Tabak over de grens…

Tabak over de grens…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 76f47a20-356f-462f-aa22-f525995c1342.jpg

Wie meent dat mensen die verslaafd zijn hun passie af zullen zweren als de belastingdruk zo hoog wordt dat je bijna bezwijkt onder de strafheffingen heeft toch wat buiten de vaderlandse handelswaard gerekend. Men reist er dan maar voor naar de Europese ooster- of zuiderburen en slaat daar groot in. Hamsteren zolang het kan. Gaat en-passant ook even langs bij de daar gevestigde spotgoedkope supermarkten of drogisterijen en komt met een afgetankte auto vol spullen weer terug in het op dit punt peperdure vaderland. Zoals bekend heb ik totaal niets met al dat gerook, het is slecht voor je gestel en het stinkt, maar ik snap wel dat een verslaving niet zo 1.2.3 is af te leren of te zweren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_7713.jpg

En als je dan meteen voor een weeshuis kunt inslaan wanneer je er toch bent…ga je gang. Maar zoals ik onlangs zelf moest ervaren is het wel lastig als je in de rij staat voor het afrekenen van jouw ook al zo voordelige tankinhoud als voor je een viertal dames de schappen leeg koopt van de fraaie en uitgebreid van voorraden tabakproducten voorziene tankshop niet ver achter de grens. Met een vrolijk gekwetter en een zachte g bij de uitspraak kochten ze zoveel spullen in dat men in die shop zelfs de gevraagde sloffen uit het magazijn moest gaan halen. Voor honderden euro’s de persoon werd er ingeslagen. Tassen vol gevuld en dat was naar ik begreep (ik startte een gesprek met de dames want ik stond toch maar mij ‘tijd te verdoen’) nog maar het begin van hun strooptocht.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p9180220_edited.jpg

Ze moesten ook nog even langs die en die drogist voor allerlei artikelen. ‘Is dat allemaal voor jullie zelf’ vroeg ik nog wat beduusd van het vele geld dat van eigenaar wisselde. ‘Nee hoor, we halen voor de halve familie en vriendenkring spullen hier…’. En zo werkt dat. Samen profiteren van het voordeel dat over de grens te behalen valt in zowat elke categorie producten. Waarom dacht je dat ik zelf zo vaak die kant op ga? Precies! Maar ik doe dat al decennia lang omdat ik die Duitse winkels en hun aanbod al veel eerder naar waarde ben gaan schatten. Al kijken wij wel altijd kritisch naar de prijzen daar, want lang niet alles is meteen voordeliger. Je moet wel een beetje prijsbewust zijn. Maar dat geldt niet voor die tabak. Die scheelt daar vele (pro)centen met ons land. En door al dat publiek dat grootschalig inkoopt neemt de verstokte rookverslaving echt niet af. Zoals zo vaak een illusie vanuit bevlogen politici die menen volwassen mensen op te kunnen voeden door ze voor die verslavingen steeds meer te laten betalen. Zinloos. Wij hadden daarna wel door dat we nooit meer op zaterdagen die kant op moeten rijden. Kwam nu zo uit, maar wil je niet echt in de file staan bij de kassa van het anders zo rustige en plezierige winkelaanbod, ga dan door de week en mijdt die betalende plunderaars… (Beelden: Internet)

Fossiel…

Fossiel…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_8449.jpg

Als je de extreemlinkse types die in ons land rondlopen of fietsen moet geloven is de ‘fossiele auto’ of zelfs die hele ‘fossiele industrie’ toe aan opheffing. Deze mening wordt nogal eens onderschreven door hen die menen dat als een auto elektrisch wordt aangedreven de planeet Aarde wordt gered. Opvallend daarbij is dat deze types niet worden geremd door enige kennis van zaken. Ook niet door een te klein budget, want meestal rijden ze die elektrische karren van de zaak en/of draait de werkgever op voor de kosten. Dan speelt daarbij nog de fiscale portefeuille aan voordelen die je als berijder van zo’n auto kunt binnenhalen en de keuze is veelal verklaard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img_8447.jpg

Immers, de gemiddelde elektrische auto kost (beetje uitvoering..) 50 mille of meer. Een beetje luxe uitvoering van een echt automerk zit eerder tegen de ton. Wie kan dat als particulier betalen?? De verkopen zijn dus klein als het om particulieren gaat. En de inruilwaarde is omgekeerd evenredig voor wagens met accu’s die na 3-4 jaar lease terugkeren in de handel. Een beetje Tesla 3 die nu bij handelaren staat, de meeste bedrijven willen ze helemaal niet hebben, zit nu rond de 16-18 mille restwaarde. Tel uit je winst. En dan die andere claims op dat fossiele van de brandstoffen of de materialen waarvan die wagens zijn gemaakt. Een elektrische auto rijdt op batterijen. De grondstoffen daarvoor komen uit mijnen in verweglanden als Borneo, Afghanistan of Congo. Die mijnen zorgen voor enorme ontbossing, slavernij en dwangarbeid.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: pa050169.jpg

Doe dan maar even of jij in Nederland je steentje bijdraagt aan het milieu of klimaat. Dan zijn die auto’s ook gewoon gebouwd van staal of kunststof. Rara wat de basismaterialen zijn voor die productie. Juist ja, in het eerste geval staalfabrieken als die van Tata in ons land of een van de tientallen van dergelijke milieuvervuilers in landen als China of India. Kunststof is een olieproduct, dus moet ook worden verwerkt tot materialen die je voor de productie van elektrische auto’s (of fietsen dan wel bakfietsen) kunt benutten. De vele computers aan boord werken ook weer op fossiele materialen en als de hele boel aan het einde van het economische of technische leven moet worden gesloopt blijft slechts een deel beschikbaar voor hergebruik. Maar dat geldt net zo voor normale auto’s of benzine, diesel of LPG. Weg argumentatie!

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: rai-2009-nieuwe-stijl-3423682612_a7eb4169aa.jpg

Maar dan is er nog dat uitstootloos rijden van die vehikels. Die claim klopt. Ware het niet dat de stroom er voor moet worden opgewekt. En we weten intussen dat al dat opladen (een elektrische auto heeft vaak nog niet 50% van de actieradius van een benzineauto, laat staan een diesel..) het stroomnet enorm overbelast. Heb je zelf zonnecellen op je dak liggen (die zijn ook niet gratis en belasten het milieu ook…) vallen de laadkosten mee als je bij je eigen huis een laadpaal hebt staan. Zo niet belast je dus dat openbare stroomnet. En stroom komt echt niet uit de grond…. Fossiel denken dus, en gebaseerd op feiten. Onwelgevallig in de grachtengordel, ik weet het. Maar niet minder waar. Voorlopig zien we dat in de auto-industrie en bij bepaalde regeringsleiders de voet op de rem gaat. Al die plannen om massaal over te stappen op elektrisch vervoer….het komt niet goed! Al pleit ik op een punt wel voor invoering van die tractie, binnen de grachtengordel van de grote steden. Daar speelt actieradius geen echte rol, en kunnen we al die postbezorgers stiller en milieuvriendelijker laten functioneren. Dat die wagens twee keer meer kosten dan een dieselbusje en de bestuurders een groot rijbewijs moeten halen maakt het alleen maar leuker. Zou het echt schelen in gedrag?? Dan is dat een bonus. Voor de rest zijn alle claims pure onzin, ingestoken door mensen die zelf geen auto kunnen of willen rijden als die niet via de baas wordt gehuurd…. (Beelden: Archief Yellowbird)

Sterren….

Sterren….

Anders dan veel autohaters menen is er in de afgelopen 135 jaar dat de auto nu bestaat heel veel veranderd. Van een door een benzine/stoommotor aangedreven koets zonder enige vorm van comfort naar een vervoermiddel dat naar gelang jouw persoonlijke budget het toestaat een paar miljoen Euri kan kosten en je weet te katapulteren van 0-100km/u in minder dan 2 seconden. Daar tussen zat de ultieme ontwikkeling van de aandrijfbronnen. En dat zijn er een paar geweest. Want bedenk maar dat ook auto’s met accu’s als voortstuwing intussen al dik een eeuw oud zijn, dat we zijn gegaan van een benzineverbruik dat eerst iets van 1:5 gemiddeld was naar 1:20 en diesels daar nog eens 10km gemiddeld bij doen per liter.

Er zijn fabrikanten geweest de werkten aan straalmotoraandrijving (Chrysler en Rover), Duitse uitvinders vonden een raket wel aardig om vooruit te komen, en er was ooit een man die hete lucht benutte om een automotor op te laten draaien. Intussen was er ook de veiligheid. En echt, beste lezers van dit zondagse blogverhaal, die werd jarenlang niet van groot belang geacht door fabrikanten en consumenten tot de jaren van de massa-motorisering aanbraken en de meest vreselijke ongelukken duidelijk maakten dat juist hier echt iets aan moest gebeuren.

Nu is dat eenvoudiger gezegd dan gedaan. Alles wat je namelijk versterkt in het kader van de bescherming van inzittenden zorgt ook voor meer gewicht. En dus werden auto’s steeds vleziger. Niet erg als je in de VS woont maar in ons land met haar op gewicht gebaseerd autobelastingsysteem een kleine ramp. De eerste veiligheidsgordels werden in 1971 verplicht ingebouwd. Kooiconstructies volgden later. Je had merken waar de motor bij een frontale aanrijding niet naar binnen werd gedrukt maar werd gekatapulteerd naar buiten de schadeauto.

Brandstoftanks kwamen in geval van een frontale aanrijding niet meer op je schoot terecht zoals vroeger, met alle gevolgen van dien, maar werden binnen de veiligheidskooi van het voertuig, vaak boven of voor de achteras gesitueerd. En we gingen testen…. Overal met eigen veiligheidstandaards. In Europa kennen we het strenge instituut EuroNCAP dat elk jaar haar normen aanscherpt. Men vergeeft sterren aan de betreffende en tot gort gereden nieuwe automodellen. Maar door de hierbij oplopende eisen kan het zo zijn dat een auto die pakweg in 2015 5 sterren (maximale score) scoorde er anno 2024 nog geen drie weet binnen te halen.

Vaak zit dat in de levering van hulpsystemen die tegenwoordig van de elektronische soort zijn. Zitten die standaard in een autotype krijgt men eerder de benodigde sterren dan wanneer dat niet zo is. En dan zie je dat sommige wagens en merken eindigen met 0 of 1 ster. Dat is anno nu best verbazingwekkend. Vaak auto’s met een laag prijskaartje. Want dat blijft wringen. Veel voor weinig bestaat niet meer. Dus stoppen de meeste fabrikanten met hun goedkopere modellen. Die kunnen voor een betaalbare prijs niet meer voldoen aan onze moderne veiligheidsnormen.

Om het over die voor uitstoot helemaal niet te hebben. En o ja, ook elektrische auto’s vallen soms bij die botsproeven door de mand. Waarbij ook nog eens het brandgevaar een rol speelt en het feit dat accu’s die als ze eenmaal branden vrijwel niet te doven zijn. Kortom…wie in een oudere auto rijdt moet zich bewust zijn dat die jaar na jaar steeds verder af komt te staan van de veiligheidseisen van de moderne tijd. Maar ja, doe die maar eens weg als hij (of zij) nog goed functioneert en zo lekker rijdt. Ik snap dat wel hoor. Als geen ander. Ik heb op professionele basis heel wat stevige crashes en de gevolgen gezien. En ook hoe de daarbij betrokkenen er uit waren gekomen. Dan wordt het toch spannend. Nog een reden om vast te houden aan de norm dat onder de 4 meter lengte weinig auto’s veilig zijn. Een Amerikaanse stelregel…Maar ja, daar is 5 meter al compact en tel je bij 2 meter breedte pas een beetje mee…..(Beelden: archief)

Het einde nadert…

Het einde nadert…

Toen ik onlangs hoorde dat de Dutch Dakota Association (DDA) moet stoppen met vliegen in haar vrij unieke laatste DC3/C47 Dakota werd het me toch even te veel. Met tranen (nou ja..niet overdrijven..) in de ogen las ik hoe men door allerlei tegenwerkingen binnen de overheid en de hoge kosten van de benodigde brandstof in combinatie met het gebrek aan sponsoren gedwongen wordt deze unieke machine aan de grond te houden.

Nog los van de geschiedenis van deze organisatie waarbij ik rond de oprichting en eerste sponsoring nog eens aan de basis stond, is er die van het vliegtuigtype dat een van de belangrijkste is gebleken uit de historie van de wereldluchtvaart. De intussen zo’n 90 jaar oude verkeersmachine was al voor de Tweede W.O in gebruik bij KLM. Maar beleefde zijn absolute hoogtepunt tijdens die wereldoorlog. Omgebouwd tot transportkist met een versterkte laadvloer, krachtiger motoren en een grote vrachtdeur werd het de standaard vervoerder van lading, munitie, parachutisten en zo meer. Bijna 12.000 exemplaren werden er van gebouwd.

De meeste in de VS, maar ook een flink aantal in de Sovjet Unie (daar heette hij LI2/PS84) en een wat kleiner aantal in Japan. Na de oorlog kwamen veel van die Dakota’s (naam danken we aan de Britten..in de VS heette de machine Skytrain) op de tweedehands markt terecht. En namen zowat alle oude en nieuwe luchtvaartbedrijven Dakota’s in dienst. Daaronder in ons land KLM, Martin’s Air Charter, Schreiner Airways en Moormanair om er maar een paar te noemen. Dakota’s vlogen met passagiers rond in de wereld, maar vervoerden daarnaast vooral vracht. O.a. tijdens de Berlijnse Luchtbrug (*zie blog 8-2-23). Het aantal van deze befaamde vliegtuigen nam wel jaarlijks af.

Maar er waren plekken in de wereld waar men de Dakota niet kon missen en ook de vervangers niet betalen. Daar vliegen er nog steeds een paar rond onder slechte omstandigheden, maar met een kist gereedschap en wat tweedehands onderdelen (..) houdt men de kisten vliegend. Maar er worden ook Dakota’s omgebouwd. Dan krijgen ze moderne turbopropmotoren, soms een wat verlengde romp en dan weer als nieuw verkocht.

De Dakota van de DDA is een befaamde machine. Ooit was het een toestel uit de vloot van onze regering, maar met name voor het Koninklijk Huis. De registratie PH-PBA verwijst daar naar. Toen dat zelfde koningshuis overstapte in een modernere Fokker Friendship werd de Dakota onderdeel van de vloot van de Rijksluchtvaartdienst en bleef actief tot in 1975. Daarna werd de machine met zijn weinige vlieguren (net 10.000) jarenlang roemloos geparkeerd naast het Aviodome luchtvaartmuseum op Schiphol. Vele jaren later kreeg de bijzondere kist een tweede kans. Hij werd opgepikt door de DDA en totaal gerestaureerd.

Met vleugels van een andere Dakota (de originele vertoonden roestvorming) en na grondige renovatie van motoren en cockpit kwam de machine in gebruik voor clubleden. Want na de crash met de oer-Dakota van de DDA, de PH-DDA, nam de PBA het stokje over om met die leden overal en nergens heen te vliegen waar men de blik op en geluiden van een Dakota naar waarde kon schatten. Dat deden toen ook de nodige sponsoren nog. Waaronder KLM, dat lang zorgde dat die Dakota in oude KLM kleuren kon rondvliegen. Maar ja, KLM is onderdeel van Air France, andere directie, minder met de Nederlandse historie en zo, daarna supermarktketen Jumbo, maar ook dat bedrijf draaide onlangs alle sponsoring terug. En zo eindigt het avontuur van de DDA in een matige finish. Het vliegtuig moet volgens ooit opgesteld contract bewaard blijven in en voor Nederland. Maar het is dood- en doodzonde als dat inactief zou moeten gebeuren. Een vliegtuig is een prachtig ding, en dit exemplaar heel uniek. We gaan zien waar het heen gaat. Maar ik vrees toch met enige vreze dat dit niet goed af gaat lopen… (Beelden: Yellowbird archief)

Luchtbrug…

Luchtbrug…

Terwijl de wereld in de afgelopen weken weer aardig van de leg raakte als gevolg van islamitische terreur gevolgd door een keihard antwoord van de zijde van Israel, ik laat de andere conflicten die gelijktijdig plaatsvinden voor het beeld even buiten beschouwing, neem ik de lezer mee terug naar 1948. Ook toen hing de wereldvrede aan een zijden draadje. De geallieerden hadden samen het vreselijke Nazi-Duitsland overwonnen en hadden de grootste moeite om de ‘koek’ te verdelen. De Russen (Stalin) gingen er vanuit dat zij de grondoorlog hadden gewonnen en dat eigenlijk heel Duitsland onder hun jurisdictie zou moeten vallen. Met name het Ruhrgebied trok ze enorm aan. De Amerikanen, Britten en Frankrijk zagen het gevaar van het communisme en besloten dat zij niet alleen West-Duitsland wilden besturen, maar ook een belangrijk stuk van Berlijn.

Toen duidelijk werd dat de Berlijnse bevolking het gevaar liep te bezwijken aan gebrek aan alles en de Russen het zo hoog speelden dat ze alle weg/spoor/waterverbindingen blokkeerden was de maat voor met name de Amerikanen vol. Door stevig ingrijpen van een stel hoge generaals, ministers en ook president Truman werd een luchtbrug op touw gezet die zijn weerga niet kende. Met alle macht die de geallieerde luchtmachten op de been konden krijgen en met behulp van slimme luchtvaartondernemers die hun oude Dakota’s beschikbaar stelden (betaald uiteraard..) ging men aan de slag en vervoerde werkelijk alles wat in een vliegtuig paste en die Berlijnse mensen (maar ook de eigen contingenten soldaten) nodig hadden.

Van meel tot steenkolen, van groenten tot reserveonderdelen of cement. Op het hoogtepunt van de luchtbrug kwam er elke 1.5 minuut een toestel vol lading aan en werd in recordtempo gelost door vaak slecht betaalde Berlijnse inwoners die wel inzagen dat ze hiermee hun stad op de been hielden. De Britten zetten zelfs vliegboten in die naar de wateren binnen de Berlijnse omgeving vlogen en daar hun lading vanaf het water afzetten. De Fransen bleken weinig te kunnen bijdragen, hun sterk verouderde en in licentie gebouwde Junkers 52 vliegtuigen waren te klein en te langzaam. Het werd de luchtbrug van de Amerikanen en Britten. En de Russen keken knarsetandend toe.

En lieten het er soms op aankomen door met hun jachtvliegtuigen vlak voor de Amerikaanse en Britse transporttoestellen langs te vliegen of te claimen dat zo’n vliegtuig buiten de toegewezen corridors had gevlogen. Het leidde nog wel eens tot een crash. Toen bleek dat de stad zoveel veerkracht vertoonde dat eigenlijk alles wat normaal was in een stedelijke omgeving gewoon op gang was gekomen of voort ging, besloten de Russen om hun boycots op te geven en keerde de rust weder. Overigens bleef de onrust voortduren in en rond Berlijn. De beruchte Muur uit 1961 was het directe gevolg. De arme bevolking die daar achter kwam te leven had te lang gewacht met naar het westen over te steken. Dat hadden in de tussen liggende jaren veel Ossies wel gedaan. Hoe dan ook, die luchtbrug was een staaltje geallieerd machtsvertoon zonder wapens. De West-Duitsers en Berlijners zijn daar nog steeds dankbaar voor. Overwonnen, geknecht, maar niet vergeten. Een boek van grote interesse over het onderwerp las ik onlangs met belangstelling uit. Goed van feiten, fraai van beelden. Een episode uit onze geschiedenis die bij sommigen nu bijna is vergeten, maar heel belangrijk is geweest voor de opkomst van het Duitsland zoals we dat nu kennen. En wellicht bijdraagt aan de frustraties bij de Russen die het liefst alle gebieden waar de Duitsers ooit zaten hadden ingelijfd. Hadden we hier het communisme gehad waar sommigen nu nog zo naar lijken ter verlangen. Ik dank God dat dit zo niet is gegaan…. Het boek was te koop met ISBN Nr. 978 90 452 1566 0. (Beelden: Prive/internet/archief)

Geschiedenis herhaalt zich…of..?

Geschiedenis herhaalt zich…of..?

Ooit, lang geleden al weer, was het vervoer beperkt toegankelijk voor normale burgers en arbeiders. De meeste boeren bedienden zich van karren met een os, hond of paard er voor. De hoger geplaatsten reden in koetsen en werden alleen daardoor via logische ontwikkelingen de eerste gebruikers van een gemotoriseerd vervoermiddel. Maar voor de mensen daar tussenin was er het openbaar vervoer voor zover aanwezig. Een fiets was luxe, een motorfiets later iets voor hen die echt iets te verdienen hadden. We vergeten het wel eens wat snel, maar pas na de Tweede Wereldoorlog kwam de individuele verplaatsing van normale mensen echt op gang.

De brommer (rijwiel met hulpmotor) werd een must, de scooter (al dan niet met zijspan) en pas veel later de particuliere auto. Van piepklein en tweedehands tot groot en luxe maar wel nieuw voor de welgestelden. Linkse partijen van toen drongen aan op het recht op vrijheid van verplaatsing voor iedereen, niet alleen voor de welgestelden. En zo kwam in de jaren zestig pas echt die motorisering op gang. Arbeiders aller landen verenigt en verplaatst u!

Steden werden daartoe soms aangepast, doorgaande straten wat breder gemaakt, buitenwijken verbonden met grote wegen richting de plekken waar werd gewerkt. In Nederland groeide het forenzenverkeer. Al was het maar omdat de stadsbestuurders van toen geen oog hadden voor de bestaande woningnood en het niet zo erg vonden als hun inwoners elders hun woonheil zochten.

Dat falende beleid zorgde ook dat het broodnodige Openbaar Vervoer maar moeizaam op poten werd gezet naar al die buitensteden en wijken. Fouten die men nog decennia lang zou blijven maken. En intussen groeide het wagenpark. De arbeider- en middenklasse maakte dankbaar gebruik van de mogelijkheden. Men kon nu op vakantie met de auto, op en neer naar school en kantoor, en genoot met volle teugen van de vrijheid. Maar voor de overheid was al dat verkeer overigens naast een zorg ook een zegen. Immers, men kon overal belastingen voor heffen. De gemiddelde autoprijzen in ons land 25% hoger dan bij de buren, de literprijs voor brandstoffen zelfs 45%. Wegenbouw kwam daarentegen maar moeizaam op gang.

Toen dus het volk massaal koos voor individueel vervoer gingen met name linkse partijen zelf ineens voor spoorbanen en tramverbindingen, al dan niet ondergronds. Spanden symbolisch de paarden achter de wagens. De enorme kosten van dat denken verhaalde men gewoon op de burgers die er niet om vroegen. Bekende linkse reflex. En nu zwaait men met het klimaatargument. Mensen moeten niet in de file staan, maar thuis werken. Ze mogen geen benzine, gas of diesel meer tanken maar moeten over op accu en oplaadstations. Het individuele autobezit moet worden ontmoedigd, de arbeiders en burgers van morgen moeten maar auto’s gaan delen of met zijn allen in het openbaar vervoer. Leuk…..je zult maar in een dorp wonen waar men het OV nooit aansloot op de bewoonde wereld. Of waar de metro en spoor van niets naar niets rijden en peperduur zijn geworden bij gebrek aan concurrentie.

Het Mobiliteitsfonds, opgebracht door de autorijdende burger, misbruikt voor subsidies aan het Spoor en de vermaledijde windmolenparken. En maar claimen dat het vervoer onze planeet stuk maakt. Bewezen niet waar, maar links is nog zelden aangelopen tegen mensen die ze echt eens betrapt op dat constante gelieg. De auto is vrijheid, met een echt exemplaar kom je nog eens ergens en voor masochisten is er natuurlijk de elektrische variant. De NS wenst geen concurrentie, de linkse stromingen willen nationaliseren. Waar dat toe leidde hebben we gezien in het vroegere oosten van ons continent. Auto’s voor de kameraden zonder concurrentie, levertijden van 10 jaar of meer, een kwaliteit die soms best twijfelachtig was en geen ritjes naar landen die je wel eens zou willen bezoeken.

Toch blijft dit het ideaalbeeld voor de linkse gardisten. Wie daar niet aan wil meedoen stemt dus anders. Het gaat om ons aller vrijheid. En die kan zomaar worden afgenomen. O je dacht van niet?? Binnen twee jaar Covid19 hebben we gezien hoe snel dat kan gaan. Laat het een les zijn….Stem dus dezer dagen een partij die uw vrijheid niet af wil pakken. Uw stad of dorp wordt daar vast beter van…Net als u zelf…(Beelden: Archief)

Ultralang vliegen…

Voor ik met u, zoals in een vorig blog aangekondigd,  terugga in de tijd, naar een periode waarin vliegen nog was voorbehouden aan een zekere elite in ons land of daarbuiten, nu even een blik in de nabije toekomst. Die morgen beginnende toekomst welke ultrazuinige vliegtuigen zal gaan brengen die ons over enorme afstanden gaan vervoeren zonder enige tussenstop. En de technologie daartoe hebben we al. Eigenlijk al heel lang, maar nooit op een schaal zoals we die nu op ons af zien komen. De vraag is wel of je daar als passagiers in die fraai ontworpen dingen gelukkiger van wordt. Persoonlijk vond ik de vluchten naar/van de VS echt wel een hele ruk. 8u 3 kwartier op je plek blijven of een kort wandelingetje maken aan boord van zo’n kist vond ik persoonlijk best afzien. Maar tegenwoordig draaien sommige maatschappijen zich niet meer om voor ruim het dubbele aantal vlieguren. Men wil zo efficiënt mogelijk met een relatief grote betalende lading van punt A naar B kunnen vliegen en zo geld besparen en gelijk verdienen. Kampioenen op dit vlak zijn Qantas uit Australië en Singapore Airlines.

In een ruk van Londen naar Sydney vraagt het uiterste van reizigers en bemanningsleden. Maar toch kiest men ervoor. De redenen zullen duidelijk zijn. De druk op de luchtvaart vanwege de vermeende uitstoot en ook die van aandeelhouders op zoek naar rendement zorgen voor dit streven. Tuurlijk is een vlucht met allerlei tussenstops ook niet alles. Datzelfde Qantas vloog vroeger vanuit Londen via Amsterdam en nog een hele reeks tussenstations naar haar eigen thuisland. Maar uitgerekend per stoel waren dat dure tickets. Is dat nu anders? Tuurlijk niet. Onlangs oefende men wat met de splinternieuwe en hypermoderne Boeing 787. Normaal goed voor 256 passagiers, nu zaten er slechts 40 in. Die werden aan alle kanten door doctoren onderzocht vanwege het fysieke welzijn. Ook de bemanning werd zo gemonitord.

Moet wel, want je wordt natuurlijk niet alleen moe van het zitten, ook van de droge en toch wat ijle lucht, het geluid (ook al zijn die nieuwe kisten stil) maar ook het passeren van datum/tijdgrenzen. Want bedenk maar eens dat het verschil tussen New York en Sydney 16 uur bedraagt, wat een extra aanslag op je lijf en leden is. Daarnaast is het allemaal nog wel te doen wellicht in de eerste klasse, maar economy?? Met een stoelruimte van 35cm?? Ik denk niet dat ik er snel aan boord zal stappen. Vliegen is geweldig leuk, het brengt je in een paar uur naar verre bestemmingen. Maar om nu een hele dag in zo’n kist rond te hangen…Ik moet er niet aan denken. Wie van mijn lezers wel??? Ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird collectie)

Van paarden en kolenboeren…

Mensen van mijn leeftijdscategorie hebben heel soms de neiging om terug te kijken naar een tijd waarin de wereld nog simpel was en ongecompliceerd. Zo ook ik. Onlangs had ik met iemand een gesprek over paarden. Paarden? Jij? Ja…paarden! Niet omdat ik nu per definitie zo houd van die beesten, maar wel omdat in mijn jeugd paarden nog gewoon dienstdeden als voor karren met lading lopende dieren die daarna in een loods werden opgeborgen die gewoon in onze woonstraat te vinden was. Schillenboeren waren er gek op, net als de lokale voddenman. Vandaar ook dat we in onze straat een echte smid hadden zitten. Waar men nog ouderwets (toen al) hoefijzers op de benen van die hardwerkende dieren aanbracht. Het rook heel specifiek en ik weet nog dat die smid en zijn maatje ook in zijn loods rond lopende ratten op wrede wijze te lijf ging. Hij sloeg ze tot moes met zijn gereedschap. Paarden en ratten, het hoort sindsdien voor mij bij elkaar.

Onze woonstraat was een heel normale straat en dus had je in die jaren op verschillende plekken middenstanders zitten die hun nering nog aardig wisten uit te nutten. Van snoep tot melk, van sigaretten tot serviezen. Alles wat je nodig had als gezin was om je heen gevestigd. Een van die ondernemers zetelde in een kelder onder de woonhuizen en deed in kolen. In wat? (Jonge generatie heeft geen idee meer..). Ja in kolen. Steenkolen. Uit Limburg! En dat spul stookten we vrijwel zonder uitzondering in de huizen en winkels van die periode. Meestal bunkerden we van tevoren een paar mud van dat spul in voorraad. Steevast in een kolenhok dat op de etage waar we leefden naast de ingang naar de kamer was gelegen. En als je echt veel geld en ruimte had, kwam er een hele berg op zolder te liggen. Maar dan moest je wel steeds met je kolenkit naar boven om de voor de warmte van de dag benodigde voorraad te halen.

Die kolen gingen er bij (toen nog vaak voorkomende) strenge winters snel doorheen. En dan moest je soms voorraad bijhalen. En daar was dan die ‘kolenboer’ goed voor. In zijn kelder verkocht die niet alleen jute zakken vol van dat goed brandende spul, maar ook kleinere papieren zakken. Die waren meer voor het kleinverbruik, maar daarom niet minder zwaar. Mijn lease pa tilde drie van die zakken op zijn schouder en liep dan terug naar huis, ik kon er met twee uit de voeten en dat was voor een puberaal jong best trots makend. De kachel moest roken, en dat deed zo’n ding ook. Mits steeds bijgevuld en opgepookt.  Vooral als hij door onoplettendheid was uitgedoofd en je dus uit je altijd koude slaapkamer kwam in een huis waar de ijspegels zowat aan de ramen hingen. Een hele kunst om de boel dan weer brandend te krijgen. Maar eenmaal gewend lukte dat binnen een kwartier. En dan maar even bijkomen voor je naar school ging. De kolenboer hield het nog redelijk lang vol. Tot ook in die oudere woonbuurt olie en gas gingen zorgen voor een heel ander soort verwarming en kolen uit het dagelijks leven verdwenen. Net als al die andere spullen die je toen bij al die winkeliertjes kon kopen. Nu is diezelfde straat gewoon een woonstraat. Met een enkele uitzondering zijn alle bedrijven verdwenen. Net als de paarden. Als er al eens een door die straat rijdt is het er een van de politie. Maar verder?