Zweedse kwaliteit – Volvo…

Zweedse kwaliteit – Volvo…

Wie er wel eens mee heeft gereden of er een bezat weet wat ik met de kop bedoelde. Een Volvo was altijd een soort rijdende bankkluis die je letterlijk omhulde als een veiligheidskooi op wielen. In eerste instantie niet voor zigzaggende en zichzelf coureurs wanende chauffeurs, maar meer voor keurige familievaders met een wat hoger inkomen, doktoren en juristen. Het Zweedse merk stamt qua naamgeving al uit de 19e eeuw en fabriceerde ooit vooral rol- en kogellagers.

In 1927 werd het merk als zodanig overgenomen door twee Zweedse ondernemers die er brood in zagen zich als autofabrikant te profileren. In Goteborg kwam een nieuwe fabriek tot stand en een paar jaar later rolden de eerste Volvo’s over de Zweedse straten en wegen. In eerste instantie wat onopvallende wagens maar wel berensterk en goed geschikt voor het toenmalige wegennet in dat Noord-Europese land.

Vandaar ook dat je op enig moment de nodige Volvo-taxi’s zag rondrijden daar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zette Volvo in op de ontwikkeling van een kleinere auto dan de tot dan gebouwde wagens en zo ontstond de PV444 die hier al snel de naam ‘Kattenrug’ zou mogen dragen. Zijn ronde rug hielp daarbij. De kenmerkende brede voorschermen met ingebouwde koplampen waren indertijd hypermodern.

In 1947 komt de productie van de ronde auto echt op gang en door de jaren heen wordt het model steeds verder verfijnd en verbeterd. Andere ramen, nieuwe motoren, een verbeterd onderstel. Voor die tijd waren ze ook best snel wat in ons land een bepaald publiek trok voor de vlotte Kattenrug. Eind van de jaren vijftig bracht Volvo een opvolger voor de ronde modellen uit de jaren 40, later vooral bekend geworden onder de modelnaam Amazon.

Een klassieke sedan met veel ruimte, bekende (dus betrouwbare) motoren en voldoende vlot om wederom een bepaald publiek te trekken. Die wagens hielden het vol tot ze in 1966 werden afgelost door de 142/4.

Hoekiger, noest, maar ook groter dan zijn voorganger. Wederom leverbaar als sedan en stationcar. Een deel van de productie vond plaats in Belgie. Een versie met zescilindermotor kwam als 164 in 1968 op de markt. En zo ging Volvo verder. Ieder volgend model even onverwoestbaar ogend en ook mateloos populair in de eigen (midden)klasse. Een sportieve auto was de P1800 die zijn succes in de jaren 60/70 vooral dankte aan de TV-serie ‘The Saint’ met Roger Moore.

Volvo bouwde steeds verder uit. Heeft een eigen luchtvaartdivisie die de nodige vliegtuigmotoren en technieken levert en zette een gamma auto’s neer met een dijk van een imago. Ook in Nederland waar het merk o.a. de DAF Fabrieken in Borne overnam en daar de als DAF’s bedoelde personenwagens omvormde tot Volvo’s. Ook al duurde dat avontuur niet zo lang er gingen heel wat 340/440’s over de plank voor men er in Limburg mee stopte. Volvo ging mee met de trends, zette een grote naam neer in truckland, veroverde diverse markten in o.a. de VS maar ook in het toenmalige Oost-Europa, met dank aan de neutraliteit van het thuisland. Maar op enig moment had men gebrek aan kapitaal en klopte aan bij andere fabrikanten zoals Ford. Na de financiele crisis van de jaren 10 in deze eeuw werd Volvo doorverkocht aan de Chinezen en kwam het onder beheer van lieden uit dat land. Voor de elektrische rijders zette men daar ook Polaris op poten wat als eigen submerk naast Volvo opereert maar vrijwel dezelfde platforms gebruikt. Volvo werd zo gered van de ondergang. Het lijkt er op dat het tot in lengte van jaren een belangrijke rol zal blijven spelen in autoland. En dat is zeer terecht. (beelden: Archief)

Naaktheid….

Naaktheid….

De mens is het meest kwetsbaar als hij volkomen naakt door het leven gaat. Dan is er optisch niets meer te verbergen, is elke pukkel of afwijkende bult dan wel uitbundige of beperkte haar- of buikgroei zichtbaar. Het zal om die reden zijn dat ooit, lang geleden, een slang een appel gaf aan een zekere Eva waardoor zij zich moest verantwoorden bij haar hoogste chef die haar daarop beval uit het naakte paradijs te vertrekken en voortaan de kleding der schaamte te dragen. Alleen al door dit en daaropvolgende geloven werd de naaktheid verbannen en dekten hele volksstammen zich af met kleding van wol, riet of wat voor materiaal ook.

Soms waren of zijn er oplevingen terug naar het blote lijf. Zoals wij met zijn allen meemaakten vanaf pakweg de jaren zestig tot en met de jaren 2000. Het strand de vrijplaats voor hen die gewoon streeploos wilden bruinen maar meteen ook genoten van dat bevrijdende gevoel van geen kleding meer hoeven dragen. Tuurlijk zat de ingebakken schaamte nog wel eens in de weg, maar op enig moment zag je op veel stranden dat topless bij vrouwen geen echt issue meer was maar meer in de breedte normaal.

Wie mooi gevormd was liet dat graag zien, wie minder gebakken was draaide de rug naar de zon en duwde de borsten (of andere onderdelen) in een al dan niet op maat gegraven kuil(tje) in het zand. De westerse maatschappij bevrijdde zich in ieder geval van een last. Het geloof daarbij verbannen. Maar dat is nu, anno 2023, heel anders geworden. Ik beschreef al eerder de klachten vanuit vooral kringen van linkse mensen (de eersten die overigens ooit de eigen beha uitlieten of symbolisch verbrandden) dat bloot zo confronterend kon zijn voor hen die hier niet aan gewend waren of dat zelfs afstotelijk vonden. Wie dat dan waren hoeven we hier niet te benoemen, maar die groepen grepen wel de gelegenheid aan om tegenwoordig te verlangen dat er voor hun volkomen van onder tot boven verpakte vrouwen eigen stukken strand komen met afscherming aan de flanken daarvan zodat ze al dat bloot van verdorven westerse mensen niet hoeven zien. Ik denk dan als ik dat lees of hoor dat we de wereld met dank aan linkse vertrutters wel erg op de kop zetten.

Gelukkig loopt er in de zomermaanden ieder jaar een ingetogen campagne via de STER waarin wordt aangegeven dat mensen die pure naaktheid wel plezierig vinden, en regelmatig in groot gezelschap verkeren. Meer dan 2.5 miljoen mensen recreeren nl.(volgens dat spotje) regelmatig of soms bloot. Zegt veel, want als die getallen kloppen zijn dat er meer dan al die lui die nu te hoop lopen tegen datzelfde (semi)naakt. We moeten ons niet laten remmen door derden. En helemaal niet als vrouw. Want voor je het weet mag je zelf ook niet meer in bikini of badpak het zwembad in of het strand op. Glijdende schalen neigen nogal snel tot negatieve escalatie. Ik wens iedereen dus een streeploze nazomer toe. En laat je niets verbieden door die schijnheilige vertrutters. En o ja, ik zelf ben voorstander zonder zelf deel te nemen aan hoor…. Maar dat is dan weer omdat ik als Steenbok met een lichte huid snel dreig te transformeren naar het sterrenbeeld Kreeft….rood, doorgebakken…maar toch.. (Beelden: Archief/Internet)

Toespraak….

Toespraak….

Bevlogen sprekers zijn er niet zo veel. Het viel me onlangs weer op bij het bekijken van beelden uit de Tweede Kamer waar zoveel te doen was in de afgelopen weken en maanden. Mensen zijn er soms niet voor in de wieg gelegd. Ze spreken vanaf vooraf (al dan niet zelf..) geschreven stukken papier, kennen niet of nauwelijks vormen van humor en verpakken in veel zinnen of woorden vooral verwijten, afkeer of gewoon haatzaaierij.

En echt, dat is niet iets van een enkele stroming. Vrijwel elke politicus maakt zich er aan schuldig. Maar mij valt op dat zelfs lijsttrekkers vaak slecht kunnen speechen. Het is ook niet ieder mens gegeven. De een heeft meer flair dan de ander en de meeste mensen die voor het eerst een maidenspeech moeten houden slapen soms een of meerdere nachten slecht voorafgaand aan het evenement.

Anderen doen het spontaan en los uit de pols en gebruiken dan ook nog eens de juiste woorden of zinnen. We kennen vast voorbeelden hiervan uit onze eigen omgeving. Ik heb zelf vaak ‘voor de klas’ gestaan, voor universiteit of een zaal vol kritische zakenrelaties. Viel me soms mee, in andere gevallen tegen. Veelal kwam het door de te brengen boodschap. Was die positief ging dat me veel beter af dan een negatieve waarvan ik wist dat het tot veel commentaar zou leiden of zelfs persoonlijke kritiek. Immers de brenger van een boodschap moet vaak persoonlijk lijden. Zeker tegenwoordig. Dat zal de reden zijn dat sommige politici ook zo stuntelen. Want het is natuurlijk veel leuker om het volk brood en spelen te beloven dan achteruitgang en nog meer ellende.

Uitzonderingen zijn er altijd op die regel. Want de nu min of meer opgestapte premier Rutte is iemand die met een zeker gemak de meest vreselijke boodschappen kon of kan brengen. Hij is een bevlogen spreker en in een debat zelden uit het veld te slaan. En als hij het even niet meer weet roept hij om ‘Carolien’ zijn assistente. De meeste sprekers kennen die luxe niet, die moeten hun speeches uit het hoofd kennen en in een debat goed onderbouwd met feiten de confrontatie aan gaan. In feite is een mens die goed kan speechen vaak ook goed in verhalen vertellen of zelfs moppen tappen. Die houdt van het publiek, de aandacht en voelt zich tussen mensen volkomen thuis. Daarbij moet je ook een zekere autoriteit bezitten, veelal opgebouwd via kennis en ervaring die jou net even boven de gemiddelde toehoorder doet uitstijgen. De informatie die jij dan uitdraagt is nieuw(s) en komt dan goed binnen. Wie al staat te bazelen over wat het publiek allang weet zal prediken voor de heidenen. Met alle gevolgen van dien. Nou, ik leerde het vak al doende. De eerste speeches al weer lang geleden, intussen vind ik het nog wel eens leuk ook om te doen. Was wel eens anders. Maar ik heb de feiten en kennis dan ook altijd paraat. Dat maakt me ook ongeschikt voor links-anarchistische partijcongressen. Immers, feiten spelen daar niet. Wel een doctrine…. En dat ligt mij meteen een stuk minder…. (Beelden: Internet)

Zeeslag…

Zeeslag…

Wie wel eens heeft opgelet bij de lessen Vaderlandse geschiedenis op school of wellicht door de ouders thuis kan zich wellicht een beeld vormen van de vele historische zeeslagen die door de Nederlanders zijn uitgevochten met vijandelijke troepen in Europa of wellicht het Verre Oosten. De Slag in de Javazee een prachtig voorbeeld. Of die van Michiel de Ruyter bij het Britse Chatham. Maar als ik aangeef dat er ook een slag is geweest op de Zuiderzee, in de hoek waar we nu het Markermeer weten, zullen de vraagtekens vermoedelijk boven de hoofden hangen. Net zoals het mij overkwam toen ik onlangs met vrouwlief Monnickendam bezocht en daar terecht kwam in een evenement dat met die slag van doen had.

Het stadje volgehangen met posters, banieren, vlaggen, bijzondere schepen in de haven, namaakpoorten met bewaking aan de randen van het centrum en overal in klederdracht van die vroegere tijd gestoken figuranten die er een kleine feestje van maakten. Ik moest even opzoeken waar die slag eigenlijk over was gegaan en wanneer die had plaatsgevonden. Nou dat was dus in 1573 (450 jaar her..)en was een treffen tussen de watergeuzen en de Spaans/Vlaamse vloot. En die watergeuzen maakten gehakt van die Spanjolen die niet goed uit de voeten kwamen op die toen toch best linke en ondiepe Zuiderzee.

En die Spaanse generaals onder aanvoering van Alva en Don Frederik waren in die periode nu net overtuigd dat een vloot die vanuit zee Hoorn zou binnenvallen zeer succesvol zou kunnen zijn. Het vlaggenschip van de Spanjolen heette ook nog eens de ‘Inquisitie’ wat veelzeggend is voor de doelstellingen van de toenmalige katholieke zuiderlingen. Maar het liep anders en de Spaanse schepen werden dramatisch verslagen waarbij het vlaggenschip van de vijandelijke vloot ook nog in handen viel van de geuzen. Na deze verloren slag moest Alva zich terugtrekken uit Noord-Holland en lukte het Spanje niet meer om ook dit gebied in handen te krijgen.

En dat viert men dus in het gebied tussen pakweg Monnickendam en Hoorn. Men doet veel aan naspelen van de slag met moderner zeilboten, waar vindt je natuurlijk nog een Spaans Galjoen uit die dagen, op straat doet men 1573 na en zowat elke winkel is aangekleed in het thema. Het maakte het veelal liefelijke Monnickendam tot een flink levendiger bestemming dan het normaal al is. En dat trekt weer extra bezoekers, waarvan de tegenwoordige watergeuzen, toch veelal de lokale horeca en mkb-ers, weer profiteren. Logisch en terecht. En mij gaf het weer een stukje extra inzicht in hoe wij in dit land ooit indringers wisten te verwijderen, ons volk vreemde doctrines buiten de deur wist te zetten en onze vlaggen nog fier rechtop in de masten werden gehangen. Trots op onze geschiedenis, onze cultuur, onze taal. Kom daar nu nog maar eens om…(beelden: Prive/selfie)

Confronterend…

Confronterend…

Het zal de meeste lezers/essen niet veel anders gaan dan jullie medeblogger, de altijd jong van geest blijvende Meninggever. Hoewel de spiegel het tegendeel beweert, en soms duidelijk maakt dat jong zijn maar kort duurt en je de meeste tijd van je leven bezig bent met oud(er) worden, de geest weigert dat beeld veelal te accepteren. In mijn kop ben ik nog steeds iets van 25 jaar oud en vind nog steeds van alles en nog wat mooi of aantrekkelijk.

Ik kan me soms nog opwinden over de politieke kwesties, verbind graag oud met nieuw, jong met oud, maar weiger te accepteren dat er ook voor mij een einddatum vastzit aan mijn stoffelijk bestaan. Ik weet dat het anders is, maar toch. Dus koester ik de vrijheid die me door een goede gezondheid wordt geschonken, blijf actief met en in van alles en nog wat en lees me gek om qua kennis bij te blijven. Zet me in een discussie met andersdenkenden en de vonken vliegen er vanaf. Leeftijdgenoten zie ik dan vaak wat terugzakken en denken ‘waar maak jij je druk om man, het leven was al zo ingewikkeld..’ of soortgelijke bij geranium groeispotters behorende gedachten. Nee, aan mij is dat niet besteed.

Hoor ik een lekker ruig Dancenummer of pakweg Metallica sta ik dat mee te bleren en doe soms verwoede pogingen op het ritme de benen te roeren tot iets wat lijkt op een leeuw die in plaats van op jacht gaan het hoela-hoepdansen beoefent. Kortom, niets ouds voor mij. Dus hup lopen tot de vonken er vanaf vliegen en rijden als een semi-jonge Max Verstappen. Was dus aardig confronterend toen we onlangs een lijnbus betraden die in de periferie van Amsterdam het vervoer tussen randgemeenten verzorgt na een lange wandeling langs de kunst van ArtZuid. We zakken dan gewoontegetrouw neer op van die handig klapstoeltjes in die bus, want we hoeven maar twee haltes. Een ontzettend lieve donkere jongedame stond op en zei met grote glimlach: ‘ga hier maar zitten, veel beter voor jullie’ en zakte zelf naast mij op een van die klapstoeltjes. Ik keek haar aan, en vroeg, ‘zie ik er zo oud uit?’. Tuurlijk verwachtte ik een antwoord dat dit direct ontkende, maar ze keek slechts lachend omhoog… Ik wist genoeg. Later, ze nam dezelfde halte, zwaaiden we nog even naar mekaar. Zij had een goede daad verricht en ik was daarna toch aardig ontwricht. Oud worden willen we allemaal, ouder zijn valt nog niet zo mee. Zeker niet als leuke jonge dames je dat in hun beste bedoelingen ook nog eens bevestigen. Zal ik dan toch maar die geraniums bestellen. Men zegt dat je die op oudere leeftijd kunt zien groeien….. (beelden: archief)

ArtZuid 2023

ArtZuid 2023

Tuurlijk ga ik ook regelmatig naar musea om daar mijn gevoel voor cultuur en (al dan niet moderne) kunst op te vijzelen, maar als die kennismaking gewoon op straat van mijn eigen stad plaatsvindt en ik al wandelend langs een mooie route de meest wonderlijkse creaties mag bewonderen zal ik het niet laten. Zo ook een paar dagen terug toen we de 2023-editie van ArtZuid bezochten.

Die wordt net als eerdere edities gehouden in de chique Stadionbuurt van onze stad, van Apollolaan tot Churchillaan en nog wat zijstraten er omheen. Stel je voor dat je daar in de prachtige plantsoenen van die boulevards in dat chique stukje stad om de zoveel meter een of ander kunstwerk ziet uittorenen boven het alom aanwezige groen. Kleurrijk, fantasievol en veel zeggend over de inzichten van de kunstenaar of wellicht diens afkeer van het menselijk lichaam.

Want opvallend is dat beelden zonder kop of lichamen die eerder kubistisch dan rond zijn, regelmatig te bezichtigen zijn. En ik maar denken dat veel van die kunstenaars leven in een wereld waarin Adam en Eva elkaar telkens weer ontmoeten en waar voorbeelden zat zijn voor wat een mannelijk of vrouwelijk naakt zo typeren. Hoe dan ook, van vrijwel onbekende mensen tot Karel Appel, ze komen allemaal in aanmerking om deel te nemen, mits hun kunst maar weersbestendig is en ook kan tegen aanrakingen van al te enthousiaste passanten. Ik houd meestal, net als vrouwlief, enige afstand, al was het maar omdat het fotograferen van al dat fraais (of wat er voor doorgaat..) dan eenvoudiger verloopt.

En over dat lopen gesproken, je bent zo 10.000 stappen verder. Dus..brood mee en van een der gesponsorde banken gebruik maken waardoor je ook al kauwend een aardig beeld krijgt van dat wat tegenover je in het groen staat. Neem ook de fantasie mee. Want die is nodig en nuttig. En voor hen die alles zo professioneel mogelijk willen bekijken is er een app die zichzelf langs de route meldt.

Daar zie je precies waar je tegenover staat of zit als je daar behoefte aan zou voelen. ArtZuid kennen wij intussen zo’n beetje een jaar of 15/16 en volgens mij is het een tweejaarlijks fenomeen. Waar ook wat kunstzinnige zaken onderdak worden geboden langs straten die leiden tot het Museumkwartier aan het gelijknamige plein in de stad. Heb je er dan nog niet genoeg van zijn er het Stedelijk, van Gogh en Rijksmuseum om je total loss te maken qua fysiek of je interne geheugen te overbelasten met culturele uitingen.

Hoe dan ook, wij genoten weer, al was het maar omdat dit deel van onze stad een van de fraaiste stukjes Amsterdam biedt die je denken kunt. Het hele terrein is bereikbaar per trein, metro of tram. Maar de ware route moet je zelf lopen. Voor hen die dat doen, veel plezier. Wie dat niet doet of kan, zie de plaatjes….Een minimale afspiegeling van wat je allemaal kunt bekijken trouwens. (Beelden: Prive)

Cadeautje..spotten!

Cadeautje..spotten!

Als jong ventje, ik verhaalde daar al eerder over, fietste ik vanuit huis meerdere malen per jaar naar Schiphol, zette mijn toenmalige tweewieler tegen de heg daar en klom er op. Dan kon je net over de struiken heen het vliegverkeer volgen dat toen nog een schaduw was van wat er nu zoal opstijgt of landt. Door de jaren van het leven heen heb ik dat zgn. ‘spotten’ tot een ware passie verheven. Kocht er ook de nodige apparatuur voor en kan me verheugen op heel wat avonturen langs de diverse startbanen van vliegvelden die ik hiervoor opzocht.

Maar de afgelopen pakweg vier jaren kwam er eigenlijk niks meer van. Het verlangen er naar nam overigens niet af en dus pakte ik onlangs de hele boel weer eens bij elkaar, laadde de SLR-camera op, zette nieuwe batterijen in mijn luchtvaartontvanger en stapte in de auto voor een ochtendje in juni waar ik weer eens echt kon genieten. Want net als mensen die een sportwedstrijd bezoeken of anderen die op het strand liggend alles wat daar voorbij komt observeren, doe ik dit dan langs een van Schiphol’s start/landingsbanen.

Grote en kleine kisten, Nederlandse en buitenlandse carriers, zakenjets, of zelfs een oefendemo van de lokale brandweer. De camera klikte, en af en toe zette ik ook de iPhone in voor wat videowerk. Heerlijk. Het was die ochtend na de bloedhitte van een week eerder, zalig koel, de wind blies me in de rug en boven me trok het zwerk dicht wat weliswaar zorgde voor minder heldere beelden, maar ook de zon wat filterde die hier nog wel eens precies tegenover je staat. Later reed ik even langs mijn bekende ‘pornoshop’ in Aalsmeer voor wat aankopen en deed toen als toetje nog even een looprondje op Schiphol-Oost waar ik dan veelal de daar geparkeerde zakenjets op de plaat zet. Ik luister naar de kisten, ik ruik de lucht van kerosine, ik zie de bedrijvigheid, bereken hoeveel mensen er in die kisten zitten en ook hoeveel werk deze parel in de kroon van onze economie de regio en het land biedt en geniet. Ik spot zolang het kan.

Want voor je het weet is Schiphol opgelost in het zoutzuur van de linkse klagers waarvan er naar nu bekend werd 80 goed waren voor 55.000 klachten per maand. Ik behoor daar niet bij, zal duidelijk zijn. En omdat ik een echte omwonende ben, ook dat nog, zal ik nooit klagen. Want ik spot zelfs onbewust wat hier voorbij komt als ik in mijn mancave mijn geschoten opnames ver- en bewerk…! Heerlijk tijdverdrijf…(Beelden: eigen archief)

Vauxhall – zeker geen Britse Opels..

Vauxhall – zeker geen Britse Opels..

Veel autokenners (..) zien het Britse Vauxhall tegenwoordig als niet meer dan als een soort vestiging van Opel in het Verenigd Koninkrijk, maar zo steekt de autowereld en geschiedenis niet in elkaar. Vauxhall was en is wel degelijk een puur Brits traditiemerk met een historie die in 1903 startte toen het bedrijf als Iron Works Ltd werd opgericht. Binnen een paar jaar was die naam veranderd in Vauxhall Motors Ltd en vestigde men zich in Luton.

De vooroorlogse wagens waren prachtig en met name die van voor 1927 zijn op dit moment gezochte klassiekers waar top prijzen voor worden betaald. Zoals zo veel merken kwam ook Vauxhall in die crisisjaren 20 van ruim een eeuw geleden in de problemen en werd het ingelijfd door het grote Amerikaanse General Motors-concern. Na de oorlog ging Vauxhall weer volop aan de slag met haar auto-productie.

Soms waren dat vooroorlogse modellen die wat werden aangepast aan de ‘moderne tijd’. Voorbeelden de serie 10, 12 en 14 die naar wens met een vier- of zespitter werden uitgerust. In 1948 verscheen de Velox die samen met zijn langzamer zusje Wyvern de oudere modellen moest doen vergeten. Motorisch was dat niet nodig want deze nieuwe reeks baseerde op de vorige.

In 1951 kregen beide modellen een zeer moderne carrosserie en nam men afscheid van die oude vormen met uitgebouwde spatschermen en zo meer. Motorisch bleef veel hetzelfde, al sleutelde men er wel wat meer paardenkrachten in. Ook in ons land kwam je beide Vauxhall-typen regelmatig tegen. Er waren nu eenmaal mensen die gingen voor dat oer-Britse gevoel. Een luxe variant heette Cresta en had altijd meer chroom, een zescilinder en lederen bekleding te bieden.

Waar Opel op enig moment de Olympia/Record bood, hadden de Britten de Victor in het aanbod vanaf 1957. Vauxhall’s uit die periode hielden het qua styling langer vol dan hun Duitse GM-zusjes. En die Victor ging door de jaren heen wel als warm broodjes bij de bakker de deur uit. Men was er gek op. In ons land werden ze ook verkocht maar wonnen vergelijkbare Opels het veelal bij het grote publiek. Al was het maar vanwege de inruilprijzen die bij Opel op hoger niveau lagen dan bij Vauxhall. Een compacte Vauxhall was de Viva uit 1963. Tegenhanger voor de Kadett A bij Opel, maar met meer ruimte en ook vermogen.

Gebouwd in een nieuwe fabriek werd dit best een goed verkopende Vauxhall die je ook in Nederland regelmatig tegenkwam. Gold zeker ook voor de Viva uit de tweede generatie die groter was dan zijn voorganger en ook weer meer vermogen beschikbaar had. Een stationcar bleek een prima aanvulling. Er waren ook flink snellere versies waarin je een tweeliter blok geleverd kreeg en een zwarte motorkap.

Nu gewilde youngtimers. Een sportieve Vauxhall was ook de Firenza en de Magnum met hun sportieve motoren waarin de nokkenas bovenin het blok te vinden was. Voor de prijskopers kwam er een leuke compacte auto in de klasse van de Kadett bij Opel. De Chevette werd geboren, een soort hatchback met een handige achterklep. Hij begon al wat te lijken op de Kadett en dat proces werd onder druk van GM steeds verder doorgevoerd. Maar dat deed moeder GM ook bij andere merken die onder haar beheer vielen zoals Isuzu of Holden.

Zo was de Cavalier een kruising tussen een Ascona van Opel met de neus van een Manta. Later werd bij Vauxhall de Astra op de wielen gezet en dat was in feite niet veel meer dan een Kadett uit die jaren. De naam Astra zou later de Kadett bij Opel doen vergeten. Nova was de volgende Opel die onder een Vauxhallnaam werd verkocht. Betrof namelijk de Corsa. Sinds de jaren 80 bouwt Vauxhall eigenlijk precies gelijke wagens als haar Duitse concernzuster. Alleen zet Vauxhall ze weg met stuurwiel rechts in landen waar dat van toepassing is. En zijn zowel Vauxhall als Opel intussen onderdeel van het Frans/Duits/Amerikaanse concern Stellantis. Waarmee de oude geschiedenis van de Britten is afgesloten, maar de productiebanden nog wel gewoon blijven draaien. En o ja, bij Vauxhall hoorde ook het bij ons zeker ook bekende bedrijfswagenmerk Bedford. Maar dat is weer een heel ander verhaal…(Beelden: Archief)

Versleten, vervangen, vergeten…

Versleten, vervangen, vergeten…

Ik beschreef hier al eerder de avonturen die we meemaakten met onze overleden CV-ketel. Maar er ging meer stuk in de afgelopen periode. Zoals mijn externe harde schijf die ik jaren lang vooral benutte om de vele foto’s op te slaan die een relatie kennen met mijn liefhebberijen zoals de luchtvaart, autowereld of alles wat in miniatuur of boekvorm voorbij komt. Nu was die schijf ooit al eens aardig vol geraakt en had ik daarna besloten om de schijf te ontzien als opslagunit, maar wel te gebruiken bij de illustraties die ik ook voor dit blog benut.

Maar begin juni schakelde hij niet meer in. Ik hoorde wel dat hij wilde opstarten, maar dat lukte dus niet meer. Nou daar werd ik niet meteen vrolijk van. Ook zoonlief kon me niet helpen en die heeft er echt verstand van. Dus afscheid nemen van al die bestanden? Ik had er geen zin in. Daarop vroeg ik advies bij oud medeblogster Thamara wiens zoon in de computers zit. Die zoon wilde wel even kijken, wat onlangs gebeurde, en hij meldde al snel dat de harde schijf was gecrashed. Maar na een paar uurtjes werk had hij alles toch overgezet op een nieuwe en veel kleinere (maar flink grotere capaciteit) externe schijf voor nog geen 100 euro. Klaar! Ik blij en kon weer verder. Natuurlijk zet ik tegenwoordig nieuwere bestanden op USB-sticks en in the cloud, maar ik kan ook weer bij mijn archieven.

Maar dat was het nog niet. Op een slechte dag nokte ook mijn iPhone ineens af. Wilde aan de linkerkant van het touchscreen niet meer reageren op mijn aanslagen. Oei! Volgende probleem. Net 2,5 jaar oud dat ding. Zoonlief wist ook hier de boel te redden maar dat bleek slechts een pleister, want bij de diverse apps die ik gebruik, zoals Facebook werkte het ding toch niet zoals het moest. Uiteindelijk leverde zoonlief mij een nieuwere, grotere en geavanceerder iPhone uit zijn gebruikte collectie, installeerde alle mij toekomende software en apps en ik kan weer vooruit. Woow…ontsnapt aan een digitale ramp. Afgelopen week meldde vrouwlief dat het koffiezetapparaat kuren vertoonde en het af en toe compleet laat afweten. En dan was er nog die raamschakelaar in de auto die (onder garantie) moest worden vervangen…. Is het nu klaar graag? Want juni staat nu al op de kaart als een bijzondere maand als het zo doorgaat…. (beelden: indicatief/internet)

Mislukt avontuur – Tucker..

Mislukt avontuur – Tucker..

Grote kans dat je dit automerk wel kent maar er nog nooit een auto van heb zien rijden. Ik heb het over het Amerikaanse merk Tucker. Dat wilde na de Tweede Wereldoorlog met een revolutionaire auto kopers van toen bekoren en weg lokken bij de grote jongens in Detroit. Preston Tucker, naamgever en oprichter was wat je noemt een uitvinder. Hij bouwde racewagens voorafgaand aan en speciale toebehoren voor tanks tijdens de oorlog.

Maar met die personenwagen wilde hij i n een keer een grote slag slaan. Daartoe leende hij grote bedragen, kocht zich een fabriekshal en zette een auto in elkaar die vrijwel in niets leek op wat indertijd op de markt te vinden was. De auto kon zes personen comfortabel vervoeren, had een helicoptermotor van Franklin achterin zitten, kreeg drie koplichten en reed als een speer. Tucker huurde ook de creme van autospecialisten in om de boel op gang te brengen en deed mateloos veel aan publiciteit.

Zoveel dat de grote merken in Detroit, General Motors, Ford en Chysler Tucker de voet dwars gingen zetten. En omdat de productie en verkoop van zijn merk maar niet op gang kon krijgen raakte hij in de schulden en die groeiden op enig moment zo ver boven de fraaie hoed dat het bedrijf failliet ging. Dat kostte meer dan 25 miljoen dollar, 2000 werklozen medewerkers en 1872 dealers die hun aanbetalingen op de eerste wagens van het merk kwijt waren. In totaal zijn er 51 Tucker Torpedo’s (de naam van het model) gebouwd. Een deel daarvan is bewaard gebleven in musea. En nog steeds is het een prachtige wagen die je doet mijmeren over hoe het zou zijn gegaan als oprichter Tucker naast uitvinder ook een goed zakenman was geweest. En waar zou de gemiddelde leek op autogebied Tucker van kunnen kennen? Wel van een prachtige film die over deze historie is gemaakt door regisseur Francis Coppola. Wie die film bekijkt ziet hoe dit merk een paar jaar lang de tongen los kreeg…. (Beelden: Internet)