Te vroeg geboren…

Te vroeg geboren…

Voordat de gemiddelde lezer(es) nu denkt dat dit mij letterlijk is overkomen….neuh. Het is meer een constatering rond wat ik had kunnen doen met de huidige foto-apparatuur toen de wereld er nog uit zag zoals ik hem indertijd om me heen spotte. En dan letterlijk. Dat spotten dan. Want ik zat als kind veel op Schiphol. Keek naar de toenmalige vliegtuigen, schreef alles op wat relevant was en genoot van de geluiden, de geur en dynamiek van de luchtvaart. Maar op de foto zetten was er nog niet bij.

De eerste consumentencamera’s van toen nog aardig aan de prijs, dus onbereikbaar voor een jong mens als ik, je had er rolletjes in zitten voor 12 hele foto’s en die dingen waren veelal ook zwartwit. Pas toen ik een meer volwassen status bereikte kwamen er handige pocketcamera’s die je mee kon nemen naar waarheen je wilde. 12-16 foto’s of dia’s en nu in kleur kwamen beschikbaar, maar wie details wilde vastleggen moest domweg dichtbij het onderwerp gaan staan.

Kon niet op de meeste luchthavens in ons land, dus de kwaliteit van die eerste beelden was niet best. Pas toen ik mij waagde aan mijn eerste Spiegelreflex-camera, een stoere en zware van het merk Practica uit de DDR, waarop je wat telelenzen kon schroeven voegden de beelden wat toe aan wat ik zag. Gelukkig waren die vliegtuigen nog steeds interessant genoeg om ze vast te leggen wat ik ook heel regelmatig deed. Het spotten en ‘platen’ een geweldige afleiding voor de drukke banen die ik indertijd vervulde.

Ik kijk nu soms met verbazing naar al die foto’s en dia’s die ik toen schoot. Maar meteen ook in de constatering dat alles wat daarvoor op Schiphol te zien was niet op de plaat gezet was. En juist die machines waren interessant. Omdat ze veelal werden aangedreven door motoren waarop men toen nog propellers monteerde die elke machine extra interessant maakte en ook vaak zeer onderscheidend. Die oude kisten die vaak nog stamden uit de Tweede Wereldoorlog en daarna een succesvol lange carriere invulden.

Maar die machines weer afgewisseld met splinternieuw materieel uit die periode als de Britse Trident, de Franse Caravelle of de eerste DC-8 van KLM of Boeing 707 van Pan American. Ik kon soms wekelijks uren langs het platform zitten, bij weer en wind, zomer of winter. Maakte niet uit. Later, ik werkte zelf al op de luchthaven, waren de sessies vaak verplaatst naar de start/landingsbanen waar ik dan bij de ‘heg’ staand de dynamiek van die vluchtfase vastlegde. Tegenwoordig doe ik dit nog sporadisch. Wel digitaal, goede camera er bij, Flightradar-app aan zodat ik zie wat wanneer komt en of ik er al dan niet een foto van wil maken, de auto achter me, net als de broodjes en het drinken. Gewoon ouderwets genieten. En mijmeren over die kisten die ik wel zag, noteerde maar nooit fotografeerde. En dan constateer je dat je toch te vroeg geboren bent. Maar ja, aan de andere kant, ik geniet er nu dubbel van…ook iets waard…. (Foto’s archief)

Kunstgekte…

Kunstgekte…

Kunst is altijd iets persoonlijks. De een houdt van klassieke werken uit de Gouden Eeuw, de ander vindt het gekladder van Appel de ultieme vorm van schilderen. Ik ben meer van de verstilde scenes van Hopper of de mensen die dat later fotografisch nog eens kopieerden. De fantasie vrij de loop latend. Het is kunst…en kunst kent geen grenzen. Er zijn genoeg liefhebbers voor graffiti waarbij vooral openbaar domein moet worden beklad met kreten of kleuren die niemand snapt behalve de (in mijn ogen)half criminele incrowd waartoe de makers horen. Vanuit dit denken moet je kijken naar wat in de Hermitage, inmiddels niet meer verbonden met de Russische moeder in Petersburg, medio maart te zien was onder de titel ‘Museum van de geest’.

Alle wanden vol gekladderd met verf of viltstift, wat video-art, een paar wonderlijke installaties en muziek en lichtflitsen die de geest van een oude meninggever aardig onder druk zetten. Al snel was ik door de diverse ruimten heengesneld en zocht naar adem happend de uitgang. Niks voor mij. Maar er lopen ook mensen rond die het prachtig vinden en met bewondering al dat gekledder bekijken. Ik was blij dat ik er uit was. Een van de aardige dames die de expositie kennelijk hadden helpen inrichten ving me buiten op. ‘En, wat vond u er van?’ vroeg ze enthousiast…..

Ik gaf haar mijn eerlijke mening. Niks voor mij, teveel impulsen, en als het aan mij had gelegen had ik de boel daarbinnen afgebroken…. ‘Nou, nou meneer, zo erg was het toch niet, kinderen vinden het prachtig….’. Het zal vast wel, maar aan mij is het niet besteed was mijn intussen stevig neergezette mening. Kunst moet ergens over gaan, herkenbaarheid in zich hebben, maar kledderen om het kledderen heeft op mij geen positieve vat. ‘Gaat u ook nog naar de Amsterdamse expositie?’ vroeg de dame lief. ‘Ja zeker, daar verheug ik me op…’, ‘ik zou dat meteen bezoeken meneer, komt u vast van bij, en dan komt u ook tot rust….’. Ze had gelijk….. Maar daarover een andere keer meer…(Beelden: Prive)

Trends…

Trends…

Technisch gesproken geef ik niet te veel om trends. Het zal wel dat er een iPhone 12bis bestaat die zelf uit je zak komt als je niest om dan ‘gezondheid’ te piepen.

Of een auto die automatisch kan rijden zonder dat ik het stuur bedien. Een stereosysteem dat als het licht wordt vanzelf aanspringt en mijn favoriete zender begint door te geven. Prachtig, voor de innovators, niet voor mij. Het moet gewoon functioneren, niet te ingewikkeld zijn qua handleiding of bediening en ook nog betaalbaar. Toen dus medio jaren negentig de zgn. Hi8-video-camera’s helemaal in waren stond ik niet vooraan om er een aan te schaffen. Dat gebeurde pas ergens in 1998. Sony, leuk formaat, handige extra’s en hij paste in een fototas die ik tot kort daarvoor nog benutte voor mijn Spiegelreflex-camera’s waarmee ik toen nog dia’s schoot. In de beste tradities van het vroegere Super8 filmen wat ik ook een paar jaar lang deed, schoot ik de nodige beelden. Thuis, op locatie, de Uitmarkt, SAIL, Schiphol, bedenk het, als het bewoog kwam het er op. Een trouwerij werd door een goede vriendin van ons geschoten die er naar beste eer en geweten gebruik van maakte.

Helaas bleek de Sony binnen in schermlicht maar matige beelden te maken, waar hij buiten prima beelden schoot, dus dat werd een geweldig stukje audio…. Maar op sommige stukjes stond ik zelf ook nog in beeld. Ergens in 2006 of zo raakte dat Hi8 uit. Het digitale tijdperk maakte dat je met die camera niet kon koppelen aan een computer of laptop. Dus wilde ik filmen moest ik een aangepaste camera kopen. Of gewoon met de nieuwe generatie smartphones beelden laten bewegen. Die kon je wel meteen delen of opslaan. Tuurlijk gedaan en de toch niet al te oude videocamera ging in de opslag. Tot onlangs. Af en toe ruim ik toch wel eens wat op en kwam hem weer tegen. Tuurlijk hadden we wat beelden indertijd zelf overgezet op een grote VHS-videoband. Wat ‘dan kon je het altijd direct afdraaien’. Maar weet je nog wat er intussen met video en VHS gebeurde?? Juist. Dus de accu van de camera opgeladen, omgezet naar standje ‘player’ en verbonden met een kleine secundaire tv. En verdraaid alles functioneerde en intrigeerde. Je keek zo het verleden in. Het hondje, de toenmalige katten, de bebouwing in onze omgeving en ook de vroegere meubels in huis of die inrichting van de tuin….. Onze koppies en figuren, vrienden die waren gefilmd of de familie. Het neigde tot steeds meer films kijken. Wat een schat aan leuke informatie. En wat zonde dat ik toen niet gewoon door ben gegaan met filmen. Ik ga toch eens op zoek naar een conversie-programma zodat ik die films wellicht alsnog kan digitaliseren. Ik weet nog dat een eerdere poging daartoe met een softwarepakket en wat kabels geleverd door Kruidvat niet meteen leidden tot goede resultaten. Maar ja, ervaringen uit het verleden en de garantie voor de toekomst en zo…. Ben toch blij dat ik niet alles meteen weg mik….. Zelf ook wel eens in de oude archieven gedoken en dit soort dingen bekeken? Laat maar weten….wie weet leer ik er iets van… (beelden: Eigen archief)

Hobbyist

Aankopen Bocholt 131107Wie geen enkele hobby heeft of interesse in zaken om zich heen kan zich meestal nauwelijks of niets voorstellen bij malloten zoals ik die in vrijwel alles geïnteresseerd zijn en overal en nergens speuren naar aanvullende onderdelen of leesvoer voor de diverse collecties. Tuurlijk, het ware handiger geweest als ik me had gespecialiseerd, maar dat heb ik niet gedaan dus dan loopt het optisch wel eens wat uit de hand. Wat is dat toch met die verzamelaars. Als ik er een spreek met een soortgelijke passie is vaak een van de eerste opmerkingen dat hij/zij zo graag een eigen museum zou willen aanleggen voor de collecties van puntenslijpers tot motorjachten. Nu is een museum iets meer dan het neerzetten van wat spullen. Je moet ook uitleg geven over wat er staat, de achtergronden kennen van al die producten en af en toe wisselingen doorvoeren in de uitgestalde zaken. Ik dacht altijd dat ik een relatief grote verzamelaar was tot ik een paar jaar terug nog maar op tv een onderwerp zag over mensen die de inhoud van gelukseieren van Ferrero verzamelden. Meer dan 12.000 items in huis uitgestald. Die reizen heel Europa door om een bepaalde serie figuurtjes bijeen te krijgen en zijn zielsgelukkig als ze weer een boodschappenkar vol met trays van die eieren hebben gescoord.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Die ‘vindopwinding’ herken ik wel. Kortdurend maar altijd weer opnieuw aanwezig. Je loopt ergens en ontdekt een bepaald model, een boek of een foto en die ‘moet’ dan mee. Het overkomt mij bijna wekelijks. En ik kan mij van veel van die aanwinsten nog goed herinneren in welke situatie ik me bevond toen ik die zaken tegenkwam. Zoals die keer in 1992 dat ik in Tsjechië in een klein stadje een wat smoezelige rommelwinkel binnenstapte waar ze tot mijn verbazing een hele verzameling fraaie blikken voertuigen verkochten. Van een stoomwals tot een serie Tatra trucks. Het kostte een luttel bedrag  en ik kocht er een hele stapel van. Het bleek een gouden greep want de kwaliteit was prachtig en het spul is nu ook in Tsjechië zeer gevraagd en duur geworden. Indertijd wilde niemand het hebben, nou ja die toerist met een verzameltik….

Het is pas echt leuk als het model een vraagstelling opwerpt. Bijvoorbeeld wie was de fabrikant van het origineel? Of wie produceerde het bewuste model? Bij een aantal modellen vind ik relatief eenvoudig het antwoord uit mijn behoorlijk goed gevulde kasten met gerelateerde boeken, een andere keer via het Internet. Maar er blijven altijd vragen open. Zo heb ik nooit iets zinnigs kunnen vinden over een auto die mij meteen vanaf het moment dat ik het model aanschafte voor zoonlief in diens kinderjaren.

HPIM1506_editedHet gaat om een duidelijke sportwagen van het fraaie merk Osi, aangeduid als Bisiluro uit 1974. De schaal is 1:43, de modelfabrikant Polistil en de vormgeving futuristisch, zelfs nu nog. De auto zou volgens het model zeer geprononceerde dubbele rompen hebben gehad met een centraal geplaatst inzittendendeel. Het model voelt zeer zwaar en degelijk aan en werd na een speelperiode een aantal jaren na de aanschaf in mijn collectie opgenomen. Sindsdien doe ik speurwerk. Niet elke dag, maar toch. Het laat me niet los. Het automerk Osi heb ik kunnen vinden, meer een ontwerpbedrijf dan een serieuze autofabrikant, maar die Bisiluro? Niks van kunnen vinden. Intrigerend! En dan is er het kiepautootje van Meiler, de brandweerauto van Solido (bleek uiteindelijk een Spaanse Simcatruck), en de vliegende auto van Corgi Toys (komt uit een James Bond serie). Allemaal aanwinsten met een verhaal. En dan ben ik nog niet eens bezig over mijn luchtvaartcollectie. Kortom, elke dag is een nieuwe voor deze verzamelaar, het intrigeert, het zorgt voor veel plezier en afleiding en ik ben nog niet toe aan het afstoten van al die zaken. Wel aan het afstoffen, want na een half jaar in de nieuwe kasten en vitrines ligt er toch al weer een behoorlijk laag grijs over sommige deelcollecties…..dat is dan wel weer een nadeel!(2008/1/05)

En jij, medelog(st)ger, ook een passie? Of heb je er helemaal niks mee…….Laat me eens weten als je wilt. IK ben er oprecht benieuwd naar……