
Toen wij de jongste telg aan onze poezenschare toevoegde was die net drie maanden oud. Klein, krulharig katertje, ondernemend, nergens bang voor. Onderweg naar huis (rit van 1.5 u) was hij relatief stil en gelaten, liet zich wel graag aaien in zijn reismand. Hier aangekomen keek hij op tegen de drie jong volwassen katten die in huize Meninggever al een paar jaar de dienst uitmaakten. En die vonden hem op hun beurt wel even wennen. De twee jeugdig volwassen katers sloten echter al snel vriendschap met de kleine rakker, voor de enige poes in huis, de ‘witte met karakter’ duurde dat wennen vrij lang.

Zij haalde uit naar de kleine nieuwkomer, blies en gromde en vond het diertje overduidelijk geen aanwinst. De aanvankelijke aanloopproblemen lagen gelukkig op enig moment achter ons en Pepper zoals we de ondernemende kleine kater hadden gedoopt, integreerde geweldig. Stoeien is zijn lust en leven en hij ging de drie keer grotere medehuisgenoten met gebrek aan enig ontzag te lijf of ze zijn formaat bezaten. Knorren hoort er ook bij net als gillen om aandacht. Als hij wil spelen, beter gezegd als zijn personeel hem moet vermaken, gaat hij vlak voor je zitten miauwen. Op dusdanige wijze dat je wel opstaat en aan de slag gaat. Niet dat het dan lang duurt want soms rent hij met een speeltje naar boven om het daar te verstoppen en je later weer te vragen om het even op te zoeken.

Dat is een schier onmogelijke opgave, want waar stopt zo’n dier een speeltje weg? Bij veeg- en stofzuigoefeningen vinden we gelukkig een halve dierenwinkel speelspullen terug. Intussen is de clown des huizes 1 jaar en drie maanden oud en ook precies een jaar bij ons in het gezin. De glimlach die hij dagelijks opwekt is het al waard geweest. Ook op voor ons wat mindere dagen zorgt hij voor leven, vermaakt niet alleen ons maar ook de andere katten en die rennen dan met hem mee op en neer of heen en weer. Slapen kan hij op de meest wonderlijke plekken, maar ook in bed wil hij graag aan het voeteneinde liggen. Dan hoor je hem van afstand knorren. Dus..geen spijt van de adoptie. Kost wat, krijg je ook iets voor. En hij is intussen ook goed bevriend geraakt met de grote trotse witte dame. Samen ravotten ze ook vaak en dat is koddig om te zien. Pepper is wat ons betreft dus een blijvertje. En past naadloos bij die andere drie katten die vrijwel een (h)echte familie vormen. Samen met ons. Onze kattenkinderen. En Pepper daarin de Benjamin…(Beelden: Prive)







Noemde computerproblemen als oorzaak, maar later bleek dat men toch echt onderuit was gegaan. Nagegeven, men betaalde uiteindelijk wel de uitstaande schulden. Wij waren aan het klooien met onze toen nog maar zo jonge kater Punkie. Dat arme diertje redde het niet en moest helaas aan zijn eind geholpen worden. Wat een emoties. 1,5 jaar oud geworden. En de oorzaak? Een auto-immuunziekte die zijn hele gestel aantastte bij gebrek aan eten en drinken na zijn geboorte. Zo triest. Tijd heelt vele wonden, het dempt tenminste de scherpste pijnen. Het regende ook in die bewuste week drie jaar terug. Maar dat weerhield niet om een paar dagen later in de trein te stappen en Roermond weer eens te bezoeken. Leidde af. En blijft een lekkere stad aan de Maas.
Zou er nu niet eens over nadenken. Niet om die stad, wel om het gedoe in het OV. Zo’n trip van 2 uur met een mondkapje op in een gele rups vol mensen waarvan je niet weet wat ze allemaal hebben gedaan aan preventie, of juist niet, het bekruipt me nu, toen totaal niet. Blijft toch vreemd niet? Sommige zaken zullen nooit meer helemaal hetzelfde worden. Ongedwongen ergens heen is nu best een dingetje geworden. Niet omdat je zelf de regels niet volgt of accepteert, meer omdat je weet dat er lieden zijn die er toch wat onbeholpen naief mee omspringen. Een bezoekje aan een supermarkt vertelt het verhaal. Men kruipt je in de nek, ook het daar werkende personeel, het deed me toen niks, nu wel. In drie jaar tijd veranderde de wereld. Zowel in het groot als in het klein. En wij allemaal hebben er mee van doen. Of we nu willen of niet. (Beelden: Yellowbird collectie)
Wat was die kerst van vorig jaar een ellendige geschiedenis zeg. Niet omdat we het niet naar de zin hadden of omdat onze kinderen en lieve Almeerse vriendin ons niet verwenden zoals zij naar traditie elk jaar doen. Nee…we wisten voor de kerst al dat op die dag, nu precies een jaar geleden, het definitieve afscheid zou moeten plaatsvinden van onze zwarte lieve kater Pixel. Slechts 4,5 jaar oud, gekregen als kitten en zo met ons vergroeid dat hij vrijwel niet weg te denken viel uit ons gezin. Toch moest dat afscheid er komen, want hij was getroffen door een vreselijk virus, dat hem uitmergelde en waar tegen geen enkel kruid of middel gewassen bleek. De o zo trotse kater gedroeg zich nog als een jonge god, maar was intussen fysiek een schaduw van zijn jonge ik uit het verleden. De dierenartsen die hem hadden behandeld wisten geen oplossing. Dit virus sloeg (slaat) toe bij vooral jongere en oudere katten en men had of heeft er geen medicijn of werkende behandeling tegen. Het einde zou extreem pijnlijk zijn voor het dier, dus besloten we dan maar om elk lijden te vermijden, zelf in te grijpen. En om dat na de kerst van vorig jaar te doen.
Hadden we hem nog even bij ons. Hoe dom kan een mens zijn. Want wat je dan doet is uitkijken naar het moment dat… Net zoals een operatie of tandartsbehandeling waar je tegenop ziet. Stressvolle uren gingen vooraf aan dat definitieve afscheid en het verdriet werd er niet minder om. Integendeel. Pixel overleed dus op ‘humane’ wijze precies een jaar geleden en we eren hem op onze wijze zoals we ook vaak doen met zijn voorgangers die soms nog korter dan wel veel langer leefden. We kijken naar zijn foto’s, filmpjes, we herinneren ons zijn lieve manier van omgaan met zijn personeel. Bij je liggen, liefst met zijn kop op je benen, hoe hij ons toen nog kleine Prinsje Percy als kitten opvoedde, en welke liefde we vanaf moment een bij het dier kregen. Kortom, het was een rot dag vorig jaar om deze tijd. Nu is Kerstmis uberhaupt al een periode van mixed feelings, ik ben zelf altijd blij als het weer 1 januari is. Maar vorig jaar was dat dus nog een slag erger. En besloten we dat mocht het ooit onverhoopt nog eens plaatsvinden we niet meer doorschuiven naar de toekomst, maar sneller handelen. Dat scheelt veel verdriet, schuldgevoel en sfeer. Nu gedenken we alsmnog weer in warme herinnering. Een kat die we niet hadden willen missen, die niet gemist had moeten of mogen worden, maar ons qua geschiedenis en beleving nooit zal verlaten. Vandaar dit stukje….Ik vermoed dat onze Pixel na het lezen van dit stukje tevreden knort en samen met zijn andere dierenvrienden geniet van het grote Walhalla…..Maar God wat voelt dat nog steeds wrang en onrechtvaardig….
Sinds januari, ik heb u als lezer indertijd meegenomen in onze wereld van kattenliefde en verdrijven van toenmalig heftig verdriet, hebben wij twee jonge gasten in huis. Broer en zus, Main Coon katten van de leuke en (gelukkig meestal)gezonde soort. In de tussenliggende maanden groeiden die twee in rap tempo op. De socialisering werd deels door onze iets oudere (2 jaar) Ragdollkater Prins Percy gedaan, de rest probeerden wij als butler en dienstmeisje die twee bij te brengen. Met een kattenervaring die toch al een dikke halve eeuw teruggaat weet je dan wel wat je in de poezenkuip aantreft zou ik denken. Maar in dit geval pakt(e) dat toch iets anders uit. Het groeiproces van deze twee gaat zo rap dat ze als 8 maanden oude kittens op enig moment 4 resp. 5 kilo wogen. Het hoort bij het ras en dat verschil in gewicht zit ook in geslachtsonderscheid. Vrouwtjes bij deze kattensoort lichter dan de mannetjes. Maar er is nog iets wat ons toch wat parten speelt.
Het mannetje, door ons Presley genaamd, eet als een bootwerker en heeft kennelijk nooit genoeg. Want wat je ook op de mensentafel zet, als hij de kans heeft steelt hij het onder je handen vandaan. Worst, kaas, groenten, aardappels, maar ook verpakkingen, servetten, het moet allemaal meegesleurd. Alsof we een wilde boskat in huis hebben. En hij is nergens bang voor. Nou ja voor echte bedreiging, maar dat willen we nou ook niet steeds doen. Kortom, we zijn er constant mee bezig. De keuken moet dicht blijven, de kamer als we aan het eten zijn, altijd is er wel een reden om bang te zijn voor de acties van deze panterachtige rover. Opvallend genoeg werkt hij soms samen met zijn zus. Die is ook erg ingesteld op eten, maar heeft nog een extra slimmigheidje aangeleerd. Vanaf moment 1 dat ze hier binnen stapten weet die kleine alles open te maken. Van kasten tot ritsluitingen op tassen, ze rommelt even en hup. En wat open is wordt dan door broerlief grommend doorzocht op etenswaar. Je zou bijna denken bij het lezen van e.e.a. dat wij die dieren slecht verzorgen, maar de waarheid is juist dat we er altijd extra goed voor zorgen.
En we ons daarbij aan de maatbekers houden, het juiste voedsel kopen (grotere brokken voor deze katten opdat ze goed leren kauwen..). Afstemming met de dierenarts leerde ons het advies om als dit gedrag zich voor doet de kat af te leiden met een speeltje. Geprobeerd….werkte echt niet. Eten gaat voor alles. Op de fora en Facebook-groepen die deze katten tot onderwerp hebben lees je wel dat ze vaak zijn geobsedeerd door alles wat eetbaat is, maar zo erg dat je er voor dwars door roeien en ruiten gaat komen we dan weer niet tegen. We overwegen nog wat we moeten op het moment dat ik dit schrijf. Het moet afgeleerd worden zoals het diertje het ook zichzelf heeft aangeleerd. Gek genoeg is alles rustig en vooral aanhalig lief als het eten buiten beeld is. Dan is die grote lummel een van de liefste en meest aanhalige katten denkbaar. Nooit vechterig, maar juist knuffelig. Tot hij het idee heeft dat er iets te halen valt. Opmerkelijk. En wij kennen het, ik herhaal mezelf daarin, niet van eerdere katten die we als personeel dienden. Hebben we dan toch een roofridder in huis gehaald? We gaan het nog even aankijken en dan Doctor Phil maar eens benaderen. Zou dat helpen??? Wie het weet mag het zeggen (of schrijven)….(foto’s: Prive-archief)
Nee, gratis is het niet. Maar dan krijg je wel weer veel terug. Met kinderen is dat nog een factor tien erger. En wie er een paar heeft weet dat het familiebudget van de gemiddelde Nederlander aardig onder druk staat. Als je per kind maar eens rekent dat er 30 euro per maand nodig is voor een beetje kleding, dat er zakgeld moet komen, ze op sportclubs willen, tientallen pogingen doen om een of ander instrument onder de knie te krijgen en later willen studeren, snapt dat je per kind duizenden euro’s per jaar aan extra kosten mag opvoeren als boventallige uitgaven op de familiepot. Hoe mensen met een krappe beurs dat doen is mij een raadsel. Soms zie ik op tv wel eens gevallen voorbij komen van vrouwen die een of meerdere kinderen alleen opvoeden. En dan leven in een bijna armoedige situatie. Kinderopvang niet beschikbaar, terugvallen op familie voor zover aanwezig. Het kan verkeren. Dan heb je het met veel kinderen een stukje eenvoudiger.
Klinkt vreemd, maar toch is het zo. Grote gezinnen krijgen als voordeel dat kleding kan worden doorgegeven. Er komt meer ‘Kinderbijslag binnen’, kortom het budget verruimt. Daarbij zijn die grote gezinnen veelal wat gezelliger, leren kinderen dat ze moeten delen en niet voorbestemd zijn als Koning of Koningin Selfie door het leven te gaan en dat de Aarde om de zon draait en de zon niet alleen voor hen individueel schijnt. Is ook wat waard. In arme landen zijn die kinderen een soort verzorgingsgarantie voor later. De opvoeding die ze krijgen is er op gericht om de oude dag van de ouders plezieriger te laten verlopen. De jongere generatie zoekt dan naar middelen om het beter te krijgen en de familie te onderhouden. De migratiestromen laten veel van die bewegingen zien. Geld dat de jongelui verdienen gaat veelal richting thuisland en familie. Dat ligt bij ons toch anders. Ouderen zijn vaak last, worden zelden overeind gehouden door de kinderen maar meer door het sociale systeem. Of je er nu veel hebt of niet. En dat maakt dan weer dat die oudere generaties gezien worden als kostenpost. Het kan verkeren. Maar intussen moet je toch best nadenken over al die aspecten voor je er aan begint. Want gratis is het allemaal niet. En ik kan het weten. Heb zowel het een als het ander toegevoegd aan ons gezin….. En toch…bezint eer gij begint…Het maken is leuk, het krijgen iets minder, het onderhouden een hele klus…(Beelden: Internet/archief)
Onlangs maakten we iets mee waardoor het begrip hondentrouw een andere betekenis kreeg. Honden zijn van nature trouw aan hun baasje. Ze vormen samen een goed span en als je dan ziet hoe sommige mensen omgaan met hun honden snap je wel dat die viervoeters trouw blijven aan hun baasje. Maar bij een lieve en meer dan goed voor haar huisdieren zorgende vriendin nam onlangs haar kameraad van net twee jaar de benen. Ze liet hem even los in het terrein zoals ze wel vaker had gedaan. De hond nam de renner en verdween. Alsof hij van de aardbodem was opgetild door een of andere alien. Zoekacties van urenlang in het gebied en ver daarbuiten boden geen soelaas. Posteracties, speurhonden, niets kon het raadsel oplossen. Weg hond! En dus veel verdriet bij de betrokkenen die toch echt als een kind zo goed voor hem hadden gezorgd. En ja, we keken in konijnenholen, sloten, vaarten, etcetc. Er bestaan in Nederland ook een club van mensen die zo gek zijn op honden dat ze in soortgelijke situaties uitrukken om te helpen zoeken. Wat ze met verve deden. In een heel brede cirkel, die naarmate de tijd verstreek steeds groter werd. Maar zonder resultaat. De sociale media boden ook al geen soelaas, al waren er wel berichten dat het diertje in Zwolle zou verkeren, wat zo’n 150 km van de plek van verlies af ligt. Maar dat was wel wat erg drastisch allemaal. En toch is en blijft het diertje weg. Een schat van een grof harige teckel, voorzien van tuigje en chip.
We keken er al enige tijd met grote belangstelling en even groot ongeduld naar uit. De komst van onze derde kat(er) die op 5 mei jl. werd geboren. Een soort van raskatje. Een Ragdoll! Niet dat we daar nu per se van zijn, onze nog jonge al in huis verkerende vierpotige huisgenoten waren meer van de normale kattensoort, maar we wilden gewoon iets anders toevoegen. Naast twee zwarte nu eens iets grijs of blonds. Via een lieve vriendin die ons hier over tipte kwamen we terecht bij een dame die met haar gezin een huis bewoonde waar wij ooit drie nummers verder op in de straat onze Almeerse jaren sleten. Het nestje was juist ingericht, de kittens nog een soort blinde molletjes op zoek naar de melk die moederpoes nogal gemakkelijk verstrekte. Twee echt blonde kittens en twee iets donkerder van kleur. Om praktische redenen wilden we een katertje. Dat werd dus afwachten. Want voor je het geslacht kunt bepalen bij een kitten ben je wel een paar weken verder. En bij de vrij harige soort waar wij nu voor gingen is dat extra lastig.
Overigens is onze poes nummer 2, Punkie, als ‘vrouwtje’ bij ons binnengekomen met de daarbij behorende naam en garantie. Maar het asiel waar we deze lieverd vandaan haalden had niet goed gekeken en bij de eerste controle van de d.a. die we hiervoor in de arm namen bleek het toch echt een katertje te zijn. Nou ja zeg….. Maar eenmaal in huis verandert het geslacht niets al is de ingreep ter castratie een heel andere dan die waarbij een vrouwtje moet worden gesteriliseerd. Hoe dan ook, pas onlangs werd duidelijk dat het nestje van 4 kittens een enkel mannetje had voortgebracht, die werd voor ons. En deze kleine schavuit haalden we in de derde week van juli op. Goed op gewicht, zindelijk, lekker gezond, brutaal als de beul en schitterend van kleur en haardracht. Prins Percy. Een naam die klinkt als een klok, een paar dagen lang uitgedacht, omdat wij nu eenmaal sinds de jaren 70 de principes huldigen dat onze huisgenoten een naam moeten krijgen die met een P begint.
Ach, laat ons, het is gewoon een leuke traditie. En deze bijna koninklijke gast kreeg de toevoeging Prins omdat ik dat extra leuk vind. Hoe dan ook, ‘gewoon volk’ mag hem Percy noemen. Een prinsje van de soort die ons direct om de harige vinger wond. De hele rit naar zijn nieuwe huis niet mekkeren of miauwen maar gewoon lekker slapen. Thuis ging dat wel over. Hij blijkt een kwekkerd. Overal waar hij loopt laat hij zich horen. Als hij iets van ons wil, miauwen! De bak opzoeken of zijn huisgenoten, idem dito. Het gewenningsproces met die twee hier al enige tijd verkerende jongvolwassenen had wat voeten in de aarde. Geblaas over en weer was niet van de lucht. Maar na twee dagen begonnen de verhoudingen te ontdooien. Percy werd steeds beter geaccepteerd. Met name zijn grote ‘voorbeeld’ Pixel begon hem echt leuk te vinden en liep al snel te dollen. Dat kwam en komt dus wel goed in poezenland. Nu is hij nog klein en genieten we van het typerende kittengedrag. Gaat snel zat. Zijn pa was na een jaar al een kilo of zeven en uitgegroeid tot een heel stevige kater. Ook dat zal wennen worden voor de andere twee. Pixel is een meer dan stevige en gespierde kater, die redt het wel, maar onze Punkie is een soort van zielige kneus. En groeit niet meer. Dus die krijgt het wellicht lastig in de toekomst. Maar ja, die wil ook niet echt een liefdesrelatie met de nieuwkomer. Is wellicht een voorbode…
Ik ken sommige mensen die zijn zonder enige twijfel koopverslaafd. Ze kopen om het kopen, niet omdat ze iets echt nodig hebben. Dat is overigens iets wat anderen weer een gruwel is. Die beschreef ik al eens onder de G van Gierig. Maar die kooplustigen zijn precies het tegenovergestelde. Geld moet rollen en het genoegen van iets nieuws scoren is gelijkwaardig aan andere vormen van genot. Helaas duurt dat koopgenot vaak kort. Dat delen overigens al die genotsvormen met elkaar. Kijk maar eens naar een moment in je leven dat je echt naar iets verlangde. Je wilt het heel graag, je spaart of regelt op een of andere wijze dat je aan dat geliefde object kunt komen. Bezit je het dan, neemt het genoegen evenredig snel af. Handig om te weten en zeker reden genoeg om er dan geen leningen voor af te sluiten. Want schuld maken om iets te kopen wat eigenlijk buiten je bereik is, duurt qua gevolg vaak heel wat langer en zorgt ook voor allerlei vervelende bijverschijnselen.
Zo zijn die gratis (..) telefoons bij diverse aanbieders zelden gratis, integendeel, je financiert in feite het gebruik en blijkt achteraf bezien vaak datzelfde toestel dik te hebben betaald. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat vaak ook. Ben ik zelf vrij van die gevoelens rond de ‘heb’? Nee hoor. Ook ik ken dat gevoel van verlangen naar…, al ben ik dan meer een spaarder en zeker geen lener. Soms kan ik echt uitkijken naar een nieuwe aanvulling op mijn collectie. Groot is de opwinding vooraf, of het nu een boek, model of wat ook betreft. Ik lees alles vooraf over het begeerde object, kijk nog eens en bestel of koop het dan als het beschikbaar blijkt. Bij ontvangst is de opwinding nog steeds groot. Maar ook ik ontdek dat na een tijdje dat nieuwe en opwindende er af is. Het wordt wel een zeer gewaardeerd onderdeel van de totale collectie.

