
Zoals uit een stel voorgaande blogs moge blijken was ik in de voorgaande weken te gast bij zowel dierenartsen als de tandarts. Ik leerde daarvan een ding glashelder. Wie als jong mens twijfelt aan ‘wat zal of kan ik later worden..?’ moet die beschreven beroepsgroepen zeker eens mee overwegen. Want de rekeningen voor hun werk zijn zodanig van hoogte dat ik mij er in mijn autotijden wellicht voor had geschaamd na een grote servicebeurt aan een of ander vervoermiddel. De teller loopt aardig op als je bij een of ander van die genoemde lieden een bezoekje aflegt en wat handelingen laat verrichten. Zo rekent onze dierenarts voor elk bezoek 45 euro consultkosten. Prikje hier of controle daar en je bent de 100 euro al snel voorbij. In situaties die wij of familie dan wel vrienden meemaakten rond de geliefde huisdieren, kwamen bedragen voorbij die er niet om logen. Voor mensen met een kleine beurs is de lol van het houden van huisdieren er dan al snel af.

Dat wordt dan wellicht kiezen tussen zelf eten of je dieren laten behandelen. Tuurlijk hoef je geen huisdieren te nemen, Groenlinks zou je dankbaar zijn vanuit de kern van haar volksvijandige doctrine, maar als je dat wel deed horen daar consequenties bij. En die zijn heel duur. Daarbij mogen die tarieven regionaal verschillen, een beetje consult met onderzoekjes of wat ook is een kostbare affaire. Ik ken mensen die opgeteld voor een geliefd huisdier in korte periode zoveel moesten uitgeven dat ze er ook een heel stevige auto van hadden kunnen kopen. Bij de tandartspraktijken gaat het niet veel anders. Als ik tijdens mijn zoektocht naar een alternatief (zie blog 2803) kijk naar de heden ten dage kennelijk verplichte tarieflijsten rijzen mij de geschoren haren te berge. Zelfs de kleinste handelingen vragen een stevige investering. Voor 100 euro krijg je hooguit een controle voor elkaar. Wil je ook een bakkie koffie of thee valt een kappersbezoek (ook niet goedkoop) aan te bevelen want bij de tandarts moet je het allemaal nuchter en met zeer proper gebit te ondergaan.

De nieuwe klinieken zijn overigens vaak ook prachtig van uitvoering, dat scheelt natuurlijk kosten en naast de artsen zelf heb je de onvermijdelijke assistentes, vaak uitgezocht op uiterlijk, wat een zekere rust moet uitstralen of tenminste de geest doen afleiden van wat er nog gaat komen als die tandarts je even aan- of beetpakt… Ooit, lang geleden al weer, was ik te gast bij een door vrouwlief aanbevolen oudere tandarts in Amsterdam-Zuid. Gewoon (zoals veel huisartsen ook in die jaren) met een praktijk aan huis. Keurige wachtruimte, behandelkamer met een boor uit het jaar kruik, maar ook veel expertise. Voor een paar (oude) tientjes klaar. Tegenwoordig ondenkbaar. Net zoals huisartsen tegenwoordig allemaal in huisartsenposten zetelen waar een muur van assistentes/n meer zorgen dat je niet naar de arts kunt dan wel. Grootschaligheid is geen klantvriendelijk gebeuren. Maar het is ook niet bepaald goedkoper geworden. Teken des tijds. Maar hoe lang kunnen we het allemaal nog betalen? Komen we weer terug in de tijd van de elites die wel bij een dokter terecht konden, en het volk bij de langs dorpen en steden trekkende barbiers moesten hopen op een sjaggeraar met een tang om kiezen te trekken. Half litertje jenever achter de slechte kiezen en hup….. Tot die tijd laten we onze kinderen maar snel studeren. Beroepskeuze-stress is nu na het lezen van dit verhaal wel voorbij denk ik…. Toch? (beelden: Internet/archief)




















Als regelmatige kijker naar films of series (maar ook als boekenlezer) kan ik mij soms verwonderen (ik vermijd nu de termen ergeren of storen..) aan het gebrek aan realisme in veel van die zelfde verhalen. Laten we wel zijn, de Nederlandse school op het gebied van films(series)maken was heel lang dat je dat realisme wel liet of laat zien. Maar daarmee was Nederland een eiland in de wereld. Want overal elders maken ze verhalen waarbij bepaalde normaal menselijke zaken buiten beeld worden gehouden. Zo zie ik heel vaak dat mensen die ‘s-morgens wakker worden omdat ze worden gebeld door iemand anders die een belangrijke bijdrage aan het bekeken verhaal levert, uit bed springen, in de kleren schieten, een boterham of koffie naar binnen gooien en meteen in actie komen.
Ik weet niet hoe dat jullie vergaat, maar ik moet altijd tenminste even plassen, vind een wasbeurt ook wel even lekker, poets de tanden, trek schone kleding aan, scheer me even en ga dan pas naar buiten. Kan snel, maar zeker niet zoals het in die films vaak toe gaat. Omgekeerd vind ik het knap dat met name dames vol in de make-up op bed gaan liggen en niets afgeven op hun kussensloop. Zelfs lipstick en plakwimpers blijven op de bestemde plekken aanwezig. Ondenkbaar. Nadat men een ongekende vrijbeurt heeft meegemaakt (veelal knap dat men daarbij het ondergoedje aan weet te houden..) houdt men bij nagesprek de lakens om de weke delen heen vast alsof de ander niet mag zien waar hij/zij net zijn/haar zinnen zette. En blijkt dat veel (Amerikaanse) vrouwen tijdens de slaap een beha onder hun (nacht)hemdjes dragen.

Terwijl ik dit schrijf loopt op radio een campagne aangeboden door een van oorsprong Belgische bedrijf; Pelican Rouge. Kennelijk doen zij in (goede) koffie want de serie spotjes roept ‘werkenden’ in het hele land op bij het aanbieden van ‘matige koffie’ een petitie in te vullen op
Filterkoffie was me ook vaak een gruwel. Nee, dan die moderne machines van allerlei merken die in staat zijn om dat bruine vocht wel goed te laten smaken en ruiken. Al drink ik het zelf niet meer, de reden zat hem vooral in een medische klacht die ergens in de jaren negentig vermoedelijk werd veroorzaakt door al dat bochtige vocht wat ik in te grote hoeveelheden tot me nam, je zou het bijna opnieuw overwegen. Vandaar dat ik deze campagne van dat aardig inspelende en al traditioneel merk goed gevonden vind en ook de uitvoering positief beoordeel. En dat gaat bij mij niet snel zo. Veel reclame is even slecht als de waren van de aanbieders. Men denkt niet goed na, men zoekt geen naamsbekendheid kennelijk en vindt de resultaten van zo’n campagne wellicht ook niet zo belangrijk.
Doodzonde van het ingezette budget. Reclame moet effectief zijn, het moet aanspreken, een tikkie humor in zich dragen en niet meteen oreren over ‘veel voor weinig’. Behalve als dat een doel op zich is. Zoals Action zich kan veroorloven. Of Lidl soms. Veel voor weinig, een marktpositie die soms vruchten af zal werpen. Laat de naam maar van mond tot oor gaan. Maar als je enig niveau voor je merk, winkel of bedrijf wilt bereiken is een duidelijke campagne altijd gericht op meerwaarde. Pelican Rouge richt zich daarom op mensen met smaak voor koffie. En dat zijn er in ons land veel. Alleen erkennen we het vaak niet. Gewend als we zijn aan dat bocht uit de automaat om de hoek van onze werkplek. Zouden daarom al die koffietentjes het zo goed doen met hun take-away koffies. Tientallen smaakjes en voor een prijs waar je stijl van achterover slaat. Kennelijk onnodig als je Pelican Rouge benut. Kijk, en dat is dan extra slim gevonden. Kortom, wie thuis, op kantoor of andere werkplek bocht te drinken krijgt onder de noemer koffie, kan zich nu beklagen. Wie weet dat er dan eindelijk iets verandert. Zouden ze ook in thee doen? Toch eens kijken….(Afbeeldingen: Yellowbird/Pelican Rouge)
De vrouw die aan een tafeltje tegenover me zat in het restaurantje waar we nog wel eens neerstrijken voor een eenvoudige doch voedzame tosti met thee, zag er uit alsof de liefde voor een belangrijk deel aan haar voorbij was gegaan tijdens haar intussen toch wel wat gevorderde leeftijd. Zij zat samen met haar moeder, een dame van dik in de tachtig, ook wat lekkers te eten en dronk daarbij een rondje of drie koffie met slagroom. Het was aan haar figuur niet te zien, want best mager. Het wat grauwe uiterlijk werd nog wat versterkt door haar kledingkeuze. Tijdens een regenachtige dag zou je haar buiten op straat niet kunnen onderscheiden van de grijze achtergrond. Ze praatte relatief luid met haar moeder. Die gaf op alles vaak instemmende antwoorden. Maar bij het gesprek wat de vrouw toch vooral met zichzelf voerde betrok ze actief ook haar kleine hondje. In een boodschappenwagen naast haar zat dat diertje te kijken naar wat er zoal aan eten en drinken naar binnen ging. En omdat hij ook af en toe een lepeltje slagroom kreeg om af te likken, was hij een al al hondenoor als de vrouw weer eens het een en ander beweerde.
Want een fijn leven had ze niet. Dat bleek wel. Als zij het licht aan stak thuis sloegen de stoppen door, zij gaf doktoren die haar moesten helpen met haar vele klachten, steevast het advies om een andere baan te zoeken. Met de huisbaas lag ze overhoop en dat alles georeerd met een wat scherpe harde klank in de stem. Haar leven leek geen groot genoegen. Geen wonder dat de meeste prinsen op die bekende wit gekalkte paarden door waren gereden. Maar haar stem kreeg een heel andere klank als ze met de hond praatte. Gewoon tijdens het gesprek met haar moeder. Op een manier zoals een liefdevolle moeder praat met een klein kind. Het diertje spitste dan de oren en deed of het hem interesseerde wat vrouwtje hem allemaal vertelde. Zij vroeg ook telkens om bevestiging van het vierpotige langharige minihondje. ‘Ja toch he? Dat zei het vrouwtje….’. Haar moeder knikte dan net als de hond instemmend.
Het was een triogesprek met wonderlijke deelnemers. En ik keek en luisterde en genoot. Want hoe anders zou het leven zijn verlopen van deze vrouw als ze wel de aandacht had gehad van een liefhebbende man? Of zou er wel een zijn geweest maar was die op enig moment op de tram gestapt en nooit meer teruggekomen? Alles kan. Ik had een minuut of 15 de gelegenheid om haar te observeren. Grauwe huid, ongekamd wat grijzig haar, grijze regenjas, een blik in haar ogen zonder enige diepgang. Een gefrustreerd menstype dat als zo vaak haar affectie ergens vandaan toverde en richtte op haar huisdieren. Op enig moment gingen ze er vandoor. Met een klotsende buik zou ik denken. De oude moeder kwam kreunend overeind. Haar dochter duidelijk kwieker. Maar ze keek verder niet om naar de oude dame. Druk als ze was om haar ‘Fikkie’ uit te leggen dat ze nu naar de super zouden gaan en zo meer. Het hondje kwispelde. En daarom gaf ze hem een dikke kus op zijn kopje. Liefde, het komt in alle vormen, soorten en maten…(Beelden: Internet)