Het gaatje van Seur..

Het gaatje van Seur..

Ik heb in het kader van mijn meningblog diverse malen mijn liefde beschreven voor de in ons land inmiddels wat onderschatte speedway-motorsport. O.a. de Duitse topper Joseph Hofmeister passeerde hier de revue op 9 juli 2021. Dit keer heb ik het hier over een oer-Amsterdammer. Afkomstig uit de Jordaan, toch een heel speciaal deel van onze stad. Waar aan de Willemstraat daar een gordijnstoffenhandel zat die vele jaren lang werd beheerd door de familie Seur. En uit die familie stamde een man die ik als jong mens regelmatig zag rijden op de sintelbaan in het Olympisch Stadion maar ook daar buiten. Piet Seur was een markante rijder.

Kort, gedrongen gebouwd en altijd goed voor een kwinkslag in plat Amsterdams. Geboren in 1932 en vrijwel altijd zijn hart verpand aan die sport waarbij het aan kwam op stuurmanskunst en een groot hart. Voor eigen publiek altijd een tandje er bij zettend maar veelal niet verder reikend dan de goede middelmaat in een veld van toppers als de broeder Kroeze of Van Koppen. Piet kwam uit de grasbaanraces op de sintels terecht en was een grote belofte. Maar ja, zat net in die gouden lichting van toen die de ene na de andere bijpassende helm wist te veroveren. Neemt niet weg dat hij een echte speedwaycoureur was en zijn puntjes voor een team of zijn land bij elkaar sprokkelde. Legendarisch zijn uitdrukking na een wedstrijd waarin hij ‘op zijn plaat’ ging waarna hij even niet mee kon rijden. ‘Piet zag een gaatje….ik dook er in…maar ja toen sloot het gaatje zich…en daar lag ik…’. Dat soort uitspraken waren typerend voor deze verder bescheiden vent. Jordanezen kunnen vaak geweldig zingen, maar een dikke krop hebben ze zelden. Piet zag ik via internet nog even voorbij komen in 2011. Een bijeenkomst van oude en jonge motorrijders, hij op zijn typerende en glimmende speedwaymotor, intussen 82 jaar oud, maar wel in speedwaypak, Amsterdamse drie kruizen op zijn rug. Grijs koppie maar met een grote grijns op zijn gezicht. Een echte motorduivel. En zo zie je ze niet vaak meer. Tegenwoordig gaat het ego voorop en komen de prestaties er vaak achteraan. Ik kon niet achterhalen of hij nog leeft. Dan is hij intussen 95 jaar oud. Wellicht niet meer de leeftijd om op zo’n dikke motor te kruipen. Zou hij intussen hemelen? Dan moet Petrus zich zorgen maken….. (beelden: internet/archief)

Britse schoonheid…

Britse schoonheid…

Onlangs keken we weer eens naar een van de best gemaakte TV-series ooit die het Verenigd Koninkrijk heeft voortgebracht; Downton Abbey. Wie de reeks ook heeft gezien zal met mij onderschrijven dat in alle geledingen van dat verhaal wordt geacteerd op het hoogste niveau. Natuurlijk is het script ijzersterk maar het acteerwerk steekt toch als altijd een divisie boven die in ons land uit.

Als je na een enkele aflevering alle karakters al hebt leren kennen en ook de karaktertrekken van het personage al dan niet fijn vindt of vergeten bent dat een acteur/trice dit neer zet heeft die serie je in de greep. Overkomt me zelden maar deze reeks is een voorbeeld. Bij het opnieuw bekijken van de serie ontdekte ik opnieuw de actrice die gestalte geeft aan Lady Mary Crawley. Oudste dochter van het paar dat het kasteel in dit verhaal bestiert en soms wanhopig op zoek naar de ware liefde dan wel een kandidaat die haar erfenis (het kasteel) mede kan veiligstellen. Die rol is op het lijf geschreven een een typische Britse schoonheid; Michelle Dockery. Blank van huid, brunette en naast actrice ook een begenadigde jazz-zangeres. Haar gezicht is dat van een fraaie pop, de uitdrukkingen van verdriet tot boosheid worden daardoor extra sterk doorgegeven.

Haar stem mooi laag, geen al te grote schreeuwpartijen, nee, alles passend bij een karakter in een wereld van een eeuw geleden. Michelle Dockery werd in 1981 geboren in Londen en werd in 2004 pas actief als actrice. Maar daar zat een stevige opleiding aan prestigieuze toneelscholen voor waar ze al opviel door haar talent en zelfs prijzen won op jeugdige leeftijd. Uiteraard ging ze daarna naar het Britse toneel en speelde oa. Ophelia in Hamlet (2010). Daarna kwam ze ook terecht in de tv-wereld waar ze via bij ons minder bekende reeksen uiteindelijk terecht kwam in de cast van Downton Abbey als de genoemde dochter binnen de familie Crawley. Na die reeks op TV was ze ook te zien in de twee speelfilms waarin dat kasteel decor was van een ijzersterk verhaal. De laatste daarvan kwam pas in 2022 uit.

Tussendoor was ze ook nog te zien als Alice Fletcher in de Netflixreeks Godless en vanaf 2022 in een nieuwe reeks van Netflix Anatomy of a Scandal waarin ze een Officier van Justitie vertolkt. Haar persoonlijke leven kende een waar drama toen haar partner John Dineen op 34 jarige leeftijd stierf aan een niet te genezen vorm van kanker. Dat was een heftige klap voor haar. Gelukkig vond ze vier jaar later een nieuwe liefde in Jasper Waller-Bridge die ze via via had leren kennen. Afgelopen september zijn ze samen ook in het huwelijk getreden. Wat Mary Crawley moeizaam lukte is haar alter ego dus wel gelukkig geworden en dat is maar goed ook. En mocht je de serie die ik beschreef nog niet hebben gezien, zoek hem op en kijk er naar. Je wordt er binnen de kortst mogelijke tijd in meegezogen. Al was het maar door actrices als deze Michelle Dockery…. (Beelden: Internet)

Vergeten…

Vergeten…

Wat of wie wegzinkt in het moeras van de geschiedenis verdwijnt vaak uit de collectieve herinnering. Vraag de huidige jeugd naar de bekende namen uit onze jeugd…Het zal je verbazen hoeveel ‘bekends’ is verdwenen uit dat collectieve geheugen. Niet meer meegenomen bij wat ik maar geschiedenislessen noem, thuis niet meer meegegeven als algemene ontwikkeling, en dus als weinig relevant op enig moment volkomen foetsie. Zo gaat het ook met historische feiten. Men past die aan bij de huidige tijd en maakt zich dan ineens druk om het al dan niet politiek correct verlopen zijn van die geschiedenis….Al was het maar omwille van vermeende slachtoffers die een geldelijk slaatje willen slaan uit die andere aanpak dan wel een buigende koning en volk als minste uiting van excuus willen zien. Zo zag ik onlangs ook dat de omvang van de Holocaust door bepaalde extremistische groepen in twijfel werd getrokken. Dat paste ook in hun politiek/maatschappelijke agenda vrees ik…. Akelig genoeg. Maar zij die beter weten zullen de slachting van het Joodse volk nooit vergeten.

In de privesfeer is vergeten worden ook een akelig vooruitzicht. Mensen vinden zichzelf over het algemeen aardig belangrijk. Niet zo gek, want ze leven, net als wij zelf, maar een keer. Daarbij doe ik hen te kort die menen dat zij later eeuwig verder zullen leven of terug komen als pakweg een paard of regenworm. In zijn algemeenheid leven we dus dat ene leven van nu en eindigt het verhaal als we het bestaande voor het eeuwige verruilen. Het hangt dan ook af van hoe we hebben geleefd of we worden geroemd dan wel in anonimiteit worden bijgezet in de begraafplaats van het relatieve. Toch willen we het liefst voor altijd herdacht worden.

Slechts heel grote namen lukt dat. Zelf benoemde dictatoren, koningen, filmsterren of belangrijke en succesvolle sportlieden. Voor de rest is het maar de vraag of we niet echt worden vergeten. Wie over een begraafplaats loopt (ik deed dat onlangs weer eens) ziet meteen aan de graven wie nog in de herinnering zit van nabestaanden en wie niet. Daarbij zijn cultuurverschillen groot. Veel buitenlandse culturen (denk een Chinezen of voormalig Joegoslaven) hebben praalgraven met veel aandacht en verzorging, bij Nederlanders ligt dat aardig genuanceerd.

De eerste jaren na overlijden komt men als nabestaanden nog wel langs, legt bloemen, bezemt de eventuele steen nog wat bij, maar naar gelang de jaren vorderen wordt dat onderhoud minder. Wordt zelfs tot een last soms en dan verloedert de boel. Terwijl al die overledenen ooit belangrijk waren in hun eigen leven maar zeker ook in dat van hun partners, kinderen of kleinkinderen. Ze waren fabrieksdirecteur of grote tv-ster. Maakt veel relatief, en de onlangs bij een door ons bezochte begrafenisplechtigheid uitgesproken woorden ‘laten we…..niet vergeten, ook al is hij niet meer onder ons’ best indrukwekkend. Wij mensen willen er voor altijd zijn, de dood is net even te drastisch. Maar die begraafplaatsen zetten veel op de bekende plek. Eenmaal verdwenen uit het leven blijf je nog even in herinnering, maar dan gaat ook dat lampje uit. Wie het anders ervaart mag het zeggen. En als je goed oplet zie je dat ik hier af en toe wat mensen laat passeren die nog even in de herinnering moeten terugkeren. Omdat we al zo slordig omgaan met onze eigen en vaderlandse geschiedenis. Herkenbaar? (Beelden: archief en internet)

Bijster fraai; Hawker Hunter…

Bijster fraai; Hawker Hunter…

Als opvolger voor o.a. de Gloster Meteors (zie blog 10 maart jl) kocht de Nederlandse regering de bijster fraai gevormde Hawker Hunter. Een straaljager die voor het eerst vloog in 1951 en in staat bleek net op de rand van de geluidsbarriere te opereren. Aangedreven door een Rolls Royce Avon straalmotor werd de machine al snel besteld door de Royal Air Force maar ook buitenlandse luchtmachten zoals de onze deden een bestelling voor deze potente straalkist. De Hunter was niet alleen een goed en geducht luchtwapen, maar ook een fraai ontwerp. En een oude wet in de luchtvaart is dat als een vliegtuig fraai oogt het ook als zodanig vliegt.

Door de jaren heen werden de Hunters ook verbeterd. Daardoor konden ze meer taken aan en werden ook sneller, namen meer lading mee en werden daarnaast zeer geliefd bij hun vliegers. De Hunter was een betrouwbaar vliegtuig. Voor de opleiding van piloten werd een tweezitter ontwikkeld die ook in onze luchtmachtkringen werd gebruikt. Heel wat Hunters bleven ook relatief lang in gebruik. Dat gold ook voor de KLu exemplaren. Hunters deden zelfs nog dienst toen de F104 Starfighter al was geintroduceerd. Nederland had de Mk4 en 6 in gebruik naast de TMk7 trainers.

Als je in de jaren zestig naar Soesterberg afreisde zag je ze daar volop opereren. Maar uiteraard ook op andere bases was die Hunter een bekende verschijning. Bij andere landen vlogen die Hunters soms ook in conflicten. Zoals in het Midden-Oosten, maar ook in de oorlog tussen Pakistan en India. En waren ze soms een lastige prooi voor de tegenstander als de vlieger in de Hunter de nodige ervaring had. Tegenwoordig is het een gewaardeerd museumstuk, maar zijn er ook nog wat vliegend bewaarde exemplaren te bewonderen. Een elegante machine die natuurlijk niet alleen om zijn schoonheid werd gewaardeerd maar meer voor zijn praktische bruikbaarheid. En o ja, die Hunter werd net als die Meteor ook gewoon gebouwd (licentie) bij Fokker op Schiphol. Dik 190 van deze vliegtuigen verlieten daar de fabriekshallen. Best iets om trots op te zijn en een bewijs dat wij met dat Fokker een prachtig stukje industrie in huis hadden… (Beelden: Archief)

Allemansvriend….

Allemansvriend….

Ik weet vrijwel zeker dat iedereen er wel een of meerdere in huis heeft. Want handig en nooit in de problemen zoals met zijn wat chiquere zusje, de vulpen, nog wel eens het geval was of is. Ik heb het over de ballpoint, of balpen op zijn Nederlands. Miljarden en miljarden zijn er van gemaakt en het concept van deze inktrolpen stamt al uit de 19e eeuw. Moest je eerder een ganzenveer of kroontjespen in inkt dopen om iets op papier te kunnen zetten, bij de balpen komt die inkt uit een klein buisje of plastic huisje en wordt door de zwaartekracht via een piepklein bolletje uitgestoten voor ons betere schrijfwerk. Nou ja beter, ik zelf weet (vind)zeker dat je met een vulpen domweg mooier schrijft, maar die handigheid gebiedt toch dat die ballpoint een grote vlucht nam.

En daarover gesproken, letterlijk werken de meeste ballpoints van enige kwaliteit ook hoog in de lucht of zelfs de ruimte. Uitgebreid getest onder die omstandigheden bleken de meeste pennen in staat om gebruikers te bedienen die normaal een vacuum van letters hadden voortgebracht met hun vroegere schrijfmiddelen. Alleen een ouderwets potlood deed hetzelfde. In de 20e eeuw zijn die ballpoints doorontwikkeld tot wat ze nu zijn.

Grote merken maakten kunstwerkjes van die schrijfwaren, soms in sets met vulpennen in een mooie hoes verpakt. Kregen hun eigen aanhang. Maar de grote jongens als Bic hadden maling aan deze trends en maakten die pennen nu juist zo goedkoop mogelijk waarmee ze een enorm publiek aan zich wisten te binden. Als je oplet koop je tientallen van die Bics voor de prijs van een enkele fatsoenlijk ogende ballpoint van een echt merk.

Maar kniesoor die daar op let als je gewoon je dagelijkse boodschappen wilt opschrijven in een schriftje of daarin je huishoudbudget bijhoudt. Knap van de uitvinders van de nu gebruikte nieuwe inktsoorten in die pennen is dat men in staat bleek om die na gebruik op papier meteen kon laten indrogen. Bij een vulpen moet je dan geduld hebben of met een vloeipapierhouder de boel deppen. De uitvinding van die inkt wordt toegeschreven aan de Hongaarse broers Biro. En door die uitvinding besloten o.a. Britse legerleiders dat hun piloten tijdens WO2 ballpoint mee namen voor bijhouden vluchtgegevens en zo meer i p v de vlekkerige vulpennen van voor die tijd. Door de jaren heen is de ballpoint zo ver doorontwikkeld dat er ook allerlei varianten op het thema verschenen. We kennen nu fijnschrijvers, roller-mates, en zo meer.

We hebben ze allemaal wel in een of andere vorm in huis. Het plezier dat wij er aan beleven zorgt ook dat kinderen op school zonder al te veel moeite kunnen leren schrijven of tekenen. Want ook dat is met die pennen mogelijk. Met afschuw denk ik terug aan die tijden dat ik zelf met een kroontjespen in schriftjes zat te harken. Hoewel je als je daar mee om kon gaan fraaier schreef met zo’n ding dan met die latere ballpoints. Maar zal vast ook zitten in de grip op de steel van het ding. Vandaar dat ik graag met vulpennen schrijf. Waar dat nog nodig is uiteraard. Want zoals jullie hier ook al zagen en toepassen, wordt er veel geschreven op de laptop of soortgelijke machines. Met de hand schrijven wordt tegenwoordig steeds minder gebruikt. Met welke pen ook….. Ook grote schrijvers doen veel met de computer. En printen hun schrijfsels…. De enkele uitzondering daar gelaten, maar die zijn dan ook uniek… Hoeveel van die ballpoints hebben jullie in huis? Ik ben geen verzamelaar, maar weet zeker dat ik er alleen al in mijn mancave een stuk of 50 paraat heb. Ben dan nog een kind bij echte verzamelaars waarvan ik er ooit een zag die er 150.000 in huis had. Kijk, dan kom je nooit een pen te kort…. (beelden: Wiki)

Mooie stem..

Mooie stem..

Dat gaat wellicht voor veel zangers of zangeressen op, maar als ik wel eens wat oudere nummers beluister kom ik er achter dat men pakweg een jaar of 50 geleden toch een heel andere interpretatie gaf aan het fenomeen mooi zingen dan tegenwoordig. Hedendaagse kwelers willen nog wel eens zingen met adlips wat naar mijn idee verbloemt dat men eigenlijk toch de nodige opleiding heeft gemist dan wel een gebrek aan talent bezit. Maar dit terzijde. Onlangs hoorde ik weer een zanger die ik mij uit de jeugd nog goed herinner. Dean Martin. Een man die in zijn hoogtijdagen niet alleen talloze albums vol zong, maar ook succesvol optrad in heel wat films. Hij was een vaste waarde in de zgn Rat Packs waartoe ook Sammy Davis Junior en Frank Sinatra behoorden, had zijn eigen tv-show, leverde komische scenes in films met Jerry Lewis en zo meer.

Hij had een mooie zalvende stem en stamde qua carriere uit het begin van de jaren vijftig. Martin werd geboren in Ohio, zijn ouders waren Italianen en zijn familie naam was derhalve Crocetti. Geboren in 1917 werd hij een mens van diverse beroepen en interesses voor hij in de showbusiness actief werd. Dat deed hij door als zanger op te treden in New York. Maar al snel bleek zijn naam toch een dingetje en werd die omgebouwd naar Dean Martin. Met Jerry Lewis vormde hij in de beginjaren van de carriere een komisch duo, maar dat komische talent van die lui moest wel wat worden aangescherpt.

Dat lukt uiteindelijk prima en de naam van beiden was gevestigd. Toen zij op enig moment besloten tot een scheiding geloofden velen dat Martin het alleen niet zou redden. Het tegendeel bleek waar. Hij ontwikkelde zich tot een grote naam in het Amerikaanse showwereldje. Zijn zangtalent werd erkend en zijn nummers door de loop der jaren terug ter vinden op diverse hitlijsten van toen. Zijn zogenaamde levensstijl werd wel een dingetje. Want hij was een roker en drinker en liet dat ook vaak zien op tv. Zingen met een peuk en glas in de hand was hem niet vreemd. Later bleek (volgens zijn erfgenamen) dat in die glazen appelsap te vinden was en geen alcohol. Rond begin jaren 70 werd zijn gezondheid wel een dingetje. Die ging slechter dan gewenst en dat zette ook een rem op zijn carriere. Doodzonde. Daarbij kwamen op enig moment verhalen in de media dat hij net als collega Frank Sinatra banden zou hebben met de maffia. Bewezen is dat nooit overigens. Dean Martin was drie keer getrouwd en had acht kinderen. Een daarvan, zijn zoon Dean Paul Martin Jr. kwam helaas bij een vliegtuigongeluk om het leven. Dat hielp Dean niet bij diens gezondheid. Uiteindelijk overleed hij zelf op 1e kerstdag 1997. Een emfyseem kostte hem zijn leven. Hij werd 78 jaar oud. Zijn muziek en zijn vele rollen in films blijven hem eren. Net als ik dat even deed….Everybody loves somebody sometimes….. (beelden: Internet)

Onbekende Fransoos; Bernard!

Onbekende Fransoos; Bernard!

De meeste van mijn lezers hier zullen wel wat Franse automerken kunnen opnoemen. Citroen, Peugeot, Renault wellicht, maar van Bernard zullen de meesten hier niet of nooit hebben gehoord. Verbazing wekt dat allerminst. Het Franse truckmerk startte haar activiteiten in het jaar 1923, net een eeuw geleden dus, en hield het vol tot 1967. In de tussenliggende jaren fabriceerde het lichte en zware trucks, kiepwagens, opleggers en zo meer.

Men produceerde in Frankrijk eigen 4-cilinder benzinemotoren, en nam later in licentie gemaakte Amerikaanse zescilinders op in haar productiemodellen. Ook buschassis werden gebouwd met een vrij lage instaphoogte wat de Bernard als bus deed aanspreken bij het toenmalige publiek. In 1932 had Bernard al een vijfversnellingsbak met overdrive, hydraulische remmen en een automatisch smeersysteem voor het chassis.

Dieselmotoren haalde men uit Engeland (Gardner) en men experimenteerde al met driecilinder motoren voor haar lichte bestelwagens. Die waren zuiniger maar werden toch nog geen succes. Toen de oorlog uitbrak was Bernard best succesvol met haar 6-12 tons trucks die men na de Bevrijding weer opnieuw op de band zette om zo snel omzet te kunnen draaien.

De busproductie werd intussen gestaakt, trucks met vier of zes wielen werden de norm. Jaar na jaar kwam Bernard met nieuwe ontwikkelingen, zoals aluminium chassis voor de trucks van het merk, waardoor gewicht werd bespaard. Dikke 12 cilinderblokken en later turbo-gedreven V8 diesels maakten het merk best bijzonder. Dat gold ook voor de vormgeving. Die was ‘typisch Frans’ en dat was mede de reden dat je het merk in onze streken vrijwel nooit tegenkwam.

In de bestuurderscabines werden ronde en stijlloze voorruiten aangebracht, en ook dubbele koplampen met heel bijzondere behuizingen. Alles design en modern. 10-versnellingsbakken kwamen ook in het leveringsprogramma. In 1963 echter werd Bernard overgenomen door het Amerikaanse truckmerk Mack. Daardoor kwamen er trucks op de markt onder de merknaam Mack-Bernard. Maar het grote succes bleef uit en als eerder genoemd, in 1967 was het over en afgelopen. Wat bleef was de herinnering. Waarover ik met liefde berichtte… (Beelden: Internet)

Vreemde bediening…

Vreemde bediening…

Elke keer wanneer we als familie even een gedenkmomentje beleven op de Amsterdamse begraafplaats waar oudere broer Rob zijn plek veel te vroeg moest innemen, lopen we even door naar een of andere horecagelegenheid om op zijn persoon bij leven te proosten. Met koffie of thee hoor, niks heftigs. Dit keer deden we dat bij het niet ver van de fraaie Oosterbegraafplaats gelegen bekende Grand Cafe/restaurant Frankendael aan de Middenweg in Amsterdam-Oost. Op zich weinig mis mee, normaal worden we daar met alle egards ontvangen, maar dit keer was dat merkbaar anders. Een kennelijk al wat langer meelopende ober ontving ons op een wat ‘bijzondere manier’. Legde omstandig uit waar we wel of niet mochten gaan zitten omdat een deel van zijn etablissement was gereserveerd voor een wat grotere groep. Maar we vonden toch een tafel aan het raam. Prima geregeld. De jassen waren nog niet uit of hij drong aan op het gebruik van de lunchkaart. Maar wij wilden eerst even wat drinken. Koffie en thee, daarna even kijken voor iets er bij. Hij slofte weg en maakte de drankjes klaar.

Nou ja, de koffie dan.. Toen hij die kwam brengen vroeg hij wat we in de lunchkaart hadden gevonden. Tja, twee keer tosti (met iets verschillends als beleg naar gelang de smaak van de dames) en een appelpunt met slagroom. Kwam die thee ook nog door? Zuchtend haalde hij de lunchkaarten weg en begon aan de thee. Die kwam er….dus even rust. Als ik op de man lette, ik kon het niet laten, zag ik een uitgeblust type in een werkbroek op gympies…. Hij was moe van dit vak, het was hem aan te zien. De tosti’s kwamen en bleken lekker, maar ja, die taart. Vergeten.. Na vragen alsnog. Bleek smakelijk. Net als de tweede ronde drinken…Die we alleen mochten bestellen ‘als we de mondjes hadden leeggegeten’…. Humor?

Het zal, maar voelde vooral bijzonder. Toen we onze gesprekken hadden afgerond (altijd goed om emoties even weg te werken..) stelde hij namens ons vast dat nog een rondje drinken niet goed was, want ‘ging maar klotsen’. Je weet soms niet wat je hoort… Intussen deed hij ook een van de aangekondigde gezelschappen. Man of tien, zelfde behandeling. Je moet maar durven. Wellicht zien sommigen er wel de humor van in hoor. Het was in ieder geval apart en dat vergeet je niet zo snel. En op de kwaliteit van het gebodene uiteindelijk niks aan te merken. Interieur van deze zaak een beetje oubollig, versleten zelfs, maar dat hoort bij de ambiance. Maar met dit soort wat versleten service kom ik niet veel hoger dan een 7-tje. En dat is echt niet nodig. Bij vorige bezoeken zat dat cijfer flink hoger. Apart is niet altijd fijn….(beelden: Internet/Frankendael)

Eeuwenoud gruwelwapen…

Eeuwenoud gruwelwapen…

Terwijl veel mensen vrij selectief te hoop lopen tegen o.a. Rusland of Israel om verschillende maar vaak wel overeenkomende redenen, wil ik het eens hebben over een wapen dat in vrijwel elk conflict wordt toegepast om de tegenstander en zeker de burgerbevolking totaal te ontregelen; verkrachting! Sinds de vroegste oudheid en tot op de dag van vandaag wordt dit door agressieve strijders van dominante partijen toegepast om met name die civiele bevolking te intimideren en te dehumaniseren.

Waarbij vaak etnische motieven een rol spelen, maar zeker ook de wetenschap dat vrouwen die er het slachtoffer van worden nadien nooit meer dezelfde wezens zullen worden van voor al die gruwelijkheden. Verkrachting dus, als onderdeel van psychologische oorlogsvoering, pure vernedering, uitingen van macht en als men niet krijgt wat men wil de aanloop tot weer andere gruwelijkheden. In de Balkanoorlogen werd dit middel met name toegepast omdat de daders wisten dat vrouwen die door deze schandalige activiteiten zwanger werden nooit meer in hun eigen kring zouden worden geaccepteerd.

De terroristen van IS deden dit ook met Jezidi-vrouwen en de aanval van Hamas in Israel op 7 oktober vorig jaar ging uit van hetzelfde barbaarse misbruik. De beelden zijn ons allemaal nog wel in de geest vastgezet. Zo bedrijf je de heftigste terreur. Sovjet-soldaten die in 1944/45 de Nazi’s terug naar huis verjoegen misdroegen zich als beesten ten opzichte van de Duitse vrouwen die ze tegen kwamen. Het was hun manier om wraak te nemen voor wat SS-ers in hun thuisland hadden uitgespookt. Intussen is verkrachting opgenomen als onderdeel van genocide praktijken al willen de internationale gerechtshoven nog wel eens verschillen van inzicht over wat nu echt verkrachting is.

Het binnendringen in een vrouwenlichaam (overigens overkomt het mannen ook, zo bleek uit verslagen van mannelijke krijgsgevangenen in Oekraine die door de Russen werden vastgezet) is al een misdrijf op zich. Waarbij dat binnendringen kan plaatsvinden op diverse plekken bij het lichaam van de onderworpene. Ook gedwongen prostitutie (waren de Jappen goed in tijdens WO2), zwangerschap, sterilisatie of abortus behoren tot de omschrijving van verkrachting. Net als seksuele verminking, marteling en zo meer.

Als het dus over genocide gaat spreken we niet alleen over het bombarderen van burgerdoelen (met welk idee ook), maar zeker ook over verkrachtingen. Dat de internationale gerechtshoven die dit zo benoemen tot deze invulling kwamen had weer te maken met de gruwelijkheden die een aantal jaren geleden plaatsvonden in Ruanda waar twee stammen elkaar zodanig te lijf gingen dat vele honderdduizenden slachtoffers vielen en vrouwen werden gezien als een soort oorlogsbuit. Is dit fenomeen nieuw trouwens? Nee hoor! De oude Grieken en Turken pasten dit al toe. Bij overwonnen volken nam men de vrouwen gewoon mee als buit en deden er mee wat men wilde. De Griekse soldaten vaak trots op hun nieuwe bezit, bij de Turken verdwenen veel vrouwen in de bekende harems van hoog geachte islamitische sultans. Maar uit naam van een of andere God werd er ook heel wat af verkracht. Door de eeuwen heen en met welke argumenten ook….. Toch werd er honderden jaren geleden al gepleit om dit gedrag uit te bannen. Zelfs met straffen voor de daders die er niet om logen. Maar voor veel van die daders was de vijand de vijand. Meedogenloos paste men elk middel toe om die vijand te onderdrukken en waar het kon uit te roeien. Iedere lezer kan zich wel een beeld vormen van waar, wanneer en wie met dit vreselijke fenomeen te maken kreeg. Of nog krijgt. Want er zijn overal conflicten in de wereld. Soms ook buiten beeld van de Nederlandse media. En reken maar dat ook daar misbruik wordt gemaakt van de gelegenheid. Gruwelijk, afgrijselijk, verwerpelijk, maar wel de realiteit. Kortom….laten we echt hopen dat we er hier niet mee te maken krijgen. Want de slachtoffers komen er nooit meer overheen…. (beelden: Internet)

De eerste….

De eerste….

..straaljager van onze Koninklijke Luchtmacht kwam uit Engeland. Hij heette de Meteor en was gebouwd door het toen nog bestaande bedrijf Gloster. Dat bouwde deze tweemotorige machine al tijdens WO2 en dankte haar ontwerp aan de ontwikkeling van de straalmotor die de Britten nog steeds toeschrijven aan Sir Frank Whittle. In Duitsland had men overigens intussen ook al een stel straaljagers in gebruik en die werden met wisselend succes gebruikt in de strijd tegen geallieerde bommenwerpers.

Dat toestel van Messerschmitt had ook twee motoren maar was anders van ontwerp dan het Britse toestel. De Meteor had rechte vleugels en de motorgondels maakten onderdeel uit van dat ontwerp. De piloot zet redelijk ver naar voren in de cockpit onder een plexiglazen kap, de bewapening van de machine voorin de neus.

De RAF was eerst nog wat terughoudend bij de eventuele bestelling van deze machines, maar toen Engeland door de Duitsers werd bestookt met V1 raketten die min of meer lukraak op een doel werden afgeschoten maar pas neerploften als de brandstof op was, had men voor de luchtverdediging vliegtuigen nodig die deze raketten qua snelheid konden aanpakken. Dat bleek de Meteor te kunnen.

De eerste Meteors hadden nog wat experimentele motoren, latere versies kregen de Rolls Royce Derwent in de vleugels die zorgden dat de best traditioneel ogende machines toch al tegen de 1000km/u snel konden vliegen. Opmerkelijk was ook dat de Britten exemplaren van de Meteor schonken aan de Amerikanen ‘voor studie-doeleinden’, iets waar ze later best spijt van kregen omdat de Amerikaanse vliegtuigindustrie daar best mee werd bediend. Hoe dan ook, de V1’s werden door de Meteor redelijk effectief bestreden en de steeds verbeterde versies kregen een aardige naam en faam bij de Britten.

Maar ook buiten het Engeland van toen was men onder de indruk en zo kon het gebeuren dat zowel Nederland als Belgie Meteor’s bestelden voor hun luchtverdediging. Een deel daarvan bij Fokker gebouwd en ingevlogen. Dat was voor veel militaire vliegers in onze landen best wennen. Omscholingscursussen waren dringend nodig, ondanks alles kregen beide luchtmachten te maken met aardig was crashes en incidenten. Toch kreeg men met deze straaljager een aardige strijdmacht op orde die paste bij de eerste jaren van de Koude Oorlog. In dat kader kreeg de Meteor ook een stevige tegenstander aan de Russische Mig’s 15 tijdens de Koreaanse Oorlog. Die Migs waren niet alleen sneller ( met dank aan door de Britten geleverde straalmotoren die de Russen snel kloonden..), ze hadden ook kanonnen aan boord waarmee ze de Meteor het leven goed zuur maakten. De ervaringen waren zodanig dat werd besloten om de Britse straaljagers voortaan alleen nog maar te benutten als jachtbommenwerpers en niet meer als echte straaljagers.

Die taken werden voortaan verricht door Amerikaanse jagers die wel waren opgewassen tegen de Migs. Hoe dan ook, de Meteor diende jarenlang bij onze Luchtmacht. Werd vervangen door de elegante en veel potentere Hawker Hunter. Enkele exemplaren bleven bewaard. De diverse musea in ons land hebben er vaak wel eentje staan ter bewondering of verbazing. Feit is dat deze machines onze defensie een hele stap vooruit deden zetten in slechts een paar jaar tijd. Ging men in 1940 de Duitsers nog te lijf in tweedekkers of vliegtuigen met vaste landingsgestellen, na dat conflict deden we mee met de grote landen. Omdat we nooit meer wilden worden overrompeld door een vijand. Gek genoeg is dat denken anno nu vrijwel weer helemaal verdwenen. Maar dat is een andere discussie…… (beelden: archief Yellowbird/internet)