Tuurlijk, het ligt aan mij. Mijn observaties zijn uiteraard puur persoonlijk en vol van fantasie. Ik deelde al eerder in de afgelopen blogjaren wat ik zoal om me heen zie en welke conclusies mijn (soms verdorven)geest dan daarbij maakt. Ik zie vaak matig communicerende paren, chagrijnige uitstraling tentoonspreidende mannen en vrouwen, ouders die hun kinderen niet in bedwang houden en zo meer. Ook zie ik soms heel liefdevolle taferelen waarvan ik al doordenkend hoop dat die ergens op een verborgen plekje vervolg krijgen. Mensen zijn een zeer interessante en vooral onuitputtelijke voedingsbodem voor mijn blogfantasie. Ik kijk, zie, maar bedenk toch iets anders. Niet zo lang geleden, we zaten ergens op een leuk en warm terras aan het water, stopten er twee mensen van een jaar of 45, om hetzelfde te doen.
Ze reden op de fiets, waarbij de man de indruk maakte dat hij was voorbereid op een plotselinge sneeuwbui, de vrouw liet zien dat zij nog behoorde bij de aantrekkelijken dezer Aarde. Ik observeerde haar kledingkeuze, de designer-zonnebril, de strakke broek. Zag er als totaalpakket goed uit, mede doordat haar kapsel zat alsof ze zo van de kapper was gekomen. En dat terwijl ze vast een stuk hadden gefietst. Ze streken naast ons neer. De lichte parfumgeur van haar combineerde met een wat vreemde zweetgeur van zijn kant. Alles aan de man was naar mijn idee saai en grauw. Ook zijn gezicht toonde weinig aantrekkelijks. Toch waren ze al snel innig in gesprek, ze dronken een wijntje, keken naar dat wat zich afspeelde rond het terras en spraken zacht tegen elkaar als twee jonge geliefden. Ik snapte het niet. Ik zag de klik niet, de smaak van de vrouw voor een toch wat ‘bijzondere’ man. Omgekeerd prees ik hem in mijn gedachten wel om zijn smaak. Mooie vrouw, aantrekkelijk en dartel pratend. Sophisticated. Zou dat met geld van doen hebben? Moest wel. De fietsen waren van de wat duurdere soort, een goed bekend Nederlands merk met echt alles er op en aan. Het mocht wat kosten. Vermoedelijk reed hij normaal in een lease-Mercedes, zij in een leuke Mini of zo. Maar nu op de fiets. Toen wij vertrokken van dat terras zaten zij er nog. Hand in hand, genietend van de zon en elkaar. Zeer gegund. Maar niet begrepen…Uw meninggever moest er even over nadenken…… En schreef daarom dit blogje….Kan iemand het me uitleggen wat de een in de ander ziet en waarom??? Ben benieuwd naar de reacties…(Beelden: Internet/archief)

Terwijl ik dit schrijf loopt op radio een campagne aangeboden door een van oorsprong Belgische bedrijf; Pelican Rouge. Kennelijk doen zij in (goede) koffie want de serie spotjes roept ‘werkenden’ in het hele land op bij het aanbieden van ‘matige koffie’ een petitie in te vullen op
Filterkoffie was me ook vaak een gruwel. Nee, dan die moderne machines van allerlei merken die in staat zijn om dat bruine vocht wel goed te laten smaken en ruiken. Al drink ik het zelf niet meer, de reden zat hem vooral in een medische klacht die ergens in de jaren negentig vermoedelijk werd veroorzaakt door al dat bochtige vocht wat ik in te grote hoeveelheden tot me nam, je zou het bijna opnieuw overwegen. Vandaar dat ik deze campagne van dat aardig inspelende en al traditioneel merk goed gevonden vind en ook de uitvoering positief beoordeel. En dat gaat bij mij niet snel zo. Veel reclame is even slecht als de waren van de aanbieders. Men denkt niet goed na, men zoekt geen naamsbekendheid kennelijk en vindt de resultaten van zo’n campagne wellicht ook niet zo belangrijk.
Doodzonde van het ingezette budget. Reclame moet effectief zijn, het moet aanspreken, een tikkie humor in zich dragen en niet meteen oreren over ‘veel voor weinig’. Behalve als dat een doel op zich is. Zoals Action zich kan veroorloven. Of Lidl soms. Veel voor weinig, een marktpositie die soms vruchten af zal werpen. Laat de naam maar van mond tot oor gaan. Maar als je enig niveau voor je merk, winkel of bedrijf wilt bereiken is een duidelijke campagne altijd gericht op meerwaarde. Pelican Rouge richt zich daarom op mensen met smaak voor koffie. En dat zijn er in ons land veel. Alleen erkennen we het vaak niet. Gewend als we zijn aan dat bocht uit de automaat om de hoek van onze werkplek. Zouden daarom al die koffietentjes het zo goed doen met hun take-away koffies. Tientallen smaakjes en voor een prijs waar je stijl van achterover slaat. Kennelijk onnodig als je Pelican Rouge benut. Kijk, en dat is dan extra slim gevonden. Kortom, wie thuis, op kantoor of andere werkplek bocht te drinken krijgt onder de noemer koffie, kan zich nu beklagen. Wie weet dat er dan eindelijk iets verandert. Zouden ze ook in thee doen? Toch eens kijken….(Afbeeldingen: Yellowbird/Pelican Rouge)
Hittegolf-temperaturen zijn vaak lastig om mee om te gaan. Zeker als je onderweg bent van punt A naar B en onderweg een plek wilt vinden om het gezelschap op te splitsen dat een paar dagen intensief met elkaar rond trok door Brabant en Belgie. Maar op enig moment jammer genoeg toch de eigen weg huiswaarts weer moet aanvaarden. Onze keuze viel dit keer op het plaatsje Goirle dat net ten noorden van de Belgische grens gelegen is en vlak onder Tilburg op de landkaart staat. Aardig plaatsje met de nodige voorzieningen en een aardig aanbod in horeca. Maar dan moet je niet zoals wij dat wilden, iets ‘kleins’ willen eten en vooral het nodige drinken om de vochtreserves aan te vullen bij een tropische temperatuur van 35 graden. Het bleek lastig. En in Goirle zijn sommige zaken op dit gebied echt aan de prijs. Een nieuwe trend in de horeca is om prijzen op de kaart te zetten in enkele cijfers. Dus niet E. 6,99 of zelfs E. 7,00, maar gewoon 7! Het blijft bijzonder.
Na wat rondlopen en proberen op andere terrassen (druk, weinig schaduw, geen plek) kozen we voor Mozes. Meteen al leuk doordat men er aan de Bergstraat een kei voor de deur heeft staan die wordt vastgehouden door twee metalen staanders. Leuker was natuurlijk een opengemaakte zee of zo, maar daar zal men geen vergunning voor hebben gekregen. Die steen staat vermoedelijk voor het Stenen verbond uit de Bijbel of die ene steen die uiteindelijk de tien geboden bevatte volgens dat heilige boek. Hoe dan ook, het terras lag aan de westkant van het pand en daar was nog wat plek. Ondergaande zon, beetje wind, gezellige sfeer.
Het was er goed uit te houden. De drankjes stonden snel op tafel, net als het in potten opgediende ijs, maar de bestelde snacks kwamen niet. Was men vergeten! Dat viel wat tegen, want verder had men de zaken aardig voor mekaar met leuke meiden die hard werkten in dat warme weer en die fraaie ambiance. Toiletruimte was hier bescheiden maar netjes. Kortom, Mozes verdiende uiteindelijk een rapportcijfer 8.0! Keurige zaak, goede keuze als je hier in de buurt bent.
Vrouwlief vertelde onlangs een kleine anekdote over ervaringen tijdens haar voorjaarstrip naar Hong Kong. Een stad die haar veel plezier verschafte en haar echt het gevoel gaf in een andere wereld te vertoeven. Wat ook zo was natuurlijk. Haar herinnering ging over het fenomeen straatverkoop daar. En die behelst niet alleen eten, drinken of de bekende prullaria die toeristen graag mee terug nemen als bewijs van hun verblijf daar. Nee, Hong Kong kent een heel specifiek soort verkoop, de klaar-terwijl-u-wacht kleermakers. Een fenoneem dat al decennia lang bestaat. De dames trapten er niet in, mijn toenmalige chef ‘Ruud’ wel! Die ging ergens in de jaren zeventig die kant op om onze agent in die streken eens persoonlijk te ontmoeten en tot grotere handelsdaden te bewegen. Nu was dit voor Ruud geen echt probleem. De man kon verkopen dat het een lieve lust was en hij was daarnaast van de meer dan gezellige Mokumse soort dus kon zaken doen in elke kroeg over de hele wereld.
Hij ging voor minstens een week die kant op en kreeg een aardige vrijbrief mee plus het nodige kasgeld. Het bedrijf op Schiphol draaide intussen onder mijn persoonlijk aansturing vrolijk verder. Het waren drukke tijden toen. Hoe dan ook, toen hij terugkwam uit Hong Kong had hij niet alleen een dikke koffer vol contracten bij zich, de Hong-Kong-agent had zich kennelijk extra uitgesloofd, maar hij droeg ook een nieuw kostuum. Iets waarop je hem zelden kon betrappen. Hij had iets ‘goors’ over zich normaal. Poerde met pennen in zijn oren en veegde dat dan af aan zijn sokken. Zo iemand. Een nieuw pak was dus echt apart. Maar dat bleek ook zijn indertijd uitverkoren kleur. Een blauwe kleur die je in die jaren alleen zag bij de Sovjet-Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot. Communistisch blauw. En ook nog met een glans in de stof. Hij zelf vond het prachtig.
Wij keken er met een zekere ingehouden glimlach naar. Ik hield me in, want hij had voor mij een reeks nieuwe contacten bij zich waarmee ik mijn afdeling aardig kon ophogen in de vaart der volkeren. Hij paradeerde intussen in dat nieuwe pak in de rondte en liet overal en iedereen weten hoe dat was gegaan. Mannetje in zijn hotel, speciaal aanbod, op de hotelkamer even een maatsessie gedaan, volgende dag was het pak klaar. Helemaal in zijn maat en stijl. Hij was er verguld mee. Zeker voor die prijs. Toen ik het verhaal van vrouwlief aanhoorde moest ik weer glimlachen. Aeroflot-blauw kwam weer even voorbij. Het pak was nog van behoorlijke kwaliteit ook. Hij droeg het regelmatig en vele jaren lang. Dus eigenlijk was hij slimmer dan wij hadden ingeschat. Maar die smaak….nee, dat zat niet zo best…
Zoals u heeft kunnen lezen in mijn blogverhaal van 8 maart jl. moest ik afgelopen weken een dag of wat voor mijzelf zorgen. Vrouwlief was op reis en dat vraagt de nodige inventiviteit mijnerzijds. Maar een ding is zeker, ik at niks wat ik zelf niet kan pruimen. Het waarom ligt besloten in het antwoord op de vraag of ik een lastige eter ben. Ja! Ik lust bepaald niet alles. En gruw van experimenten op dat punt. Dus geen liflafjes zonder gevoel dat het de maag enigermate vult. Ik heb bepaalde groenten sinds mijn onafhankelijkheidsverklaring een jaar of 50 terug, op de verbanlijst staan. Die komen er niet meer in. Oorzaak en gevolg! Thuis werd vroeger van alles en nog wat op tafel gezet wat ik niet lustte. We moesten dat dan alsnog opeten. Onder dwang desnoods. Soms met enorme hoeveelheden appelmoes om de smaak te compenseren.
Spruitjes, Savoije kool, tuinbonen, raapstelen, ik vond het allemaal vreselijk. Bloemkool was er ook zo een. Als we op vrijdag geen vlees aten, het katholieke geloof speelde toen nog een rol in huize Meninggever, kookte mijn moeder vaak gestoofde aal. Dat was op zich nog lekker ook. Maar die bijgeleverde wortelen kon ik maar moeilijk waarderen. En zo ging dat door. Eenmaal gewend geraakt aan de kookkunsten van mijn schoonmoeder ontdekte ik heel andere groenten en gerechten. Smakelijk en voedzaam. Later kwamen de gerechten uit andere landen. Indisch, Chinees, Italiaans, Grieks, Spaans, Italiaans, Tsjechisch zelfs, het was allemaal lekker.
Maar die groenten uit de jeugd kwamen en komen er niet meer in. Dat houdt in dat wij hier soms met twee pannen werken en apart gekookte gerechten. Vrouwlief is wel van de Hollandse pot. Veel meer dan ik. Maar veelal lukt het prima om samen een gerecht te nuttigen dat wij beiden lekker vinden. Maar die lucht van spruiten is voor mij nog steeds een brug te ver en reden om alle ramen tegen elkaar open te zetten. Hoe dan ook, wie mij uitnodigt om lekker te komen eten krijgt meestal vooraf op wat ik wel en niet blief. Beter eerlijk dan confrontatie achteraf. Dus geen broccoli s.v.p. en al die andere soort dingen. Er is nog zoveel wat ik wel lust. Maak het me niet zo moeilijk dus. Of nodig me dan maar niet uit. Maar ik merkte dat dit bij de lieve vrienden en familie er niet in zat. Ik was meer dan welkom en de pot werd aangepast. Leidde tot gezelligheid en smakelijk eten. Echt smakelijk. Zoals ik het graag wil. Aanmatigend ook, maar dat is me zelf goed bekend….(Beelden: Internet)
Nadat de medische molen als resultaat en conclusie opleverde dat ik in een redelijke conditie verkeer maar dat ik wat moet letten op mijn cholesterolniveau startte ik zelf maar met een soort van dieet wat moet zorgen voor verlaging van alles behalve al te veel leefgenot. Dus ook geen alcoholische drankjes meer, geen suiker in de thee, en verder minder, minder minder van alles wat ik normaal naar binnen werk(te). En dat wordt dan automatisch vast ook gemerkt door onze favoriete hoofdstedelijke banketbakker Kwekkeboom waar we voorheen erg graag na een stevige wandeling neerstreken voor een bakkie thee met een lekker broodje kroket (vrouwlief neemt steevast iets anders…). Die kroketten van deze lui zijn nationaal beroemd en dat zit hem toch in de vulling en structuur. Een lekkernij waarbij mij de tranen uit de ogen lopen als ik eraan denk dat ik die nooit meer zou mogen verorberen. Een kroket is natuurlijk een in het vet gebakken ding, vol vlees en saus, wat zout plus nog zoiets en goed heet gebakken (krokant maar niet te bruin) zijn ze het lekkerst. Een genoegen! Tot mijn besluit om op dat minder-minder-minder te gaan zitten, waren we toch tenminste een keer per week te gast bij die lui. Dat hakt er in. Zet het nu vermijden ook zoden aan de dijk? Vast niet, maar symbolische beslissingen zijn ook van waarde.
Het is trouwens opvallend hoe wij Nederlanders met die kroketten omgaan. De meeste van die dingen worden genuttigd bij een snackbar, liefst lopend op straat, en dan maar proberen tong en binnenkant gehemelte niet te verbranden. Daarmee is de kroket al decennialang een arbeidersgerecht geworden terwijl het ooit, lang geleden alweer, meer iets was voor de hoge heren en dames, als gerecht tussen voorspijs en hoofdgerecht. En je had ook heel wat verschillende soorten weet ik nog. Als kind maakte ik mee dat mijn moeder bij een heel bijzondere gelegenheid nog trakteerde op garnalenkroketten, dat was echt iets aparts, en dat at je echt niet met je handen of zo. Daar werd met mes en vork van genoten. Tegenwoordig is die kroket een lunchgerecht. Ik heb vaak aan mijn buitenlandse gasten van toen moeten uitleggen wat dat voor dingen waren, wat erin zat en hoe het smaakte. Goede exemplaren werden naar waarde geschat. Hoe donkerder gebakken en hoe meliger gevuld, des te minder enthousiasme.
Wij Nederlanders zijn er in ieder geval gek op. Iedere vaderlander eet er 22 per jaar. In totaal worden er 350 miljoen per jaar gemaakt. Een deel van de kwaliteit waar ik zelf zo van hou. Maar nu even niet. Ik moet afzien, lijden, hongeren, houtjes bijten…. Daarom wellicht dit smakelijke blogverhaal. Voor hen die er straks lekker in bijten, ga je gang. Eet smakelijk en denk aan mij….




