
In al onze wijsheid en kennis weten we maar relatief weinig over het rond onze planeet aanwezige heelal. We kunnen het als normale lieden met onze menselijke observaties nauwelijks voorstellen hoe vijandig het daar toe gaat en dat wat wij een georganiseerde samenleving noemen in de ruimte geen enkele basis vormt om zich als daar aanwezig rotsblok te gedragen naar onze normen en waarden. De ellende van dat Heelal is dat het miljarden jaren geleden is ontstaan uit een complete chaos. Op elkaar botsende hemellichamen, gasbollen, gesteenten vormend die op zich weer tegen elkaar aan klotsten en af en toe door de kracht der toenmalige dingen de verre ruimte in werden geslingerd.

De wetten van de zwaartekracht zorgden voor een soort plaksel, waardoor o.a. onze zon een reeks planeten aan zich kon binden die keurig hun rondjes draaiend de boel aan onze kant van dat Heelal in evenwicht houden. Maar het gaat soms erg mis. Verbijsterend zijn de beelden van botsingen met hemellichamen die we als mensen die ze observeren slechts nummers meegeven. Zogenaamde ‘scheerders’ die ergens uit de oerruimte opdoemen en een koers aanhouden die voor ons of buurplaneten wel eens akelige gevolgen kunnen hebben. Kleine brokjes van dat puin vallen nog wel eens door de dampkring heen en ploffen dat veelal in onherbergzaam gebied op Aarde, maar de grotere jongens hebben ons veelal (op een haar na) gemist. Een van de grotere brokken wordt nog steeds gezien als oorzaak van het uitsterven van de dinosauriers die tot voor een paar miljoen jaren geleden de dienst uitmaakten op onze Aarde.

Opgravingen en conclusies maken wel duidelijk dat binnen korte tijd na de crash van die grijzige komeet (laten we het lelijke brok puin zo noemen) het licht door de opgeworpen stofwolken en aardbevingen letterlijk was uit gegaan. De vegetatie verdween, de dino’s hadden geen leefomgeving meer en stierven. Muggen en kakkerlakken overleefden. In de meer recente geschiedenis zijn heel wat van die ruimtebrokken langs onze planeet heen gevlogen. Vaak op korte afstand, in dat kader vinden wetenschappers tienduizenden kilometers al een ‘close call’. Wat te doen als zo’n ding wel op ramkoers naar de Aarde is? Ergens uit een verscholen hoek van dat onmetelijke Heelal? Raketten er op afschieten? Het kan, maar krijg je dan niet dat zo’n ding verpulvert en alsnog in duizenden brokken en ook nog eens radioactief besmet op Aarde neer komt? Wat te doen als hij de Maan raakt? Als die zusterplaneet ook maar een paar graden uit de koers gaat is het voor ons ook ineens een heel ander leven op Aarde. We nemen alles op onze planeet als vanzelfsprekend, onze orde houdt de chaos buiten. Maar lukt dat echt bij zulke grote potentiele bedreigingen? In 2024 komt er weer zo’n ding langs las ik. Een grote dit keer. Hij ligt op ramkoers, maar kan ons ook op korte afstand missen. Laten we maar hopen op het laatste. Want als we denken dat de wereld nu een rommeltje is, dat kon na een inslag van die grootte wel eens heel anders zijn. Koesteren maar zou ik denken….. (beelden: archief)