
Zo aan het einde van het lopende jaar overdacht ik me ineens dat mensen die ooit in 2000 zijn geboren intussen 22 of 23 jaar oud zijn en gewoon jong-volwassen. In mijn ogen, want ik stam nog uit die vorige eeuw zoals het merendeel van de bloggers en lezers hier, zijn dat nog kinderen, maar zo zit dat uiteraard niet in elkaar. Toen ik 20 jaar oud was en overigens al getrouwd, voelde ik me al een hele meneer en was er ook van overtuigd dat wat ik wist de enige echte waarheid was en dat waar ik voor ging ook de moeite waard. Datzelfde zie je nu bij veel van de jonkies wiens wiegje in deze eeuw heeft gestaan. Je ziet ze overal actief zijn in de klimaat/milieudiscussies en claimen dat alleen zij de waarheid in pacht hebben. Je ziet ze op straat bij ‘feesten’ of rellen, je ziet ze onderweg op de scooter of in de auto. Ze lopen achter hun eigen gevoel voor al dan niet bijgebrachte normen en waarden aan en vinden dat alles wat hun ogen zien meteen moet worden omgezet in verkrijgkracht. Immers ze zijn opgegroeid in welvaart en vinden een coronavirus en alles wat daarmee van doen had of heeft reden tot grote negatieve meningen over onze generatie of die daarna.

Hun grootouders en ouders maakten er (in hun ogen) een potje van en die moeten maar bloeden voor hun nieuwe geldingsdrang en verlangens. Zo verging het ons ook ooit. Immers onze generatie werkte keihard aan het wegwerken van de godsdienstzuilen en spruitjesgeuren thuis. Ook wij vonden onze ouders verstard, ouderwets denkend en de armoede van de jaren vijftig/zestig was een doorn in het eigen oog. We moesten van alles en nog wat ontdekken en de toen moderne tijd maakte dat we ook gingen reizen om met eigen ogen te zien hoe het elders allemaal ging. Parijs was de stad van de revolutie, Duitsland klom uit het dal van de Tweede W.O. en Londen toch het symbool van een gewonnen oorlog. We dansten op de Amerikaanse jazzmuziek, ontdekten de Beattle-mania, of gingen voor de Stones en vonden onszelf hele pieren.

Ik zie hetzelfde bij de Nederlandse jongeren van nu. Alleen maakten die geen armoede mee, speelt voor veel van hen het godsgeloof toch een mindere rol en is alles wat ze willen ontdekken met een muisklik bereikbaar via het WWW. Werkten wij vroeger vanaf onze 14/15e levensjaar en studeerden we daarnaast de blaren op de billen, tegenwoordig is werken iets dat je komt aanwaaien op je 20-21e. En valt er te kiezen uit welke studies of banen je zelf wilt gaan doen. Dat werd voor ons nog grotendeels door leerkrachten en ouders bepaald. En kon je als je geluk had onderweg zelf die keuzes nog iets bijstellen. Het leven was toen niet zo eenvoudig. Tegenwoordig spelen heel andere zaken. Cultuur verandert ook. De mentaliteit, het doorzettingsvermogen of zelfs de instelling om er iets van te maken. Uitzonderingen daargelaten. Ik ken er een stel die me zeer aanspreken. Maar zie ook een generatie die verwend overkomt, ons ouderen constant de maat neemt en vooral verwijtend de hand ophoudt voor gratis dit of dat. Hoe dan ook, we zullen er rekening mee moeten houden. Die oude revolutionaire tijden zijn voorbij. Solidariteit is verdwenen. Het selfiedenken kwam er voor in de plaats. En het nieuwe geloof gaat als een religie of doctrine over het klimaat. Uitgedragen door mensen die zelden hard hebben gewerkt of dat ooit zullen gaan doen. Een devaluering van het groepsdenken waarvoor het zelfzuchtige in de plaats kwam. Kortom, als je diep nadenkt kom je tot bijzondere overwegingen…(Beelden: Archief)










Ik kreeg de afdeling Kredieten toegewezen en kwam daar terecht als ‘jongste bediende’. Dat was behoorlijk hard werken. Administratief licht werk, afgewisseld met sjouwen van dossiers. Ook bijhouden van een index kaartsysteem. De computers van nu kwamen pas een paar jaar later in zwang. En waren toen net zo groot als die hele afdeling waar ik indertijd acteerde. Ik deed mijn werk samen met een stuk of zes recruten afkomstig van soortgelijke scholen als ik doorlopen had, die werden ingewerkt door lieden die al een jaartje langer op die baantjes hadden gezeten. Na een jaar werken schoof je dan zelf een stukje omhoog in de hiërarchie. In dat eerste jaar stelde je niet zo veel voor. Het was buffelen voor je geld en dat geld viel niet zo mee als je achteraf kijkt wat je dat eerste jaar in het loonzakje kreeg. Fl. 87,50 bruto! (omgerekend naar nu E. 40,00) Daar hield je dan iets van zeven tientjes aan over. Per maand! En daarvoor moest je echt nog pezen! Niks respect, niks aanzien, gewoon jongste bediende! Ik leerde er veel. Na een jaar buffelen schoof ik dus ook een plekje op. Andere administratieve handelingen, nieuwe taken, minder druk op de ketel. Ik begon me daar dan ook echt senang te voelen. Er verschenen ook nieuwe ‘’dames’ op de afdeling die me interesseerden. Want ook bij de (strikt gescheiden) vrouwenafdeling ging die opvolging zoals bij de jonge mannen. Elk jaar nieuwe aanvoer. Er vielen overigens ook mensen af die het niet vol hielden. Het was ook best zwaar.











