Geluidgevoelig…

Sinds mijn vroege jeugd heb ik naast een oog voor schoonheid ook nog eens gevoelige oren. Wat mooi oogt klinkt meestal ook zo. En dat vertaalt zich in een bijna programmatische optelsom in de hersenen. Zo weet ik nog hoe een Renault 4CV klonk, of een Dakota die over ons huis vloog op weg naar Hannover op een vrachtvlucht van KLM. De startmotoren van vroegere jets, of het brullende geluid van een Harley-Davidson motor. Een pruttelende DKW of Trabant, het staat me net zo bij als de lucht van tweetakt uit de uitlaten van die wagens. En neem van mij aan dat ik er zo gevoelig voor ben dat ik bij stille beelden die geluiden meteen terug weet te halen. Die gevoeligheid werkt ook in negatieve zin. Gevoeligheid voor geluid kan ook leiden tot negatieve associaties. Zoals die flat waar we ooit woonden en waar zowel boven- als benedenburen zoveel herrie maakten dat we er niet van konden slapen soms.

Om het over op buizen slaande andere buren die ook wilden slapen en zich stoorden aan hen die daar kennelijk nog niet aan toe waren maar niet te hebben. Of de stem van mensen met wie ik ooit te maken had en die bepaalde dingen oreerden die me altijd zijn bijgebleven. Niet alleen door de inhoud van het gezegde, ook door stem en intonatie. Je bent er maar mee behept. En ik vertaal ook de namen van artiesten op die wijze. Hoor meteen het geluid van zang- of spreekkunst als zo’n  naam passeert. Prince bijvoorbeeld, waar ik ooit een concert van meemaakte in de Kuip. Ik zag de man slechts met behulp van een verrekijker. Niet alleen omdat hij zelf klein van stuk was, maar ook omdat we zo’n beetje aan de andere kant van het Rotterdamse stadion zaten. Maar naast ons stond wel een enorme geluidsbox. En daar kwam de toch wat pieperige stem van Prince goed hoorbaar uit.

Net als 10.000dB aan basgeluid. Mijn oren toeteren nu nog. Als ik de naam van Trijntje Oosterhuis hoor, moet ik altijd denken aan de Walkure. Maar dan een die zo hard schreeuwt dat de bergen rond de Rijn zouden instorten en de rivier er onder versperren. Ingetogenheid is haar vreemd. Dat alles vertellen mijn oren me. En ja, ik heb ook een van haar concerten ooit gevolgd. Die stempel komt niet van niets natuurlijk. Maar toch blijft het mooiste om de herinneringen te koesteren aan de vele vliegtuigen waarmee ik te maken kreeg in mijn leven en uiteraard ook de auto’s. Van die vliegtuigen heb ik de nodige CD’s waarop die kisten van toen te horen zijn. En telkens weer een feest om even terug te kijken naar hoe het leven vroeger was. Geen afstand, gewoon observeren, genieten, beeld en geluid combineren. Het is een waardevolle toevoeging aan mijn liefhebberijen en was dat ooit ook van mijn professionele leven. Nog iemand die dit kent of heeft? Maak van je hart geen moordkuil en deel je ervaringen hoor….Juist in Coronatijd een prima afleiding… (Beelden: Yellowbird archief)

Hoezo andere mensen??

Ik schreef al eerder iets over de huidige Selfiecultuur. Het is en blijft verbazingwekkend dat we (algemeen bedoeld) als we ergens zijn waar het mooi, leuk of spannend is de smartphone of camera pakken en vooral ons zelf in beeld brengen. Alsof ons lijf en dat beetje hersens dat elk individu is gegeven, het centrale focuspunt in het heelal is. Opmerkelijk! Ik behoor er zelf niet zo toe. Als ik op de foto kom te staan is het bij toeval en in 90% van de gevallen door anderen.. Ik heb thuis een spiegel en die vertelt veel zo niet alles over waarom het handiger is niet steeds in beeld te staan. Kijk als je een prachtige jonge vrouw bent met alle pluspunten die daarbij horen of een vent met een sixpack en een filmsterrenkop moet je het vooral doen. Maar de rest van ons gewone schepselen (99,99%) moet m.i. vooral oog hebben voor alles wat zich om ons heen afspeelt. Bedenk maar eens dat die Aarde van ons naar menselijke maatstaven buitengewoon groot is, bijna 10 miljard mensen telt, en heel wat heeft te bieden voor de al dan niet getrainde hobby-fotograaf. Een beetje stad biedt je al de kans je Smartphone-camera volkomen te laten verslijten als je er oog voor hebt.

Neem je een professionele camera mee zijn duizenden foto’s te maken die je later eventueel met veel plezier met anderen kunt delen. Zelfs de veestapel thuis is een lolliger onderwerp dan steeds weer jezelf in beeld te brengen met een namaakgrijns veroorzaakt door die uitgestrekte arm waarmee we die ‘ene’ foto moeten maken van ons zelf voor……..ja wat eigenlijk? Doen die mensen dat ook thuis in bed? Vast wel. Jonge mensen komen niet voor niets vaak in de problemen. Ze leggen bijna analytisch vast hoe hun lichaam er uit ziet in die en die pose. En vallen die beelden na het delen op digitale wijze in handen van kwaad willende lieden ben je in de aap gelogeerd. Of je bent zo overtuigd van de schoonheid van het eigen lijf dat je het ziet als reclame. Kan! Op mijn leeftijd is dat selfiegedoe eerder vermakelijk dan boos makend hoor. Daar niet van.

Maar ik kijk er met verbazing naar. Dat je thuis honderden foto’s van jezelf gaat zitten bekijken, het heeft iets vreemds. Maar ieder voor zich en de camera voor ons allen hoor. Doe wat je wilt, maar zie je iemand met opgekrulde lippen naar je kijken wordt dan niet boos. Zoals mij onlangs overkwam toen ik in de paskamer van een bekende kledingketen zat te wachten op hoe vrouwlief haar te passen kledingstukken aan mij zou showen. Een jong grietje van wellicht Surinaamse herkomst kwam uit een belendend hokje en bekeek zichzelf met welbehagen in de spiegel. Zij had een broek aan die haar gegoten zat. Met overal scheuren enzo.

Hoort er bij kennelijk. Het zelfbeeld beviel haar zo dat ze er een foto van maakte. Zichzelf als middelpunt van de sessie makend. En toen ineens mij ziend. Boos keek ze me aan. Hoe ik het kennelijk waagde naar haar te kijken. Ik trok de wenkbrauwen op en deed ook een poging te glimlachen. Zij nog bozer kijken. Ik had haar vermoedelijk in een intiem moment geobserveerd. Ze slenterde heupwiegend terug haar pashokje in. En ik schaterde in mijzelf. Wat een wicht. Aan wie zou ze die foto sturen? Aan vriendinnen? Waarschijnlijk sta ik er dan ook op. En zal ze terugdenken aan dat moment dat uw meninggever, toch een soort van bekende Nederlander, achter haar observeerde hoe zij haar passessie aan het wereldwijde web toevertrouwde. Of zoiets….Hoe dan ook, alleen dit jaar al zijn diverse mensen van rotsen gevallen, van balcons, van de kant in het water of van hun paard omdat ze zo nodig een selfie moesten maken. Het is maar dat je dit als lezer weet….. Risky business…. (Beelden: Internet)

Aantrekkingskracht…

Tuurlijk, het ligt aan mij. Mijn observaties zijn uiteraard puur persoonlijk en vol van fantasie. Ik deelde al eerder in de afgelopen blogjaren wat ik zoal om me heen zie en welke conclusies mijn (soms verdorven)geest dan daarbij maakt. Ik zie vaak matig communicerende paren, chagrijnige uitstraling tentoonspreidende mannen en vrouwen, ouders die hun kinderen niet in bedwang houden en zo meer. Ook zie ik soms heel liefdevolle taferelen waarvan ik al doordenkend hoop dat die ergens op een verborgen plekje vervolg krijgen. Mensen zijn een zeer interessante en vooral onuitputtelijke voedingsbodem voor mijn blogfantasie. Ik kijk, zie, maar bedenk toch iets anders. Niet zo lang geleden, we zaten ergens op een leuk en warm terras aan het water, stopten er twee mensen van een jaar of 45, om hetzelfde te doen.

Ze reden op de fiets, waarbij de man de indruk maakte dat hij was voorbereid op een plotselinge sneeuwbui, de vrouw liet zien dat zij nog behoorde bij de aantrekkelijken dezer Aarde. Ik observeerde haar kledingkeuze, de designer-zonnebril, de strakke broek. Zag er als totaalpakket goed uit, mede doordat haar kapsel zat alsof ze zo van de kapper was gekomen. En dat terwijl ze vast een stuk hadden gefietst. Ze streken naast ons neer. De lichte parfumgeur van haar combineerde met een wat vreemde zweetgeur van zijn kant. Alles aan de man was naar mijn idee saai en grauw. Ook zijn gezicht toonde weinig aantrekkelijks. Toch waren ze al snel innig in gesprek, ze dronken een wijntje, keken naar dat wat zich afspeelde rond het terras en spraken zacht tegen elkaar als twee jonge geliefden. Ik snapte het niet. Ik zag de klik niet, de smaak van de vrouw voor een toch wat ‘bijzondere’ man. Omgekeerd prees ik hem in mijn gedachten wel om zijn smaak. Mooie vrouw, aantrekkelijk en dartel pratend. Sophisticated. Zou dat met geld van doen hebben? Moest wel.  De fietsen waren van de wat duurdere soort, een goed bekend Nederlands merk met echt alles er op en aan. Het mocht wat kosten. Vermoedelijk reed hij normaal in een lease-Mercedes, zij in een leuke Mini of zo. Maar nu op de fiets. Toen wij vertrokken van dat terras zaten zij er nog. Hand in hand, genietend van de zon en elkaar. Zeer gegund. Maar niet begrepen…Uw meninggever moest er even over nadenken…… En schreef daarom dit blogje….Kan iemand het me uitleggen wat de een in de ander ziet en waarom??? Ben benieuwd naar de reacties…(Beelden: Internet/archief)

Leven met de Vliegende Pijl – Hoofdstuk 52 – Fabia en meer…

Toch had ik bij de Marketing Round Tables ook wel eens een klein zakelijk meningsverschil uit te vechten met die slimme Alfred Rieck. Want bij de Fabia was niet alles alleen maar Hossanah in de Hoge. De Tsjechen bedachten ook een erg lelijke variant op het thema, de sedan. Gewoon een Fabia Hatchback, die om een of andere reden een vrij lelijke ‘kont’ opgeplakt kreeg. Kennelijk omdat er in Finland, Griekenland of verre deelstaten van Rusland belangstelling voor bestond. Om de kosten te drukken moesten ook de West-Europese markten mee doen om die wagens te verkopen. Toen mij tijdens een MRT in Frankfurt werd gevraagd hoeveel van die sedans ik wilde bestellen voor onze markt, gaf ik aan: ‘nul’. Het was voor het eerst dat Alfred Rieck me boos aankeek. Wij hadden nooit echt ruzie, maar over deze auto en diens verkoopkansen waren we het niet eens. En wat mij betreft tot nu toe nog steeds terecht. Sedans waren (en zijn) geen handel in ons land. Het marktaandeel van soortgelijke Volkswagens (de Polo kende in Nederland ook een weinig succesvolle sedanversie) was bijster klein, met Skoda moesten we dus rekenen op flink wat winkeldochters als we zo door zouden gaan.

Vanaf ‘maximaal 50’ onderhandelde Skoda via Cees Hoekstra en mijn verkoopcollega naar 200 stuks van deze foeilelijke Fabia-versie en ik kan gerust stellen dat ik volkomen gelijk kreeg v.w.b. de vermarkting. Niet te verkopen die dingen. Maar toen was het al te laat. Intussen gingen de Marketing-gesprekken al weer over andere modellen na de Fabia. Skoda had grootse plannen. Wilde komen met een ‘Uber-Octavia’ die vooral in het segment van de bovenste middenklasse een rol van betekenis zou kunnen spelen. Als ik de specificaties van die eerste ontwerpen bekeek moesten we denken aan een tegenhanger voor de Audi A6, of Mercedes E-Klasse, maar dan tegen een veel lagere prijs. Gezien het net wat opgevijzelde imago voor het merk zou het naar mijn idee nog een hele kluif worden om deze wagen goed in de markt te zetten.

Hij had weliswaar veel mee, maar ook best wat zaken tegen. Toch gaf ook deze auto weer extra veel hoop voor de toekomst. Het gamma werd breder en breder en we zouden als merk straks een steeds groter deel van de markt kunnen bedienen. De introductie van de nieuwe auto, later aangeduid als de Superb, werd gezien voor 2001. In de periode daar aan voorafgaande werd internationaal tijdens die marketingbijeenkomsten veel gepraat over de kansen en mogelijkheden. Als ik achteraf terug kijk naar wat voor auto dit in feite was geworden moet ik stellen dat de verwachtingen heel wat hoger waren dan de uitkomsten. Ook al was het een meer dan puike en zeer comfortabele auto, die het platform deelde met een in China verlengde VW Passat-bodemplaat en rijkelijk mocht worden gewinkeld in de schappen van zowel VW als Audi voor de motoren. Voor veel dealers was het een ultieme demonstratiewagen. Ook dat was wel iets waard. Ze schaamden zich niet meer voor hun eigen merk en gingen zelfs met hun caravan er achter in de grote Skoda op vakantie. Wordt vervolgd! (beelden: Yellowbird archief/Skoda)

 

Popi cijfers…

populair-1Stel dat er een populariteitsschaal zou bestaan die tussen de rapportcijfers 0 en 10 jouw eigen populariteit zou moeten omschrijven vanaf pakweg je 12/13e levensjaar en nu. Welk cijfer zou jij dan aan jezelf toekennen? Ik denk dat de meeste mensen zichzelf ergens rond de 6-7 inschalen. Omdat ze nauwelijks van zichzelf weten hoe populair ze waren of zijn. We staan niet voor niets constant met onze smartphone selfies te maken toch? Om dat cijfer wat ons allen behept wat op te vijzelen. Wie in zichzelf gelooft komt vanzelf in een club van mensen terecht waarmee het goed omgaan is. Zij die er buiten vallen hebben of krijgen het moeilijk. Het euvel van de onzekerheid in de jeugd helpt vaak niet. We willen zo graag als we pakweg 13 jaar oud zijn, we verlangen naar dat geheimzinnige van de andere sekse maar willen ook dat onze vriendenkring, al dan niet op school, ons erkend als ‘leuk’ om mee om te gaan. En dus gaan we ons uitsloven. Trekken kleding aan die past bij het al dan niet zelf gekozen imago.

populair-2De sterkste karakters behouden een eigen stijl. De mooiste en echt leuke exemplaren worden nagestaard en zijn vaak ook na 30 jaar nog steeds populair en voor andere mensen aantrekkelijk. De minder fraai uitgeruste jongens en meisjes, kijk, niet iedereen stond vooraan toen Onze Lieve Heer de schoonheid uitdeelde, moeten het doen met aankleding, vleien en roddelen. Want dat laatste lijkt een voorwaarde om op te vallen. Wie veel weet te vertellen over anderen krijgt vanzelf aandacht. Maar of je daar nu echt populair door wordt? Hoe dan ook, we beseffen als we jong zijn nauwelijks hoe ons uiterlijk en gedrag, vaak door genen en hormonen ingegeven, onze populariteit beinvloedt.   Wie verkeerde keuzes maakt, al vroeg de andere sekse weet te betoveren, ervaringen op doet die anderen ofwel vermijden dan wel gewoon niet in staat zijn mee te maken, komt vaak hoog uit de bus in de populariteitspolls.

loser-at-13Al snappen we zelf dan vaak niet eens hoe dat zo komt. Als ik naar mijzelf kijk en hoe mijn jeugd of pubertijd verliep zie ik dat ik zelf qua rapportcijfer wel ergens rond de 7 uit zal komen. Ik kwam redelijk voor mijzelf op, was een ‘verteller’ en kon zo in die lastige periode van het leven aardig de blonde bol boven water houden. Al snel wist ik dat ik voor de toekomst moest gaan werken en studeren. Het leerde me ook dat je echt populair maken bij een chef of werkgever slechts dan lukt als je jezelf weg cijfert en blijk geeft van een kameleonkarakter. Wat ik niet had of heb. Ik had wel veel ambitie. En dus werd de carriere verlegd, net als de studie.

63-jaar-oude-dame-die-er-nog-goed-uit-zietHet heeft me veel geleerd. Werd ik er populairder door? Vast niet. Maar het kon en kan me niet zoveel schelen eerlijk gezegd. Nog steeds niet. Mijn mening is er een die niet zo snel meebuigt met die van anderen. Wat recht is blijft recht en wat krom is blijft krom. Gelukkig mag ik mij verheugen op enige populariteit in eigen kring…..:) Ook iets waard. Maar ik ben wel benieuwd hoe dat bij jullie is lieve lezers en lezeressen. Was je zelf lekker populair zo aan het begin of tijdens je pubertijd? En hoe is dat nu ontwikkeld? Weet men je nog te vinden en te waarderen? En hoe komt dat denk je? Ieder trucje wat ik nog niet ken maakt me direct nieuwsgierig…..(Beelden: internet)

Afknappers

4OQz0M7Z3fdRp6_450x300Als meninggever van het eerste uur loop je altijd het risico tegen bepaalde zaken (of mensen) aan te lopen die je doen omdraaien van walging of zwijgen uit een soort van gedeelde schaamte. Dat heb ik altijd gehad. Ook en misschien wel meer in het irl. Soms knap(te) ik af omdat mensen me enorm tegenvielen of omdat je het in de rug te steken mes al in het donker zag glinsteren. Maar een van de ‘belangrijker zaken’ in dit verband is voor mij toch ook wel lichamelijke verzorging. Lijfgeuren en onverwachte graspollen op plekken waar ik ze niet verwacht maken dat mijn verwachtingspatroon direct wordt bijgesteld. Want iemand die zichzelf niet goed verzorgt kan toch nauwelijks in staat zijn om voor anderen aardig of professioneel op te treden zou ik denken? Ook roken waar anderen er last van kunnen hebben is mij een kwelling.  Zo herinner ik me die lieve nieuwe vrouwelijke collega die in een van mijn vorige levens het bedrijf kwam versterken waar ik toen voor mocht werken. Meteen na haar aantreden werd duidelijk dat er een penetrante zweetlucht om haar heen hing en die vulde al snel de ruimte(n) waar wij allemaal samen zaten voor onze resp. jobs. Pas na een paar dagen durfden we er iets van te zeggen. Ze bleek geen deodorant te gebruiken. Daarna wel kan ik jullie verzekeren!

Rookverbod! 002Ook iemand met enorme zweetvoeten kan de atmosfeer aardig bederven voor mij, letterlijk en figuurlijk. Of versleten kleding (niet dat wat je tegenwoordig zo vaak ziet met die bewuste gaten in jeans of zo), egoïstisch gedrag (wel koffie halen voor jezelf maar niet voor een ander…) pure arrogantie of wellicht nog erger gebrek aan een redelijke algemene kennis van de wereld om ons heen. Allemaal zaken die in meer of mindere mate afknappend werken. Dat doet ook een verkeerde reclamecampagne, waarbij blijkt dat de marketingmensen het leuke idee voor lieten gaan op de juiste positionering van het product of merk. Nog erger taalfouten in een zgn. bodycopy, zoals ik onlangs weer hoorde, een verkeerde meervoudsvorm. Vreselijk! Een website die het niet doet is ook zo iets. Zeker als er veel wervende public relations voor wordt bedreven. Ik maakte dat in de loop van de achter mij liggende jaren allemaal mee en dat is dan niet van harte soms.

Fat people 3En nog steeds een grote afknapper voor mij zijn bloggers of deelnemers aan andere sociale media die geen commentaren toestaan. Nu is het niet zo erg als het gaat over de kat van de buren of hoe snel de goudvis door het aquarium zwemt, maar als je politieke statements maakt en o.a. ‘tegenstanders’ aanvalt, moet je ook commentaren toestaan. Maar nee, dat mag niet. Vooral zij die een politieke mening uiten die niet zo past bij de mijne willen nog wel eens kiezen voor ongewenste resultaten. Je zou eens kritiek kunnen krijgen van anders denkenden. Vaak toch te vinden bij de meer zelf verklaarde ‘politiek correcten’. Doof en blind voor wat anderen vinden van zijn/haar opvattingen. Via een mail heb ik in het verleden nog wel eens keurig gevraagd waarom ze deze mogelijkheid niet toestaan, maar u raadt het vast al, tot nu toe geen antwoord gekregen! Dat is pas echt een afknapper!   (foto’s internet/YB )

Golven in de tijd

Woestijn in debuurtAls ik af en toe even in mijn agenda kijk, ik geef toe dat ik elke dag keurig vastleg wat ik allemaal moet doen, of juist deed, handig voor later, zie ik bepaalde patronen die terugkerend zijn en bewijzen dat niets is zoals het lijkt. Zo zag ik bijvoorbeeld onlangs dat het drie jaar op rij op een bepaalde datum na een warme periode ineens ging regenen en onweren. Soms op een bijna overdreven niveau van heftigheid. Dan is geen sprake meer van toeval, dan hoort het bij het seizoen. De Nederlandse zomers zijn nu eenmaal grillig en kennelijk zijn de verschijnselen daarvan jaarlijks terug te vinden. Kom me dus niet aan met zaken als geleidelijke opwarming van de aarde of zo, het patroon is gewoon zoals dat in Nederland moet zijn. Daarbij in ons land is het gebruikelijk dat over al dit soort zaken al dan niet regelmatig wordt geklaagd. De boeren doen dat als het te droog is naar hun zin, of te nat naar gelang die zomers mee- of tegenvallen.

10-02-2008 003Burgers, de gemiddelde echte Nederlander is bij 20-22 graden en een beetje zon het meest in zijn/haar element, klagen ook heel wat af. Het regent te veel of het is al dan niet te warm. Maar het Nederlandse klimaat, ik heb het er al eens eerder over gehad, is nu eenmaal zoals het is. Geen vaste regelmaat in te ontdekken. Nou ja, als je de agenda’s er eens op naslaat wel degelijk, maar dat willen we niet zien. Nee, want oma Jansen of vader Pietersen kan zich heel andere zomers (of winters) herinneren waarin het allemaal veel beter was en de sneeuw in de zomer tot de raamkozijnen kwam en de zon de temperaturen in januari 1942 tot 80 graden op joeg. Statistieken over wat was of is liegen niet. Dus doe ik daar zelf maar aan mee en verricht op microniveau wat op enig onderzoek lijkt. Zo hoor ik in de media over enorme buien die ons in de toekomst grote zorgen gaan baren.

Rheinpromenade 01_01Maar hoe zat het ook alweer met die enorme regenval van 20 jaar geleden toen ik in Uithoorn op bezoek ging bij mensen waar de Amstel de boel blank had gezet na buien die boven de 50mm binnen een kwartier waren uitgekomen? Uitzondering? Niks hoor, kwam ook toen al eens voor. Maar vaak was het dan maanden lang droog geweest en ook mooi weer. Zo droog dat de dijken soms opzij werden geschoven zoals indertijd in Mijdrecht. Hele woonwijk onder gelopen. Niet door de regen, maar door de droogte. Uitzonderingen bevestigen de regel. Nederland heeft een zeeklimaat en wij hebben dus te maken met eb en vloed in de atmosfeer. Dat maakt ook dat we zo’n leuk land zijn geworden, zoveel cultuur en techniek hebben ontwikkeld en wij een van de weinige volken ter wereld zijn die altijd maar mekkeren over dat weer. En voor de statistieken; vorig jaar op 2 augustus was het aardig heet, zonnig en zat ik te miauwen over het feit dat er weinig anders te doen was dan buiten zitten in de tuin. Zou dat dit jaar ook weer zo zijn? Ben benieuwd….