgen….

WP_20141104_013Er voor in de plaats is een stad gekomen die vaak wordt verziekt door veel te veel fietsers, door chaos en onveiligheid. Dat komt deels ook doordat die stadsdeelbestuurders niet met elkaar overleggen over op te breken straten. Gaat lukraak en dan het liefst op vier doorgaande routes tegelijk. Dat houdt tenminste de boel een beetje op. Als men niet met onderhoud bezig is dan wordt er wel weer vergunning verstrekt aan een kabelaar om straten en stoepen op te breken. Je moet als bezoeker van de stad dan maar zien hoe je van de ene naar de andere plek komt. En o ja, dan is er nog dat openbaar vervoer. De zgn. Noord-Zuidlijn, een metro die volgens plan ergens in 2018, tien jaar na de geplande datum, gaat rijden, van niets naar niets. Geen verbinding met Schiphol, geen aansluiting op een trein in Noord-Holland. Nee, gewoon een miljardenlijn die zo nodig moest van die malloten in het stadsbestuur. De befaamde en vroeger zo gezellige Ferdinand Bolstraat is nu al sinds 1998 afgesloten voor alle verkeer. Ook voor de tram. Een grote bouwput en dat heeft zijn gevolgen gehad voor o.a. de befaamde Albert Cuypmarkt. Nog maar een schaduw van wat het vroeger was. Jammer maar helaas…. Gelukkig lijkt het einde der tijden voor die stadsbesturen in zicht.

WP_20141104_018Voortschrijdend inzicht geeft me gelijk. Onwerkbaar, onpraktisch en vooral veel te politiek linksig ingesteld. Tijd voor wederopbouw van een stad die zoveel te bieden heeft. Maar die ook door de politiek kapot dreigt te worden gemaakt. Laten we nu eens trachten om goed na te denken en alle obstakels weg te halen die normaal leven zo verhinderen nu. Gewoon grote parkeerplaatsen bouwen aan de rand van de stad, geen autoverkeer meer in de binnenstad, geen vrachtwagens meer, geen grootschalige projecten, laten we ook die hopen fietsen eens opruimen, en zorgen dat veiligheid weer een stukje prioriteit krijgt. Dat is pas sociaal. En al die groenige linkse plannetjes in de Amstel mikken. En o ja, stel weer een coördinator aan voor het uitvoeren van wegwerkzaamheden……wel zo handig.