Opruiming…

Opruiming…

Het is over een paar dagen alweer bijna een jaar geleden dat mijn oude vriend Cees overleed. Ik besteedde er 211123 al wat aandacht aan in mijn blog van toen. Heel lang konden we niet veel meer bieden dan luisterende oren en begrip voor zijn weduwe die in verdriet om hem en nog veel meer achterbleef. Maar in de nazomer van dit jaar was ze weer geestelijk zodanig terug op krachten gekomen dat ze vond dat er nu maar eens moest worden opgeruimd in zijn oude hobbykamer. Die ruimte van hun huis stond helemaal vol met verzamelde foto’s, boeken, knipsels, vliegtuigmodellen en curiosa. Enkele modellen vonden hun weg naar familie en bekenden die hoorden bij de kring van intimi.

Ten behoeve van al die gedrukte zaken maakten we daarop contact met het bekende Aviodrome-museum op Lelystad Airport waar men met veel geduld en de nodige inspanning alle archieven en zo meer inpakte en mee nam in een speciale bestelwagen die Cees indertijd zelf aan het museum had gedoneerd toen hij zelf nog de scepter zwaaide over een ander luchtvaart-gerelateerd museum. Dat scheelde al heel wat ruimte in hun huis. Daarna ging ik als curator door de modellen heen. Scheidde kaf van koren. Het koren bleek door Cees zelf ingekochte natuurgetrouwe redelijk prijzige schaalmodellen te zijn die nog best verkoopbaar bleken. Het kaf veelal door hemzelf gebouwde en beschilderde plastic bouwkits.

Zo had hij vier vitrines en een nagemaakt platform vol staan met dat spul. De mooie modellen gingen de verkoop in en waren binnen vier maanden allemaal weg. Van heinde en verre kregen we mensen aan de deur voor die modellen en ik bracht er ook een stel zelf weg. Het leverde een goed bedragje op voor de weduwe van Cees die daarmee haar budget voor een a.s. verbouwing kon ophogen. Confronterend was het desondanks allemaal wel.

Immers, met elk model dat de deur uitging nam ze steeds weer afscheid van de herinneringen aan Cees. Ik zelf mocht wat modellen met een speciale connectie toevoegen aan de eigen verzameling. Deels uit ket kaf afkomstig. Cees was veel, maar een goed modelbouwer of schilder was hij niet. Dus veel te renoveren. Maar ook dat is leuk. Toen we uiteindelijk die scheiding der modellen hadden doorgevoerd en de kamer al leger raakte, bleven o.a. vier vitrinekasten over. Ook die zetten we te koop en werden onlangs door een collega verzamelaar opgehaald. De kamer begon op een echoput te lijken, er moet nog een staartje naar het Aviodrome denk ik en dan is de hobby voor 95% uit het huis van Cees verdwenen. Relativering is van toepassing. Zijn levenswerk toch in een paar maanden opgelost. Hij zou het met de beslissingen eens zijn geweest. En ik denk dat iedereen er blij van werd. Voor zover je dat in zo’n situatie kunt zijn natuurlijk. Maar toch geeft het een goed gevoel. En zo herdenken we over een paar dagen dat intense verlies…..Samen met haar die het toch het meeste raakt…. (Beelden: eigen archief)

Cadeautje..spotten!

Cadeautje..spotten!

Als jong ventje, ik verhaalde daar al eerder over, fietste ik vanuit huis meerdere malen per jaar naar Schiphol, zette mijn toenmalige tweewieler tegen de heg daar en klom er op. Dan kon je net over de struiken heen het vliegverkeer volgen dat toen nog een schaduw was van wat er nu zoal opstijgt of landt. Door de jaren van het leven heen heb ik dat zgn. ‘spotten’ tot een ware passie verheven. Kocht er ook de nodige apparatuur voor en kan me verheugen op heel wat avonturen langs de diverse startbanen van vliegvelden die ik hiervoor opzocht.

Maar de afgelopen pakweg vier jaren kwam er eigenlijk niks meer van. Het verlangen er naar nam overigens niet af en dus pakte ik onlangs de hele boel weer eens bij elkaar, laadde de SLR-camera op, zette nieuwe batterijen in mijn luchtvaartontvanger en stapte in de auto voor een ochtendje in juni waar ik weer eens echt kon genieten. Want net als mensen die een sportwedstrijd bezoeken of anderen die op het strand liggend alles wat daar voorbij komt observeren, doe ik dit dan langs een van Schiphol’s start/landingsbanen.

Grote en kleine kisten, Nederlandse en buitenlandse carriers, zakenjets, of zelfs een oefendemo van de lokale brandweer. De camera klikte, en af en toe zette ik ook de iPhone in voor wat videowerk. Heerlijk. Het was die ochtend na de bloedhitte van een week eerder, zalig koel, de wind blies me in de rug en boven me trok het zwerk dicht wat weliswaar zorgde voor minder heldere beelden, maar ook de zon wat filterde die hier nog wel eens precies tegenover je staat. Later reed ik even langs mijn bekende ‘pornoshop’ in Aalsmeer voor wat aankopen en deed toen als toetje nog even een looprondje op Schiphol-Oost waar ik dan veelal de daar geparkeerde zakenjets op de plaat zet. Ik luister naar de kisten, ik ruik de lucht van kerosine, ik zie de bedrijvigheid, bereken hoeveel mensen er in die kisten zitten en ook hoeveel werk deze parel in de kroon van onze economie de regio en het land biedt en geniet. Ik spot zolang het kan.

Want voor je het weet is Schiphol opgelost in het zoutzuur van de linkse klagers waarvan er naar nu bekend werd 80 goed waren voor 55.000 klachten per maand. Ik behoor daar niet bij, zal duidelijk zijn. En omdat ik een echte omwonende ben, ook dat nog, zal ik nooit klagen. Want ik spot zelfs onbewust wat hier voorbij komt als ik in mijn mancave mijn geschoten opnames ver- en bewerk…! Heerlijk tijdverdrijf…(Beelden: eigen archief)

Gemiste selfies…

Gemiste selfies…

Ik ben vast een roepende in de digitale woestijn als ik aangeef niks te zien in series beelden waarop ik zelf als onderwerp of lijdend voorwerp acteer. Hele volksstammen zijn met niets anders bezig zo lijkt het wel eens. Ze kopen daarvoor de meest geavanceerde foto-apparatuur of nog potentere smartphones met 45 MP’s, maar benutten ook filters in de software om er vooral zelf zo goed mogelijk uit te zien. Het fenomeen had al eerder mijn aandacht. Maar het is best confronterend als ik tijdens mijn zoektocht door de analoog opgeslagen diabeelden ontdek dat ik indertijd ongeveer alles en iedereen op foto of dia zette, maar zelf niet in beeld verscheen.

Ik weet ook nog wel dat ik daar indertijd echt geen behoefte aan had, of het moest een hoger doel dienen. Zo werden er nog wel eens professionele beelden geschoten voor artikelen in vakbladen of rond weer een opening van een nieuw dealerbedrijf waar ik bij betrokken was. Dan moest het wel. Maar verder zette ik toch vooral fraaie vliegtuigen, auto’s, vrouwlief of de rest van de familie en de toenmalige leuke en lieve huisdieren op de foto. Dat was op zich al leuk, want nu ik ze regelmatig scan komen ook herinneringen terug aan een totaal ander tijdperk en dieren die weer even aandacht krijgen omdat ze dat ook verdien(d)en. Wat ik natuurlijk ook zie is hoe snel een leven eigenlijk door je handen glipt.

De glans van de jeugd, de mensen die er niet meer zijn, de vakantiebestemmingen die je al dan niet in de herinnering bleef koesteren en sommige bestemmingen van toen die eigenlijk uit de hersenkrochten waren verdwenen maar je nu weer terug haalt. Zonder zelf in beeld te komen. Het blijft knap. Nou ja, ook weer niet, want anders dan met die huidige apparatuur die zelfs voor en achter foto’s kan schieten had die toenmalige SLR van Praktika of Minolta de narigheid in zich dat je die moest instellen op afstand en licht, en dan voor je gezicht zou moeten houden om tot een plaatje te komen. Grote kans dat je dan je buik in beeld had, of een oor, maar niet je hele gezicht. Tuurlijk had zo’n ding een zelfontspanner, kon je alles op een statief instellen, indrukken en dan heel hard rennend een positie innemen voor de klik van de camera je vastlegde voor later. Nou, ik heb er weinig gebruik van gemaakt. Niet veel veranderd. Tuurlijk sta ik wel eens op de foto nu, maar toch te weinig interessant om dat hier regelmatig met jullie te delen. Maar OK, voor deze keer een paar uit afgelopen digitale jaren. Ik was, ben en zal namelijk nooit zo selfie-gericht zijn. Dat laat ik toch meer aan hen die het ego boven alles doen gaan. Daartoe schrijf ik mijn verhalen. Helpt mij in ieder geval beter. (Beelden: eigen archief)

Dia’s

Dia’s

Jaja lieve kijkbuiskindertjes en bloglezers, ooit had opa Meninggever geen digitale camera of smartphone om daarmee zijn plaatjes te schieten. Nee, dat ging allemaal met een camera waarin een filmpje zat. Naar gelang het type of de keuze van materiaal had je dan 24 of 36 opnamen beschikbaar en schoot je dus altijd selectief de onderwerpen die je van te voren had bedacht. Lukraak foto’s maken was er niet bij. De eerste camera’s waren een soort plastic doosjes met een lensje voorop, een cassette propte je in dat ding en met wat plastic of metalen schuifjes maakte je een foto, of zoals in mijn geval dia, en transporteerde dan de film naar het volgende potentiele plaatje. Film vol? Naar de fotozaak of centrale en hopen op goed resultaat.

In 1971 toen ik echt ging fotograferen deed ik dat op aanraden van een in die dagen goede vriend, op dia. Dan kon je later leuke voorstellingen houden in kleur en op een groot scherm geprojecteerd. Door de jaren heen maakte ik zo dik 15.000 beelden. Die heetten officieel dia-positief. Toen ik overstapte op digitale camera’s van de eerste soort, bleef de SLR van goede snit en met een scala aan lenzen voortaan in de bijbehorende aluminium koffer. In feite begon ik opnieuw met fotograferen. De latere smartphones verbreedden het aanbod van mogelijkheden.

Een nieuwe digitale SLR die ik ooit kocht inclusief nieuwe lenzen was toch vooral voor de luchtvaart bedoeld. Hoe dan ook, keurig gesorteerd in mijn op zolder staande archief bevinden zich al die dia’s. Toch zonde. Dus maar eens digitaliseren. Ik begon daar jaren her met verve mee en kwam tot ongeveer halverwege. Toen schakelde Windows van Win7 naar 10 en deed de scanner het niet meer. Dat was wel een tegenvaller. Maar ach, er zijn erger dingen. Maar het bleef jeuken. Onlangs kocht ik mij van o.a. de verkregen verjaardagsgelden een nieuwe scanner. Deze werkt op andere wijze en biedt me de kans om nog wat beelden uit die bakken vol platen en plaatjes tot eind jaren negentig te redden voor het nageslacht of gewoon mijzelf. Het vraagt tijd en discipline. Ik hoop oprecht dat die mij zijn gegeven. Want de eerste resultaten zijn bemoedigend…. Ik hoop af en toe ook hier wat te kunnen laten zien….Wens me maar sterkte… (Beelden: Archief)

Eigen naam is goud waard…

182400881_e47df934ca_mAls je net als ik een beeldarchief bezit dat in de duizenden afbeelden loopt zit er best wel eens iets tussen dat door een ander is gemaakt. Al is het dan in de grijze oudheid. Nu is het voor mij als publicist door de jaren heen logisch dat je iedereen de credits geeft die zij verdienen als je gebruik maakt van beeld dat (kennelijk) door een ander is gemaakt. Ook al is dat dan lang geleden gebeurd. Met een simpel @-teken geef je dan aan dat je snapt dat niet jij maar een ander die foto heeft gemaakt. Tot zover de theorie. Maar nu de weerbarstige praktijk. Het internet wemelt van de afbeeldingen en vaak staat daar nergens iets bij van wie de afzender of maker is. Dat moet simpel oplosbaar zijn zou je denken, maar ook ik stapte in de val van de onwetendheid toen ik onlangs in een groep enthousiasten voor de vliegende vrienden een plaatje uit ongeveer 1965/6 plaatste van een oud vliegtuig. Opgepikt op het internet, nostalgie, persoonlijke herinneringen en een betere kwaliteit dan ik indertijd met mijn klikklak-camera kon bereiken. De reactie liet niet lang op zich wachten. De vermeende fotograaf zette me en-plain-publique te kakker als een beelddief.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Het was ‘zijn foto en ik had dat moeten vermelden’. Dat HAD ik graag gedaan, ware het niet dat er niets bij die foto te vinden was over herkomst of maker. En het vliegtuig waar het om ging fotografeerde ongeveer iedereen indertijd. Ook ik zelf. Maar zoals gezegd, met die klikklakcamera. De ophef die de man maakte, hij bleef maar doorgaan, ook na aanbieden excuses en weghalen foto, zorgde voor een wrevelige sfeer. Immers, ik plaatste daar al tijden ook mijn gedigitaliseerde dia’s uit de oude doos en nergens mijn naam er bij, zullen vast wel eens gekopieerd zijn. De betrokken man bromde me per mail toe dat ik dan maar mijn @ op die beelden moest zetten ter bescherming. Opmerkelijk, hij deed het zelf ook niet. Maar dit terzijde. Ik was zo boos en beledigd dat ik meteen zo ver terug als het kon mijn eigen gedigitaliseerde dia’s verwijderde en op zoek ging naar software om die copyright-vermelding nu eens en voor altijd te regelen. Nou, dat lukte me dus niet. De software had ik zo, maar de werking bij al die programma’s bleek onbegrijpelijk.

altAj0cRHTudTP9O6D3arEBqteW_H773FamXHs7UK7rh5MrWat ik ook deed of doe, dat in beeld brengen van de naam van de fotograaf, ik dus, lukte me niet. Dus plaats ik niks meer op plekken waar men mij net zo kan kopieren als ik anderen..Toch moet het mogelijk zijn om je naam op een beeld neer te zetten toch? Of moet je daarvoor naar de fotovakschool? Voorlopig houd ik het er maar op dat ik er te stom voor ben. En doe ik maar net of het ook wel veel werk is om…..Overigens, veel van de beelden die ik hier gebruik komen uit eigen kring en anders van het internet. In 99% van de gevallen zonder dat ik weet wie ze maakte. U wilt mij wet vergeven?! Dank u!

Kerstsfeer

OLYMPUS DIGITAL CAMERAAnders dan in mijn jeugd het geval was vieren we tegenwoordig in ons land zowel Sinterklaas’ verjaardag en meteen ook het feest van het licht, oftewel Kerstmis. Dat doen we door middel van vele cadeautjes, etentjes en vooral samenzijn met familie en/of vrienden. Dat was vroeger echt compleet anders. Althans in onze Mokumse katholieke omgeving. Sinterklaas was een festijn, nou ja, als je het leuk vond om nieuw sokken en ondergoed te krijgen als cadeautje, maar rond de Kerst was het echt meer het vieren van de geboorte van het Christuskind. Dat deed je ook op de lagere school al. Daar werd elk jaar opnieuw met dia’s en een ‘toonband’ het verhaal van die geboorte verteld. En dan deelden de katholieke broeders warme chocolademelk uit en een koekje. Natuurlijk werd je elk jaar geacht iets creatiefs te doen met dat Kerstverhaal. Of het nu was in de vorm van een tekening, een verhaal of iets wat je met je handen in elkaar had gekleid en dan was gebakken in het handarbeidlokaal. Omdat ik niet zo was van het tekenen en kleien deed ik het vaak in een verhaalvorm.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAEn dat opstel moest je dan voordragen als de leerkracht van dat jaar er iets in zag. Dat ging bij mij altijd goed, tot die ene keer dat ik mijn fantasie wel heel erg de eigen gang liet gaan en de Romeinen samen met de Farizeers op voorhand al de komst naar Bethlehem van Jozes en Maria liet voorkomen en hen deed uitwijken naar een ander land waar geen herders woonden. Daardoor werd dat kindeke Jezus niet gevonden door de wijzen uit het oosten en leek het lastig om deze baby te zien als het kind van god. Was dat al een eerste uiting van twijfel? Was het de eerste breuk met het katholieke verleden? Met een atheist als stiefvader in huis was het geen wonder denk ik. In ieder geval weet ik wel dat de leerkrachten het verhaal niet voorleeswaardig achtten en ik gek genoeg daarna veel lagere cijfers kreeg voor mijn artistieke gaven dan voorheen gebruikelijk.

Toch was het thuis wel altijd gezellig met die dagen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERAEr stond meestal een boom in de woonkamer en er waren wat extra kerstkransjes of een stukje vlees. Het mocht wat kosten. Maar wat een wereld van verschil met tegenwoordig. Als we de miljard omzet niet halen zijn de winkeliers teleurgesteld, als we ons alle dagen rond de kerst niet de balg vol kunnen eten is het niet geslaagd allemaal. Terwijl het toch gaat om iets anders, om het feest van het licht. Daarom al die bomen, die dorpjes en die sfeer. Vanaf de 25e gaan de dagen weer wat lengen. En laten we wel zijn dat op zich is al een feestje waard toch?

Spottersgeluk…

Oud Schiphol in tje 60-s - 211520Het was denk ik ergens in 1960 dat ik voor het eerst besloot om op Schiphol eens over de heg te kijken naar de toenmalige vliegtuigen. Ik was een jong ventje, had net een eigen fiets en ontdekte dat als je bij het toenmalige Schiphol je fiets tegen het hek zette en dan op de stang van die tweewieler ging staan, je het platform en de startbaan kon zien en de vliegtuigen uit die tijd kon waarnemen. Ik deed er nog niets mee, schreef niets op en had nog geen camera. Dat kwam pas later. De brommer was mijn vervoermiddel en daarmee bewoog ik me minstens twee keer per week naar de promenade aan het platform van Schiphol. En keek naar alle vliegtuigen, maakte af en toe een kiekje met mijn klikklak-camera en schreef de registraties van die toestellen indertijd op.

16245 - EHAM - 030184 - Vrachtplatform Scan10064Het begin van een passie die ik vele jaren lang zou koesteren. Vele foto’s volgden, duizenden dia’s. Ergens in 2000 of zo ging het mis. De interesse daalde, taande ook doordat Schiphol expandeerde en de mij bekende spottersplekken verdwenen. Daarbij waren de vliegtuigen steeds minder interessant geworden. En dat bleef hel lang zo. Toen ik mijn digitale SLR kocht en wilde testen of dat ding het goed zou doen langs de startbaan, ging ik nog eens kijken. Het beviel prima, de plaatjes waren aardig geslaagd. Toch kwam het er niet meer van. Als ik een keer per jaar nog eens langs die baan te vinden was, dan was het veel.

??????????????????????????????????????????????? De passie leek verdwenen, ik kon zelf maar moeilijk een verklaring vinden waardoor. Maar onlangs pakte ik de handschoen (en de camera plus alle toebehoren) weer eens op en bracht een belangrijk deel van de dag door langs de diverse landingsbanen van de nationale luchthaven. En het was weer ouderwets leuk. Gesprekken met andere spotters, net als ik van de jongere oude generatie, leuke nieuwe dingen ‘platen’ en weer eens wat registraties opschrijven. Ik voelde me weer jong, en dat warme bad ga ik toch weer eens wat meer op de agenda zetten. Zien hoe lang het nu weer duurt…