Theorie…

Theorie…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: type039song01large19df2jz9.jpg

Ik ben een pragmatisch mens en verdrink veelal niet in ‘what if’ filosofische overpeinzingen ten aanzien van zaken die de geopolitiek of in onze eigen microwereld bepalen. Nee, aanpakken is handiger dan lang nadenken. Dat kenmerkt de creatieve, snelle, daadgerichte mens. En zo een ben ik wel. Het was dus even aanpassen toen ik op jonge leeftijd door het al eens vroeger beschreven besluit om mij vrij te stellen van militaire dienst vanwege mijn hoofdkostwinnerschap en getrouwde status, terecht kwam bij de BB. ‘Bij de wat?’ vragen jongere lezers zich nu wellicht af, nou die letters stonden voor de Bescherming Bevolking.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tu22m-landt-frontal.jpg

Een organisatie die, naar de plannen van toen, een coordinerende rol speelde tussen politie, ambulancediensten en brandweer tijdens een of andere ramp of conflict. De BB als organisatie een overblijfsel uit het denken van tijdens en kort na WO2 met in het achterhoofd uiteraard de dreiging die daarna ontstond door de scheiding van de Oost/West blokken in onze toenmalige wereld. De meeste leden van het voetvolk bij die BB kwamen voort uit types zoals ik die de dienstplicht ontgaan alsnog een rol moesten spelen voor het vaderland. Dus werd ik als jong mens opgeleid, kreeg een (grijs) uniform met bijpassende helm en leerde wat het is om voor volk en vaderland mensen te gaan redden. Maar al snel was mij duidelijk dat een daadkrachtig type als ik niet in de wieg was gelegd voor het sjouwen van brancards. Ik stuurde op Schiphol toen al een hele afdeling aan, was o.a. logistiek opgeleid in de praktijk en hield van aanpakken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: mercury_3-wikipedia.jpg

Na een brief richting de Minister van BiZa kreeg ik een gesprek met een leidinggevende van de Amsterdamse BB en die deelde me daarna in als Asst.Commandant Reddingdiensten. Dat hield in een of twee keer per jaar opkomen voor een oefening in een grote ondergrondse bunker in het chique Amsterdam-Zuid. Soms in aanwezigheid van de Burgemeester of commissaris van politie werd dan geoefend dat er een atoombom om de Dam was gegooid. Wat te doen in zo’n situatie?? Vele scenario’s werden nagespeeld, ook met het voetvolk dat in busjes van de organisatie dwars door Amsterdam werd gestuurd om denkbeeldige slachtoffers te bergen. Het was elke keer dolle pret. Als men dan later in vergadering bijeen kwam om te evalueren wat je in een echte situatie zou doen die hier op leek stelde ik heel simpel vast dat ik dan echt niet vanaf huis naar die bunker zou komen om dienst te gaan doen. Een atoombom was m.i. van een kracht die alles zou wegvagen op mijn weg richting die bunker en mij zou uitschakelen voor ik dat doel bereikt zou hebben. Ik las en zag indertijd voldoende informatie die me de destructieve kracht van A-wapens duidelijk maakten. De overige ex-dienstplichtigen beaamden mijn stelling. Het werd niet op prijs gesteld. Theorie versus praktijk. Intussen is die dreiging weer wat in hevigheid toegenomen. De BB bestaan niet meer, de brandweer moet het nu oplossen. Maar hoeveel van die wagens en manschappen zouden uit kunnen of willen rukken bij een nucleaire aanval?? Loopt vast niet goed af. Precies zoals ik het toen voorspelde….. Carriere maakte ik er overigens niet meer, sterker nog, toen ik verhuisde naar het nieuwe land hoefde ik uberhaupt niet meer op te komen. Almere kende geen BB en nog minder het idee dat de Russen die stad toen in het vizier zouden nemen. De theorie bleef, de praktijk werd afgelost….. Het was Wiegel die er een streep onder zette. Uitstekende beslissing…(Archiefbeelden)

Eigen buurtje…

Eigen buurtje…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: ostadestraat-img_5802.jpg

Zelf ben ik redelijk regiogebonden om niet te zeggen honkvast. Die stad waar wij verkeren heeft een magneetwerking al telt dat zeker niet voor de provinciale bestuurders die alles wat mooi is aan de samenleving in die stad kapot willen maken. Maar dat is een andere kwestie. Via TV of sociale media komen nog wel eens mensen uit deze stad tot mij die in een of andere buurt zijn geboren en daar uit eigen vrije wil hun leven lang zijn blijven wonen. Zij voelen zich daar nog zo thuis dat verhuizing naar een andere buurt voor hen als verraad voelt en zeker zorgt voor gefrustreerde onthechting. Soms wordt dit veroorzaakt door een sociale status waartoe men behoort, anderen hebben een dusdanig sociaal netwerk om zich heen dat dit zorgt dat het voor hen in die bewuste geboortebuurt warm en plezierig toeven is.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: amsterdam-ouke-baas-shop-op-de-hoek-ostadestraat-d84625d9-b45f-486d-8675-cdd969bed81c.jpg

Ik ben zelf al enige tijd lid van een Facebookgroep die een bepaalde buurt in Amsterdam-Zuid bejubelt en bewondert. Veel van de leden wonen net als ik elders in de stad, ons land of de wereld zelfs, maar ze koesteren nog altijd die warmte en gezelligheid uit deze specifieke buurt. Bij een andere gelegenheid zag ik mensen uit de Jordaan die elders op een camping verbleven (met een hoop gedoe rond de verhuurders..) maar hun woonbuurt omschreven als ‘sociaal en liefdevol’.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: jordaan-straat-v.a.-haarlemmerdijk-fotos-tru-oktober-2008-018.jpg

Ook al is 70% van de oerbewoners verdwenen en woont intussen op andere plekken, de overblijvenden koesteren hun etagewoningen zonder tuin alsof het een villa in het Gooi betreft. Nu lopen wij vaak door de genoemde buurten. Ook die oude waar ik ben opgegroeid tot jong volwassen mens. Herkennen doe ik weinig meer. De vernieuwbouwgekte van de jaren 60 en daarna maakte dat oude panden van toen, maar ook veel mkb-ondernemers zijn verdwenen. Onze woonstraat uit die tijd was zeer levendig. Van oudsher zaten er allerlei bedrijfjes in de onderbouw van de vele etagewoningen. De mengeling van arbeiders, mkb-ers en iets grotere ondernemers maakte de straat gekleurd zonder dat ik daar de huidige betekenis aan wil hangen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: jordaan-prinsengracht-bij-noordermarkt-fotos-tru-oktober-2008-026.jpg

De mensen kenden elkaar nog, ze hadden soms ‘mot’ met elkaar, maar hielpen ook waar nodig. Loop ik daar nu rond merk ik dat ik een vreemde ben in die oude straat. Het verleden is uitgewist. Zouden anderen die er wel bleven wonen dat nou niet (willen) zien? In de omliggende straten is het beeld echt niet anders. En de linkse stampvoeters in de Stopera sloten ook de doorgaande wegen naar het centrum zodanig af dat er geen enkele kans meer is op terugkeer van de levendigheid. Is in de Jordaan ook zo hoor, daar kwamen Yuppen wonen, panden werden peperduur, BN-ers laten zich er graag zien, maar of de tijd van Johnny Jordaan ooit nog terugkomt? Ik vrees van niet. Ik verhuisde op mijn 18e. Naar hartje stad. Vandaar naar de toen splinternieuwe Bijlmermeer met zijn warme comfortabele, ruime flats. Waar het goed toeven was tot halverwege de jaren 70. Daarna verloederde ook die buurt tot het getto wat het later werd. Ook daar bleven mensen plakken, ondanks alles. Ze hielden van die betonnen kolossen en de onveiligheid van de winkelcentra. Wij pakten echter vermoeid en teleurgesteld de koffers en trokken verder. Het nieuwe land lokte. Het verhaal is bekend. 12 jaar later reden de verhuiswagens weer de andere kant op. Terug naar de stad. Niet naar de oude buurt. Mijn persoonlijke ontwikkeling maakte dat ik me i n die periode een echt huis kon veroorloven. Waar ik nog steeds woon. Op wandelafstand van die oude buurt uit de jeugd. Waar ik in tegenstelling tot anderen maar weinig gevoel mee heb. Mijn ouders zouden het niet begrijpen. Die hadden het daar prima naar de zin. Ze hadden (beiden allang geleden overleden) in onze tijd vermoedelijk op die bewuste Facebook-groep gezeten om hun genoegen uit te spreken over die straat waar ze al zo lang elke gevel en bewoner kenden. Wat dat betreft hebben ze hun kinderen niet juist opgevoed. Die vlogen wel uit, en eerlijk? Ik heb daar geen dag spijt van gehad…..(Beelden: archief)

Nostalgie…

Nostalgie…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: schiphol-oud-beeld.scan10213.jpg

Mijn liefhebberij rond de vliegtuigen is ooit op kleine schaal ontstaan en werd door de jaren heen groter en groter. Niet in de laatste plaats omdat de toenmalige verkeersvliegtuigen allemaal onderscheidend waren en voor een belangrijk deel voorzien van brommende en rokende zuigermotoren. Vliegen was een soort mysterie en als jong mens vond ik die geneugten van je los maken van de aarde in zo’n lichtmetalen vogel mysterieus aantrekkelijk.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 217646-ehtx-160587-dove-g-avvf-take-off-scan10365.jpg

Maakte ik mijn eerste echte vlucht in de De Havilland Dove van het toen nog maar kort bestaande Martin’s Air Charter, het gaf me wel een beeld van hoe geweldig die vliegerij mensen kon verwennen. En natuurlijk brengen naar oorden die een stuk verder weg lagen dan het door ons jaarlijks per auto altijd bezochte Valkenburg of pakweg de Posbank op de Veluwe.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 30590-dc-7cf-klm-op-spl-o-270466-scan10215.jpg

Dit was het echte werk. New York, Stockholm, Praag, Frankfurt of Teheran. Voor elke bestemming hadden die maatschappijen van toen veelal hun eigen vliegtuigtypes in dienst. En die waren meestal vrijwel allemaal afkomstig uit het land van herkomst voor die maatschappijen. De Britten, Fransen, Amerikanen, Russen, allemaal vlogen ze met zelf gebouwde toestellen. En die werden door de jaren heen niet alleen groter, ook sneller en voorzien van straal- of turboprop-motoren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 213032-mdc-dc-3-eastern-aw-g-ampo-rtm-0980-scan10251.jpg

Ik kende alle verschillen tussen die machines uit mijn hoofd, met de ogen dicht kon ik aangeven welk type vliegtuig voorbij reed of vloog en kende soms zelfs de vluchtschema’s zodanig uit de bol dat ik ‘s-nachts bij niet slapen de overvliegende vrachtkisten met hun vluchtnummer kon opdreunen. Je bent spotter of je bent het niet. Gek genoeg had ik veel minder met militaire toestellen en dat is nog steeds wel zo. In de loop van de tijd kreeg ik extra interesse in alles wat met de luchtvaart in het toenmalige Oostblok van doen had.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: tupolev-104-cccp-42461-spl-c-010272-scan10024.jpg

Ik kende al die kisten, de maatschappijen uit dat oosten, al was het maar door die ervaring op jonge leeftijd toen ik een Russische Tupolev 104A mocht bezoeken en bekijken. Geen onderscheid, geen politieke voor/afkeur. Gewoon vliegtuigen en de liefde daarvoor. Later ging ik ze ook fotograferen. Vanaf 1975 met een spiegelreflexcamera. Jammer genoeg koos ik toen voor het schieten van dia’s. Nu best een dingetje want duizenden van die kleinbeelden in een eigen plastic huisje in de opslag. Foto’s toch een stuk handiger. Maar hoe dan ook, ik koester die dagen dat ik weer hier of daar keek, genoot en schoot…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: a320-easy-g-ezwb-ams-070415-p4073670.jpg

Dit jaar was ik ook weer eens op Schiphol. De fascinatie bleef. Maar de afwisseling is er niet meer. Airbus, Boeing, Embraer….Dat is wel een beetje het aanbod. En de Russen zijn verdwenen, de politieke redenen zijn duidelijk. Toch minder interessant. Het zal om die redenen zijn dat ik zo weinig meer de kant van onze nationale luchthaven op ga. En ik betrap me er zelfs op dat ik af en toe op kleinere velden naar dito vliegtuigjes sta te kijken. Die zijn vaak erg onderscheidend. Vraag is wel…hoe lang nog. Maar dat is een andere kwestie….. (beelden: archief)

Heerlijke hapjes in hartje Amsterdam..

Heerlijke hapjes in hartje Amsterdam..

Zelf komen we daar eigenlijk nog maar heel weinig, maar onze kinderen nodigden ons onlangs uit voor een dagje hartje van onze stad met vooraf geregelde lunch. Nou daar hadden we wel oren naar. In de (enorme)drukte van het centrum togen we naar het altijd net iets rustiger Rokin waar tegenover het indrukwekkende Allard Pierson Museum het relatief kleine restaurant de 3 Graefjes te vinden is. Daar is vooraf reserveren vaak geen overbodige luxe want veel passanten die hier naar binnen stappen zorgen dat de tafels snel gevuld zijn. Wij kregen een (vooraf geboekte) plek op de eerste etage voor het raam met uitzicht op dat Rokin. Dat kijk je naar de straat en het water met de rondvaartboten van Kooij die daar hun grootste vestiging kennen.

De bediening bij het restaurant werd gedaan door een mooie en uiterst vriendelijke jongedame die ons met een glimlach aanhoorde nadat we de menukaart (standaard in het Engels) hadden bestudeerd en uit de meest heerlijke lunchgerechten (men doet ook aan ontbijt) een keuze hadden gemaakt. Men heeft allerlei warme of koude gerechten, en dat valt aan te vullen met heerlijke drankjes. De English Breakfast tea (jawel hier geen opgedrongen smaakjes) was zoals ik die het liefste wil.

Sterk, heet, smakelijk, lekker. We kozen alle vier iets anders qua eten en wat we geleverd kregen was van een hoge kwaliteit en zat ook vol met aanvullende zaken als tomaat, avocado, lekkere chips, kortom dingen die een lunch tot een waar genoegen maakte, al deed het gezelschap die dag daar uiteraard nog eens een schepje bovenop. Het is er veelal gezellig druk en dat maakt de akoestiek er niet beter op, het blijft een historisch pand waarin men zit, maar storend was het nu ook weer niet. We genoten volop, dronken nog een extra drankje en gingen toen naar beneden voor de rekening en het toilet. Dat laatste zag er netjes uit en was keurig gescheiden in M/V, zoals dat hoort. Ook weer een zaak die ik op de ladder van punten met 9.5 waardeer. Het gezelschap kreeg de 10 al, maar dat is logisch….. (beelden: Prive)

De Pijp….

De Pijp….

Wie mij al wat langer volgt en echt leest weet dat ik als Amsterdammer af en toe even terug grijp naar een jeugd die zich voor een deel afspeelde in Oud-Zuid. De scheiding tussen onze wijk en die andere die als De Pijp bekend stond werd gevormd door de chique Ceintuurbaan die de Concertgebouwbuurt verbindt met Oost. Langs die lange straat lagen dus diverse wijken die vooral in de 19e eeuw waren ontstaan en als schillen door de tijd heen waren gebouwd langs de lijnen van voormalige vaarten en sloten van het meer agrarische Nieuwer-Amstel. Onze wijk sloot in zuidelijke richting weer aan op de buurt van Berlage die begin 20e eeuw was neergezet. Het maakte vaak nogal uit waar je vandaan kwam.

De ene buurt toch meer volks dan de andere, het nieuwere Zuid ooit het domein van beter gesitueerde Joodse mensen die helaas tijdens WO2 door de Duitse bezetter op de bekende gruwelijke wijze werden afgevoerd. Hoe dan ook, ons Oud-Zuid was een soort tussenbuurt waarin het middenstandersleven zich combineerde met veel bedrijvigheid en de nodige arbeidersfamilies die zich veelal verwant voelden met elkaar. Latere stadsbesturen besloten om al die wijken op een hoop te vegen en ze onder te brengen in nieuwe ‘stadsdelen’ waardoor het kon gebeuren dat ook onze oude woonwijk werd ingedeeld bij ‘De Pijp’ en stukken Oud-West werden toegevoegd aan ‘Zuid’.

Je kunt maar bezig zijn als ambtenaar. Hoe dan ook, over die levendige buurten die later 1 werden vond ik onlangs in Lelystad (..) een aardig boekje dat beschrijft hoe mensen indertijd grote of kleine gebeurtenissen beleefden. Het is een uitgave van Bas Lubberhuizen uit Amsterdam en is deel 6 uit de Bibliotheek van Amsterdamse Herinneringen. De uitgave uit 2005 (105 pagina’s) staat vol anekdotes die je als lezer best een glimlach op de lippen weten te toveren vanwege de herkenbaarheid. Ook het katholicisme en de grote rol die dat speelde in juist deze buurten van de Hoofdstad werd aangehaald. Ik genoot er van. Maar ja, ik ben dan ook een Amsterdammer…. Een echte! Geen import-dorpeling zoals veel van de huidige stadsbestuurders met hun linkse signatuur. Die zouden het liefst de hele geschiedenis van de stad en haar specifieke cultuur uitgummen. (ISBN 90 5937 081 3) (Beelden: Archief/prive)

Egyptische gastvrijheid…

Egyptische gastvrijheid…

Telkens als onze Soester vriendjes een dagje Amsterdam met ons doen zoeken we aan het einde van de veelal ‘stil’ verlopen wandeltochten (in de overdrijving zit de tegenspraak) dwars door de stad een afsluitend dineetje bij een of andere leuke zaak. Daarbij hebben we al heel wat uitheemse gerechten en dito horecazaken voorbij zien komen. Van Italiaans tot Indisch of Thais. Meestal deed ik ook hier verslag van bijzondere ervaringen. Dit keer weer zo een. Na zo’n 20.000 stappen door onze stad waren we wel toe aan een hapje en drankje. Keken bij een leuk uitziend wat kleiner Argentijns restaurant onder de naam Santa Maria tegenover de Stopera en een stukje Waterlooplein. Het terras nog half in de zon, het drukke stadsleven om de hoek en altijd mensen of zaken om naar uit te kijken. We zakten neer op de stoelen en kregen een meer dan warm welkom. Onze gastheer heette Henny. Nou is dat voor ons meer een vrouwennaam dan die van een man of wellicht ‘het’, maar deze naamkrijger kwam uit Egypte. Opvallend bij een Argentijns restaurant maar deze broeder was hier al 29 jaar en sprak onze taal maar had vooral ook de Amsterdamse humor diep in de genen.

We voelden ons al snel thuis. Een lekker drankje hielp daarbij en het uitzicht op mensen om ons heen deed dat zeker ook. Daarover later nog eens meer. Hoe dan ook, simpele zielen en dito eten. In dit geval een geweldig stukje gegrilde kipfilet, met het een en ander aan entourage en een van ons gezelschap koos een geweldig fraai gebraden stukje biefstuk. Het werd zonder haast opgevoerd, was bloedheet en smaakte heerlijk. Dat onze Henny daarbij zowel kok als gastheer bleek was een extra stimulans. En zijn opmerking na de vraag of het lekker was, (Ja) dat als we niet tevreden waren hij naar binnen zou wijzen naar de ‘kok’ en als het wel beviel hij graag de credits ontving deden hem in ons hart sluiten. We tafelden nog wat na, kwamen het e.e.a. over hem te weten, hoe hij oprecht was geintegreerd en geen enkele behoefte meer had aan terugkeer naar het Egypte van tegenwoordig en de mensen die daar de dienst uitmaakten. Nee, voor vakantie ging hij liever naar Italie. Veel meer plezier… Hoe dan ook, alles opgeteld en afgerekend gaven we een dikke fooi. De zaak is gezellig, de gastheer (ook een gastvrouw die haar taken ook met plezier deed) geweldig, het eten zonder al te veel fratsen top van smaak en de prijs passend bij het aanbod. Als altijd bekeek ik de (schone) toiletten en inrichting. Hier komen we zeker nog eens terug. Een cijfer van 9.5 zorgt daarvoor. Goed gevuld liepen we met onze vrienden mee naar het CS voor een als altijd afscheid vol mixed emotions. Maar dat lag zeker niet aan dit eetavontuur. Aanrader! (Beelden: Prive)

Katholiek…

Katholiek…

In mijn verhaal over mijn vroege jeugd en de op straat afspelende strijd tussen katholieken en protestanten in die tijd (30-7jl) roerde ik al even aan dat er indertijd wat sociale scheidingslijnen liepen door de straten en buurten van onze wijk of zelfs de hele grote stad. En dat er ook een zeer gevarieerd landschap bestond van katholieke parochies en protestante gemeenten die elk zo hun eigen kerken bestierden en ook nog eens bezig waren met sociale netwerken en voorzieningen die de achter het evangelie of de bijbel aan lopende gelovigen moesten helpen in geval van fysieke of geestelijke nood. Dat katholicisme was overigens in Amsterdam altijd een belangrijke zo niet de belangrijkste godsdienst geweest.

Al heel vroeg in de ontstaansgeschiedenis van de stad vestigden zich kloostergemeenschappen in die toen nog kleine plaats aan de Amstel die mede bijdroegen aan het reilen en zeilen van de toenmalige samenleving. Een wonder zoals dat van de niet verbrande hostie (Stille Omgang) (1345) maakte dat de stad ook voor mensen van buiten de veste aantrekkelijk werd als bedevaartsoord. De katholieke bestuurders werden steeds belangrijker voor de stad en daardoor kregen zij ook de kans om niet gewenste invloeden van buiten te verbieden of keihard aan te pakken.

Zo waren er op enig moment de Wederdopers die naakt door de stad paradeerden en kloosterlingen aanvielen. Zij waren in feite de voorlopers van de latere Lutheranen die niks moesten hebben van de pracht en praal die de katholieken ook toen al kenmerkten. Met die naaktlopers rekende men in de historische stad keihard af. Ze werden opgepakt, gemarteld, gevierendeeld of op spiezen gezet en zo aan den volke getoond.

Waag het niet om….dat kost je het leven. Maar wat later in de geschiedenis kwam ook in Amsterdam de omwenteling tot stand. Protestanten vielen kerken aan, vernielden alles wat ze tegenkwamen, staken kloosters in de brand en verkrachtten of vermoordden alles wat katholiek was en in hun ogen abject. Het katholieke volksdeel moest onderduiken en hield haar missen jarenlang op geheime plekken. Het maakte ook dat de Spaanse koning indertijd deze stad graag wilde innemen om het Roomse geloof weer terug te brengen naar daar waar het hoorde, op een dominante plek. Maar uiteindelijk was het compromis de uitkomst der dingen. Oogluikend lieten de latere protestante stadsbestuurders toe dat de katholieken hun geloof uitoefenden. Na de inname door de Fransen van onze Lage Landen kwam stukje bij beetje de vrijheid voor katholieken weer terug al moest men zich op zijn Amsterdams nog wel wat gedeisd houden. Het was dankzij Willem van het huis Oranje en diens nazaten dat we als stadsbewoners vanaf de 19e eeuw weer een soort godsdienstvrijheid kregen en de katholieke parochies min of meer frank en vrij konden optreden. En dat de kerkenbouw in Amsterdam een grote vlucht nam.

Met dank aan bouwmeester Cuypers en diens nazaten verschenen enorme kerken zoals de Willibrordus Buiten-de-Veste die zorgden dat het aanzicht van de stad een tijdlang werd gedomineerd door hoge torens en enorme aan het Roomse geloof verbonden gebouwen. Daar omheen kwamen de diverse katholieke scholen, zowel voor jongens als meisjes en werd ook een katholieke sociaal netwerk in elkaar gestoken dat goed kon binden. En zorgde dit dat men in eigen kring zou trouwen waar zulks van toepassing was. In de jaren zestig van de vorige eeuw ging met de loskoppeling van de oude normen en waarden ook de invloed van de Kerk van Rome (en die van de protestantse gemeenten) verloren. Mensen kozen voor de Revolutie, het socialisme (al in 1948 was de CPN de grootste politieke stroming) werd de norm en dat linkse karakter raakte de stad sindsdien helaas nooit meer kwijt. Gelukkig zijn er voldoende oude gebouwen en gebruiken die nog zorgen dat deze eeuwenoude geschiedenis te vertellen valt. Want zonder katholicisme had onze stad er heel anders uitgezien. Overigens kwamen later ook de Joden naar ons land vanuit Zuid- en Oost-Europa en namen hun eigen religie mee. Net zoals tegenwoordig iets van 40 andere religies hun plek hebben gevonden in deze stad. En hoe die gaan integreren is nog maar een vraag. Van sommigen is wel bekend dat ze prima opgaan in het liberale Amsterdamse leven. Van anderen weten we nu al dat dit nooit echt zal lukken. Blijft jammer…(beelden: prive-collectie)

Straatvechter…

Straatvechter…

Volgens een van mijn vroegere ‘chefs’ was ik in die paar jaren dat ik met hem werkte, een ‘Amsterdamse straatvechter’ en daardoor nergens bang voor en sloeg ik me met veel bluf dwars door zakelijke uitdagingen die andere mensen uit de weg zouden gaan. Hij zelf was afkomstig uit een of ander boerengehucht en had niet veel op met onze grote stad. De hoofdstad (maar ook Rotterdam of Den Haag) waren voor hem oorden waar je als provinciaals mens niet wilde komen en hij verdwaalde ook steevast als hij dat al een keer deed. De bewoners van die steden waren volgens hem ook uit hetzelfde hout gesneden. Gek genoeg, ik heb daar zelden last van, was de herhaling van die uitdrukking bij vrijwel elke gelegenheid reden om er soms zelf nog eens goed over na te denken.

Ik ben zeker wat je noemt een selfmade-man. In de jeugd vaak de juiste keuzes gemaakt, flink gestudeerd, hard werken bij diverse bedrijven uit allerlei branches, en zo relatief snel carriere gemaakt. Talen leerde ik in de praktijk beheersen. Maakte van nadelen een voordeel en was zeker niet op het mondje gevallen. Dat bracht me wel eens in de problemen, maar die zijn vrijwel altijd op te lossen. Maar een ding is zeker, ik sta voor wat ik zeg en wie mij goed behandelt(de) heeft of had een meer dan loyale gast aan die Amsterdammer. Heeft dat iets van doen met vroeger? Ja zeker. In de straten van Amsterdam-Zuid waar ik opgroeide was het aantal lieden van mijn leeftijd indertijd relatief groot. Je had er zelfs nog een verdeling tussen katholiek en protestant, arm en rijk (nou ja welvarend..), er speelden oude vetes uit de Oorlog een rol en de eerste immigranten (Chinezen) kwamen toen ook al in de straat wonen.

Er waren veel (mkb)bedrijven te vinden met hun eigen dynamiek. De weg naar school was zeer goed beloopbaar. Maar als keurig katholiek kind moest ik dan wel elke dag langs een huis waar protestanten woonden die meenden dat de straat hen toebehoorde. Althans het deel waar zij hun oud-ijzerhandel runden. Diverse keren renden die kinderen uit dat gezin naar buiten als dolle honden zodra wij er langs liepen. En een van hen had de neiging zich sterk op mij te richten. En dan lag ik weer over straat te rollen…voor niks. Dat werd ik op enig moment zat. En nam op een middag uit de grote tuin van de katholieke kathedraal naast onze school een stuk steen mee. Toen de agressieve broeder uit dat gezin weer op me afkwam en me greep ramde ik die steen tegen zijn neus. Kermend ging hij af. Nooit meer last gehad van dat spul. Maakt je dat tot een straatvechter? In letterlijke zin wellicht, maar verder houd ik niet zo van dat geknok. Een scherpe tong en stevige mening helpt meer. Ook in het zakendoen. Maar verder best een aimabel mens hoor. En die chef? Ach, die haalde naar mijn idee zelf vaak de verkeerde mensen naar voren op functies die hen pasten maar de zaak in mijn ogen niet vooruit hielpen. Lang geleden alweer, vergeven intussen. Maar niet vergeten….(beelden: archief)

Overstapjes….

Overstapjes….

Zodra ik ergens een boek vindt over het tramvervoer in Amsterdam ben ik al snel overstag om dit aan te schaffen en meteen te lezen. Een plank of twee in mijn overvolle bieb inmiddels ingericht met allerlei lectuur over dat onderwerp. Vaak technisch van aard, tramtypes, geschiedenis, inrichting lijnen, maar soms ook vanwege de uiterst fraaie platen die men als auteurs maakte ter illustratie. Veelal in combinatie met een decor in onze grote stad dat in die of die vorm vaak niet meer bestaat. U weet wel, renovatie, nieuwbouw, levendigheid van de stad belemmeren of domweg totale sloop. Het is dan ook een fraaie aanvulling als je iets vindt wat je nog niet hebt. In dit geval een boekje uit februari 1989 over de geschiedenis van de befaamde tramlijn 2 tot en met dat jaar. Die geschiedenis startte al eind 19e eeuw met paardentrams zoals het huidige college die anno 2024 ook graag weer teruggebracht zou zien.

Maar een aantal jaren verder werd de lijn langer, elektrificatie het nieuwe toverwoord en de Amsterdamse Omnibus Maatschappij uiteindelijk het GVB. Omdat de stad juist in die periode van de geschiedenis sterk uitbreidde met nieuwe wijken werd Lijn 2 een belangrijke vervoerslijn tussen de wijken in het toenmalige westen van de stad en het Centraal Station. En op basis van die geschiedenis neemt de auteur ons mee op een lijndienst van lijn 2 in foto’s en tekst waarbij hij de grote veranderingen laat zien die deze stad door jaren heen zo teisterden (en nog). Telkens weer veranderingen van straten, rails, inzichten, aanblikken en zo meer. in 144 pagina’s vol foto’s uit verleden en toenmalig ‘heden’ passeren de trams van toen en ‘nu’ in hun element.

We zien stadsgezichten uit de 19e en 20e eeuw. Maar ook evenementen (een beetje voetbalwedstrijd in het Olympisch Stadion, zorgde voor vele meer dan volle trams), maar ook hoe bekende straten van nu ooit als gracht of sloot door het leven gingen. Je ziet ook dat Amsterdam op enig moment altijd wel ‘open’ lag of ligt. En dat de trams dan via via moesten zien hoe ze de eindbestemming bereikten. We zien beelden van besneeuwde straten in Zuid en meteen ook dat anno 1904 de stedelijke bebouwing daar nog weinig voorstelde. Kortom een geweldig tijdsbeeld over een deel van het Mokumse trambedrijf. Met dank aan auteur R.A.M. Platjouw die met een licht humoristische touch een geweldig boekwerkje uit wist te brengen. Hij dankt op de laatste pagina diverse tramliefhebbers en journalisten voor de medewerking en hun beelden. Een ISBN Nummer kan ik nergens ontdekken dus het lijkt een uitgave in eigen beheer. Maar ik ben er blij mee en heb het met veel plezier gelezen. En opmerkelijk, gevonden bij een KLW in de Bollenstreek. Verdwaald, maar uiteindelijk op de juiste plek terecht gekomen….(Beelden: Persoonlijk archief)

Monumenten…

Monumenten…

Maak eens een stedentrip door eigen land en je komt hier links en rechts monumenten tegen. Soms zijn het beelden die passen bij de omgeving. In visserijgebieden kom je vaak in steen verbeelde vissers tegen, ik zag in agrarische omgevingen versteende boeren in allerlei vormen en maten, en als je wat historische gebieden binnen stapt zie je de zgn. ‘helden’ van toen of de bekende vorsten die zich in steen tot in de eeuwigheid laten bekijken. Nu is Nederland niet zo van de herdenkingen of heldenvereringen. Voor je het weet is er weer een of andere actie/pressiegroep die meent dat er op die of die figuur die in de geschiedschrijving van een land een grote rol speelde, best een smetje of meer rust.

Linkse types mekkeren altijd over slavernij of koloniale overheersing. Maar zelfs mensen die in ons eigen land belangrijk waren voor sectoren waar men in die actiekringen een hekel aan heeft worden meteen aangevallen op hun daden. Dat men in de landen waar men graag de eigen inspiratie vandaan haalt veel beelden en monumenten koestert waarmee je goed kunt zien hoe heftig die te keer gingen tegen de eigen bevolking of andere landen knechtten, doet er in de linkse kring niet zo toe. Lenin, Stalin, Mao, allemaal gekoesterd, want tenminste extreemlinks. Dat mag wel, maar figuren uit onze 500-jaar oude geschiedenis van de VOC of zo zijn reden tot actie en protest. Vaten boter op het hoofd die linkse lui.

Zelf zag ik in heel wat landen beelden, monumenten en andere uitingen waarbij lieden werden gekoesterd waar zelfs ik van wist of weet dat ze niet zo fijn in de eigen geschiedenis actief waren. In eigen stad ken ik natuurlijk het beeld van groot schilder Rembrandt op het naar hem genoemde plein. Maar ook dat van Generaal van Heutsz dat tegenwoordig als Monument Indie-Nederland door het leven moet. Dat laatste beeld is wel een voorbeeld van hoe de tijdgeest kan veranderen. Na de officiele onthulling van dat monument in 1934 noemde toenmalig Premier Colijn van Heutsz een man die je mocht vergelijken met Julius Caesar of Alexander de Grote. Hij had namelijk met zijn KNIL een einde gemaakt aan de islamitische opstand in het altijd al als lastig bekend staande Atjeh. Toen het linkse volk daar in de jaren 70 weet van kreeg waren de rapen gaar.

Van protest tot vernieling, van aanslagen op het beeld en allerlei acties werden gehouden om deze moslimhater (..) zijn eerbetoon te ontnemen. Uiteindelijk besloot het linkse college van B en W dat de naam van Heutsz van het beeld moest verdwijnen en een meer neutrale naam aan het overigens fraaie monument gehangen. In veel culturen is een beeld een soort Gouden Kalf. Het past niet bij het geloof daar of de cultuur. Maar zoals al aangegeven, heel wat uitingen van grootheidswaanzin zijn in met name dictatoriaal bestuurde landen te vinden. Zou men daar net zo te keer gaan tegen die uitingen is de kans groot dat men er het leven bij zal inschieten. Niet in ons land. Want Vrijheid van Meningsuiting….Jaja…maar nooit twee kanten van de zaak bekeken. Geldt ook voor van Heutsz. In zijn optreden van toen zat gewoon de opdracht van de regering. Opstand moest onderdrukt. Veiligheid voor de Nederlanders daar vastgelegd. En dat deed hij. Net als de jongens die er later hun dienstplicht moesten verrichten. Wil men wel eens vergeten. Zeker in groepen die wel roepen maar niet wensen te worden opgeroepen. Die krijgen nooit een beeld. Die maken liever selfies…(Beelden: Prive archief)