Natuurlijk blijf ik wat ambivalent aankijken tegen het strenge katholieke onderwijs van vroeger. Maar een ding is zeker, grote klassen of niet, het onderwijs dat werd gegeven stond als een huis. Niet alleen wisten we hoe de Nederlandse taal in elkaar stak, we leerden goed rekenen, kregen inzicht in de geschiedenis van ons land, leerden cultuur (h)erkennen, er werd gedaan aan gymnastiek en zwemmen en men wist je ook nog bij te brengen dat de tien geboden er niet waren voor de lol van de kerk maar vooral om je als beter medemens de maatschappij ingestuurd te krijgen. En voor de goede orde, de klassen en scholen puilden ook toen uit. Niet in de laatste plaats omdat de geboortegolf van na de oorlog heel wat (katholieke) gezinnen flink wat nageslacht bezorgde. Maar de inzet van al die leerkrachten van toen, veelal van de degelijke soort met harde handen en een gevoel voor discipline dat er niet om loog. Wie niet wilde horen moest maar voelen. Ik heb er na een incident in de eerste klas waarna mijn stevig gebouwde stiefvader even verhaal ging halen toen ik door zo’n katholieke broeder en paar stevige rode wangen was bezorgd nooit meer last van gehad.

Wel een nadeel van dat onderwijs. Maar toch! Ook de inzet op zelfontplooiing die je werd bijgebracht. Wie verder wilde komen moest vooral hard werken (in het aanschijns des…) en flink leren. Ik kon er zelf goed mee omgaan. Nu kijk ik weleens mee naar al die discussies en protesten van de moderne leerkrachten die meer, meer, meer willen voor minder, minder, minder. Tuurlijk, de problemen zijn vast groot. Bureaucratie, regels, maar zeker ook een vrij pluriform aanbod van leerlingen, waarvan een deel de Nederlandse taal niet machtig is. Dus stress. Maar zou die stress vroeger ook niet hebben gegolden? Wij moesten ook op zaterdagochtend nog gewoon naar school. En je moest elke woensdag (en zondag) vroeg naar de kerk. Altijd waren er leerkrachten bij. En die hielden bij of je er was en hoe jij je gedroeg. Kerkbezoek als rapportcijfer. Maar voor die aanbieders toch ook extra werkuren. En ik denk niet dat ze er dik voor betaald werden. Immers, roeping en zo meer.

Navraag bij vrouwlief die hetzelfde meemaakte bij een nonnenschool deed me constateren dat die lui in die jaren toch heel bevlogen moeten zijn geweest. Een paar jaar na mijn stopzetten van de katholieke opleiding was het eigenlijk ook wat afgelopen in onze streken. Het moest anders volgens de Mammoetwet van de scholing en daarmee daalde het kwaliteitsniveau bij het onderwijs om zo de nivellering mogelijk te maken. De sterken moesten minder presteren om zo de zwakkeren mee te kunnen trekken. En tucht of orde ging in de ban. Jan en Piet of Klaartje kwamen voor de klas, U werd vervangen door Jij. Het lijkt ouderwets van me, maar dat is het zeker niet. Eerder realistisch. Onderwijs moet jonge mensen klaar zien te stomen voor een maatschappij die steeds meer van ze vraagt. Weet hoe de taal werkt, dat 1 en 1 gewoon 2 is, en dat Groningen niet naast Maastricht ligt. En dat de Nederlandse geschiedenis niet werd bepaald door slavendrijvers maar door mensen die geloofden in ondernemerschap en ontdekkingsreizen. Handel en wandel en niet zo geindoctrineerd bezig zijn met het milieu. Leer in plaats daarvan nu eens dat wat van een ander is niet mag worden afgenomen als dat jou zo maar bevalt. Opdat we geen stroom links-radicale of allen maar respectvragende rakkers een plek bezorgen in een proletariaat van de groene gemeente. Pluriforme samenleving? Dan ook een tegengeluid verzorgen. Eenzijdigheid leidt maar tot revolutie. De kerken kunnen je daar alles over vertellen. Maar die hebben de kennis dan ook nog in huis en leerden daarvan. En intussen doen we ons best om het onderwijssysteem anno 2020 overeind te houden in de Corona-ellende. Wat op zich weer bijzondere zaken zal opleveren. Ook betere scholing? Ik betwijfel het! Maar wie het beter denkt te weten mag zich melden. (Beelden: Yellowbird archief)

De politie deed onderzoek en sloot daartoe de doorgaande en enige winkelstraat van dat oude dorp af. De hele dag. De winkeliers hadden daardoor de tijd om de schade op te nemen en de schok te verwerken. Die was groot. Want glas in vrijwel alle vleeswaren bij de slager, alle ramen stuk bij de drogist, de supermarkt die niet meer kon draaien omdat de drankafdeling grote schade had opgelopen en bij woningen boven de winkel alle ramen er uit lagen. Tel die schade op en je praat meteen in de tonnen. Laten we dan maar bedenken dat de daders dit niet overdenken. Immers zij zijn uit op buit. Opdat ze niet meer hoeven te werken, indruk maken, respect afdwingen. De samenleving is voor hen luilekkerland. Wat je wilt hebben steel je, desnoods met veel geweld.
Normen en waarden van dit land tellen niet voor hen. Snelle jongens die het liefst met merkkleding de show stelen. Flitsende jacks, glimmende horloges. Tof man. Weer een overval of pinautomaat op je conto. En de automaat vermoedelijk hierna niet meer terugkerend. Een dag eerder was dit het geval in Spijkenisse. In een appartementengebouw. Gewoon de boel opblazen en de bewoners met de schrik en schade laten zitten. Veenendaal, Wageningen, Rotterdam, Arnhem, enzomeer. Wie ons geen geld geeft moet maar voelen. En de samenleving gedoogt, lijdt, maar zwijgt. De politie kan het werk niet aan, te druk met (welke?)andere zaken. En dus viert de criminaliteit haar feestjes. Betaald door ons allen. Goh wat vreemd dat banken en winkels de poorten sluiten. Schande is het! Jaja!

Kijk eens naar een aflevering van dat programma en je doet een slot extra op je voor- en achterdeur. Nederland verliest daarmee haar kenmerkende karakter. Bij ons zelf was dit gedrag al veel langer gemeengoed geworden. We woonden ooit in de Bijlmermeer en daar was ieder flat zo’n beetje Fort Knox! En niet ten onrechte. Opslagboxen, auto, bergkamers, en uiteraard de flat zelf, alles moest het ontgelden. Voor de lieden die dat inbraakwerk deden was het naar eigen verklaring een bron van inkomen, voor de huur betalende bewoners een en al ergernis en meteen ook stress veroorzakend. De nieuwe samenleving stelde zich in die jaren aan ons voor en verliet ons daarna nooit meer. Het naïeve denken van de jaren 60 maakte plaats voor het realisme van de jaren tachtig en daarna. In onze huidige woonstraat is niet zo lang geleden een leuk jong stel met twee kinderen komen wonen. Fransen, Italianen, niet geheel duidelijk. Wel tweeverdieners met een goede baan bij een paar grote bedrijven. En die laten de hele dag en avond hun ramen onbedekt. Zoals het volgens hen hier te lande vermoedelijk hoort. Een gidsland op dit gebied. Zal na een onverhoopte slechte ervaring wel over gaan. Maar verfrissend is het allemaal wel….(Beelden: Yellowbird photo/archief)
Na veel soebatten waarbij de politiemensen zich keurig en geduldig gedroegen, werd de jongeman aangehouden. De andere man liep gedwee achter het hele gedoe aan. Opmerkelijk genoeg kwam de aangehouden persoon even later de wagon weer ingelopen. Nu hoorden we toch dat hij wel wat Nederlandse woorden bleek te kennen, een paar daarvan wilden wij zelf liever niet kennen. De politiemannen ook niet want die kwamen nu de wagon echt binnengestormd en begonnen weer op de nu best wel opgewonden man in te praten. Waarom hij zich zo gedroeg, waarom hij mensen uitschold en zo meer. Het tamelijk magere type waarmee die discussie als hoofdpersoon liep maakte duidelijk dat hij niets met die orde-handhavers op had en gewoon zijn reis wilde voortzetten. Kaartje of niet. En dus werd het allemaal gewelddadig. Opnieuw werd de man en nu stevig beetgepakt. Dat ging niet zonder slag of stoot. De jonge man wenste bij gebrek aan respect(..)niet beetgepakt te worden en verzette zich hevig.
Na deze kop voor dit verhaal weet ik al dat een deel van de lezers zal afhaken. Al was het maar omdat iedereen zo zijn of haar eigen waarden hanteert op dit gebied. En ik zie door de generaties heen ook grote verschillen onder ouders bestaan. Maakt niet uit van welke volksstam je afkomstig bent, welk geloof je aanhangt of dat je afkomstig bent uit een rijk of arm milieu. Ettertjes kom je overal tegen en heel wat kinderen groeien op in de gedachte dat het leven slechts bestaat uit de drie m2 die zij zelf in dat eigen wereldje uitmaken. Het valt niet te verklaren dat kinderen ‘alles mogen’ en vrijwel niets meer ‘hoeven’. Hoe anders was dat in onze jeugdige tijden. Opvoeding was gemiddeld genomen streng. Ouders en opvoeders schroomden niet om met harde hand discipline te brengen bij hun nageslacht. Geen geduvel, geen kwajongensstreken, je kon een pak slaag verwachten.. Op school niet anders. De katholieke broeders waar ik indertijd mijn scholing genoot hielden de knoet er goed onder.
Elke afwijking van regels of gedrag werden streng en soms stevig fysiek bestraft. Maakte niemand zich druk over. Kinderen moesten gehoorzamen en werden nog lang niet gezien als prinsen of prinsesjes zoals je dat nu zo veel ziet. Het ego-gedrag dat sommige moderne kinderen laten zien was ons vreemd. Je wilde overigens ook graag leren ‘voor later’. Je wist dat je gedoemd (..) was te gaan werken en als je dit dan deed was een goede opleiding nodig. Ouders namen zichzelf vaak als voorbeeld. De geslaagden of de minder bedeelden. ‘Zie hoe het mij verging, als jij nu gewoon lekker doorleert kom je een stuk verder (of tenminste net zo ver als ik)’. Huiswerk diende gedisciplineerd gemaakt te worden, en wie met een slecht rapport thuiskwam hoefde niet te rekenen op veel begrip. Je kreeg dan gewoon ‘op je lazer’. En dan trof ik het thuis nog niet eens zo slecht. Slaan was meer mijn moeder dan mijn ‘leenvader’ voorbehouden. Mijn moeder kon niet goed tegen dwars liggen en haar karakter was er een met een kort lontje. Deed je wat ze wilde was alles tof, maar o wee als je eens dwars lag. Nu haalden we dat niet eens zo vaak in ons hoofd hoor. Maar aan tafel kon het wel eens leiden tot stevige discussies als we iets moesten eten wat wij echt niet lustten en Ma er toch op bleef aandringen dat we het spul naar binnen zouden werken.
Qua kookkunst en smaak hield ze meer rekening met de smaak van haar partner dan met die van ons. Ik heb wat de meest vreselijke groenten naar binnen gewerkt met behulp van appelmoes of glazen water. De oorlogstrauma’s speelden daarbij en rol. Maar toen ik eenmaal de deur uit was gegaan, werden door mij heel wat van die groenten in de ‘ban’ gedaan en nooit meer gegeten. Maar aan de andere kant, ik was en ben best blij met wat me toen is bijgebracht. Sociaal denken is een voordeel, kritisch kijken naar wat je wordt voorgeschoteld ook. Een zekere creativiteit ook en natuurlijk de wens en het verlangen om er in het leven iets van te bakken. Verwend werd ik nooit. Dat paste ook niet bij die tijd en al helemaal niet bij ons gezin. Intussen kijk ik naar een groepje jonge puberjochies die met steentjes staan te gooien naar een vuilcontainer in de straat, daarbij natuurlijk ook geparkeerde auto’s rakend. Hun ouders letten niet op, of kijken naar een andere kant weg. Want stel je voor dat je ze moet aanspreken op dit gedrag…….Nee, dat past niet in de huidige tijd. Prinsjes zijn het. En die moeten bij voorbaat al bejubeld worden. Ook als het gewoon ettertjes zijn……

