De wegwijzer…

De wegwijzer…

Voor ooit katholiek opgevoede types zoals ik was Petrus de man van de toegangspoort tot de Hemel. Een mooi beeld vanuit het jeugdig perspectief van een toen nog overtuigd gelovig kind dat er ergens achter die wolken iemand op een oude krakende zetel zat te wachten tot jij in je zielsvorm langs zou komen. Net als miljoenen mensen voor je en even zo velen na jou. En Petrus zou dan na aankomst beslissen over jouw lot. Hij wees de weg naar drie opties (katholieke geloof is daarin uniek..). Je kon meteen door de Hemelpoort en kwam aan de zijde van Christus en diens vader in een goddelijk paradijs terecht. Nooit meer zorgen, altijd licht. Wat je daar als zielsgelukkig mens mee moest weet ik niet, maar voor een kind was het aardig overtuigend om tenminste een soort van net leven te leiden.

Had je de pech dat je met foute vrienden omging of dat je te veel hield van vleselijke lusten dan wel materiele zaken, was de kans groot dat Petrus je terug verwees naar het zogeheten Vagevuur waar je een soort stoomcursus netheid en gelovig zijn kon ontvangen, opgelegd door overleden nonnen of engelen die stage liepen daar. Mocht je dan berouw tonen en je alsnog wijden aan dat wat God van je verlangde ging je in tweede termijn weer terug naar Petrus en deed die de deur naar optie 1 voor je open. De derde verwijzing was de ergste. Dan was je pas echt een zondaar geweest en stuurde Petrus je rechtstreeks naar de Hel. Een vurige optie en geen weg meer terug.

Voor ons kinderen was dat best iets om bevreesd voor te zijn, want ook wij deden wel eens dingen die niet konden. We waren brutaal tegen onze ouders of we aten geen spruitjes…. Later begreep ik dat die Hel vooral bedoeld was voor hen die op joden hadden gejaagd tijdens de oorlog, hun vrouwen hadden vermoord, alleen maar bezig waren geweest met mensen afzetten en bedriegen maar vooral ook dat geloof overboord hadden gemikt en waren gaan leven volgens de normen van de Duivelskerk. De knoet zat er aardig op bij de katholieken en nog steeds staat die Petrus spreekwoordelijk voor de poort tot de Hemel. In werkelijkheid was hij de rots waarop Christus zijn nieuwe kerk zou bouwen. De man was een van de 12 apostelen, verloochende zijn meester bij diverse confrontaties met vijanden van Jezus maar werd uiteindelijk tot de allereerste Paus van het nieuwe christelijke geloof. En dat nog tijdens de dagen van de wrede Romeinse keizer Nero.

Niet meteen de fijnste periode in de menselijke geschiedenis. Daarnaast heette die Petrus vroeger ook nog Simon of Simeon, dus deed aan identiteitsfraude. Neemt niet weg dat hij binnen de grote Kerk van Rome een bekende naam is geworden en de centrale basiliek in Vaticaanstad naar hem is genoemd. Na hem kwamen diverse (al dan niet zelf benoemde) Pausen op de christelijke troon, velen van hen zijn ons nu onbekend. Petrus zelf kwam gruwelijk aan zijn eind, want het christelijke geloof was toen nog niet meteen goed ingevoerd bij de Romeinen. Neemt niet weg dat hij wellicht toen al die troon in kon nemen en zijn moordenaars als eerste daders naar die beruchte Hel heeft gestuurd. Blijft een mooi verhaal zoals er vele zijn in de beste katholiek/christelijke tradities. Ik zelf raakte als jong ventje van het gelovige spoor af toen ik ontdekte dat er op Aarde wezens rond liepen die vaak heel aantrekkelijk waren en waarmee je ook een heleboel lol kon maken. De gang naar de kerk werd minder en minder. Dan is het wel duidelijk waar ik wellicht ooit zal eindigen. Dan maar hopen dat die stage lopende engelen er zijn om me een bijspijkercursus te geven. Mocht ik de kans krijgen zal ik dat dan laten weten. Kans is klein, ik weet het, maar toch. Voor nu…ik hoop dat eenieder dit blog leuk genoeg vond om het te lezen…. (Beeld: Internet/prive)

Over reizen en embargo’s…

Over reizen en embargo’s…

https://youtu.be/gVe0LUKCOnI

En nu ik het toch heb over het volgen van Youtubers, ik heb er nog een die me al een paar jaar bezig houdt. Dit keer gaat het om een Russische vent die mij laat genieten van zijn wekelijkse bijdragen. De man vliegt van hot naar her en heeft als uitgangspunt St.-Petersburg in de huidige Russische federatie. Zijn job maakt het kennelijk nodig dat hij van de ene hoek van dat gigantische land reist naar de andere. Het vliegtuig zijn standaard vervoer, maar waar het niet anders kan (en dat is uitzonderlijk in het land van Poetin) stapt hij op een veerboot of in de trein. Maar hij legt alles zeer gedetailleerd vast op goed digitaal beeld.

Je komt op vliegvelden waar je soms nog nooit van hebt gehoord met niet veel meer dan 1 wekelijkse vliegverbinding als levenslijn met de bewoonde Russische wereld. Hij stapt in obscure ex-Sovjet toestellen van 50-60 jaar oud die nog steeds dienst doen, reist in oude helicopters die oorden ontsluiten die anders echt helemaal afgesloten zijn van de rest van de wereld. Maar hij gaat ook op reis naar landen die niet zo 1.2.3 bereikbaar zijn voor inwoners van dat Russische Rijk sinds de invasie van de Oekraine.

Als een ding bewijst dat de huidige boycots van Rusland niet helpen dan wel deze filmpjes. Onlangs vloog hij met zijn alles registrerende camera naar het Verre Oosten en deed dat via Armenie, Turkmenistan en dan richting Maleisie. Terug via Dubai en Turkije. Die boycots hebben als je goed kijkt ook geen effect op de vulling van de winkels op de diverse luchthavens die de revue passeren. De grote velden bij Moskou of Petersburg zitten vol luxe goederen en die komen ook of vooral van de bekende westerse merken. Ik denk dat er heel wat landen zijn die qua moraal boter op de bol hebben en gewoon spullen leveren en er aan verdienen.

Ook veel westerse vliegtuigtypen in dienst van Russische bedrijven maar eigendom van westerse verhuurders vliegen nog steeds rond. Al is er hier in het westen wel wat kritiek op de staat van onderhoud. Bij deze filmer zie je soms hele rijen westerse toestellen die buiten gebruik zijn gesteld, maar er vliegen nog voldoende Boeings en Airbussen of Embraers rond om alle geplande dienstverlening te garanderen. En de Turken en Arabieren plus Chinezen figureren als vaste klanten op veel filmpjes van deze veelvlieger. Zegt veel over welke landen zich houden aan die boycots.

Onlangs kreeg hij als individu een prestigieuze prijs. Blogger/Vlogger van het jaar in zijn segment. Terecht, want hij is iemand die jou als kijker vooral laat genieten van zijn trips, hij vertelt hoe de service aan boord is, welke vliegtuigen er worden gebruikt, hoe transfers verlopen, wat de kosten zijn en zo meer. En met succes, want zijn account (PoletMeAvtnvideos) kent 177.000 volgers. Dat is niet mis. Maar terecht. Ik volg hem nu ook al een tijdje en ben telkens onder de indruk van dat ruige luchtvaartlandschap in zijn thuisland. In eerste instantie koos hij vaak heel bijzondere bedrijven uit die nog vlogen met oude Antonov’s, Tupolev’s of Yakovlev’s, de keuze daaruit is nu heel schaars geworden. Want net voor die boycots van de westerse landen werden veel van die stoere Russische toestellen opgelegd omdat men vrij toegang had tot de eerder genoemde vliegtuigen uit onze streken. Nu dat veranderd is worden nieuwe Russische vliegtuigen ontworpen en gebouwd waarmee men wederom het eigen vliegverkeer wil uitbouwen mochten de moderne exemplaren uit het westen feitelijk niet meer luchtwaardig zijn bij gebrek aan onderdelen. Al is wel te zien dat men soms die belangrijke onderdelen leent van toestellen die zijn opgelegd. Hoe dan ook, deze Youtuber laat het allemaal feilloos zien en ik raad hem graag aan. Ook als je niet veel op hebt met vliegtuigen. Want ook zijn beschrijvingen van steden, treinen, metro’s of bussen die hij bezoekt of benut zijn de moeite waard. Hij is zelf nooit in beeld. Bescheiden man, grote indrukken. En dat onderscheidt hem… (beelden: PoletMe/archief/internet )

Alleskunner…..

Alleskunner…..

Terwijl ik dit blog schrijf faseert de Nederlandse Luchtmacht haar laatste F-16’s uit. Een vliegtuig dat het langer vol heeft gehouden dan vooraf wellicht bedacht en meteen ook een groot compliment voor de ontwerpers. Niet zoals tegenwoordig door sommigen gedacht Lockheed-Martin, maar General Dynamics, het vroegere Convair.

De F16 werd al in de jaren 70 ontworpen en vloog voor het eerst in 1973. Het was een toestel voor alle taken die normaal door diverse militaire toestellen moesten worden uitgevoerd. En de kist werd uitgebreid getest tegen o.a. de tweemotorige Northrop YF-17 waarvan de eenmotorige F-16 het uiteindelijk won.

Zo kwamen er flinke orders binnen van de USAF maar ook van de meeste Europese landen. Een deel van die productie liep via Fokker wat zorgde voor de nodige compensatie voor de bedragen die ook Nederland ging besteden om die F16 in de luchtvloot te krijgen. In 1978 begon de productie, en het toestel bleek wereldwijd een enorme hit. De piloot zat niet rechtop in zijn cockpit onder de grote glazen kap, maar leunde iets achterover. Daarbij had hij geen stuurknuppel meer in zijn hand maar een joystick wat zorgde dat de machine veel nauwkeuriger te vliegen viel.

Bochten nemen met 9g was nu mogelijk en door de half liggende positie van de piloot hield die dat ook nog even vol. De prestaties van de F16 waren zodanig dat de machine ruim 2000km/u snel kon zijn, 1250km ver vloog op een enkele brandstoflading en ruim 15km hoog opereerde. Daarmee was hij op dat moment elke vijandelijke machine de baas. De opwaardering van een krijgsmacht met de super inzetbare machine als deze maakte de slagkracht ook zodanig dat de ‘vijand’ zich wel even bedacht voor deze iets akeligs zou bedenken.

De F16 kon ook als jachtbommenwerper worden benut, als verkenner en was er ook als leskist aangeduid als F16B. Nederland was erg tevreden over de F16 en deed diverse tussentijdse updates om de vloot bij de tijd te houden. Maar door de jaren heen moesten deze straaljagers ook optreden in conflicten en op plekken waar ze extra leden onder de omstandigheden. F16’s deden dus in dienst van de gebruikers ook echte oorlogstaken. Zo vlogen ze boven voormalig Joegoslavie, maar ook op andere plekken waar ze niet voor de gein aanwezig waren maar voor het eggie. Intussen zijn er ruim 10 verschillende uitvoeringen bekend van de F16 en worden ze nog steeds nieuw gebouwd. Tweedehands kisten gaan grif van hand tot hand. Een deel van de Nederlandse vloot vond elders een weg en de route via de Balkan naar Oekraine zal daarbij het meest bekend zijn. Voor dat land is die F16, tweedehands of niet, een enorme stap vooruit bij de bestrijding van de Russische Luchtmacht. Niet voor niets is Poetin boos over de levering. Intussen is bij ons de F35 Joint Strike Fighter de vervanger geworden voor de F16’s. Nog geavanceerder wellicht, krachtiger en tot nog meer in staat. Maar die F16’s gaan we nog missen…. Gelukkig staan er links en rechts wat in musea. En vliegen er nog zoveel in de wereld (bijna 10.000 stuks geleverd) dat ze nog wel wat decennia zichtbaar zullen zijn. (Beelden: archief)

De zoektocht…

Tuurlijk had zij meer dan genoten. Het leven was haar goed gezind geweest. De liefde was haar met de paplepel ingegeven, van jongs af aan. Haar lijf was fraai (ze keek als jong kind al in de spiegel en telde dan die observatie op bij wat haar moeder tegen haar zei), het functioneerde prima, de glans van haar huid, blonde haren en de juiste genen deden hun werk. Op school al geliefd bij de jongens, maar ook de nodige vriendinnen. Toen Marcel op haar pad kwam wist ze dat ze de ware liefde had gevonden. Maar na een tijdje werd alles wat saai met hem. Nooit eens iets bijzonders, nooit een andere houding, altijd die paar minuutjes….en verder werken voor hun spaargeld…. Nee, dan Karel. Een stoere vent uit de straat die ze tijdens het sporten had leren kennen. Die verving Marcel en leverde haar een paar zeer bevredigende jaren op. Ze voelde zich vrouw als geen ander en hij schonk haar twee kinderen. Was hij haar trouw gebleven was ze bij hem tot het einde der tijden onder dak geweest, maar helaas. Freek was de derde man aan wie ze haar vertrouwen en lichaam schonk. Een beetje zoals Marcel, niet te veel hoogtepunten, maar die wist ze voor zichzelf wel te vinden. Tot ze tijdens een vakantie in Spanje Manuel tegenkwam. En die ‘viel op blonde vrouwen’. Blind van verliefdheid ging ze voor die charmante Spanjaard die haar al snel in zijn web wist te krijgen en helemaal ingesponnen hield. Later bleek dat hij zo jaloers was dat ze er extra blauwe ogen aan overhield. Ze vluchtte terug naar Nederland en nam haar kinderen weer onder haar hoede. Even geen gedoe meer met verkeerde mannen…..Maar ja, dat gevoel, die drang, dat willen weten of die ideale man bestond. En uiteindelijk moest ze toegeven dat dit niet zo was. Alles wat daarna haar huis en bed bezocht bleek weliswaar vaak goed in het een of ander, zelden dat totaalplaatje met rapportcijfer 10 te bieden. Maar ze kon er mee leven. Ze werd ouder, verstandiger vond ze zelf, kocht zich een flatje ergens in een mooie wijk van een provinciale stad en vond meer bevrediging bij het inrichten en genieten van het uitzicht dan van andere zaken. Rust kwam over haar, ze had genoten. En keek met een tevreden glimlach naar buiten…. Op straat zag ze een blonde vent…breed geschouderd…mooie loop. Snel trok ze haar sneakers aan, een strak t-shirt en rende naar beneden. Je wist immers maar nooit….op straat keek ze rond en zag nog slechts zijn gestalte in de verte……

Ridder Brandewijn rukt op…

Ridder Brandewijn rukt op…

Toen ze de donkere nacht op die heuvel hadden doorgebracht zonder echte incidenten, maakte Ridder Rogier zich op voor een volgend gevecht met de bende van Bart Boverie.

Zijn verkenners, mensen die hij had aangewezen (..) om te zien waar de bende zich in het bos ophield, meldden hem dat Boverie zijn mannen had gegroepeerd en naar het oosten was weggetrokken. Ridder Rogier wilde nu eens en voor altijd een einde maken aan de overvallen en bedreigingen door die bende en met name de aanrandingen van al dan niet edele dames in de door hem bestuurde bossen. Dus gaf hij zijn mannen opdracht om weer in gevechtsformatie voorwaarts te gaan. Heuvels af, dwars door het woud van Rozendael en Kleef richting Cranenburgh waar hij de bende vermoedde. Na een dagmars kwamen ze aan bij de open vlakten voor de grote rivier daar en zochten ze aan de rand van het woud de horizon af of ze mogelijk de mannen van Boverie konden zien bewegen. En dat was zo. Niet ver van de oevers van de rivier zagen ze kleine gestalten die bezig waren met een vlot om zo het water over te steken richting vermeende veiligheid. Ridder Rogier gaf zijn mannen opdracht om zo snel als mogelijk was ook die kant op te rukken en de wapens gereed te houden. Maar Boverie had hen in de gaten en legde een verdedigingslinie aan bij de oever van de rivier. Zijn mannen verschansten zich in het struikgewas en wachtten het kleine leger van Ridder Rogier daar op. Maar die kreeg nu met zijn ervaring in dit soort gevechten toch al snel een tactisch overwicht. Zijn in de breedte opererende mannen kwamen nu op Boverie en zijn troep af en beletten diens eventuele aftocht over land. Alleen de rivier was nu de vluchtoptie voor de schavuiten van deze bendeleider, en die rivier stroomde zo snel dat zwemmen geen optie was. Van links en rechts sloten de mannen van Rogier Brandewijn de verdedigingslinie van Boverie in en Ridder Rogier ging in het midden recht op zijn doel af. Ondanks zijn eerder opgelopen verwondingen was hij vastbesloten, er kwam hier en nu een einde aan de terreur van deze bandieten. Maar de in-slechte Boverie gaf zich niet zo maar over. Een regen van pijlen daalde op de troepen van Ridder Rogier neer, en de eerste mannen van zijn groep vielen. Daarna deed Boverie een uitval om zo een uitweg te forceren. Maar dat was geen optie voor onze ridder, hij en zijn mannen maaiden met hun zwaarden en speren en doodden of verwonden de meeste schavuiten van de slechtste soort zodat alleen Boverie en een paar getrouwen over bleven. Ridder Rogier stapte van zijn paard, nam zijn zwaard stevig ter hand en ging de confrontatie aan. Een intens en bloedig gevecht ontstond. Boverie was een taaie tegenstander en was in staat om onze ridder flink wat sneden en blauwe plekken toe te brengen, maar verloor zelf op enig moment zijn hand en een oor. Toch vocht hij met de moed der wanhoop door. Tot hij met een gerichte steek in het hart werd overwonnen. Daarna gaven de paar boeven uit zijn troep het op en werden gevangen genomen. Omdat ze van de slechtste soort waren geweest maakte Ridder Rogier korte metten met ze. Zijn mannen hingen de meesten op aan de paar bomen die het landschap aan de rivier bood en ze in het zicht brachten van de dorpelingen aan de overkant van de rivier. Cranenburgh zou nooit meer toevluchtsoord zijn voor mensen als Boverie en zijn mannen. Toen ze terugreisden naar het eigen kasteel hoorden ze de weduwen en kinderen van de bandieten wenen. Maar dat deerde Ridder Rogier niet. Die dacht aan wat hem thuis wachtte…… De de paar kerels die hij als gevangenen mee zou nemen waren bedoeld als een soort wraakoefening voor thuis zodat de dame in kwestie kon zien hoeveel hij voor haar over had gehad.

Ridder Brandewijn in gevecht…

Ridder Brandewijn in gevecht…

Na een dagmars van twee etmalen bereikte het gezelschap mannen rond Ridder Brandewijn de streken waar ze de schurken verwachtten te vinden die het reizigers vaak zo lastig maakten.

Het bos bij Rosendael was in nevelen gehuld, de zon liet zich niet zien. Ridder Rogier zette een gevechtsformatie uit waarbij zijn mannen in een soort ruit verdeeld het bos in trokken waarbij hij in het centrum te paard de lakens uit kon delen. Met deze manier van opereren was hij in het Heilig Land vertrouwd geraakt en het bleek effectief om de daar optredende Mohammedanen aan te pakken. Zijn opdracht was ook nu om stil te zijn voor zover dat kon om de vijand niet te alarmeren. Toen ze via de glooiende hellingen steeds hoger het terrein inkwamen waar ze de dievenbende van de roverhoofdman vermoedden was het enige wat ze daar tegenkwamen een enkele ree of everzwijn. Normaal zouden ze daar jacht op maken, maar gezien de omstandigheden was dat minder handig. Op de terugweg konden ze alsnog wel zorgen voor verse buit. Terwijl hij nog even ging verzitten hoorde hij dat de linkerflank van zijn groep met geraas in de val was gelopen bij de beruchte bende. Een gevecht brak uit.

Maar Ridder Brandewijn wijzigde zijn strategie niet. Hij hield de formatie in stand, beducht als hij was dat meer van die boeven ineens vanuit hun schuilplek de aanval zouden kunnen openen. En dat klopte. Met een hoop gebrul stortte een man of tien zich op zijn voorste linie en op hem zelf. Ze waren aan het oog onttrokken geweest door het lage struikgewas en waren daarmee dus in het voordeel. Hij trok zijn zwaard en ging met zijn paard in galop op de eerste vechtersbazen af. Zijn eigen mannen waren al in een dodelijk gevecht gewikkeld met de lieden die hen hadden aangevallen, Ridder Rogier sloeg met zijn zwaard in het rond en merkte meteen dat hij effect bereikte. Hier sneuvelde een arm, daar een hoofd, het zwaard dat het heilig land had helpen bevrijden deed hier ook waarvoor het was gemaakt en hij kon er goed mee overweg. Het leek op enig moment of hij snel orde op zaken kon stellen, het gekerm van gewonden en het vele bloed deed hem dat ook geloven.

Maar toen werd ook hij getroffen door een pijl die hem weliswaar niet ernstig verwondde, wel van zijn paard smeet. Op de grond liggend was het voor de ridder in zijn zware uitrusting lastig om overeind te komen en de eerste hem vijandige mannen kwamen al op de liggende ridder af om hem de doodsteek te geven. Steunend op zijn zwaard lukte het hem overeind te komen en die aanvallers van zich af te slaan. Dood en verderf zaaide hij, al prikte het bloed hem in de ogen van diverse wonden die ook hij opliep door het gevecht. Toch bleek na wat uren leken te zijn, dat zijn mannen orde op zaken hadden gesteld en dat ze ook gevangenen hadden kunnen nemen. Maar tevreden was hij niet. Want de aanvoerder van de troep was er niet bij. En dat was slecht nieuws. Van zijn mannen waren er drie gedood, diverse gewond geraakt en ook hij zelf had last van zijn kwetsuren. Gelukkig bleek zijn paard niet gewond en in de buurt. Toen de laatste aanvallers waren gevlucht besloot Ridder Brandewijn om het hoogste punt in het woud op te zoeken en daar kamp te maken. De gevangenen werden aan zijn paard gebonden en moesten meelopen in zijn tempo. Als ze daarbij vielen sloegen zijn mannen er op los en stonden die lui wel weer op. De avond viel, het woud begon vreemde geluiden te maken. Tijd voor een kampvuur en verzorging van de wonden. De strijd was nog niet gestreden…. De gedachte aan de blonde deerne in zijn kasteel hield hem op de been….morgen weer een dag….

Stemmen..

Stemmen..

Als alles goed gaat mogen we dezer dagen op een of andere manier stemmen voor de nieuwe Tweede Kamer. Indirect gaan we dan ook beslissen over de samenstelling van een nieuwe regering.

Die samenstelling hangt voor een belangrijk deel toch af van onze burgerlijke keuzes. Stemmen we massaal centrum-rechts? Krijgen we dan ook een bijpassende regering? Of doet Rutte opnieuw waar hij zo goed in is? Maling aan de mening van het volk en het roer naar links?! Volgens veel recente peilingen blijven we als volk wel massaal op de VVD stemmen. Een partij die ons door heel wat crises heeft geleid maar waar in de loop der jaren heel wat mensen verdwenen onder de druk van al dan niet heftige schandalen of politiek gebrek aan inzicht. Vooral Rutte is het gezicht van die VVD en zijn huid lijkt gemaakt van teflon. Alles glijdt van hem af. En goed politicus wellicht en ook in Europa aardig meepratend op enig niveau. De vroegere rechtervleugel van de VVD werd onder Wilders een aantal jaren terug de PVV. Een partij die veel zaken uit het partijprogramma van de vroegere VVD uitvergroot. Geen onnodige immigratie meer, de EU een wanproduct vinden, de islam een groter probleem dan welk milieu-issue ook. Maar ook een partij die heftige standpunten ook stevig neerzet. Spreekt veel mensen aan, maar niet iedereen natuurlijk. De paragraaf over de zorg in ons land is bij de PVV linkser van aard dan bij de traditionele stromingen met die naam.

Wilders intussen een jaar of 16 lang hevig bedreigd door moslimterreur of links-extremisten, maar zelf aangeklaagd om zijn uitspraken over criminele Marokkanen, waarbij de rechtszaak werd aangejaagd door vooral linkse lieden. Politiek kent zo haar valse kantjes…

Het CDA wil onder Hoekstra geen zaken doen met de PVV. Kan ook niet want het zou de partij totaal verscheuren. Ook daar vindt je linker- en rechtervleugels. Ooit was dit per definitie de regeringspartij van het land, maar na Balkenende kwam het niet meer goed met de Christen-Democraten. Ik vind zelf die Hoekstra geen goede lijsttrekker. Hij blunderde op het dossier KLM, en dat geeft weinig hoop voor andere onderwerpen.

Het CDA is vaak wel een redelijk nette partij, maar bepaald niet van smetten vrij waar het schandalen betreft. Een ronduit abjecte stroming vind ik zelf D66. Een partij die elk eigen kroonjuweel opofferde voor de regeringsverantwoordelijkheid, anderen op vreselijke manier de maat neemt maar veelal emmers boter op het hoofd heeft waar het zaken betreft rond immigratie en milieu. Lijsttrekker Kaag is niet mijn type, ik vind het een beetje een boze stiefmoeder. En haar opstelling in het conflict tussen Israel en de buurlanden of Palestijnen is op zijn zachtst aardig partijdig. Draaikontenpartij dus. GroenLinks heeft mijn sympathie al helemaal niet. Enge namaak-socialisten mengen zich daar met extremistische milieuwappies en anarchisten. Klaver is een copy-paste lijsttrekker die speeches over nam van Obama en Trudeau en zichzelf het verheven type leider vindt van een stroming die altijd gelijk moet hebben. Nee, dan heb ik meer met Lilian Ploumen. Lieve dame om te zien, maar geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, Hoewel ik met de PvdA weinig op heb als stroming hebben ze wel een stel goede bestuurders in huis. Waarvan er twee zelfs uit allochtone kring. Abouthaleb (gepokt en gemazeld in Amsterdam) en Markouch. Als je die lui hoort spreken over rellen of extremisme weet je dat je wel met kenners van de cultuur te maken hebt en dat zij nog sterker dan sommige Nederlandse bestuurders geen blad voor de mond houden in hun commentaren of aanpak. Ik ben ook die geweldige PvdA-burgemeester v.d. Laan in onze stad niet vergeten. Voordeel van de twijfelpartij natuurlijk.

De Christen-Unie dan. Hoewel de Bijbel voor hen leidend is, merk je daar in de dagelijkse gang der dingen weinig van. Veelal goed communicerende en ter zaken kundige politici. Constructief in de kabinetten waar ze in zitten en ook in de kamer een goede vent als fractievoorzitter, Zeegers! Maar oei wat verkondigt die man soms twijfelachtige feiten en meningen. Gij zult niet liegen is een gebod dat hem vreemd is. De SP onder kameraad Marijnisse vind ik zelf een beetje een lastige. Conflicten binnen de partij worden op communistische wijze weggewerkt, maar ik vind haar als leider van de fractie te weinig strikt om er een goed gevoel bij te krijgen. Ben je als arbeider goed af met die club?? Ik weet het domweg niet. Geldt ook voor DENK. Afgevallen PvdA-ers runnen daar de tent met toestemming vanuit Ankara en Marokko. Goede praters, maar de dubbele agenda maakt mij meer dan huiverig. En dan FVD van Thierry Baudet. Wat moet je daar nu van zeggen. De man is een egocentrische kakelaar vind ik zelf en de chaos in de partij zegt wel iets over zijn leiderschap. Dan is afsplitsing JA21 van Joost Eerdmans een beter alternatief. Bij de Partij voor de Dieren vinden we vooral hen die links van Groenlinks in het politieke spectrum een stem willen laten horen. Veelal in de marge van de macht, maar wel met een bewuste stevige en soms ook wat extremistische boodschap. Zelfde geldt voor de SGP waarvan ik de vertegenwoordigers wel altijd moet nageven dat ze ter zake kundig zijn en qua uitingsvorm veel aan de kerkelijke voorgangers te danken hebben gehad. Maar ook altijd een relatief kleine stroming waar de Bible-belt zich thuis bij voelt. In de hoek van de splinters vinden we verder nog Henk Krol die van 50Plus naar allerlei anders stromingen overstapte maar de indruk wekt toch vooral voor zichzelf in de Kamer te zitten, net als een stuk of wat andere lieden die andere partijen verlieten om op eigen houtje iets van een uniek geluid te laten horen. Nieuw zijn ook wat meer extremistische groepen als BIJ1 die slechts uit zijn op gratis geld voor bepaalde groepen in de samenleving voor wie de frustratie groter is dan de wil om met hard werken te komen tot een bestaan in dit land. Ik hoop oprecht dat die lui en nog wat anderen met min of meer dezelfde insteek niet worden verkozen. Het landschap is al aardig divers. Wellicht is een kiesdrempel voor minimaal 5 zetels een optie in dat opzicht. Geeft een stuk rust. Rust die ik u als meninggever graag uitdeel voor uw keuze. Stem wijs, overtuigd, maar stem! Dat is ons grondrecht en dat moet je niet laten verlopen…

Lekkere Dordtse hapjes…

Onze Zuid-Hollandse vriendjes namen ons op een mooie dinsdag in augustus mee naar het altijd leuke centrum van Dordrecht. Leuke winkeltjes, havens, oude schepen en dito panden. Zeer de moeite waard. Een van hun tips volgden we met veel plezier. Een bezoek voor koffie en iets lekkers bij de in Dordrecht bekende maar ook befaamde patisserrie & lunchroom v.d. Sterre. Gelegen in een zijstraat van het centrum, de Vriesestraat, zit deze zaak op nummer 97. Relatief bescheiden aan de buitenkant, verrassend ruim van binnen. Ook in deze lastige tijden met dat heersende virus en zo, meteen welkom geheten en een tafel uitgezocht die paste voor ons viertjes. Geen echt gedoe. Men serveert hier de meest lekkere hapjes, maar hun specialiteit is een zelf bedachte lekkernij, de Appelmarijn.

Een krokant gebakken taartje met appelsmaak. Bedacht door eigenaresse Marijn v.d. Sterre. Althans zo is het verhaal. Ik nam als enige de variant met slagroom, zalig, maar het kan ook nog met ijs er bij. Je eet er de vingers bij op. Ook de andere gebakjes waren heerlijk zo bleek wel uit het commentaar van de tafelgenoten. Thee en koffie van goede kwaliteit. Toiletten keurig verzorgd, een winkel om trots op te zijn en ook nog eens met een klantvriendelijke en plezierige bediening. Kijk, naam en faam bouw je zo op, het vasthouden is een extra ding en dat hebben ze hier in Dordrecht goed begrepen. De zaak dateert al van 1891. Dat zegt ook wel iets. Goede kwaliteit, prima service, redelijk van prijs. We hebben dat in Dordrecht wel eens anders beleefd. Aanrader dus! Als je daar een keertje bent, gewoon even Googlen en genieten. Zelfs in deze lastige tijden een dik verdiende 9,5! (Beelden: Yellowbird archief)

Angie Dickinson – kent u haar nog?

Zo af en toe krijg ik ineens een soort brain wave en moet dan zomaar ineens denken aan intussen vergeten filmsterren. Vaak vrouwen, die maken nu eenmaal meer indruk op me dan mannen, u wilt me wel vergeven in deze gender neutrale wereld anno 2019. De naam die me onlangs te binnen schoot was die van Angie Dickinson. Een in haar hoogtijdagen erg interessante en knappe verschijning die heel wat films met haar persoonlijkheid vulde en ook in series de nodige rollen mocht spelen. Geboren in 1931 is ze nog steeds levend en wel en dus intussen 88 jaar oud. Dickinson dankt haar achternaam aan haar eerste echtgenoot. Dat was een American Footballspeler. Ook in die periode nam ze acteerlessen en startte haar carrière. Als je ziet in welke series en films ze allemaal speelde duizelt het zowat. Ongekend. Ze was opvallend omdat ze ondanks haar uiterlijk weigerde om typische blondevrouwenmetweinighersens te spelen. Ze had een afkeer van het type Marilyn Monroe of Jayne Mansfield. Niet zo gek als je weet dat Dickinson in haar jonge jaren een graad in ‘handelswetenschappen’ behaalde. Inhoud wilde ze, charisma had ze.

Haar doorbraak voor de TV behaalde ze in de serie ‘Police Story’ die later een spin-off kreeg met haar in de hoofdrol. Vier jaar lang was ze in die reeks (Police Woman) te zien. En ze bleef actief als actrice tot het begin van deze eeuw. Later deed ze nog mee in een soort liveshow waarin mensen tegen elkaar pokerden. Als goede pokeraarster voelde ze zich daarin prima op het gemak. Dickinson was tussen 1965 en 1980 getrouwd met Burt Bacharach waarmee ze een dochter kreeg die helaas leed aan allerlei aandoeningen en zichzelf in 2007 van het leven beroofde. Haar echt allerlaatste rol speelde ze op 76-jarige leeftijd in Mending Fences, een Tv-film. Daarna werd het stil om haar persoon. Je kunt je voorstellen dat ze na het overlijden van haar kind ook geen zin meer had. Daarbij zijn oudere actrices ook niet meer zo gevraagd in het moderne mediawereldje. Angie Dickinson, wie in de jaren zeventig tv keek zal haar wellicht nog kennen als Leann ‘Pepper’ Anderson. Een ook in ons land uitgezonden serie met haar in de hoofdrol. Of ze daarna nog bij de gemiddelde Nederlander in de herinnering is gebleven is de vraag. Een vraag die ik met dit verhaaltje even trachtte in te vullen of beantwoorden. (Beelden: Internet/Wiki)

Leven met de Vliegende Pijl – 26 – Klantenkring en kwaliteit!

Skoda kende als merk een bijzondere klantenkring die je voor een deel kon opsplitsen in de periode van voor de verplichte APK (1983) in ons land en die van daarna. Het Tsjechische merk had in die eerste jaren vooral politiek principiële of sterk prijsbewuste rijders. Mensen die net als ik zelf indertijd gingen voor het merk, er ook iets mee hadden. Soms koos men dan voor het Tsjechische merk vanuit overwegingen waarbij ook het Russische Lada of Scaldia een rol speelden. Communistische sympathieën kwamen soms ook voorbij, maar vooral toch die financiële overwegingen. Wie nieuw wilde rijden en niet al te veel eisen stelde aan zaken als imago of wegligging had er in die periode een prima auto en merk aan. Dat werd compleet anders toen de APK-keuringen in ons land werden ingevoerd aan het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Mensen met een Franse of Italiaanse auto die meenden dat hun vlotte of modieuze auto nog jaren mee kon ontdekten toen tot hun schrik dat veel van die wagens na een paar jaar gebruik al compleet verrot waren en die jaarlijkse verplichte technische keuring niet meer door zouden komen. Het waren vooral ook mensen die best wat spaargeld hadden of in de huizenhausse uit die dagen geld hadden overgehouden dat ze via een persoonlijke lening of zo konden besteden aan een nieuwe auto. En dat zorgde voor veel nieuwe klantenaanwas voor het Tsjechische merk. Voor veel van hen was het dan soms wel wennen aan de bijzondere eigenschappen van die toenmalige Skoda’s. Zwaarder sturen (tot en met 1984 worm en rol stuur) plus toch ook de zijwindgevoeligheid die hoorde bij het concept van de motor achter, het soms matige starten als je de gebruiksaanwijzing niet had gelezen, allemaal dingen die men soms niet gewend was. En de gebruikersklachten stegen daardoor soms wel. Sommige Skoda-klanten meenden oprecht dat ze een Mercedes-Benz hadden gekocht voor een prijs die nu nog steeds belachelijk laag is. Omgerekend E. 3.400,- kostte toen een splinternieuwe S-105S en dat was dus best goedkoop. Zo goedkoop, dat Skoda er ook trots mee adverteerde. En strijd leverde met het Russische Lada om wie nu wel de goedkoopste auto van Nederland kon verkopen. Imago telde daarbij wat minder, lage kosten ook. Maar helaas waren al die Oost-Europeanen in de dagelijkse situatie net als veel westerse tegenvoeters met een lage prijs, niet zo goedkoop als ze leken.

Waren die Skoda’s dan nog best redelijk betrouwbaar, je kwam ondanks de genoemde praktische punten meestal wel op de plek van bestemming aan. Bij Polski-Fiat/FSO of Dacia was de kans dat je door mechanisch falen niet aankwam veel groter. Vooral die Poolse wagens blonken negatief uit door grote technische problemen. Veroorzaakt door de slechte lagers die de Polen gebruikten in de toch ook al erg oude en in licentie gebouwde Fiat-motoren. Versnelling- en cardanassen, motorblokken, alles liep in de soep bij die auto’s en daarbij had je dan ook nog het probleem van de vele elektrische defecten. De klanten voor juist dit soort wagens kwamen veelal uit andere Oost-Europese of Italiaanse modellen, waren wel iets gewend op dat punt, maar dit was wel erg vervelend. Nog een geluk dat wij er zo weinig van verkochten… Ik beschreef ze al eerder. De Hyundai’s van de eerste generatie die wij een tussen 1978 en 1983 verkochten waren technisch goed in orde. Daar vond je mechanisch geen echte problemen. Maar in tegenstelling tot wat we bij Skoda gewend waren, roestten die Koreaanse karretjes letterlijk zowat al in de showroom. Het was soms verschrikkelijk en je moest wel heel veel geluk hebben wilde die auto’s een jaar of zes mee gaan. En het aantal klachten over dat fenomeen werd door de Koreanen in die eerste jaren weinig adequaat verminderd. Integendeel! Kostte veel klanten! Dat deed men bij het Daihatsu zoals wij het vanaf 1985 leerden kennen veel beter. Klanten die voor dat merk kozen kregen een meer dan betrouwbaar stuk vervoer.

En glimlachten om de problemen van hen die gingen voor iets anders dan Japans. Nu was in het gebied waar wij de wagens op de markt brachten Japan nog een beetje beladen begrip. Veel klanten uit Amsterdam-Zuid/Buitenveldert of Amstelveen waren vaak ietsjes ouder, hadden de oorlog, en meer speciaal die in Nederlands-Indie meegemaakt en wilden nog niet dood gevonden worden in een Japanse auto. Aan de andere kant woonden er ook mensen die in hun familie nogal wat voorbeelden hadden gekend van slachtoffers die niet meer terug kwamen uit de Duitse kampen en daarover weer hele verhalen wisten te vertellen rond Slowaken of Polen. Je moest als dealer met alles rekening houden. Toch waren het over het algemeen plezierige mensen die we in onze merken mochten zetten. Skoda hield gelukkig ondanks de genoemde klachten links en rechts redelijk wat klanten trouw. Zeker toen men begon met de veel beter sturende en er aardige uitziende modellen van na 1984 werden klanten fervent positief wat zich later zou vertalen in een veel groter probleem dan gedacht, inruilen van een paar jaar oude Skoda’s van dat technisch wat oudere type op de toen (1989) revolutionaire Favorit. Maar daarover verderop in dit vervolgverhaal meer. – Wordt vervolgd – (Afbeeldingen: Yellowbird archief/Skoda)